3. Jezus leeft in eeuwigheid,
zijn sjaloom wordt werkelijkheid.
Alle dingen maakt Hij nieuw.
Hij is de Heer van mijn leven.
4. Straks als er een nieuwe dag begint,
en het licht het van het duister wint,
mag ik bij Hem binnengaan,
voor zijn troon gaan staan.
Hef ik daar mijn loflied aan:
5. Jezus leeft in eeuwigheid,
zijn sjaloom wordt werkelijkheid.
Alle dingen maakt Hij nieuw.
Hij is de Heer van mijn leven.
6. Straks wanneer de grote dag begint,
en het licht voor altijd overwint,
zal de hemel opengaan,
komt de Heer er aan.
Heffen wij dit loflied aan:
7. Jezus komt in heerlijkheid,
zijn sjaloom wordt wereldwijd.
Alle dingen maakt Hij nieuw.
Hij is de Heer van ons leven.
8. Welkom bij deze avonddienst
Voorganger: Dhr. Huitema
Organist: Johannes de Vries
10. 1
Geef, Heer, de koning uwe rechten
en uw gerechtigheid
aan 's konings zoon, om uwe knechten
te richten met beleid.
Dan ruist op alle bergen vrede,
heil op der heuvlen top.
Hij zal geweldenaars vertreden,
maar armen richt hij op.
11. 3
Heerse van zee tot zee zijn vrede,
van land tot land zijn lof,
de volken zullen tot hem treden,
zijn vijand likt het stof.
Tarsis en Scheba's verre stranden,
brengt hem uw overvloed.
Gij koningen van alle landen,
valt deze heer te voet.
14. Volle verzeek'ring, Jezus is mijn!
Wat schenkt dat rust aan 't
volgzaam gemoed.
In Hem zal 'k zalig, zalig steeds zijn,
wedergeboren door Jezus' bloed.
15. Dit is mijn vreugde, altoos te zijn,
in mijne Heiland, Jezus is mijn!
Dit is mijn vreugde, altoos te zijn,
in mijne Heiland, Jezus is mijn!
16. Vrouwen:
Volle verlossing, gans vrij te zijn.
'k Mag alles leggen in zijn hand.
't Harte naar boven, 't oog
hemelwaarts;
zo Jezus volgen naar 't vaderland.
17. Dit is mijn vreugde, altoos te zijn,
in mijne Heiland, Jezus is mijn!
Dit is mijn vreugde, altoos te zijn,
in mijne Heiland, Jezus is mijn!
18. Mannen:
Volle verlossing, gans vrij te zijn.
'k Mag alles leggen in zijn hand.
't Harte naar boven, 't oog
hemelwaarts;
zo Jezus volgen naar 't vaderland.
19. Dit is mijn vreugde, altoos te zijn,
in mijne Heiland, Jezus is mijn!
Dit is mijn vreugde, altoos te zijn,
in mijne Heiland, Jezus is mijn!
20. Dit is mijn vreugde, altoos te zijn,
in mijne Heiland, Jezus is mijn!
Dit is mijn vreugde, altoos te zijn,
in mijne Heiland, Jezus is mijn!
21. Dit is mijn vreugde, altoos te zijn,
in mijne Heiland, Jezus is mijn!
Dit is mijn vreugde, altoos te zijn,
in mijne Heiland, Jezus is mijn!
23. Hier in uw heiligdom,
dicht bij de troon,
vraagt uw aanwezigheid
ons stil te zijn.
Zo komen wij tot U,
met heilig ontzag,
als uw Geest ons trekt tot U.
24. Rein door uw zuiver bloed,
met zekerheid
dat wij geborgen
in uw liefde zijn.
Staan wij vrijmoedig hier
en antwoordt ons hart
op de roepstem van uw Geest.
25. Heer, ik wil horen uw zachte stem.
Laat and're stemmen
in mij zwijgen.
Open mijn ogen, Heer
opdat ik het licht
van uw aangezicht zal zien.
28. 15 God, de HEER van de hemelse
machten, zei tegen mij: ‘Ga naar
Sebna, die beheerder van het paleis,
en zeg: 16 “Wat komt u hier doen?
Welke voorouders hebt u hier, dat u
hier voor uzelf een graf hebt
uitgehouwen?”’ (Sebna had namelijk
hoog in de rotsen een laatste rustplaats
voor zichzelf uitgehouwen.) 17 ‘“Met
een krachtige worp zal de HEER u
wegwerpen, hoe geweldig u ook bent.
29. Hij pakt u op, 18 wikkelt u ineen tot een
bal en werpt u naar een uitgestrekt
land. Dáár zult u sterven, daarheen
zullen uw praalwagens gaan. U bent
een schande voor het huis van uw
meester. 19 Daarom ontneem ik u uw
ambt en beroof u van uw post.
20 Op die dag zal ik mijn dienaar Eljakim,
de zoon van Chilkia, ontbieden
30. 21 Ik zal hem met uw gewaad kleden en
hem uw gordel omdoen; uw macht draag
ik aan hem over. Hij zal als een vader
zijn voor de inwoners van Jeruzalem en
het volk van Juda. 22 Ik zal hem de
sleutel overhandigen van het huis van
David; wanneer hij opendoet, kan
niemand sluiten, wanneer hij sluit, kan
niemand openen. 23 Ik zal hem
bevestigen, als een pin in stevige grond;
voor zijn familie zal hij als een erezetel
zijn.”’
32. 7 Schrijf aan de engel van de gemeente in
Filadelfia:“Dit zegt hij die heilig en
betrouwbaar is, die de sleutel van David
heeft – wanneer hij opendoet, kan
niemand sluiten, wanneer hij sluit, kan
niemand openen: 8 Ik weet wat u doet. Ik
heb ervoor gezorgd dat de deur voor u
openstaat, zonder dat iemand hem kan
sluiten. Want ook al hebt u weinig
invloed, u bent trouw gebleven aan wat
ik heb gezegd en hebt mijn naam niet
verloochend
33. 9 Ik zal mensen laten komen die bij Satan
horen, leugenaars die zich Joden
noemen en het niet zijn; zij zullen zich
eerbiedig aan uw voeten neerwerpen en
erkennen dat ik u heb
liefgehad. 10 Omdat u trouw bent
gebleven aan mijn gebod om stand te
houden, zal ik u ook trouw zijn wanneer
binnenkort de tijd van de beproeving
aanbreekt, als heel de aarde en de
mensen die er leven op de proef worden
gesteld.
34. 11 Ik kom spoedig. Houd vast aan wat u
hebt, dan zal niemand u de lauwerkrans
kunnen afnemen.
12 Wie overwint maak ik tot een zuil in de
tempel van mijn God. Daar zal hij voor
altijd blijven staan
35. Ik zal op hem de naam schrijven van mijn
God en van de stad van mijn God, het
nieuwe Jeruzalem dat bij mijn God
vandaan uit de hemel zal neerdalen, en
ook mijn eigen nieuwe naam. 13 Wie
oren heeft, moet horen wat de Geest
tegen de gemeenten zegt.”
37. 1
O lieve Heer, geef vrede
aan allen hier beneden
die uitzien naar uw feest,
opdat de mensen weten:
uw heilige profeten
zijn niet verblind geweest.
47. Halleluja, eeuwig dank en ere,
lof, aanbidding, wijsheid, kracht,
word' op aard' en in de hemel, Here,
voor uw liefd' U toegebracht!
Vader, sla ons steeds in liefde gade;
Zoon des Vaders, schenk ons uw genade;
uw gemeenschap, Geest van God,
amen, zij ons eeuwig lot!
51. Zie toch hoe goed, hoe lieflijk is 't dat
zonen
van 't zelfde huis als broeders
samenwonen.
Eén liefdeband houdt hen tezaam.
De zegen van Gods hoog verheven
naam
daalt op hen neer vol zoete tederheid,
als olie die den priester wijdt.
52. Als olie die Aärons baard en kleren
met geur doordringt, zo is de gunst
des Heren
voor wie eendrachtig samen zijn.
Als dauw is het, die ligt zo mild en rein
op Hermons top en daalt op Sion
neer.
't Wordt al een tuin voor God den
Heer.
53. Jeruzalem! Hier geeft de HEER zijn
zegen,
hier woont Hij zelf, hier wordt zijn heil
verkregen
en leven tot in eeuwigheid.