2024 jan 21 - Dhr Pasterkamp (Thema: Hij deed het niet)
Handelingen 1 : 9
1. “ En nadat Hij dit gesproken had, werd Hij opgenomen, terwijl zij het zagen, en een wolk onttrok Hem aan hun ogen.“ Handelingen 1:9 Voorganger: Ds den Admirant Organist: Johannes de Vries
2. Al heeft Hij ons verlaten Lied voor de dienst Gezang 234
3. 1 Al heeft Hij ons verlaten, Hij laat ons nooit alleen. Wat wij in Hem bezaten is altijd om ons heen als zonlicht om de bloemen, een moeder om haar kind. Teveel om op te noemen zijn wij door Hem bemind.
4. 2 Al is Hij opgenomen, houd in herinnering, dat Hij terug zal komen, zoals Hij van ons ging. Wij leven van vertrouwen, dat wij zijn majesteit van oog tot oog aanschouwen in alle eeuwigheid.
5. “ En nadat Hij dit gesproken had, werd Hij opgenomen, terwijl zij het zagen, en een wolk onttrok Hem aan hun ogen.“ Handelingen 1:9 Voorganger: Ds den Admirant Organist: Johannes de Vries
6. De dag van onze Vorst brak aan Gezang 229: 1, 2 en 5
7. 1 De dag van onze Vorst brak aan. Zie, Gods gezalfde Koning gaat tot zijn hemelwoning Hoe zal Hij in zijn schoonheid staan omstraald van morgenlicht voor 's Vaders aangezicht.
8. 2 Hij heeft, van dood en graf ontdaan, het leven weergenomen. Nu is zijn uur gekomen; Gods paradijs zal opengaan en heel de hemel wijd weerkaatst zijn heerlijkheid.
9. 5 O, Heer, die onze Koning zijt, laat niets uw rijk verhindren, en open voor uw kindren de poorten van uw woning wijd. Laat, met uw feestkleed aan ons tot uw bruiloft gaan.
11. Votum en Groet Klein Gloria Ere zij de Vader en de Zoon En de Heilige Geest, Als in den beginne, nu en immer, En van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.
12. O stoet van wie het heil bevocht Psalm 68: 6 en 11
13. 6 O stoet van wie het heil bevocht en grote overwinningstocht, o Heer, die zijt geprezen! Gij God, die duizend- duizendmaal aanbeden wordt in elke taal, almachtig Opperwezen!
14. Zie hoe de Heer ten hemel vaart, vurige wagen, vurig paard, wolk die den Heer verhulde. Gevangen de gevangenis! Hij die ons hoogst verlangen is ontvangt de hoogste hulde.
15. 11 Ook zelfs het land der duisternis zal weten wat uw luister is, Egypte zal U eren. Het morgenland strekt als een bruid de handen haastig naar U uit, ook daar zult Gij regeren.
16. De wereld brengt U huldeblijk, want heel de wereld is uw Rijk, Jeruzalem het midden; koningen overal vandaan komen met schatting voor U staan, elk land zal tot U bidden.
19. 1 Voor de koorleider. Van de Korachieten. Een psalm.2 Alle gij volken, klapt in de handen, juicht Gode toe met jubelgeroep. 3 Want de HERE, de Allerhoogste, is geducht, een groot Koning over de ganse aarde. 4 Hij brengt volken onder ons, natiën onder onze voeten;
20. 5 Hij kiest ons erfdeel voor ons uit, de trots van Jakob, die Hij liefheeft. sela 6 God is opgevaren onder gejuich, de HERE onder bazuingeschal. 7 PsalmzingtGode, psalmzingt, psalmzingt onze Koning, psalmzingt! 8 Want God is de Koning der ganse aarde, psalmzingt met een kunstig lied.
21. 9 God regeert over de volken, God is gezeten op zijn heilige troon. 10 De edelen der volken zijn bijeenvergaderd, als volk van Abrahams God. Want Godes zijn de schilden der aarde; Hij is hoog verheven.
30. 4 En terwijl Hij met hen aanzat, gebood Hij hun Jeruzalem niet te verlaten, maar te blijven wachten op de belofte van de Vader, die gij (zeide Hij) van Mij gehoord hebt. 5 Want Johannes doopte met water, maar gij zult met de heilige Geest gedoopt worden, niet vele dagen na deze.
31. 6 Zij dan, die daar bijeengekomen waren, vroegen Hem en zeiden: Here, herstelt Gij in deze tijd het koningschap voor Israël? 7 Hij zeide tot hen: Het is niet uw zaak de tijden of gelegenheden te weten, waarover de Vader de beschikking aan Zich gehouden heeft,
32. 8 maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde. 9 En nadat Hij dit gesproken had, werd Hij opgenomen, terwijl zij het zagen, en een wolk onttrok Hem aan hun ogen.
33. 10 En toen zij naar de hemel staarden, terwijl Hij henenvoer, zie, twee mannen in witte klederen stonden bij hen, 11 die ook zeiden: Galileese mannen, wat staat gij daar en ziet op naar de hemel? Deze Jezus, die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze wederkomen, als gij Hem ten hemel hebt zien varen.
35. 1 Wij knielen voor uw zetel neer, wij, Heer, en al uw leden, en eren U als onze Heer met liedren en gebeden. Dat alle macht, hoe hoog, hoe groot, voor U, o Godsgetuige, o Eerstgeboren' uit de dood zich diep eerbiedig buige!
36. 2 Die ons, gereinigd door uw bloed, tot priesters hebt verheven, en ons de hoge rang, de moed van koningen gegeven, U zij de roem, U zij de lof, U de eerkroon opgedragen! Geheel de aard' en 't hemelhof moet van uw eer gewagen.
37. 3 U, die als Heer der heerlijkheid verreest tot heil der volken, verwachten wij in majesteit eens weder op de wolken. Hij komt, elks oog zal Hem dan zien, ook die Hem heeft doorsteken! Elk zal Hem juichend hulde biên of om ontferming smeken.
38. 4 Hoe ras of traag de tijd verdwijnt, die dag zal zeker komen. Het licht, dat aan de kim verschijnt, wordt reeds van ver vernomen. Ja, halleluja, ja Hij komt! Juicht, mensen, englen, samen. Juicht met een vreugd, die 't al verstomt, juicht allen! Amen, amen!
39. “ En nadat Hij dit gesproken had, werd Hij opgenomen, terwijl zij het zagen, en een wolk onttrok Hem aan hun ogen.” Handelingen 1:9 Verkondiging
40. Geef, Heer, de koning uwe rechten Psalm 72: 1, 3, 6 en 7
41. 1 Geef, Heer, de koning uwe rechten en uw gerechtigheid aan 's konings zoon, om uwe knechten te richten met beleid. Dan ruist op alle bergen vrede, heil op der heuvlen top. Hij zal geweldenaars vertreden, maar armen richt hij op.
42. 3 Heerse van zee tot zee zijn vrede, van land tot land zijn lof, de volken zullen tot hem treden, zijn vijand likt het stof. Tarsis en Scheba's verre stranden, brengt hem uw overvloed. Gij koningen van alle landen, valt deze heer te voet.
43. 6 Bloeie zijn naam in alle streken, zolang de zon verrijst. Zijn koningschap zij ons een teken dat naar Gods toekomst wijst. Dat opgetogen allerwegen de volken komen saam, elkander groetend met de zegen van zijn doorluchte naam.
44. 7 Laat ons de grote naam bezingen van Hem die Isrel leidt, want Hij alleen doet grote dingen, zijn roem vervull' de tijd. Looft God de HEER, Hij openbaarde zijn wonderen, zijn eer. Zijn heerlijkheid vervult de aarde. Ja, amen, looft de HEER.
48. Kroon Hem met gouden kroon het Lam op zijne troon! Hoor, hoe het hemels loflied al verwint in heerlijk schoon. Ontwaak! Mijn ziel en zing van Hem, die voor u stierf. En prijs Hem in all' eeuwigheen die 't heil voor u verwierf.
49. Kroon Hem, der liefde Heer! Aanschouw Hem, hoe Hij leed. Zijn wonden tonen 't gans heelal wat Hij voor 't mensdom deed. De eng'len om Gods troon, all' overheid en macht, zij buigen dienend zich terneer voor zulke wond're pracht.
50. Kroon Hem, de Vredevorst! Wiens macht eens heersen zal van pool tot pool, van zee tot zee. 't Klinke over berg en dal. Als alles voor Hem buigt en vrede heerst alom, wordt d'aarde weer een paradijs. Kom, Here Jezus, kom!
51. Zegen Amen, amen, amen! Dat wij niet beschamen Jezus Christus onze Heer, amen, God, uw naam ter eer!