ROM Symposium 11 nov. 2015

1. Hoe zat het ook al weer met de
HoNOSCA?
Albert Boon
Yolanda Nijssen (Lucertis)
Sjouk de Boer (Lucertis, De Jutters)
Anna de Haan (Curium)
Henrikje Klasen (De Jutters)

2. De HoNOSCA
• Health of the Nation Outcome Scales for
Children and Adolescents (3 tot 18 jaar)
• Ontwikkeld in Engeland, vele vertalingen
• Meet psychosociaal functioneren
• Veel gebruikt, ROM-lijst / SBG
ROM

3. • 2008: oprichting ROMCKAP
• 2012: ‘voor de HoNOSCA zijn nog geen Nederlandse
normen beschikbaar, zodat het gebruik van dit
instrument nadrukkelijk experimenteel is.’ (Boer, Markus &
Vermeiren, 2012).
• 2013-2015: SBG stelt eisen aan respons.
• Gevolg:100.000den HoNOSCA’s
• Declaratie: 15 minuten per HoNOSCA (€100.- / 4= €25.-)
• Dus minstens € 2.5 miljoen geïnvesteerd

5. BRAM DBC-Behandeleffect K&J
meetdomein: functioneren

6. Schalen van de HoNOSCA
Schaal Secties
1 Storend, antisociaal of agressief gedrag Gedrag
2 Hyperactiviteit, aandacht en concentratie
3 Opzettelijke zelfverwonding
4 Alcohol, misbruik van (oplos)middelen
5 Leer- en taalvaardigheid Beperkingen
6 Lichamelijke aandoening of handicap
7 Hallucinaties, wanen of abnormale percepties Symptomen
8 Niet-organische somatische symptomen
9 Emotionele problemen en daarmee verband houdende
symptomen
10 Relaties met leeftijdsgenoten Sociaal
functioneren11 Zelfverzorging en onafhankelijkheid
12 Gezinsleven en relaties
13 Afwezigheid van school
14 Kennis over of begrip van aard van de problemen Informatie
15 Gebrek aan informatie over hulpverlening of omgaan met
de problemen

7. ROM Lucertis en De Jutters
• 13267 startmetingen (8434 j / 4833 m)
• Gemiddelde leeftijd 11,5 (sd 5,7)
• Gemiddelde totaalscore:
jongens 11,3 (sd 5,6), range 0 - 38
meisjes 11,7 (sd 5,8), range 0 - 52
p=0.000

8. HoNOSCA schalen
• Sommige schalen worden bij bepaalde
leeftijdsgroepen zelden gescoord:
Kleuters: - Opzettelijke zelfverwonding
- Alcohol, misbruik van (oplos)middelen
- Hallucinaties en wanen
• Kleuters/basisschool vooral hyperactiviteit,
aandacht en concentratie, vooral jongens
• Tieners scoren het hoogst, vooral meisjes
Emotionele problemen en gezinsleven en relaties

9. HoNOSCA schalen
• Lage inter-itemcorrelaties 0.000 – 0.371, gem
0.125
• Informatieschalen 0.708
• Geen eenduidige factorstructuur
• Grote verschillen tussen leeftijdsgroepen en
jongens/meisjes
• Daarom gebruik van ‘logische’ secties voor
groepen op geslacht en leeftijd.

10. Waarde totaalscore?!
• Als de totaalscore gelijk is gebleven dan…..
• Voorbeeld een jongen van 14.
• Begin: Totaalscore = 4
• Eind: Totaalscore = 4
• Begin: 4 op schaal 7 (Hallucinaties)
• Eind: 1 op 10 (Relaties met leeftijdgenoten)
1 op 11 (Zelfverzorging en onafhankelijkh.)
1 op 12 (Gezinsleven en relaties)
1 op 7 (Hallucinaties)

11. Gedrag
3-5 jaar 6-12 jaar 13-18
Jongens Meisjes Jongens Meisjes Jongens Meisjes
Zeer hoog >7 >5 >6 >6 >7 >7
Hoog 5-7 4-5 5-6 4-6 5-7 5-7
Boven
gemiddeld
4 3 4 3 4 4
Gemiddeld 3 2 3 3 3 3
Beneden
gemiddeld
2 1 3 2 2 2
Laag 1 0 2 1 1 1
Zeer laag 0 0 <2 0 0 0

12. Beperkingen
3-5 jaar 6-12 jaar 13-18
Jongens Meisjes Jongens Meisjes Jongens Meisjes
Zeer hoog >4 >6 >4 >4 >4 >4
Hoog 3-4 3-6 3-4 3-4 3-4 3-4
Boven
gemiddeld
2 2 2 2 2 2
Gemiddeld 1 1 1 1 1 1
Beneden
gemiddeld
0 0 1 1 1 0
Laag 0 0 0 0 0 0
Zeer laag 0 0 0 0 0 0

13. Symptomen
3-5 jaar 6-12 jaar 13-18
Jongens Meisjes Jongens Meisjes Jongens Meisjes
Zeer hoog >4 >5 >6 >6 >6 >7
Hoog 3-4 4-5 3-6 4-6 4-6 5-7
Boven
gemiddeld
2 2-3 2 3 3 4
Gemiddeld 1 1 2 2 2 3
Beneden
gemiddeld
1 1 1 1 1 2
Laag 0 0 0 1 0 1
Zeer laag 0 0 0 0 0 0

14. Sociaal functioneren
3-5 jaar 6-12 jaar 13-18
Jongens Meisjes Jongens Meisjes Jongens Meisjes
Zeer hoog >9 >7 >9 >8 >11 >11
Hoog 6-9 6-7 6-9 6-8 7-11 8-11
Boven
gemiddeld
5 4-5 5 5 6 6-7
Gemiddeld 4 3 4 4 5 5
Beneden
gemiddeld
3 2 3 3 3-4 4
Laag 2 1 2 2 2 3
Zeer laag 0-1 0 0-1 0-1 0-1 0-2

15. Voordeel normscores voor secties
• De 14-jarige jongen in het voorbeeld:
• Begin:
– Score ‘Hoog’ op Symptomen
• Eind:
– Score ‘Beneden gemiddeld’ op Symptomen en
op Sociale functioneren

16. • Totaalscore is een indicatie, maar moeilijk te
interpreteren
• Indeling in leeftijdsgroepen / geslacht
• Normschalen om waarde van score te bepalen
• Toekomst
– Hertest en Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid
– Validiteitsonderzoek (bijv met CBCL of SDQ)