SlideShare a Scribd company logo
1 of 84
Download to read offline
FINANCIAL
INVESTIGATOR
ONAFHANKELIJK MAGAZINE OVER VERMOGENSBEHEER EN SECURITIES SERVICES
WWW.FINANCIALINVESTIGATOR.NL JAARGANG 7 | NUMMER 3 | 2015 | €10.50
De toekomst van ons pensioen
15 experts aan het woord
Ronde Tafel
EMIR
Mylette
Collateral Management:
buy-side uitdagingen en kansen
Pensioenstelsel is toe
aan modernisering
Nicole Beuken, Klaartje de Boer,
Larissa Gabriëlse en Bianca Tetteroo
Mensen actief begeleiden naar
acceptabel pensioen Prof. Dr. Fieke van der Lecq
In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Columbia Threadneedle Investments is de wereldwijde merknaam van alle onderdelen
van Columbia en Threadneedle.Columbia en Threadneedle zijn eigendom van de toonaangevende Amerikaanse financiële dienstverlener Ameriprise Financial Inc.
Columbia Threadneedle Investments staat op de 30e plaats van de wereldranglijst van vermogensbeheerders. Bron: Pensions & Investments/Towers Watson
Global 500 Ranking (eind 2013). Columbia Threadneedle Investments heeft USD 506 miljard beheerd vermogen. Dit cijfer omvat de totale activa onder beheer van
de onderdelen van Columbia en Threadneedle per 31 maart 2015. Bron: Ameriprise Financial Q12015 earnings release. Dit materiaal is uitsluitend bedoeld
ter informatie en vormt geen aanbod of uitnodiging tot het geven van een opdracht om effecten of andere financiële instrumenten te kopen of te verkopen, noch
om beleggingsadvies of beleggingsdiensten te verstrekken. Waarschuwing: Uw vermogen loopt risico, koersen zijn aan verandering onderhevig en het is mogelijk
dat u uw inlegkapitaal niet terugkrijgt. Threadneedle Asset Management Limited (Nr. 573204). Ingeschreven in Engeland en Wales. In het VK is ons vergunning
verleend en staan wij onder toezicht van de Financial Conduct Authority.
SAMEN ZIJN WE STERKER.
In een wereld waarin alles en iedereen continue met elkaar in verbinding staat hebben beleggers
een breed perspectief nodig. Bij Columbia Threadneedle Investments profiteert u van wereldwijde
beleggingsinzichten dankzij de expertise, ervaring en schaalvoordelen van één van de grootste
vermogensbeheerders ter wereld. Onze 2.000 professionals zijn gevestigd in 18 landen en wij zijn
verantwoordelijk voor meer dan USD 500 miljard aan beheerd vermogen.
Ons wereldwijde beleggingsmodel zorgt voor een breder perspectief en maakt het voor onze
teams mogelijk hun ideeën te delen. Omdat we beter zijn geïnformeerd, kunnen we ook betere
beleggingsbeslissingen nemen.
Wat uw beleggingsdoelstelling ook is, uw succes heeft onze prioriteit.
columbiathreadneedle.com
// VOORWOORD
Hoofdredacteur
Jolanda de Groot
jolanda@financialinvestigator.nl
Adjunct Hoofdredacteur
Harry Geels
harry@financialinvestigator.nl
EINDREDACTIE
Baart Koster
REDACTIE
Hans Amesz, Erik Hannema, Joost van Mierlo,
Lies van Rijssen en Jorinde Vroonhof.
RAAD VAN ADVIES
Han Dieperink
Justus van Halewijn
Ruud Hendriks
Bob Homan
Dries Nagtegaal
Jeroen van der Put
Hans de Ruiter
REDACTIERAAD
Michiel Cleij
Marleen Janssen Groesbeek
Hennie Zoontjes
AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE
Thijs Aaten, Barbara Bakker, Steven Bates,
Valerie Baudson, Kevin Bergenhenegouwen,
Nicole Beuken, Frank van Blokland, Klaartje de Boer,
René Bogaarts, Roland de Bruijn, Dominic Byrne,
Roger Coenen, Mirja Constandse, Siddharth Dahiya,
Erik-Jan van Dijk, Lucie Duynstee, Larissa Gabriëlse,
Ido de Geus, Nine de Graaf, Anne Gram,
Anna Grebenchtchikova, Eileen Herlihy,
Sacha van Hoogdalem, Tjitsger Hulshoff, Els Janssen,
Thijs Jochems, Joyce Kerkvliet, Mirjam Klijnsma,
Michiel Klompen, Martin Korst, Erik Kroon,
Henriëtte de Lange, Olivier de Larouzière,
Fieke van der Lecq, Kin Lee, Jacqueline Lommen,
Erik Lutjens, Tim Matthews, Hans van Meerten,
Derek Milner, Anne-Marie Munnik, Roelf Pater,
Hedwig Peters, Rani Piputri, Pim Rank, Karin Roeloffs,
Matthijs Storm, Bianca Tetteroo, Joern Tobias,
Eelco Ubbels, Huib Vaessen, Marion Verheul,
Irene Vermeeren, Ilja de Vlaam, Cathrin van der Werf,
Roelie van Wijk, Jan Willemsen en Anton Wouters.
FOTOGRAFIE
Fotopersburo Dijkstra
Ruud Jonkers Fotografie
OPMAAK
Hans Delnoij Grafisch Ontwerp
DRUK
Real Concepts
ADVERTENTIES
Jolanda de Groot
jolanda@financialinvestigator.nl
UITGEVER
Financial Investigator Publishers B.V.
info@financialinvestigator.nl
ABONNEMENTEN
Financial Investigator wordt zonder kosten toegezonden
aan lezers die tot de doelgroep behoren waar Financial
Investigator zich op richt. U kunt zich aanmelden
via onze website www.financialinvestigator.nl. Voor
verzending naar het buitenland brengen wij portokosten
in rekening. Neem voor meer informatie contact met
ons op via info@financialinvestigator.nl
DISCLAIMER
Uitgever en auteurs verklaren dat deze uitgave op zorgvuldige wijze
en naar beste weten is samengesteld, evenwel kunnen ­uitgever en
auteurs op geen enkele wijze instaan voor de ­juistheid en volledig-
heid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden dan ook
geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook,
die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd
zijn op bedoelde informatie. ­Evenmin aanvaarden uitgever en au-
teurs aansprakelijkheid voor materiaal zoals foto's en afbeeldingen
die door derden zijn aan­geleverd. Niets uit deze uitgave mag wor-
den verveelvoudigd, ­opgeslagen in een geautomatiseerd gegevens-
bestand, of openbaar gemaakt worden, in enige vorm of op enige
wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, middels fotokopieën, opna-
men, of enige andere manieren, zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van de uitgever.
Verlaging van de pensioenlasten voor degenen die in de eerste fase van hun werkzame
leven zijn, is een van de drie aanbevelingen die Nederland krijgt van de Europese
Commissie. Deze aanbeveling over de pensioenen is nieuw. De Commissie prijst het feit dat
de houdbaarheid van het pensioenstelsel al is versterkt door een geleidelijke verhoging
van de AOW-leeftijd tot 67 jaar in 2023 en de koppeling aan de levensverwachting daarna.
Pensioenfondsen moeten zich aanpassen aan de veranderingen in de samenleving. Maar
hoe? Moeten alle werkenden worden verplicht bij te dragen? Een debat over zzp’ers,
jongeren, perversiteit en de noodzaak van een financieel paspoort treft u aan in het
coververhaal met Klaartje de Boer van de Vakcentrale voor Professionals, Nicole Beuken
van het ABP, Larissa Gabriëlse van KAS BANK en Bianca Tetteroo van Achmea.
Verder een gesprek met deeltijdhoogleraar Pensioenmarkten Fieke van der Lecq over ons
pensioenstelsel dat internationaal in hoog aanzien staat maar waar aanpassingen
noodzakelijk zijn.
Wat zien de vijftien pensioenprofessionals die Financial Investigator een drietal vragen
heeft voorgelegd als de grootste kansen en uitdagingen voor ons pensioenstelsel in de
komende jaren? Hoe gaat ons huidige stelsel zich ontwikkelen? En wat is de invloed van
Europa op ons huidige pensioenstelsel?
Een ander onderwerp waar we ditmaal de nodige aandacht aan besteden, is nieuwe wet- en
regelgeving. Naar aanleiding van de kredietcrisis is besloten de OTC-derivatenmarkt verder
te reguleren. In Europa heeft dit geleid tot EMIR: de European Market Infrastructure
Regulation.
Wat zijn de gevolgen van EMIR voor institutionele beleggers? In het ronde tafelverslag
leest u hier meer over.
En daarnaast nog heel veel andere lezenswaardige interviews, artikelen en columns.
Is er overigens iets wat u opvalt aan deze editie?
Jolanda de Groot / Hoofdredacteur
Foto:FotopersburoDijkstra
// colofon
Noteert u het vast in uw agenda?
Op 29 oktober organiseren we ons grote jaarlijkse seminar dat dit keer zal gaan over het onderwerp
‘Risk on or risk off: where to invest? The relation between the macro economic outlook and
investment returns’. Het belooft een interessante dag te worden met een aantal bijzondere
sprekers!
NUMMER 3 / 2015 1FINANCIAL
INVESTIGATOR
Wat als
Hebt u uw risicobeheer van alle kanten bekeken?
We weten dat elke klant andere
behoeften heeft als het gaat om
vastrentende investeringen.
Wij onderscheiden ons door de
manier waarop we in het huidige
klimaat omgaan met risico’s.
Want waarom zou u risico’s
nemen als u deze met de juiste
expertise kunt vermijden?
Eigentijds denken.Tıjdloze waarden.
eatonvance.co.uk
ALLEEN voor professionele beleggers en adviseurs. Uitgegeven door Eaton Vance Management (International) Limited (“EVMI”), waaraan een vergunning is verleend door en dat onder toezicht
staat van de Financial Conduct Authority in het Verenigd Koninkrijk en gevestigd is op 125 Old Broad Street, Londen, EC2N 1AR, Verenigd Koninkrijk.
NUMMER 3 / 2015 3FINANCIAL
INVESTIGATOR
// INHOUD
Coververhaal
12	 Pensioenstelsel is toe aan modernisering,
	 Interview met Nicole Beuken, Klaartje de Boer,
Larissa Gabriëlse en Bianca Tetteroo
Thema De Toekomst van ons Pensioen
8 	 Mensen actief begeleiden naar acceptabel pensioen,
	 Interview met Prof. dr. Fieke van der Lecq, Erasmus School
of Economics
22 	 De toekomst van ons pensioen
Thema Nieuwe Wet- en Regelgeving
32 	 Product Governance onder MiFID II, Simmons & Simmons
34 	 Collateral Management: buy-side uitdagingen en kansen,
Mylette
38 	 Ronde Tafel EMIR
Wetenschap en Praktijk
18 	 Ik kijk niet weg, Interview met Anna Grebenchtchikova,
PensioenLab
49 	 Lage rente maakt convertibles aantrekkelijk,
Alpha Research
52 	 Risico’s dekkingsgraad toewijzen aan economische
risicobronnen, BNP Paribas Investment Partners
54 	 What to do with your fixed income allocation,
	 QLAB Invest Switzerland
56 	 Doorbeleggen en andere verbeteringen aan DC,
	 i-PensionSolutions
60 	 Consolidatieslag pensioensector vergroot belang
transitiemanagement, Russell Investments
64 	 De risicomanager als tweede paar ogen, Interview met
Barbara Bakker, Aegon Asset Management
68 	 Innovatie verruimt mogelijkheden ETF’s, Amundi ETF
72 	 Balansrisico als maatstaf, MN
Gesponsord
50 	 Unconstrained Investing – a global opportunity set,
Interview met Dominic Byrne, Standard Life Investments
58 	Big data veroorzaakt revolutie in vastgoedbeleggen,
	 Kempen Capital Management
62 	 Finding water in the desert, Natixis Asset Management
Mensen actief begeleiden naar
acceptabel pensioen
8
Pensioenstelsel is toe
aan modernisering
12
NUMMER 3 / 20154 FINANCIAL
INVESTIGATOR
70 	 Why Emerging Market Corporate Bonds?,
	 Aberdeen Asset Management
78 	 Factorbeleggen in Emerging Markets met Schroders QEP,
	 Schroders
Columns
16 	 CFA: Vrouwen geven zin aan de industrie
21 	 IVBN: Zorg wordt een echte beleggingscategorie
48 	 Pim Rank: CoCo’s: laaghangend fruit of verboden vrucht?
67 	 Thijs Jochems: Schaalvergroting of ‘small is beautiful’?
75 	 VBA: Transparantie? Je moet het wel wíllen
Rubrieken
76 	 Boeken
79 	 On the move special: Roelf Pater
80 	 On the move kort
	 Ronde Tafel EMIR
38
De toekomst van
ons pensioen
22
// INHOUD
Ronde Tafels 2015
➜ Ronde Tafel Emerging Market Debt: 3 september
➜ Ronde Tafel Real Assets: 18 september
Seminars 2015:
➜	Seminar Risk on OR Risk off: where to invest?
29 oktober
➜	Seminar voor pensioenfondsen en medewerkers
van bestuursbureaus: 9 november
Financial Investigator in 2015 zonder kosten (blijven) ontvangen?
Meld u dan nu aan op onze website: www.financialinvestigator.nl
lyxor etfs
oNtWorPeN Voor PerforMANCe
DE KRACHT OM IN ELKE MARKT TE PRESTEREN
Hoe kiest u de beste ETF’s als steeds meer aanbieders meedingen in de race voor ETF’s? Onder de meest ervaren
ETF-aanbieders neemt Lyxor in Europa de derde positie in met meer dan 46 miljard Amerikaanse dollar aan beheerd vermogen*. Lyxor
biedt zeer flexibele mogelijkheden om uw toewijzing in alle asset categorieen activaklassen te diversifiëren. Zoals in haar Handvest voor
de ETF-kwaliteit wordt toegelicht, streeft Lyxor vooral naar het leveren van performance, liquiditeit, risicobeheersing en transparantie.
Voor meer informatie: lyxoretf.com
Foto:ErikBrin
ETF’S EN INDExERINg • ALTERNATIEvE bELEggINgEN • gESTRuCTuREERDE bELEggINgEN • ACTIEvE, KwANTITATIEvE EN gESPECIALISEERDE bELEggINgEN
THIS COMMuNICATION IS FOR PROFESSIONAL CLIENTS ONLY.
*AuM ETFs as of February 2014
TheseproductscomplywiththeUCITSDirective(2009/65/EC).LyxorAMrecommendsthatinvestorsreadcarefullythe“investmentrisks”sectionoftheproduct’sdocumentation(prospectusandKIID).
The prospectus and KIID in English are available free of charge on www.lyxoretf.com, and upon request to client-services@lyxor.com. Lyxor Asset Management (Lyxor AM), société par actions
simplifiée having its registered office at Tours Société Générale, 17 cours Valmy, 92800 Puteaux (France), 418 862 215 RCS Nanterre, is authorized and regulated by the Autorité des Marchés
Financiers (AMF) under the UCITS Directive and the AIFM Directive (2011/31/EU). Lyxor AM is represented in the UK by Lyxor Asset Management UK LLP, which is authorised and regulated by
the Financial Conduct Authority in the UK under Registration Number 435658.
LYXOR ETF
KEEP UP WITH INFLATION
LOOKING FOR INFLATION PROTECTION?
Bold moves by the European Central Bank to boost eurozone growth through large scale bond purchases are prompting many
investors to seek protection against inflation. The physically replicated Lyxor UCITS ETF EuroMTS Inflation Linked Investment Grade
(DR) offers direct exposure to the eurozone’s largest and most widely traded inflation-linked investment grade government bonds.
To learn more, visit lyxoretf.com
THIS COMMUNICATION IS FOR PROFESSIONAL CLIENTS ONLY.
These products comply with the UCITS Directive (2009/65/EC). Lyxor AM recommends that investors read carefully the “investment risks” section of the product’s documentation
(prospectus and KIID). The prospectus and KIID in English are available free of charge on www.lyxoretf.com, and upon request to client-services@lyxor.com. Lyxor Asset
Management (Lyxor AM), société par actions simplifiée having its registered office at Tours Société Générale, 17 cours Valmy, 92800 Puteaux (France), 418 862 215 RCS
Nanterre, is authorized and regulated by the Autorité des Marchés Financiers (AMF) under the UCITS Directive and the AIFM Directive (2011/31/EU). Lyxor AM is represented in
the UK by Lyxor Asset Management UK LLP, which is authorised and regulated by the Financial Conduct Authority in the UK under Registration Number 435658.
E T F s & i n d E x i n g • A B S O L U T E R E T U R n & S O L U T i O n S • A LT E R n AT i V E S & M U LT i - M A n A g E M E n T
THE POWER TO PERFORM IN ANY MARKET
BLOOMBERG TICKER <MTI>
Lyxor UCITS ETF EuroMTS Inflation Linked Investment Grade (DR)
NUMMER 3 / 20156 FINANCIAL
INVESTIGATOR
// KORT NIEUWS
Minister Bussemaker meldde onlangs 700 vrouwen gespot te
hebben die geschikt zijn voor een topfunctie in het bedrijfs-
leven. BNY Mellon liet onderzoeken wat nu de randvoorwaarden of
belemmeringen zijn voor vrouwen op een topfunctie.
BNY Mellon IM en Newton IM hebben in samenwerking met Cambridge
Judge Business School onderzoek gedaan naar vrouwen op econo-
mische sleutelposities. Het is een toonaangevend wereldwijd
onderzoek naar de vraag of economische, culturele, politieke en
wettelijke factoren de vertegenwoordiging van vrouwen aan de top
beïnvloeden. Daaruit blijkt dat het stimuleren van de economische
macht van alle vrouwen in het maatschappelijk leven een bepalende
factor is. Economische macht wordt bepaald door zaken als onder-
wijs en arbeidsparticipatie.
In totaal zijn 1002 bedrijven uit de Forbes Global 2000 lijst
gedurende tien jaar onderzocht. Dit zijn bedrijven in 41 landen
op zes continenten. Australië is het land waar vrouwen de grootste
economische macht bezitten, Nederland staat op de achtste plaats.
Onderaan de lijst staan landen zoals Saoedi-Arabië, India en de
Verenigde Arabische Emiraten.
Collectieve waarden en overtuigingen over gelijkwaardigheid van
de seksen, humane oriëntatie en assertiviteit hebben een veel
grotere invloed dan eerder werd aangenomen. Verplichte quota
kunnen weliswaar helpen, maar spelen geen enkele rol voor de
lengte van de tijd die vrouwen aan de top doorbrengen.
Het onderzoek benadrukt dat vrouwen in alle fases van hun carrière
gestimuleerd en toegerust moeten worden. Dat helpt hen om een
positie in een boardroom te verkrijgen en er ook langer te blijven.
In mindere mate spelen ook kwaliteit en beschikbaarheid van rege-
lingen rond ouderschap een rol.
De nationale cultuur is ook een factor van belang, maar de scheids-
lijn ligt niet simpelweg tussen ontwikkelde en opkomende markten.
In landen met een assertieve bedrijfscultuur, zoals Duitsland en
Griekenland, komen minder vrouwen aan de top voor, maar blijven
zij wel langer in zo’n functie.
Wereldwijd onderzoek naar vrouwen op economische
sleutelfuncties
Topprioriteiten
•	 De collectieve waardeoverdracht voor Pensioenfonds BMS realiseren. En natuurlijk
zorgen dat recht gedaan wordt aan de belangen van alle betrokkenen.
•	 Ik ga een opleiding maken én geven over het nFTK voor het verantwoordingsorgaan
van SPAN.
•	 Samen met de andere leden uit de visitatiecommissies nog een tweetal rapporten
van recente visitaties maken.
•	 Zorgen dat ik bijblijf bij alle ontwikkelingen in de pensioenwereld. Dat zijn er veel,
het vergt momenteel een halve dag per week.
•	 Verwerven van nog enkele bestuursfuncties bij pensioenfondsen.
Ook topprioriteit
•	 De tijd nemen om te genieten van onze pas aangelegde tuin.
•	 Deze zomer een fantastische reis maken in Australië met mijn man en peetdochter
van 23. Een goede voorbereiding is heel belangrijk.
•	 Een belangrijk onderdeel van mijn weekagenda is en blijft het korfbal. Ik geniet van
zowel het sportieve element - trainen en competitie spelen – als, jawel, van het
besturen van de vereniging.
Els Janssen
Bedrijfseconoom en Master in Pensions and Life
Assurance Els Janssen trekt bij voorkeur complexe en
strategische pensioenklussen naar zich toe. Ze vertaalt
vervolgens wensen, randvoorwaarden en ideeën vanuit
haar fondsen en opdrachtgevers naar concrete acties en
tastbare deliverables. Daarbij scherp op de inhoud
blijven letten, vindt ze minstens zo belangrijk als
scherp blijven op relaties. Els is voorzitter van een
ondernemingspensioenfonds in liquidatie, managet
het bestuursbureau van Pensioenfonds AT&T Nederland
en is elders actief als intern toezichthouder bij diverse
pensioenfondsen en als pensioenconsultant voor
werkgevers en werknemers. Er kunnen voor haar nog
wel wat bestuursfuncties bij pensioenfondsen bij:
pensioen is grenzeloos interessant...!
>OPDEAGENDAVAN<
Foto:ArchiefEdmondHalley
NUMMER 3 / 2015 7FINANCIAL
INVESTIGATOR
// KORT NIEUWS
De wens van institutionele beleggers om de verantwoordelijkheid
voor de asset allocatie te delegeren, is de belangrijkste factor voor
de populariteit van multi-asset fondsen, zo blijkt uit nieuw
onderzoek van NN Investment Partners.
Zeven van de 10 (70%) institutionele beleggers verwachten dat
vakgenoten hun exposure naar multi-asset fondsen in de komende
drie jaar zullen uitbreiden. Hieronder valt ook de 16% die uitgaat
van een enorme uitbreiding. Meer dan de helft (55%) van de
institutionele beleggers denkt dat multi-asset fondsen nieuwe
beleggers weten aan te trekken, doordat ze een oplossing bieden
voor het uitbesteden van strategische en tactische beleggings-
beslissingen. Bijna twee van de vijf (38%) ondervraagden vindt dat
de populariteit van deze fondsen komt doordat ze een betere risico
gecorrigeerde exposure bieden in een klimaat met een lage
economische groei. Volgens iets minder dan een derde (30%) van de
respondenten komt dit doordat multi-asset fondsen een ideale
strategie voor de kernportefeuille zijn. Slechts één op de vijf (21%)
noemt de mogelijkheid om bescherming te bieden tegen
marktcorrecties als belangrijkste reden voor de populariteit.
De helft (50%) van de institutionele beleggers verwacht dat de
vraag naar fondsen zonder benchmark zal toenemen, terwijl 15%
hier juist niet van uitgaat. Verder verwacht bijna de helft (45%) dat
de vraag naar wereldwijde multi-asset-strategieën die gebruikmaken
van behavioral finance-technieken in de komende drie jaar zal
stijgen.
Institutionele beleggers beschouwen een degelijk beleggingsproces
als de meest aantrekkelijke eigenschap van de wereldwijde multi-
asset-strategieën waarin zij beleggen; 61% vindt dit belangrijk en
28% zelfs zeer belangrijk. Slechts 12% vindt deze eigenschap niet
van belang. Meer dan de helft (55%) noemt volledige flexibiliteit om
uit een bepaalde beleggingscategorie te stappen belangrijk, terwijl
17% dit onbelangrijk vindt.
Beleggers laten kansen
in EMD onbenut
Emerging market corporate debt wordt te veel over het
hoofd gezien door beleggers die wereldwijd koortsachtig
op jacht naar rendement zijn, stelt Colm McDonagh, hoofd
EMD bij Insight, een boutique van BNY Mellon.
Meer dan de helft van de staatsobligaties rendeert minder
dan 1%. Dat zorgt voor grote uitdagingen voor beleggers.
Hoewel het gemiddelde rendement op emerging market
credit rond de 5% cirkelt, zowel voor bedrijfs- als
staatsobligaties, zijn beleggers toch terughoudend met dit
schuldpapier.
Mogelijk laten beleggers zich afschrikken door recente
tegenvallers rond staatsobligaties uit Brazilië en Venezuela.
Divergentie is er ook binnen EM corporate debt. Deels komt
dit door de zwakke olieprijzen, die een grotere impact
hebben op landen en bedrijven die afhankelijk zijn van olie-
inkomsten. Anderzijds wordt dit effect versterkt door de
stijging van de US dollar, waarvan met name bedrijven, die
hun schuld in US dollars hebben uitstaan, last hebben.
Voor McDonagh onderstreept het alleen maar de variatie
die er bestaat binnen EMD en de noodzaak om selectief te
zijn. Een negatief neveneffect van de lage rente is ook dat
relatief zwakke ondernemingen schuld uit kunnen geven. Dit
verhoogt het risico voor beleggers zonder onderscheidings-
vermogen.
McDonagh is optimistisch over de groeivooruitzichten voor
de wereldeconomie. Zwakkere valuta en fiscale verruiming
hebben een positief macro-effect, maar werken wel met
vertraging door.
Landen die groei willen stimuleren hebben drie beleidsopties:
renteverlaging, fiscale stimulering en verzwakking van de
valuta. De meeste opkomende landen benutten vooral het
eerste en laatste instrument. Een vierde cruciale stap zijn
structurele hervormingen. Daar valt verborgen waarde te
ontdekken. Hervormingen werken, dat bewijs levert Europa,
waar de landen die pijnlijke structurele hervormingen hebben
doorgevoerd nu de hoogste groei realiseren.
St. Bpf Bakkers verlengt contract
Lombard Odier
Het Bakkers Pensioenfonds, met ruim 170.000 actieve en inactieve
deelnemers en een belegd vermogen van bijna 4 miljard euro,
selecteerde in 2010 Lombard Odier als fiduciair manager. Deze
samenwerking is de afgelopen 5 jaar succesvol gebleken en het
bestuur van het Pensioenfonds heeft het contract met Lombard
Odier verlengd.
70% institutionele
beleggers zien
populariteit multi-asset
fondsen stijgen
Assets in ETF’s/ETP’s in Europe through
500 billion US dollar milestone
Assets in ETFs/ETPs listed in Europe broke through the US$500
billion milestone to reach a new record of US$511 billion at the
end of April according to ETFGI’s preliminary monthly ETF and
ETP global insight report for April 2015.
NUMMER 3 / 20158 FINANCIAL
INVESTIGATOR
// THEMA: DE TOEKOMST VAN ONS PENSIOEN
Mensen actief begeleiden
naar acceptabel pensioen
De Nederlandse pensioenwereld zit in een transitiefase. Hoewel het systeem
internationaal gezien in hoog aanzien staat, zijn aanpassingen noodzakelijk. Een
gesprek met Fieke van der Lecq, deeltijdhoogleraar Pensioenmarkten aan de
Erasmus School of Economics.
ontwikkeling van de rentevoet. Door de aanhoudend
lage rente blijkt ons systeem minder robuust te zijn dan
tevoren werd gedacht.’
Deugt een internationaal gelauwerd
systeem niet meer omdat er een paar jaar
niet wordt geïndexeerd?
‘Nee, zo is het niet. In internationale vergelijkingen
blijven we het goed doen. Ons systeem met drie pijlers
– AOW, pensioenfonds en individueel sparen – is
krachtig. Maar het is ook ingewikkeld. Te ingewikkeld,
zo is gebleken. Wat er ook gezegd kan worden, de
communicatie van de meeste pensioenfondsen was
niet al te best. In kleine lettertjes stond wel ergens
dat indexatie geen garantie was en dat afstempelen,
het verlagen van de nominale waarde van het
pensioen, tot de mogelijkheden behoorde. Maar weinig
pensioenfondsen vertelden dat indexatie een ambitie
was, geen garantie. Ook is vaak niet duidelijk
gecommuniceerd dat een overgang werd gemaakt van
eindloon naar middelloon. Toen er geen indexatie werd
toegekend en soms zelfs werd afgestempeld, is het
vertrouwen van mensen beschadigd.’
Mensen beseffen inmiddels dat er risico’s
verbonden zijn aan pensioen. Ze achten
indexering niet meer vanzelfsprekend en
houden waarschijnlijk rekening met een
echte korting. Is het probleem daarmee
opgelost?
‘Natuurlijk niet, maar dat is wel de manier waarop
sommige pensioenfondsen erover denken. Die zeggen
nu dat ‘het pensioenresultaat onzeker is’, punt. Maar je
moet mensen juist begeleiden bij de beslissingen die ze
moeten nemen om een voor hen acceptabel pensioen te
Door Joost van Mierlo
Fieke van der Lecq is op vele manieren betrokken bij
de Nederlandse pensioenwereld. Naast haar leerstoel
vervult ze toezichtsfuncties bij Delta Lloyd en diverse
pensioenfondsen. Als kroonlid van de Sociaal
Economische Raad (SER) buigt ze zich de komende tijd
over de toekomst van het Nederlandse pensioenstelsel.
Ze leidt een werkgroep die zich richt op de persoonlijke
pensioenrekening met collectieve risicodeling. Alle
reden om haar gedachten te horen over wat er
veranderen moet in Nederland pensioenland en
hoe deze veranderingen vorm moeten krijgen.
Het Nederlandse pensioensysteem staat
internationaal gezien in hoog aanzien.
Toch denken Nederlanders dat het
hoognodig moet worden aangepast en
verbeterd. Hoe verklaart u deze
ogenschijnlijke discrepantie?
‘Laten we even bij het begin beginnen. Waarom is er een
pensioensysteem? Het systeem moet oudere mensen
tegen armoede beschermen en mensen in staat stellen
om hun leefpatroon ook op latere leeftijd te handhaven.
Die twee doelstellingen naast elkaar zorgen soms al
voor spanning. Daarnaast moet ook sprake zijn van
een systeem dat houdbaar is. Met name op dat punt is
gebleken dat we kwetsbaar zijn.’
Was er een financiële crisis nodig om dat
duidelijk te maken?
‘Niet helemaal. Een van de belangrijkste risico’s van het
systeem is de demografische ontwikkeling. Nederland
veroudert, dat was al langer duidelijk. Maar het is
gebleken dat we kwetsbaar zijn voor ontwikkelingen
op de financiële markten. Dan gaat het trouwens niet
alleen over de crisis, maar met name om de
NUMMER 3 / 2015 9FINANCIAL
INVESTIGATOR 9FINANCIAL
INVESTIGATOR
CV Fieke van der Lecq
1966 	 	 geboortejaar
1991	 	 doctoraal algemene economie en
		bedrijfseconomie RU Groningen
1998	 	 promotie Universiteit Groningen
1997-1998	 senior beleidsmedewerker ministerie van
		Financiën
1999	 	 Onderzoeker CPB
2000-2005	 Hoofdredacteur en uitgever ESB
2003	 	 Medewerker Erasmus Universiteit
2006-2010	 Manager Monitor Financiële Sector ACM
2008	 	 Hoogleraar Pensioenmarkten Rotterdam
		(APG-leerstoel)
2010	 	 Commissaris Delta Lloyd Groep
2010-heden	 diverse toezichts- en adviesfuncties
2014	 	 Kroonlid SER
realiseren. Het gaat om het management van de
verwachtingen. Je moet mensen een perspectief bieden
en hen helpen een keuze te maken. Je moet ze in
beweging krijgen. De inzichten van psychologen,
sociologen en communicatie-experts worden hierbij
vaak gebruikt. Op dat terrein is enorme vooruitgang
geboekt, in ieder geval bij de belangrijkste fondsen.
Maar lang niet alle initiatieven hebben het beoogde
resultaat gehad, dus we zijn er nog lang niet.’
‘Het bewust maken van mensen ten aanzien van hun
pensioen is overigens niet alleen een zaak voor
pensioenfondsen, maar ook voor sociale partners en de
overheid. En gelukkig neemt de expertise op dit terrein
bij HR-afdelingen van bedrijven ook toe. Het gaat om
financiële alfabetisering en om verbetering van het
pensioenbewustzijn.’
Speelt de persoonlijke pensioenrekening
waar u zich met de SER over gaat buigen,
een belangrijke rol?
‘We gaan daar de verschillende risico’s die er bestaan
in kaart brengen. Per soort risico – beleggingsrisico,
biometrisch risico – gaan we kijken of dat een risico is
dat alleen gedragen moet worden of dat het gedeeld kan
worden met een groep. En met welke groep dan precies.
Veel jongeren vragen zich op dit moment af of er later
nog wel wat geld voor hen over zal zijn. Het vermogen
van pensioenfondsen lijkt wel groot, maar het aantal
gepensioneerden neemt snel toe. Moeten we bewegen
naar een situatie waarin risico’s alleen worden gedeeld
binnen de huidige populatie, of mogen we ook
toekomstige deelnemers daarbij betrekken? Dat zijn
allemaal vragen die aan de orde komen.’
Nadert het collectieve pensioen zoals we
dat kennen niet het einde?
‘Er is zeker sprake van een trend in de richting van meer
individuele verantwoordelijkheid. We zien nu al dat de
pensioenopbouw van mensen met een inkomen van
meer dan een ton, niet langer fiscaal wordt gefaciliteerd.
Nu deze eerste stap is gezet, is de verwachting dat dat
bedrag in de toekomst zal dalen, zoals de Commissie
Dijkhuizen heeft geadviseerd. Zij redeneren dat je
mensen niet oneindig tegen zichzelf hoeft te beschermen
en daar kan ik me wel iets bij voorstellen.’
Een groot verschil tussen buitenlandse
pensioenfondsen en de Nederlandse is dat
de buitenlanders veel risicovoller
beleggen. Is dat ook niet noodzakelijk
voor Nederlandse pensioenfondsen in een
tijd van lage obligatierentes?
‘De reden voor de relatief conservatieve benadering
van de Nederlandse fondsen is gelegen in het feit dat
De reden voor de relatief conservatieve
benadering van de Nederlandse fondsen
is gelegen in het feit dat we met een
systeem te maken hebben dat een
hoge mate van zekerheid biedt, of bood.
Foto:ChristiaanKrouwels
NUMMER 3 / 201510 FINANCIAL
INVESTIGATOR
we met een systeem te maken hebben dat een hoge
mate van zekerheid biedt, of bood. Dan kun je je nu
eenmaal niet al te grote uitschieters veroorloven. In
Angelsaksische landen werd minder zekerheid beloofd.
Misschien was dat nog niet eens het grootste probleem.
Mensen moesten daar veelal zelf bepalen hoe hun
pensioenpremies werden belegd en waren vaak de
dupe van beroerd advies. De portefeuille werd niet
alleen in aandelen belegd, maar vaak ook nog in
aandelen van het eigen bedrijf. Er was nauwelijks
sprake van risicospreiding. Daarmee vergeleken is
het Nederlandse systeem oneindig veel beter.’
‘Toch is ook in Nederland sprake van een trend in de
richting van het premiepensioen. Het pensioenfonds
probeert dat geld zo goed mogelijk te beleggen, maar
belooft niets. Het grote voordeel van zo’n systeem is
dat het per definitie houdbaar is. Het biedt ook de
mogelijkheid om risicovoller te beleggen, wat wellicht
wenselijk is. Aan de andere kant bestaat het gevaar
dat je hier geluk- en pechgeneraties mee creëert.
Het maakt nu eenmaal een enorm verschil of je een
oliecrisis meemaakt wanneer je twintig bent of wanneer
je 65 bent, omdat je op latere leeftijd met meer
pensioenkapitaal bent blootgesteld aan schokken
op de financiële markten.’
Is dit een noodzakelijk gevolg van de
individualisering in de samenleving?
‘Steeds meer pensioencontracten hebben elementen
van een defined contribution karakter. Dat betekent
overigens niet dat mensen op eigen houtje moeten
gaan beleggen. Het pensioenfonds biedt allerlei
mogelijkheden om hen bij te staan. We zitten in een
fase waarin we een pas op de plaats moeten maken en
serieus moeten kijken welke risico’s door individuen of
door groepen moeten worden gedragen. Dat is precies
waar de SER zich nu over buigt. We hebben daarvoor
geen tijdslimiet genoemd, juist omdat we de tijd willen
nemen om een zorgvuldig advies te formuleren.’
Tien jaar geleden leek de Europese
pensioenmarkt open te gaan. Dat werd
vanuit Brussel gestimuleerd. Nederland
zou als pensioenexpert kunnen profiteren.
Maar het lijkt niet erg te vlotten. Waar
schort het aan?
‘Landen zijn bezig om de richtlijnen te implementeren.
Dat vergt tijd. Maar er zijn voorbeelden van de werking
van de interne markt. APG heeft een Italiaanse klant.
Het kan dus wel.’
‘Sommige uitvoeringsbedrijven zouden zelf wel meer
buitenlandse klanten willen hebben, maar hun
aandeelhouders, de bedrijfstakpensioenfondsen,
bepalen soms dat dat niet binnen de strategie past.’
Zouden de aandeelhouders zich wat
flexibeler moeten opstellen?
‘Ik wil niet praten over de individuele situatie bij
fondsen, maar op een macroniveau zie je dat het
verzamelde pensioenvermogen in Nederland de
komende jaren onder druk staat. Demografisch gezien
komt een flink deel van de pot tot uitkering. Zo bezien
zou het verstandig zijn om de grenzen te openen. Op
die manier kunnen we de opgebouwde expertise en de
hooggekwalificeerde werkgelegenheid behouden. Denk
aan alle dienstverlening aan pensioenfondsen. Door de
pensioenfondsen open te stellen voor buitenlandse
klanten is het mogelijk om dat vermogen op peil te
houden.’
‘Maar het is natuurlijk een reuze ingewikkeld probleem.
In veel andere Europese landen is een grotere rol
weggelegd voor pensioenverzekeraars. Hoe ga je
daarmee om? De EU heeft een richtlijn uitgevaardigd
waarop landen hun diensten ook aan andere landen
kunnen aanbieden. De socialezekerheidswetgeving en
het arbeidsrecht zijn nog nationaal bepaald. Dat is
complicerend. En het is natuurlijk ook een zorg dat
wat we hier bereikt hebben, ondermijnd wordt door
buitenlandse concurrentie. Er is dus vooralsnog geen
eenduidig antwoord.’
‘Een extra complicerende factor is dat de rente in
hoge mate wordt bepaald door het monetaire beleid
van de ECB. Daarbij wordt prioriteit gegeven aan de
moeilijke positie waarin diverse lidstaten en banken
terecht waren gekomen. Zij hebben belang bij een
lage rentevoet. De pensioenfondsen en de
pensioenverzekeraars hebben hier enorm onder te
lijden. Samen met mijn Rotterdamse collega Casper
de Vries en wijlen Guus Boender heb ik hiervoor in
publicaties aandacht gevraagd. We pleiten voor een
integrale macro-economische visie, waarin de belangen
van deze sectoren op een inzichtelijke manier worden
afgewogen door de centrale banken en andere externe
toezichthouders.’ «
Steeds meer
pensioencontracten
hebben elementen
van een defined
contribution karakter.
// THEMA: DE TOEKOMST VAN ONS PENSIOEN
1
1 In 9 out of the past 10 years (since 31 December 2003) the Best Styles Global strategy outperformed its benchmark; only
in 2012 did the strategy lag the benchmark by 0.1%. Over the period as a whole the strategy thus outperformed its benchmark
by 30.6%. Source: Update I/2014, updatemagazinonline.com. 2
Source: Greenwich Associates 2014 Continental European
Institutional Management Research. Date: August 2014. Investing involves risk. The value of an investment and the income
from it could fall as well as rise and investors might not get back the full amount invested. A performance of the strategy is
not guaranteed and losses remain possible. Past performance is not a reliable indicator of future results. This is a marketing
communication issued by Allianz Global Investors GmbH, www.allianzglobalinvestors.com, an investment company with
limited liability, incorporated in Germany, with its registered office at Bockenheimer Landstrasse 42–44, 60323 Frankfurt/Main,
registered with the local court Frankfurt/Main under HRB 9340, authorised by Bundesanstalt für Finanzdienstleistungsaufsicht
(www.bafin.de). Allianz Global Investors GmbH has established a branch in the Netherlands – Allianz Global Investors GmbH,
Netherlands Branch – which is subject to limited regulation by the AFM (www.afm.nl). Date: January 2015.
Best Styles
Global
16-years blending
risk premiums
Even in volatile capital markets there is one constant factor: risk premiums. Harnessing them is a common aim when investing in bonds
or currencies. It is a less familiar strategy when it comes to the active management of equities – but it can be just as successful.
Best Styles Global is a multi-factor smart beta approach that we have been implementing successfully since 1999. Thanks to a risk-
controlled mix of investment styles, corresponding risk premiums are earned reliably – and remain largely unaffected by the economic
and market environment. Best Styles aims for above-average1
and stable returns in the future.
allianzgi.com
For more information please contact AllianzGI Netherlands:
Robert Koopdonk +31 (0) 88 5773 146 Peter van Meerveld +31 (0) 88 5774 247
Robert.Koopdonk@allianzgi.com Petervan.Meerveld@allianzgi.com
2
NUMMER 3 / 201512 FINANCIAL
INVESTIGATOR
Foto’s:RuudJonkersFotografie
// COVERVERHAAL
NUMMER 3 / 2015 13FINANCIAL
INVESTIGATOR
‘Er wordt veel geroepen over pensioenen, wat er allemaal
veranderd moet worden, noem maar op, maar dan gaan we
voorbij aan het feit dat we een heel goed pensioenstelsel
hebben’, zegt Nicole Beuken, directeur van het ABP. ‘We
moeten kijken naar wat goed is, en naar wat we kunnen
verbeteren, moderniseren, om te zorgen dat het stelsel blijft
passen bij de arbeidsrelatie.’ De drie andere aanwezigen
knikken heftig ‘ja’. Klaartje de Boer, die zich bij de Vakcentrale
voor Professionals (VCP) bezighoudt met pensioen, is nog iets
stelliger: ‘Om ervoor te zorgen dat iedereen mee wil blijven
doen, moeten we onderdelen van het stelsel aanpassen’.
Beuken en De Boer hebben net een forumdiscussie op het ViiP-
congres achter de rug met Achmea’s divisievoorzitter Pensioen
en Leven, Bianca Tetteroo en salesdirector Institutional Services
bij Kasbank, Larissa Gabriëlse. Maar de vraag of ze daarover nog
iets willen zeggen, wordt enthousiast opgepakt. ‘De sector heeft
goede beleggingsresultaten bereikt, maar dat komt in de media
niet goed naar buiten’, zegt Tetteroo. Alle aandacht is immers
gericht op de dekkingsgraad, die zwaar onder druk staat vanwege
ontwikkelingen waar de pensioenfondsen helemaal niets aan
kunnen doen: de lage rente en het feit dat we langer leven.
‘We hoeven het stelsel niet te veranderen, de fundamenten van
collectiviteit en solidariteit zijn goed. We moeten echter
Pensioenstelsel is toe
aan modernisering
‘Keuzevrijheid leidt tot
extra kosten en tast
collectieve karakter aan’
Pensioenfondsen moeten zich aanpassen aan de veranderingen in de
samenleving. Maar hoe? Moeten alle werkenden worden verplicht bij te
dragen? Een debat over zzp’ers, jongeren, perversiteit en de noodzaak van
een financieel paspoort.
Door René Bogaarts
Bianca Tetteroo is sinds 2012 Divisievoorzitter van
Pensioen & Leven van Achmea. Vanaf 2009 was ze Chief
Financial Officer van Syntrus Achmea. Voor die tijd
vervulde ze diverse functies bij Fortis. Tetteroo studeerde
Accountancy aan Nivra-Nijenrode.
CV
FINANCIAL
INVESTIGATOR
NUMMER 3 / 201514 FINANCIAL
INVESTIGATOR
Daarom zouden onderwerpen als deeltijdpensioen en een
flexibele AOW meer onder de aandacht gebracht moeten
worden.’
In de forumdiscussie pleitte De Boer ervoor dat alle werkenden
verplicht iets voor hun pensioen zouden moeten regelen. Wat
vinden de anderen daarvan? Beuken: ‘In algemene zin ben ik
voor verplichtstelling, want veel mensen kunnen die lange
termijn tot aan hun pensioen niet overzien. De verplichte
pensioendeelname voorkomt dat over dertig, veertig jaar
problemen ontstaan. Of ook zzp’ers zouden moeten bijdragen,
is een politieke kwestie. Dat hangt af van de vraag hoe je je
arbeidsbestel wilt inrichten. Veel bewuste zzp’ers zijn
namelijk best in staat hun pensioen te regelen, maar veel
mensen die uit het arbeidsbestel vallen, zijn dat niet. Het is
iets waar je niet eenvoudig ja of nee op kunt zeggen.’
Als Tetteroo zegt dat de aanvulling op de AOW niet per se via
een verplichte deelname aan een pensioenfonds hoeft, maar
dat mensen zich bijvoorbeeld ook kunnen verzekeren, valt
De Boer haar in de rede. ‘Ik kies voor eenvoud, want anders
worden alleen verzekeraars en financiële adviseurs er beter
van. Ik geloof in de kracht van pensioenfondsen als sociaal-
maatschappelijke instellingen zonder winstoogmerk. Die
zouden het vehikel moeten zijn voor die aanvulling.’
Tetteroo is weliswaar ook voor enige vorm van verplichting,
maar houdt vol dat mensen zelf kunnen bepalen of ze iets
buiten een pensioenfonds willen regelen. ‘Er zijn criteria op te
stellen, bijvoorbeeld dat je zoveel procent van je loon opzij
zet. Toon maar aan hoe je dat geregeld hebt.’ Beuken kijkt er
van een heel andere kant tegenaan. ‘Als pensioensector
moeten we mensen kunnen faciliteren. Als iemand als
zzp’er in dezelfde sector blijft werken, zou hij bij zijn oude
pensioenfonds moeten kunnen blijven. Dat mag nu niet. En
aan de andere kant, als mensen echt niet willen, zou je een
verplichtstelling met opt-out-mogelijkheid moeten hebben.
Waarom zou je een consultant of vrije kunstenaar die kan
leven van duizend euro per maand, ergens toe verplichten?
Die heeft straks voldoende aan zijn AOW. Voor ons geldt
alleen: hoe kunnen we de mogelijkheden verruimen?’
Tijdens het ViiP-congres werd uitgebreid gesproken over het
belang van vrouwen op topposities in de pensioenwereld.
De Gouden Pump, de prijs voor de organisatie die daar het
afgelopen jaar het meest aan gedaan heeft, ging naar het
ABP. Maar ook de rol van jongeren kwam aan de orde. ‘Ik
vond de presentaties van de jongeren van PensioenLab erg
leuk’, opent Gabriëlse de discussie. De Boer: ‘Ik hoor vaak
mensen om me heen zeggen dat ze geen jongeren zien die
belangstelling hebben voor de pensioenwereld. Die
opmerkingen kan ik niet plaatsen, want ze zijn er wél. Ze
willen niet meteen meebeslissen, maar wel meepraten en
betrokken worden. PensioenLab is een van de manieren
waarop ze zich daarop kunnen voorbereiden.’ Ook Beuken
Klaartje de Boer studeerde Management, Economie en Recht
aan de HEAO, en volgde daarna een doctoraalstudie rechten
aan de Universiteit Tilburg. Sinds 2009 is ze Beleidsadviseur
Arbeidsomstandigheden en Pensioen bij de Vakcentrale voor
Professionals (VCP). De Boer is lid van de pensioencommissie
van de SER en de pensioenwerkgroep van de Stichting van de
Arbeid. Ze is een van de oprichters van Pensioenlab, een door
vakbonden opgericht platform voor jongeren.
CV
voorkomen dat die solidariteit pervers wordt en er scheefgroei
ontstaat. Dat mensen langer moeten werken omdat ze ouder
worden, is prima, maar we mogen geen pech- en gelukgeneraties
krijgen’, zegt De Boer. Beuken schudt haar hoofd. ‘Dat beeld van
perverse scheefgroei wordt vaak opgeroepen, maar ik heb nog
geen berekening gezien waaruit dat blijkt. Via een pensioenfonds
dek je risico’s in je inkomensvoorziening af die je niet in je eentje
kunt dragen, zoals ouderdom, ziekte en arbeidsongeschiktheid.
Als je je halve leven premie voor een brandverzekering betaalt
maar nooit brand krijgt, kun je zeggen dat je voor niks betaald
hebt. Dat is vervelend, maar wie wel brand heeft gehad, is er
blij mee. Zulke risico’s moet je met z’n allen dragen, ook bij
pensioenfondsen.’
Gabriëlse zegt zich toch zorgen te maken. ‘We moeten tot ons
zeventigste werken, maar zijn we daar geestelijk en fysiek wel toe
in staat? Moeten werkgevers niet verplicht worden een bepaald
percentage ouderen aan te nemen? Dat is natuurlijk een politieke
afweging, maar het raakt de pensioensector wel. Als mensen
eerder ontslagen worden, leidt dat immers tot minder financiële
instroom in de pensioenfondsen. Dat brengt risico’s met zich mee.’
De Boer: ‘Dat is een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid.
// COVERVERHAAL
NUMMER 3 / 2015 15FINANCIAL
INVESTIGATOR
Larissa Gabriëlse is sinds 2012 Sales & Business
Development Directeur International Services bij KAS
BANK. Daarvoor vervulde ze uiteenlopende functies bij
financiële instellingen als Schretlen & Co, Rabobank en
Delta Lloyd. Gabriëlse is Bestuurslid van de vereniging
Vrouwen in institutioneel Pensioen (ViiP). Ze is
Bestuurslid en Mede-oprichter van de businessclub
Duin & Kruidberg.
CV
merkt dat de belangstelling voor pensioenen de laatste jaren
bij ABP toeneemt, ook bij jongeren.
De stelling dat alle commotie over pensioenen, dekkingsgraad
en scheefgroei dus ook een zegen is geweest, wordt met
instemmend gelach begroet. ‘Dat is absoluut waar. Het beste
wat je kunt doen om mensen zich bewust te laten worden
van pensioenen, is de uitkering een paar keer korten’, zegt
Beuken. ‘Als het minder gaat, gaan mensen zich zorgen maken.
Andersom geldt dat ook. Als we de uitkeringen een paar jaar
indexeren, zullen mensen denken dat het allemaal wel goed
komt en in slaap gesust worden.’
‘Daarom vind ik het voorstel van PensioenLab om mensen een
‘financieel paspoort’ te geven, zo mooi’, zegt Gabriëlse.
PensioenLab, een forum voor in pensioen geïnteresseerde
jongeren, wil een systeem dat iedereen in staat stelt
voortdurend zijn financiële positie te beoordelen, ook wat
pensioen betreft. ‘Met zo’n systeem bed je financiële planning
in de denkwijze van mensen in. Dat zou ook inzicht moeten
geven in de mogelijkheid om deeltijdpensioen te nemen, te
schuiven met de ingangsdatum of de mogelijkheid om een deel
van je pensioen binnen bepaalde grenzen eerder te laten
uitbetalen’, aldus Gabriëlse. ‘Je zou mensen de mogelijkheid
moeten geven een tijdlang extra in te leggen of misschien iets
minder, zzp’ers om toe te treden, of om eventueel met iets
meer risico te beleggen’, zegt Beuken. De Boer is dat met haar
eens, maar stelt meteen vragen bij het uitbetalen van een
aanzienlijk vast bedrag op één bepaald moment. ‘Dan kom je
aan de wortels van het pensioenstelsel, dan moet je mensen
heel goed informeren.’
Beuken: ‘Het is de vraag wat kan en wat mensen willen. Je
moet goed bedenken dat meer keuzevrijheid ook meer kosten
met zich meebrengt. Dat het geheel complexer wordt, en
daardoor lastiger uit te leggen. Hoe zit het dan met de
zorgplicht die je als pensioenfonds hebt? Het raakt ook het
draagvlak van een pensioenfonds. Als je meer te kiezen hebt,
kan er minder collectief gedaan worden omdat je moet
vaststellen van wie welk deel van het pensioenvermogen is. Je
zou dus ook eens moeten kijken naar de mogelijkheden van
premieregelingen. Wat doe je collectief en wat zijn mengvormen?’
De anderen knikken. ‘Als het draagvlak te klein wordt, heeft
het ultiem collectieve pensioenstelsel met risicodeling weinig
toekomst’, aldus De Boer. «
Nicole Beuken is sinds 2008 Directeur van het ABP. Ze
begon in 1986 bij het pensioenfonds, waar ze allerlei
functies bekleedde. Van 1994 tot 1999 werkte ze bij
Uitvoeringsorganisatie Sociale Zekerheid voor Overheid en
Onderwijs. Daarna werd ze Secretaris van de directieraad
en het bestuur van het ABP. Beuken studeerde twee jaar
aan de technische hogeschool Eindhoven en daarna
Sociologie aan de universiteit van Nijmegen. Ze is
Toezichthouder bij een pensioenfonds, een bank en
het onderwijs.
CV
NUMMER 3 / 201516 FINANCIAL
INVESTIGATOR
Vrouwen zijn in de institutionele beleggingswereld nog steeds in de
minderheid. Verder valt het me op dat de vrouwen die werkzaam zijn
in de financiële industrie meestal het ‘softe werk’ doen, zoals administratie,
marketing of business development. De kerntaken van vermogensbeheer
worden daarentegen veelal vervuld door mannelijke management-
executives, portfoliomanagers of handelaren.
Vrouwen geven zin
aan de industrie
Wie de discussie start over vrouwelijke quota of begint over
het glazen plafond krijgt dan, vreemd genoeg, meestal
opgetrokken wenkbrauwen. Omdat Nederland een van de
meest geëmancipeerde landen in de wereld is, wordt het
argument dat vrouwen een top-down opgelegd quotum
nodig hebben om door te kunnen stromen naar hogere
managementfuncties, gezien als betuttelend. Kunnen
vrouwen het niet op eigen houtje?
Dat vrouwen ondervertegenwoordigd zijn op de werkvloer
vanwege mindere capaciteiten, kan het argument niet zijn.
Uit statistieken van de OESO blijkt dat vrouwelijke studenten
sneller afstuderen en betere cijfers halen dan hun mannelijke
tegenhangers1
. Als het niet gaat om capaciteiten, is het dan
misschien de structuur van de industrie zelf die zorgt voor
vrouwelijke ondervertegenwoordiging? Is de financiële sector
niet interessant genoeg voor vrouwelijke talenten?
Mijn stelling is dat zingeving voor vrouwen net zo belangrijk
is als salaris, zo niet belangrijker. Vrouwen staan stil bij de
vraag wat het maatschappelijke nut van de financiële sector
is: voor een persoon, een groep, en voor de samenleving in
het algemeen. In vermogensbeheer zijn organisaties vaak
opgesplitst in specialistische onderdelen, waarbij elke
afdeling deel uitmaakt van de totale dienstverlening. Daarbij
wordt vaak het grotere doel uit het oog verloren. De mensen
die samen het werk uitvoeren, hebben vervolgens te weinig
het besef dat hun werkzaamheden gaan over ‘het organiseren
van een goed leven voor de ouderen’ of ‘het helpen groeien
van een onderneming’.
Vrouwelijke medewerkers (ook de nieuwe generatie) hebben
naar mijn overtuiging meer voeling met deze manier van
denken. Hoewel er natuurlijk uitzonderingen zijn, hebben
vrouwen meer de neiging om vormen van samenwerking te
zoeken. De financiële sector van nu is meer ingesteld op
concurrentie dan op samenwerking. Dat versterkt het imago
van individuen die eigenbelang nastreven in plaats van echte
aandacht te geven aan de samenleving. Hier keert de publieke
opinie zich vervolgens sneller van af.
Maar de wereld om ons heen staat niet stil. Er is beslist
hoop voor degenen die streven naar meer vrouwen in
de financiële sector. Het begrip ‘too big to fail’ heeft
veel instellingen er namelijk toe gedwongen om hun
doelstellingen te heroverwegen. Als het systeem
kleinschaliger zou worden en ondernemender, is
samenwerking niet langer een leuke bijkomstigheid
maar een ‘must’. En samenwerkende omgevingen
trekken nu juist vrouwen aan, en zijn omgevingen
waarin getalenteerde vrouwen gedijen.
CFA Institute, de vereniging voor professionals in de
beleggingsindustrie, geeft op weg hier naartoe al een
schot voor de boeg. Zij heeft in haar missie opgenomen
dat ‘we richting geven aan de hoogste beginselen voor
professioneel gedrag door het stimuleren van ethiek,
onderwijs en professionele expertise, ten bate van de
samenleving’. En daar gaat het om, een doel dat in potentie
meer brengt dan individuele genoegdoening, en dat
betekenis geeft aan de mensen die voor meer gaan dan
alleen het geld en de concurrentie. Vrouwen voorop! «
// COLUMN
Door Rani Piputri, Board Member van CFA Society Nederland
Foto:ArchiefCFASocietyNederland
1)	 Bron: http://www.oecd.org/edu/skills-beyond-school/
educationataglance2011oecdindicators.htm
WE ENGINEER
SMART BETA.
Your challenge
Maximize Sharpe Ratio
Our solution
Smart Allocation of Risk Budgets
QUANT.
MADE IN GERMANY
www.quoniam.com
NUMMER 3 / 201518 FINANCIAL
INVESTIGATOR
// WETENSCHAP EN PRAKTIJK
IK KIJK NIET WEG
‘My life amounts to no more than one drop in a limitless ocean. Yet what is
any ocean, but a multitude of drops?1
’ Financial Investigator sprak met
Anna Grebenchtchikova.
Mijn hele volwassen leven zit ik al bij een vakbeweging.
Als achttienjarige studente startte ik een Universiteits-
raadspartij omdat voor mijn gevoel de studenten in
de Universiteitsraad meer hun eigen carrièrebelang
behartigden dan de studentenbelangen in het alge-
meen. Het lidmaatschap van de Universiteitsraad staat
goed op je CV. Als je dat vooropstelt, loop je kans dat je
de meer pijnlijke punten in de discussie laat liggen.
Die worden dan onvoldoende gehoord. Tegelijk zijn
Universiteitsbesturen niet geneigd deze punten aan te
horen, daar is sinds 1996 de universitaire bestuurs-
opbouw niet meer naar. Toen besloot de politiek dat
universiteiten geprofessionaliseerd moesten worden.
Er kwam een managementlaag boven de academische
gemeenschap. Gevolg: de academische gemeenschap
wordt slecht gehoord. Het deel ervan dat nog het best
van zich kan laten horen is de Universiteitsraad. Voor
academisch personeel heeft het vaak niet de voorkeur
om plaats te nemen in deze raad: hun grote onderwijs-
en onderzoeksverplichtingen laten geen tijd over voor
raadswerk. Studenten zetelen vaak maar een jaar in de
raad. Voor sommige studenten is het helaas een variant
op een bestuursjaar en is een goed CV opbouwen
belangrijker dan dringende maar lastige onderwerpen
aanstippen. Niet gehoorde problemen kunnen zich
opstapelen en immense proporties gaan aannemen. De
niet gehoorde problemen op universiteiten zie ik als
een van de belangrijkste oorzaken van het recente
Maagdenhuisprotest, zoals ik onlangs bij Buitenhof
heb aangegeven.
Later kwam ik zelf in de Universiteitsraad. Van daaruit
ging ik naar de Landelijke Studenten Vakbond, om
landelijk de medezeggenschap te coördineren. Op een
goed moment nam mijn interesse in de onderwijs-
discussie af. Die discussie is belangrijk en interessant,
maar hetzelfde spel wordt eindeloos herhaald. De kern
is altijd dat er minder geld komt. Ik wilde iets gaan
doen dat me opnieuw kon uitdagen. Dat werd het
thema jeugdwerkloosheid, bij het FNV. Veel van wat
we daar toen deden vind je terug in de huidige jeugd-
werkloosheidswetgeving. Vanuit het FNV-ledenparlement
maakte ik vervolgens de stap naar pensioen. Ik ben
nu voorzitter van de Pensioencommissie van CNV-
jongeren. FNV-Jong en CNV-Jongeren werken nauw
samen op het pensioendossier. Ze vullen elkaars kennis
aan en zijn geen tegenstanders maar vaak juist twee
handen op één buik. Wel ieder met eigen specialismen,
zoals bijvoorbeeld Wajong voor CNV-Jongeren. Als twee
aparte jongerenorganisaties zouden we in het krach-
tenveld van de pensioendiscussie ook veel minder sterk
staan.
De pensioenbewustzijnsdiscussie met jongeren voer ik
met groot plezier. Ondertussen studeer ik wiskunde en
linguïstiek. Dat gaat niet snel, omdat ik er zoveel din-
gen bij doe. Wat pensioen zo interessant maakt, is dat
er zoveel verschillende aspecten aan zitten. Met elkaar
moeten we alle puzzelstukjes tot een passend geheel
zien te maken. De ontwikkeling naar DC vind ik heel
Door Lies van Rijssen
Anna Grebenchtchikova
Foto:YanickvanAltena
NUMMER 3 / 2015 19FINANCIAL
INVESTIGATOR
natuurlijk. DB is helaas niet houdbaar in een vergrij-
zende samenleving met een flexibele arbeidsmarkt. Ik
vind de DB/DC-discussie overigens nogal bekrompen en
de angst voor DC ongegrond. Alsof je DC niet supergoed
zou kunnen inrichten zodat werknemers een ruim
pensioen krijgen. Dat pensioen is alleen niet vooraf
gedefinieerd. De uitvoering doe je op een financiële
markt waar helaas niet veel zekerheden zijn. DC kan een
oplossingsrichting zijn. Maar misschien moet je nog
veel flexibeler zijn en het huizenbezit van mensen
betrekken in de pensioendiscussie.
Je als jonge blonde vrouw tussen de grijze mannen van
pensioenland begeven, geeft allereerst aanleiding tot
een hele stroom grapjes. Dat is de makkelijke kant.
Zeker heb ik het gevoel dat ze naar een jongere luisteren.
We krijgen alle ruimte om onze mening te geven en
worden uitgenodigd voor seminars en congressen. Ook
bij het afgelopen wetgevingstraject over het nFTK vond
ik dat de politiek ons goed hoorde. Dat geldt ook voor
de SER. Tegelijk zijn er bijna geen jongeren onder
pensioenfondsbestuurders te vinden - dat vind ik
jammer. Daarom zijn CNV-Jongeren, FNV-Jong en
VCP-Young Professionals recent met een Pensioen-
kweekvijver, voor jonge pensioenfondsbestuurders,
gestart. De pensioensector steunde ons initiatief van
harte. Ik hoop dat ze nu uit de kweekvijver gaan vissen.
Wij willen graag meedoen en als de ouderen dat ook
willen, dan zeg ik ‘laten we morgen beginnen!’ Maar ik
weet ook wel dat in de pensioensector veranderingen
niet zo snel gaan. Over een toekomstdiscussie doe je
ongeveer tien jaar.
PensioenLab, initiatief van CNV-Jongeren, FNV-Jong en
VCP-Young Professionals, bevordert een goede discussie
zeker. Doel is de belangen van jongeren op pensioen-
thema’s behartigen. Door ze te informeren, betrekken,
op te leiden en hun stem te laten horen. We hebben
diverse thema’s op de agenda gezet: de doorsnee-
systematiek, diversiteit, hoe deeltijdpensioen ingevuld
zou kunnen worden in combinatie met een flexibele
AOW. We zijn in het SER-advies genoemd en er komt een
Deze advertentie is uitsluitend bedoeld voor professionele beleggers en is ongeschikt voor particuliere beleggers om hun beleggingsbeslissingen op te baseren. De waarde van
beleggingen en van de inkomsten daaruit kan zowel dalen als stijgen en het is mogelijk dat beleggers minder dan hun inleg terugkrijgen. Uitgegeven door Vanguard Asset Management,
Limited, dat in het VK is goedgekeurd door de Financial Conduct Authority en onder haar toezicht valt. © 2014 Vanguard Asset Management, Limited.
U staat als klant centraal
(Dat is onze tweede natuur)
De Vanguard Group Inc. bracht
in 1976 het eerste indexfonds op
de markt en is thans één van de
grootste vermogensbeheerders
voor particuliere en institutionele
beleggers ter wereld.
We hebben de afgelopen 35 jaar
een degelijke reputatie als expert
in indexfondsen opgebouwd.
Waarom neemt u de proef niet op
de som? Informeer eens wat onze
indexexpertise voor u kan betekenen.
vanguard.nl
020 - 575 2580
Experience the Vanguard difference.
VAN10750 145x180mm_INSTITUTE_DUTCH_Financial Investigator ad.indd 1 06/05/2015 11:16
advertentie
NUMMER 3 / 201520 FINANCIAL
INVESTIGATOR
// WETENSCHAP EN PRAKTIJK
Ik ben geboren in Moskou. Na de val van de Sovjetunie
kwam ik met mijn ouders hier. Literatuur was belangrijk
bij ons thuis. Een boek dat mijn ouders graag bespraken
is ‘De meester en Margarita’, het meest Russische boek
dat ik me kan voorstellen, met pilatisme2
als hoofd-
thema. Het is een aanklacht tegen die houding. Ik ben
opgevoed met het idee dat je niet mag wegkijken in
moeilijke situaties, maar je verantwoordelijkheid moet
nemen. Er is in de geschiedenis van Rusland veel
misgegaan omdat mensen dat niet deden. Twintig
miljoen Russen kwamen om in de Tweede Wereldoorlog.
Velen wisten wat er aan het gebeuren was maar keken
de andere kant op. Maar dan word je wel deel van het
probleem en medeverantwoordelijk. Om stappen te
zetten hoeft wat jij doet niet per se dragend te zijn.
Ook hoef je niet alles te weten voor je begint - dat kan
ook niet. Soms is het gewoon beter ergens te beginnen,
en te zien waar je uitkomt. Hopelijk kom je dan uit bij
wat Reve zei: ‘Het is gezien, het is niet onopgemerkt
gebleven.’3
Dat je jong bent helpt dan wel. Je zit nog
niet zo vast aan omstandigheden die je moet bescher-
men. Je hebt nog ruimte, ook om verkeerde stappen te
zetten en dat later goed te maken. Natuurlijk ben ik net
als iedereen bang om fouten te maken. Maar ik ga ervan
uit dat ik ze maak. En hoop dat ik ze achteraf kan zien
om ervan te leren.
Ik lees gemiddeld twee boeken per week, literatuur
maar ook complete prut. Mijn vier favoriete boeken:
Honderd jaar eenzaamheid van Márquez, The Wave van
Virginia Woolf, Catch 22 van Heller en De meester en
Margarita van Boelgakov. Ooit danste ik zes uur per
week, klassiek. Nu alleen nog af en toe. Vanavond ga
ik naar de Dame met de camelia’s. Emotioneel stuk.
Afgelopen weekend woonde ik in de Weense Staats-
opera een ballet bij. Schrijven doe ik ook graag. «
samenwerking met NETSPAR. PensioenLab begint een
serieuze speler te worden, een denktank van zeventig
jongeren, van financieel adviseur tot supermarktmana-
ger. Deze maand hebben we bij PGGM ons jaarlijkse
Eindevent. Daar zijn politici bij en veel fondsbestuurders.
We hebben met PensioenLab echt experts in ons midden,
mensen die meestal nog niet door het politieke spel zijn
meegevoerd. Jongeren die echt geboeid zijn door
pensioen, ze bestaan!
Voor een nieuw stelsel wens ik dat iedere werkende
recht heeft op een aanvullend pensioen. Nu is dat niet
zo, ik doel op zzp-ers. Daarom ben ik voor een
algemene pensioenplicht. Je hebt zzp-ers die echt
willen ondernemen en zzp-ers die werken in sectoren
waarin je helaas alleen zzp-er kan worden. De zzk-ers:
zelfstandigen-zonder-keus. Ik snap de moeite van die
echte ondernemersgroep met verplicht pensioen en ken
vooral jongeren die hiermee worstelen. Vaak stellen ze
het besluit om pensioen te gaan opbouwen lang uit en
creëren ze zo een groot pensioengat. Maar bij een goed
ondernemingsmodel hoort ook ‘je eigen voortbestaan
passend regelen’. Starters moeten de eerste drie jaar
allerlei verruiming kunnen krijgen en ook opting out.
Zzk-ers moeten in het pensioenfonds van hun oude
werkgever kunnen blijven. Belast het werkgeversdeel
gewoon net als bij BTW door aan de werkgever. Als je dit
goed vormgeeft, is dat het startpunt om de rest van het
arbeidscontract te herzien ter voorkoming van enorme
pensioengaten.
Ik hoop ook dat collectief pensioen behouden blijft. Het
hele idee van pensioen is prachtig. Nederland is een
land van sterke arbeidsvoorwaarden. Oorspronkelijk
ook van een sterke vakbeweging. Dat we een kapitaal-
gedekt stelsel hebben, is goed. Hopelijk kunnen we dat
behouden. Maar als de rente zo extreem laag blijft, en
zelfs onder de inflatie komt, dan is het misschien slim
om niet meer te sparen en moet je wel naar omslag.
Maar daar zijn we gelukkig nog lang niet. Ga wel de
scenario’s na en blijf niet hopen op de bekende groei-
scenario’s. Bedenk ook dat we niet bepaald de demo-
grafische omstandigheden hebben om een enorme
boom in te gaan.
Pensioen mag van mij een arbeidsvoorwaarde blijven,
vormgegeven door werkgevers en werknemers!
1)	 Anna citeert hier uit Cloud Atlas (David Mitchell).
2)	 Handelen op de manier van Pontius Pilatus: wegkijken.
3)	 Slotzin van De avonden van Gerard Reve.
•	Je wordt medeverantwoordelijk als je
wegkijkt van moeilijke situaties
•	Laat besturen gebruik gaan maken van
Pensioenkweekvijver van PensioenLab
met jonge potentiële pensioenfonds-
bestuurders
•	Er moet een algemene pensioenplicht
komen
•	Ons pensioenstelsel moet van werkgevers
en werknemers blijven!
PensioenLab begint een serieuze speler te
worden, een denktank van zeventig jongeren,
van financieel adviseur tot supermarktmanager.
NUMMER 3 / 2015 21FINANCIAL
INVESTIGATOR
Zorgvastgoed kan uitgroeien tot een volwaardige
categorie in de vastgoedportefeuille van
institutionele beleggers. Een aantrekkende vraag
en een verouderd aanbod in combinatie met een
terugtrekkende overheid maakt zorgvastgoed tot
een interessante groeimarkt.
Zorg wordt een
echte beleggings-
categorie
In opdracht van IVBN is er onderzoek verricht, dat de markt
voor zorgvastgoed definieert en verkent. Hieruit blijkt dat de
markt voor zorgvastgoed voldoende massa heeft, maar dat
veel bestaand zorgvastgoed (nog) onaantrekkelijk is om in te
beleggen. Verwacht wordt dat de verschillende segmenten
verder opschuiven naar ‘investment grade’. Verder laat het
onderzoek zien dat de rendementen voor zorgvastgoed
vergelijkbaar lijken met andere vastgoedsectoren.
Zorgvastgoed is een aparte markt, met eigen wetgeving en
specifieke vraag- en aanbodverhoudingen. De meeste zorg-
instellingen zijn solide huurders. Als de gebouwen met een voor
beleggers geschikte omvang (tussen 2.000 m² en 100.000 m²)
worden beschouwd, heeft de zorgmarkt een omvang van
34 mln m². Daarvan staat ruim 5 mln m² in de G4 en bijna
10 mln m² in de G32. Bijna 10 mln m² is gebouwd na de
eeuwwisseling. De investeringen door institutionele beleggers
in Nederlands zorgvastgoed zijn tot op heden beperkt, zeker
afgezet tegen andere asset classes. Het gaat om circa € 100 mln
aan beleggingen in cure vastgoed (gecombineerde praktijken
en dergelijke) en € 700 mln in de care (zoals verzorgings- en
verpleeghuizen en gehandicaptenzorg).
Doordat wonen en zorg zijn losgekoppeld onder de nieuwe
wetgeving, biedt deze categorie volgens de onderzoekers de
beste beleggingskansen. Wel gaapt er nog een enorme kloof
tussen de vastgoed- en de zorgsector. Bij zorgvastgoed gaat
het om de menselijke maat en de kwaliteit van het leven. Tot
voor kort bouwden zorginstellingen volgens de normen van
het College Bouw, waarbij alles achteraf werd vergoed. Die
werkwijze heeft kolossen opgeleverd waarnaar nu geen vraag
meer is. Het leidde tot weinig innovatie. Zorginstellingen
moeten nu zelf het risico van nieuwe vastgoedontwikkelingen
dragen. Veel zorginstellingen moeten nog een omslag maken
naar deze nieuwe manier van werken. Ze zullen moeten leren
een goede businesscase op te stellen op basis van een
gedegen analyse van de vraag. Dit is nodig bij de zoektocht
naar financiering. Vastgoedpartijen en zorginstellingen
zullen coalities moeten vormen om hierop in te spelen.
Door deals met ontwikkelaars en beleggers te sluiten over
de herontwikkeling van verouderd vastgoed, zijn zorg-
instellingen in staat hun balans te verkorten. De rol van
pensioenfondsen moet beperkt blijven tot het beleggen in
het zorgvastgoed; zij kunnen immers niet zelf gaan
ontwikkelen. Het uitgangspunt voor beleggingsvastgoed is
dat gebouwen te gebruiken zijn voor verschillende groepen.
De overheid heeft een duidelijke beleidslijn: mensen
moeten zo lang mogelijk thuis blijven wonen met zorg aan
huis. Investeringen in zorgvastgoed die dat mogelijk
maken, hebben veel toekomst. Zorg moet kunnen worden
ingeroepen op het moment dat het echt noodzakelijk is.
Gelet op de kloof tussen zorginstellingen en beleggers
zullen beide partijen elkaar moeten leren kennen. Beleggers
zullen de taal van de zorg moeten leren spreken. Zo is
bijvoorbeeld een ‘zzp-er’ geen zelfstandige zonder
personeel, maar een zorgzwaartepakket.
Aanbevelingen waarmee het rapport afsluit, betreffen:
voldoende schaalgrootte, het bevorderen van privéklinieken
en privétehuizen, een betere beschikbaarheid van gegevens
over zorggebruik en vastgoed, het doorzetten van de
scheiding tussen wonen en zorg, en transparante (en
voorspelbare!) beleidsingrepen. «
// COLUMN
Door Frank van Blokland, directeur van de Vereniging van Institutionele Beleggers in
Vastgoed Nederland (IVBN)
Foto:ArchiefIVBN
NUMMER 3 / 201522 FINANCIAL
INVESTIGATOR
// DE TOEKOMST VAN ONS PENSIOEN
Financial Investigator legde een 15-tal
pensioenprofessionals een drietal vragen
voor over ons pensioenstelsel: Waar liggen
de grootste kansen en uitdagingen voor ons
pensioenstelsel in de komende jaren, hoe
gaat ons huidige stelsel zich ontwikkelen en
wat is de invloed van Europa op ons huidige
pensioenstelsel?
Door Jolanda de Groot
DETOEKOMST
VANONSPENSIOEN
NUMMER 3 / 2015 23FINANCIAL
INVESTIGATOR
Foto:ArchiefAnneGram
Behoud de collectiviteit van
uitvoering en risicodeling
in de tweede pijler.
Anne Gram, CFA, Adviseur beleggingscommissies en lid van raden van toezicht van pensioenfondsen
Foto:ArchiefHedwigPeters
>‘Een slimme meid is op haar toekomst voorbereid’. Dit was een slogan in 1989 van
het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om vrouwen te stimuleren
een vak te leren en financieel zelfstandig te worden. Helaas werd bij de campagne een
component vergeten: de financiële bewustwording zowel tijdens als na het werkzame
leven. Laten we nu de kans aangrijpen om te werken aan financiële educatie voor
iedereen. Het moet duidelijk zijn dat geld dat tijdens het werkzame leven opzij is gezet,
niet zonder meer een goed pensioen oplevert. Iedereen is op enigerlei wijze belegger en
iedereen heeft belang bij goed functionerende kapitaalmarkten. De financiële sector is
niet eng. Niemand kan en mag zich onttrekken aan basale kennis. Dit besef dient al vroeg
in het schoolsysteem te worden ingebouwd. Autorijden vanaf 16,5 jaar? Dan financiële
educatie vanaf 9 jaar.
Decennialang konden bestuurders en adviseurs gebruik maken van modellen waarmee
wij onze aannames over de inrichting van beleggingsportefeuilles konden toetsen. Met
een rente rond het nulpunt, aandelenkoersen die fors zijn opgelopen, omvangrijke
derivatenposities gebaseerd op de extreem lage rente en de hoge aandelenkoersen, in
combinatie met zeer snelle handelssystemen, geldt meer dan ooit: ‘Rendementen uit het
verleden bieden geen garantie voor de toekomst’. Veronderstelde correlaties zullen zich
onder stress anders gedragen. Ook voor een langetermijnhorizon geldt, dat een groot
gevaar schuilt in het blind blijven volgen van modellen gebaseerd op het verleden. Mijn
advies is: blijf zelf nadenken.
Hedwig Peters, Bestuurder en toezichthouder bij verschillende pensioenfondsen
Laten we nu de kans
aangrijpen om te werken
aan financiële educatie
voor iedereen.
Waar liggen de grootste kansen en uitdagingen
voor ons pensioenstelsel in de komende jaren?
>Wat staat ons pensioenstelsel te wachten? De grootste uitdaging zal zijn om de
sterke punten te behouden en tegelijkertijd het stelsel beter betaalbaar te maken.
De grootste kans is om een nieuw stelsel vorm te geven waarin pensioenfondsen zich
echt op de lange termijn kunnen richten in plaats van zich te focussen op korte termijn
schommelingen van dekkingsgraden.
We hebben in Nederland al een heel goed pensioenstelsel, vergeet dat niet!
Een sterk punt van ons systeem is de combinatie van de AOW, de eerste pijler, met
aanvullende pensioenen, de tweede pijler. In tegenstelling tot veel andere landen
hebben wij een groot pensioenvermogen opgebouwd in die tweede pijler. Belangrijke
elementen daarbij zijn collectiviteit en risicodeling. De betaalbaarheid van het stelsel
staat echter onder druk door de steeds langer levende en vergrijzende bevolking. Dat
dwingt ons te kijken naar landen zoals Denemarken, waar persoonlijke
pensioenrekeningen bijdragen aan de transparantie, duurzaamheid en betaalbaarheid
van het stelsel. Behoud daarbij de collectiviteit van uitvoering en risicodeling in de
tweede pijler. Een bijkomend voordeel hiervan is dat de dekkingsgraad niet meer
relevant is op fondsniveau.
Richt de focus op de lange termijn doelstellingen en help deelnemers om deze te
realiseren en de materie te doorgronden. Daarbij ben ik geen voorstander van een
systeem waarbij er te veel keuzes aan de deelnemer worden overgelaten. Presenteer als
goede huisvader de beste oplossing voor de ‘klant’ met hooguit een ‘opt-out’.
NUMMER 3 / 201524 FINANCIAL
INVESTIGATOR
// DE TOEKOMST VAN ONS PENSIOENFoto:ArchiefTKPInvestments
>Negatieve rente: het nieuwe afstempelen!
Voor pensioenfondsen is het een uitdagende tijd. De lage rente leidt tot immer stijgende
verplichtingen. De toezichthouder vraagt om risicomijdend gedrag en dat betekent veel
beleggingen in staatsleningen. Dat is ook passend, want die hebben we nodig als
diversificatie en als onderpand voor alle hedge instrumenten. Onder EMIR moet dat
grotendeels kasgeld zijn, maar daarvoor hebben we nog even uitstel.
Hoe dan ook, inmiddels betalen we zowel op kasgeld als op staatsleningen aan diverse
Europese landen rente als we de inleg later nominaal wensen terug te krijgen. Dat is toch
bizar? Tot vorig jaar werd geroepen dat korten ‘ultimum remedium’ was. Nu werken
centrale banken eraan mee dat een deel van het vermogen per direct wordt
afgestempeld. Welke boodschap moeten we aan onze deelnemers communiceren? Is het
aanzwengelen van de Europese groei voldoende reden om mensen die goed gespaard
hebben per direct te laten betalen? Of valt het te zien als een alternatieve vorm van
vermogensbeheerkosten, waarbij bijvoorbeeld de Duitse Staat voor het ‘beheren’ van een
nominale obligatie inmiddels meer vraagt dan een passieve index-beheerder bij een
positieve rentecurve?
De uitdaging is om de komende jaren alle facetten die aan het vermogensbeheer van
pensioenfondsen kleven, goed te duiden en van een passend alternatief te voorzien. Dat
biedt kansen voor nieuwe beleggingsvormen, zoals leningen aan het MKB en
hypotheken. Dat lijkt optisch bezien duurder, maar dat is maar zeer betrekkelijk.
Roelie van Wijk, Algemeen directeur TKP Investments
De uitdaging is om de
komende jaren alle facetten die
aan het vermogensbeheer van
pensioenfondsen kleven, goed
te duiden en van een passend
alternatief te voorzien.
>Het pensioenstelsel van de toekomst is eenvoudig, betaalbaar, transparant, flexi-
bel, overzichtelijk en goed communiceerbaar. De deelnemers moeten weten waar ze
aan toe zijn. Feit is dat de pensioenbewustheid bij de gemiddelde Nederlander heel laag
is. Pensioen zou een onderdeel moeten zijn van je financiële levensplanning. Het kunnen
maken van een financiële levensplanning vergt een hoog financieel bewustzijn en hier-
voor is van kinds af aan educatie nodig. Voor het pensioenstelsel in de toekomst is pensi-
oenbewustheid noodzakelijk.
De sterke elementen uit ons huidige pensioenstelsel, dat zijn strepen absoluut verdient,
zouden we moeten combineren met vernieuwing. Belangrijk is dat de deelnemer zelf
kiest en weet wat er mogelijk is. Je zou kunnen denken aan een pensioenregeling op
basis van en middelloonregeling of een pensioenregeling op basis van een beschikbare
premieregeling nieuwe stijl. De middelloonregeling is transparant gefinancierd en de
werkelijke kostprijs van het pensioen is bij de deelnemer bekend, evenals het te ver-
wachten pensioen. De beschikbare premieregeling is eenvoudig, uitlegbaar en biedt de
mogelijkheid om middelen uit deze regeling te gebruiken voor bijvoorbeeld wonen, zorg
en educatie. Jaarlijks wordt een helder overzicht verstrekt met de opgebouwde voorzie-
ning en de te bereiken voorzieningen op basis van de door de deelnemer geformuleerde
doelstellingen. Het komt erop neer dat er deels met behoud van het huidige stelsel
gecombineerd met vernieuwing, een heel goed stelsel kan ontstaan. De randvoorwaarde
is wel dat het bewustzijn rond financiële levensplanningen wordt verhoogd.
Foto:ArchiefLUTOPEpensioenadvies
Lucie Duynstee, Eigenaar en pensioendeskundige LUTOPE pensioenadvies
Het pensioenstelsel van de
toekomst is eenvoudig,
betaalbaar, transparant,
flexibel, overzichtelijk en
goed communiceerbaar.
NUMMER 3 / 2015 25FINANCIAL
INVESTIGATOR
Foto:ArchiefOrtecFinance
>Verschillende ontwikkelingen zorgen ervoor dat we er met het nieuwe FTK nog niet
zijn. De veranderingen op de arbeidsmarkt en de ontwikkeling naar individuali-
sering zorgen ervoor dat de huidige pensioencontracten onder druk staan. Mensen heb-
ben geen life time employment meer en zullen gedurende hun werkzame leven niet meer
hun hele leven bij één pensioenfonds hun pensioen opbouwen. De bereidheid van
verschillende generaties om solidair te zijn in één pensioenfonds neemt hiermee af.
Daarnaast zijn beleggingsrisico’s meer naar individuen verschoven, doordat de premies
niet meer ingezet kunnen worden om deze op te vangen.
Een veelgehoorde oplossingsrichting is een persoonlijke pensioenrekening, waardoor
het beleggingsbeleid meer afgestemd wordt op de levensfase.
De uitdaging waar we als sector voor staan, is om de huidige pensioencontracten om te
vormen naar deze nieuwe pensioencontracten. De makkelijkste manier is om de bestaande
pensioencontracten te sluiten en nieuwe pensioenopbouw in nieuwe contracten vorm
te geven. Dit is waarschijnlijk niet de meest ideale oplossing. De sector staat voor de
uitdaging om tot een oplossing te komen voor deze transitie.
De tweede uitdaging ligt op het vlak van pensioencommunicatie. Pensioen is op dit moment
voor veel mensen geen actueel onderwerp. Met het verschuiven van risico’s naar de indivi-
duen wordt het steeds belangrijker dat individuen zich bewust worden van hun financiële
situatie na pensionering. Dit zal bijdragen aan het vertrouwen in het pensioenstelsel en zal er
voor zorgen dat mensen zonder ongewenste verrassingen hun oude dag doorkomen.
Sacha van Hoogdalem, Manager kennis, innovatie en methodologie, Business Unit Pensions & Governance bij Ortec Finance
De uitdaging waar we
voor staan, is de huidige pen-
sioencontracten om
te vormen naar nieuwe
pensioencontracten.
Foto:ArchiefMercerInvestments
>Omdat ik geloof dat we altijd veel kunnen leren van andere landen, pak ik het
Melbourne Mercer Global Pension Index rapport erbij. Dit rapport krijgt de laatste
tijd veel aandacht omdat Nederland niet meer op de 1e plek staat in deze ranking, maar
‘slechts’ op de 3e plaats. Daarom wil ik eens kijken naar de landen die het volgens dit
rapport beter voor elkaar hebben dan wij. Denemarken (#1) en Australië (#2) hebben
bovenop het staatspensioen een beschikbare-premieregeling. Nederland kent een lange
en sterke geschiedenis van collectief beheer en risicodeling. Een combinatie van beide,
een individueel beschikbare premieregeling met collectieve componenten, à la het SER
advies, lijkt mij daarmee een goede toekomstrichting. Jongeren krijgen op deze wijze
vertrouwen dat er voor hen nog geld in de pensioenpot zit, ze hebben immers hun eigen
spaarpot met meer keuzevrijheid. Ouderen krijgen de gewenste periodieke uitkering om
hun uitgaven te kunnen realiseren. Een nadeel van DC-regelingen is dat de premie
vastligt en dat de hoogte van het pensioen afhankelijk is van het beleggingsresultaat en
van het moment van omzetting van kapitaal naar aanspraken. Om dit nadeel te
ondervangen stel ik een geleidelijke inkoop van aanspraken voor in combinatie met een
degelijke afbouw van het renterisico binnen de lifecycle-oplossing. Vanaf bijvoorbeeld 10
of 20 jaar voor de beoogde ingang van het pensioen wordt ieder jaar een stukje uitkering
ingekocht. En omdat ik ‘van het beleggen’ ben, nog een laatste opmerking daarover:
binnen de collectiviteit van pensioenfondsen zou er ook nog steeds voor de lange termijn
belegd kunnen worden in illiquide beleggingscategorieën, naar mijn mening een
belangrijk onderdeel van elke beleggingsportefeuille.
Karin Roeloffs, Business Leader Investments Benelux bij Mercer Investments
Binnen de collectiviteit
van pensioenfondsen zou
er ook nog steeds voor
de lange termijn belegd
kunnen worden in illiquide
beleggingscategorieën.
Hoe gaat het huidige stelsel zich de komende jaren ontwikkelen?
NUMMER 3 / 201526 FINANCIAL
INVESTIGATOR
// DE TOEKOMST VAN ONS PENSIOEN
>Eigenlijk is pensioen heel simpel: je stopt geld in een pot, dat geld rendeert, en aan
het eind van de rit gaat het geld er weer uit. Als pensioen onbetaalbaar dreigt te
worden en je wilt niet méér geld inleggen, dan is de oplossing simpel: de pensioenleef-
tijd gaat omhoog en de uitkering gaat omlaag, óf het geld moet beter renderen. Het eer-
ste is gebeurd, voor het tweede zou wat meer beleggingsvrijheid helpen. De gehele ver-
dere discussie over de herziening van het pensioenstelsel gaat wat mij betreft dan ook
niet meer over betaalbaarheid, maar over draagvlak en daarmee houdbaarheid. Hoe ont-
werp ik een stelsel dat past in het huidige tijdsbeeld waaraan burgers nu en in de toe-
komst mee willen blijven doen?
Volgens de jaarlijkse Global Pension Index van Mercer behoort ons stelsel sinds jaar en
dag tot de top drie van beste pensioensystemen ter wereld. Maar blijkbaar hanteert de
Nederlandse burger een andere maatstaf voor ‘beste’. Aan elk stelsel zitten voor- en
nadelen. De tijdgeest bepaalt welke het zwaarste wegen. Het lijkt op een self-fulfilling
prophecy: als maar genoeg mensen roepen dat het huidige stelsel zijn beste tijd heeft
gehad, dan gaat iedereen dat vanzelf geloven. En dan kun je gaan draaien aan de knop-
pen van collectiviteit, solidariteit en keuzevrijheid.
Eerst zal het maximum pensioengevend salaris verder worden verlaagd om de over-
gangslast bij afschaffing van de doorsneepremie te verkleinen. Op welk pensioenstel-
sel zullen we vervolgens uitkomen? Ik verwacht dat we uit zullen komen op de SER-
variant: ‘persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risicodeling’, waarbij op of na
de pensioendatum de mogelijkheid wordt gegeven een eenmalige uitkering te doen
voor woning of zorg. Omdat dit het beste systeem is? Dat ligt er aan wat de definitie
van ‘beste’ is. Het past in ieder geval in de huidige tijdgeest en zal daarmee leiden tot
het meeste draagvlak.
Foto:ArchiefMN
Mirja Constandse, Directeur Beleid & Actuariaat MN
De gehele discussie over
de herziening van het
pensioenstelsel gaat niet
meer over betaalbaarheid,
maar over draagvlak en
daarmee houdbaarheid.
Foto:ArchiefMarionVerheul
>Ons pensioenstelsel zal de nodige obstakels moeten overwinnen. Niet in het minst
vanwege het feit dat de steun voor een systeem dat gebaseerd is op solidariteit
afneemt. Vaak wordt de toenemende individualisering van onze samenleving als reden
aangewezen, maar ik denk niet dat dit de belangrijkste factor is. De meeste mensen
hebben helemaal geen zin om pensioen zelf te regelen en voor beleggingsprofielen te
moeten kiezen.
Volgens mij is het draagvlak afgenomen omdat veel mensen, inclusief politici, pensioen
niet begrijpen en vrezen dat de pot straks leeg is. Ik geloof heel sterk in de haalbaarheid
van een solidair systeem en zie daar twee concrete uitdagingen: beter uitleggen wat het
is en hoe het werkt én de politiek ervan overtuigen dat pensioen een lange termijn
product is. Reageren op korte termijn marktbewegingen is ongewenst. Onzekerheid over
veranderende wetgeving, die een steeds korter leven beschoren lijkt te zijn, is
contraproductief.
Ik hoop op een definitief FTK dat als stevige basis kan dienen voor ons pensioenstelsel,
met eenvoud en transparantie als belangrijkste kenmerken. Aan de politiek geef ik graag
de uitdaging om de dekkingsgraad van de AOW op hetzelfde niveau te brengen als de
dekkingsgraad van de pensioenfondsen. Dat zou pas een enorme verbetering betekenen
van de oudedagsvoorziening!
Marion Verheul, Independent Investment Consultant
Ik hoop op een definitief
FTK dat als stevige basis
kan dienen voor ons
pensioenstelsel, met
eenvoud en transparantie
als belangrijkste kenmerken.
NUMMER 3 / 2015 27FINANCIAL
INVESTIGATOR
>Ik draai de vraag graag eens om. Hoe groot is onze invloed op Europese pensioenen?
De Europese Unie ziet graag houdbare, adequate en veilige pensioenen, maar heeft
geen zeggenschap over hoe lidstaten hun pensioenstelsel inrichten. De EU werkt
bijvoorbeeld aan een herziening van de Europese Pensioenfondsenrichtlijn IORP, met
daarin standaarden voor pensioencommunicatie en governance. En via het Stabiliteits-
en Groeipact volgen jaarlijks aanbevelingen aan lidstaten over zaken als het
moderniseren van pensioenstelsels.
Je kunt je ook afvragen hoe je als pensioenuitvoerder zelf positief kunt bijdragen aan de
pensioenontwikkelingen in Europa. Vanuit PGGM hebben we bijvoorbeeld de afgelopen
twee jaar in een internationaal consortium gewerkt aan onderzoek naar een Europees
pensioenregister: TTYPE (Track and Trace Your Pensions in Europe). Via zo’n register
kunnen Europese burgers – vooral degenen die grensoverschrijdend werken – hun
pensioenen eenvoudig volgen.
Onlangs presenteerden wij ons eindrapport aan de Europese Commissie. Conclusie: we
kunnen een Europees pensioenregister opzetten, zónder dat daarvoor wetgeving vanuit
Europa vereist is. De samenwerking laat zien dat het mogelijk is een werkend systeem op
te zetten dat ruimte biedt aan de diversiteit in het Europese pensioenlandschap. Maar
voordat we een werkend systeem hebben, moet eerst nog een aantal vragen worden
beantwoord op het gebied van financiering en het business model. Die vragen
onderzoeken wij komend jaar verder. In een breder, en nóg Europeser, consortium.
Nine de Graaf, Public affairs PGGM
Foto:ArchiefPGGM
De Europese Unie ziet
graag houdbare, adequate
en veilige pensioenen, maar
heeft geen zeggenschap
over hoe lidstaten hun
pensioenstelsel inrichten.
Foto:CharlottevanderWerf
>In mijn ideaalbeeld sluit het pensioenstelsel aan op de wijze waarop we met elkaar
willen leven. Tenslotte is pensioen slechts een materieel onderdeel van ons leven
nadat we gestopt zijn met werken. Natuurlijk is het belangrijk dat we dan geen grote
geldzorgen hebben. Maar minstens zo belangrijk is dat we ons veilig voelen, niet
eenzaam zijn en dat we deel uitmaken van een sociaal vangnet.
Vanuit dit perspectief heb ik dan ook grote zorgen bij de huidige, in zeer grote mate door
overheidsbeleid en de economische crisis veroorzaakte tendens naar individualisering.
Veel zelfstandigen hebben moeite om een eerlijk uurtarief te vragen, laat staan dat ze
daarbij rekening kunnen houden met het opbouwen van pensioen. Het huidige voordeel
voor de opdrachtgever is het directe en toekomstige nadeel van de ZZP-er. Dit is een
onevenwichtigheid die niet past bij een duurzame samenleving.
Het pensioenstelsel dat we nu hebben, is in de kern een goed stelsel. De pensioenen van
nu zijn ondanks de indexatieachterstand en de kortingen nog steeds goede pensioenen.
De basis voor deze pensioenen ligt bij de collectiviteit en de solidariteit. Die moeten we
vasthouden en ook voor de ZZP-ers bereikbaar maken.
Laat de bedrijfstakpensioenfondsen zich omvormen tot een APF waarin ze ook voor de
ZZP-ers met eenzelfde beroep een eigen regeling en eigen vermogensring inrichten, en
maak het voor allen die in een sector werken, verplicht om pensioen op te bouwen.
Cathrin van der Werf, Werkgeversvoorzitter BPF Schilders-, Afwerkings-en Glaszetbedrijven,
tevens bestuurslid Pensioenfederatie en bestuurslid Pensioenregister
In mijn ideaalbeeld sluit
het pensioenstelsel aan op
de wijze waarop we met
elkaar willen leven.
Wat is de invloed van Europa op ons huidige pensioenstelsel?
NUMMER 3 / 201528 FINANCIAL
INVESTIGATOR
// DE TOEKOMST VAN ONS PENSIOENFoto:BettinaTraas
>De invloed van Europa is in mijn optiek bescheiden. Op deelterreinen van ons
pensioenstelsel is de invloed van Europa wel nadrukkelijk aanwezig. Ons
pensioenstelsel kunnen we voor een groot deel ‘Nederlands’ inrichten. Maar als het gaat
om taakafbakening, verplichtstelling en gelijke behandeling is er nadrukkelijk wel
invloed vanuit Europa op de mogelijkheden die we hebben om bepaalde zaken aan te
pakken of op te lossen. Ik denk dan met name aan de discussie rond de doorsneepremie.
Als het gaat over de toekomst van ons pensioen is het van belang dat Europa begrijpt of
gaat begrijpen dat onze Pensioenfondsen een unieke variant zijn onder de financiële
instellingen. Pensioenfondsen hebben eigen karakteristieken waardoor ze met name als
het gaat om communicatie naar deelnemers, niet op een hoop gegooid mogen worden
met banken of verzekeraars. Vanuit Europa bestaat er wel die neiging. Men ziet pensioen
puur als een financieel product. Ons pensioen is meer dan een financieel product. Er
zitten arbeidsvoorwaardelijke kanten aan en daarnaast spelen de risicodeling en
solidariteit die we nog altijd kennen in onze pensioenfondsen en het feit dat
pensioenfondsen geen commerciële ondernemingen zijn, een grote rol. Ik denk dat de
nieuwe pensioencommunicatiewetgeving een goed startpunt is om een extra slag te
maken in het verder brengen van pensioencommunicatie. We moeten voorkomen dat we
daarin belemmerd worden door Europese regels.
Henriëtte de Lange, Pensioenfondsbestuurder en intern toezichthouder
De invloed van Europa is
in mijn optiek bescheiden.
Foto:DLAPiper
>In 2012 werd Pieter Omtzigt door de Tweede Kamer aangewezen als speciale
pensioenrapporteur. Zijn missie: Europa waar nodig buiten de deur houden. Want:
Europa bedreigt onze pensioenen. Nu kan niet ontkend worden dat het Europese beleid
invloed heeft op Nederlandse pensioenfondsen. Mogelijke buffereisen en de mede door
het beleid van de Europese Centrale Bank veroorzaakte lage rente, beïnvloeden de
financiering van het aanvullend pensioen aanmerkelijk.
Er zijn echter heel veel onderwerpen waar Europa geen invloed op heeft. Ik noem: de
inrichting van het sociale stelsel; de hoogte van wettelijke sociale
zekerheidspensioenen; de vraag of pensioen op kapitaaldekking of omslag worden
gefinancierd; de wetgeving over de inhoud van het tweede pijler pensioen (behoudens
voorschriften inzake gelijke behandeling); de vraag of er überhaupt wetgeving over
aanvullend pensioen is; de toegestane karakters voor een pensioenregeling; de
inrichting van uitvoeringsinstellingen voor pensioenregelingen; de medezeggenschap
van werknemers; de overdraagbaarheid van pensioenen; de afkoopbaarheid van
pensioenen; de fiscale behandeling; de vraag of er sprake is van een stelsel van
verplichte deelneming in een pensioenregeling en de vraag of een pensioenstelsel voor
zelfstandigen wordt ingericht.
Dankzij Europa is grensoverschrijdende uitvoering van pensioenregelingen mogelijk. Een
Nederlandse werkgever kan zo zijn pensioenovereenkomst met zijn werknemers
onderbrengen bij een pensioeninstelling in bijvoorbeeld België. Dat heeft een zekere
invloed, maar in zo’n situatie zal de Belgische uitvoerder de Nederlandse pensioenwet
moeten naleven. De Europese invloed op ons pensioenstelsel is dus beperkt.
Prof. dr. Erik Lutjens, Hoogleraar Pensioenrecht Vrije Universiteit Amsterdam en advocaat pensioenrecht bij DLA Piper
De Europese invloed op ons
pensioenstelsel is beperkt.
NUMMER 3 / 2015 29FINANCIAL
INVESTIGATOR
Foto:ArchiefBaker&McKenzie
>‘Historisch gezien is migratie de constante factor in het bestaan van de mensheid’,
aldus Leonard Rutgers, hoogleraar Late Oudheid aan de Universiteit van Utrecht. En
migratie heeft een stuwende werking op het vrije verkeer van werknemers, met grote impact
op aanvullende pensioenen. Vanuit deze gedachte heeft Europa speerpunten ontwikkeld
met mogelijke invloed op het Nederlands pensioenstelsel: het wegnemen van
belemmeringen voor grensoverschrijdende pensioenen (Mobility) én het uitvoeren van
grensoverschrijdende pensioendiensten (IORP). Maar Europa slaagt niet altijd in het
uitoefenen van haar invloed op Nederland. Een voorbeeld is de Mobility-richtlijn en de
onlangs verschenen EIOPA-consultatie over grensoverschrijdende waardeoverdrachten.
De Mobility-richtlijn biedt een aantal minimumvereisten voor pensioenverwerving, het
behoud van slapende pensioenrechten en informatieverstrekking voor mobiele
werknemers. Omdat de Nederlandse praktijk reeds aan deze minimumvereisten voldoet,
is deze richtlijn van mindere betekenis. Een eerdere versie kende echter nog een recht op
grensoverschrijdende waardeoverdracht. Nadat Nederland met een veto dreigde, is dit
recht geschrapt. Toch heeft de Europese Commissie de belemmering bij
grensoverschrijdende waardeoverdrachten nog steeds in het vizier. EIOPA heeft op 28
januari 2015 ‘good practices’ geformuleerd om belemmeringen bij internationale
waardeoverdrachten te verminderen. Veel van de ‘good practices’ komen overeen met de
Nederlandse praktijk en hebben dus voor Nederland geen consequenties. Helaas zijn er
geen ‘good practices’ geformuleerd over de waarderingsmethode en fiscaliteit bij
waardeoverdrachten. Beide onderwerpen waren aanleiding voor het voornoemde veto
van Nederland.
Nederland komt dus in 2015 wederom goed weg met de EIOPA-consultatie. Maar of
daarmee de internationale arbeidsmarkt met grensoverschrijdende waardeoverdrachten
van en naar Nederland geholpen is, is de vraag.
Irene Vermeeren, Partner Pensions & Employment Law en advocaat bij Baker & McKenzie Amsterdam
Europa slaagt niet altijd in
het uitoefenen van haar
invloed op Nederland.
De invloed van de EU is zeer
groot op het pensioendossier.
Foto:ArchiefClifordChance
>De invloed van de EU is zeer groot op het pensioendossier. Niet alleen op de
beleggingen, die allang internationaal zijn, maar ook op al het overige. De
pensioenfondsen zijn ondernemingen die zich aan tal van regels uit het EU Verdrag
moeten houden. Voorts is daar het Handvest van de grondrechten van de EU: dit
handvest regelt onder andere de eigendomskwestie en is zeer relevant in de kortingen
die pensioenfondsen doorvoeren.
Tot slot: het EU Hof bepaalde in 2013 dat de Staat onder omstandigheden aansprakelijk
is als pensioenfondsen hun oorspronkelijke toezegging niet nakomen. De kans dat dit
zich in Nederland voordoet, is zeker niet ondenkbeeldig. Nederland staat hiermee voor
een gigantisch bedrag garant.
Prof. dr. mr. Hans van Meerten, Advocaat in de pensioengroep van Clifford Chance en hoogleraar EU
en internationaal pensioenrecht aan de Universiteit Utrecht
NUMMER 3 / 201530 FINANCIAL
INVESTIGATOR
// DE TOEKOMST VAN ONS PENSIOEN
De grootste uitdaging voor ons pensioenstelsel zal zijn om de sterke punten van ons
huidige stelsel te behouden en tegelijkertijd het stelsel beter betaalbaar te maken
door ervoor te zorgen dat pensioenfondsen zich op de lange termijn kunnen
richten. De goede punten van ons huidige stelsel zijn daarbij de collectiviteit en
de risicodeling in de tweede pijler. Een veelgehoorde oplossingsrichting daarbij
is de persoonlijke pensioenrekening die past bij de tendens om risico’s meer
te verschuiven naar individuen. Financiële educatie voor iedereen, goede
pensioencommunicatie, eenvoud en transparantie zijn daarbij belangrijk net als
meer beleggingsvrijheid die ook ruimte geeft aan illiquide beleggingsvormen.
Vergeet daarbij ook niet dat een goed pensioenstelsel aansluit bij de wijze waarop je
als samenleving met elkaar wilt leven.
Over de vraag hoe groot de invloed van Europa is, verschillen de meningen. De
Europese Unie ziet graag houdbare, adequate en veilige pensioenen maar heeft geen
zeggenschap over de wijze waarop lidstaten hun pensioenstelsel inrichten. De EU
ziet vooral toe op de pensioeninstellingen zodat deelnemers goed beschermd zijn en
pensioenfondsen in een vrije Nederlandse en Europese markt kunnen opereren.
Dankzij Europa is grensoverschrijdende uitvoering van pensioenregelingen mogelijk.
Pensioenfondsen moeten zich ook aan talrijke regels uit het EU Verdrag houden. Dat
heeft een zekere invloed op ons huidige pensioenstelsel.
Jacqueline Lommen, Executive Director European Pensions bij Robeco
>De invloed van Europa is heel groot en voltrekt zich geleidelijk. Dit is al langer
waarneembaar in ons pensioenstelsel, maar dat moet je willen zien. Kijk
bijvoorbeeld naar de komst van de PPI’s: in Nederland en de UK is dit nieuwe
uitvoeringsmodel misschien nog iets nieuws, maar PPI’s bestaan al sinds jaar en dag en
komen nu vanuit Europa naar Nederland. Een ander voorbeeld is de waarneembare trend
naar DC. De collectieve premieovereenkomst die nu wordt ontwikkeld voor volgend jaar,
zie ik als een soort aanlegsteiger, zodat sociale partners die dat willen, de oversteek van
DB naar DC makkelijker kunnen maken. Dit zijn allemaal invloeden die via de markt of via
de Europese wetgeving heel geleidelijk op ons afkomen.
Daarbij heeft het Nederlandse pensioenstelsel soms last van de wet van de remmende
voorsprong. We zijn groot, intelligent, sterk en bestaan al heel erg lang. Maar als
dinosaurus hebben we wel wat moeite met veranderingen en tijdig en flexibel inspelen op
nieuwe behoeftes. Ook ontstaat er vaak Babylonische spraakverwarring tussen het
pensioenstelsel, de pensioeninstellingen, de pensioenregelingen en pensioenuitvoering.
Ik denk dat we deze vier gebieden, waarin veel veranderingen gaande zijn, bewust moeten
onderscheiden. De EU grijpt primair in op de pensioeninstellingen, zodat deelnemers
goed beschermd zijn en de pensioenfondsen in een vrije Nederlandse en Europese markt
kunnen opereren. In tegenstelling tot wat vaak wordt gesuggereerd, heeft Europa echter
geen enkele intentie of mandaat om zich ’te bemoeien’ met de vormgeving van ons
pensioenstelsel, met de inhoud van pensioenregelingen en met de concrete uitvoering.
Europa is als een tanker die vaart, die we echt niet meer kunnen stoppen. Belangrijker is
om zélf in die stuurhut te gaan zitten.
Foto:ArchiefRobeco
De invloed van Europa is
heel groot en voltrekt zich
geleidelijk.
conclusie
Wij beleggen voor u, maar vooral ook mét u.
Educatie op maat voor bestuursleden.
Innovatieve oplossingen voor complexe vraagstukken.
Inzicht. Ondersteuning. Resultaat.
Succesvolle beleggingsoplossingen
voor elk pensioen
BNP Paribas Investment Partners: uw partner in pensioenen.
Neem voor meer informatie over wat wij voor uw pensioenfonds of DC-regeling kunnen
betekenen vrijblijvend contact op met Rogier van Harten
op 020-5275117 of rogier.vanharten@bnpparibas.com
NUMMER 3 / 201532 FINANCIAL
INVESTIGATOR
// THEMA: Nieuwe wet- en regelgeving
Product Governance
onder MiFID II
De Europese richtlijn MiFID II zal nieuwe regels introduceren voor
beleggersbescherming die toezien op product governance.
werkt door de Europese Commissie op
Level 2 niveau. De European Securities
and Markets Authority (ESMA) bereidt
dit voor en heeft hiertoe op 19 decem-
ber 2014 haar Final Report gepubliceerd
met daarin haar advies aan de Europese
Commissie. Het wachten is nu op de
concepten van de Europese Commissie
voor de Level 2 regels. Deze concepten
zullen vervolgens door de Raad en het
Parlement drie maanden na publicatie
moeten worden aangenomen. Het moge
duidelijk zijn dat MiFID II steeds dich-
terbij komt en voorbereiding vergt. In
deze bijdrage sta ik stil bij de regels die
worden geïntroduceerd rondom product
governance.
Op wie zijn de product governance
regels van toepassing?
MiFID II onderscheidt in het kader
van de toepasselijkheid van product
governance twee typen beleggings-
ondernemingen: (1) zij die financiële
instrumenten produceren (producenten),
en (2) zij die financiële instrumenten
distribueren (distributeurs). In haar
Final Report beschrijft ESMA wanneer er
sprake is van ‘productie’ van financiële
instrumenten. Dit begrip dient ruim
geïnterpreteerd te worden volgens
ESMA. Aldus is van productie sprake bij
het maken, ontwikkelen, uitgeven en
ontwerpen van financiële instrumenten.
Volgens ESMA valt hier zelfs het adviseren
bij de uitgifte van aandelen en obligaties
onder. Ook ten aanzien van distributie
kiest ESMA voor een ruime benadering,
MiFID II een stukje dichterbij
Op 2 juli 2014 zijn de European Markets
in Financial Instruments Directive en de
Markets in Financial Instruments
Regulation (samen MiFID II) in werking
getreden en zij zullen behoudens vertra-
ging per 3 januari 2017 in Nederland
van kracht worden. Dit betreft echter
nog maar enkel de zogenoemde Level 1
regels die nader moeten worden uitge-
door hier ook execution-only dienst-
verlening onder te scharen.
De product governance regels zijn
uiteraard ook van toepassing op banken
die beleggingsdiensten verlenen, maar
ook op EU abi- en icbe-beheerders die
de onder de AIFMD en ICBE Richtlijn
toegestane MiFID beleggingsdiensten
verrichten (met andere woorden:
vermogensbeheer en beleggingsadvies).
Wat houden de nieuwe product
governance regels in?
De nieuwe regels met betrekking tot de
productie en distributie van producten
(en diensten) zijn grotendeels nieuw.
De hierboven genoemde partijen zullen
derhalve kennis moeten nemen van de
volgende product governance verplich-
tingen:
•	De verplichting voor producenten om
een productgoedkeuringsproces te
hebben op basis waarvan zij (1) de
Door Joyce Kerkvliet
Joyce Kerkvliet
Het moge duidelijk
zijn dat MiFID II steeds
dichterbij komt en
voorbereiding vergt.
Foto:ArchiefSimmons&Simmons
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF
Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF

More Related Content

Similar to Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF

Management Scope no 10 2014
Management Scope no 10 2014Management Scope no 10 2014
Management Scope no 10 2014Wim Dufourné
 
From Backroom to Boardroom (Dutch)
From Backroom to Boardroom (Dutch)From Backroom to Boardroom (Dutch)
From Backroom to Boardroom (Dutch)Jos Berkemeijer
 
Grensoverschrijdende pensioenuitvoering
Grensoverschrijdende pensioenuitvoeringGrensoverschrijdende pensioenuitvoering
Grensoverschrijdende pensioenuitvoeringHerma Geboers CPE
 
LifeSciences_Trends_2016
LifeSciences_Trends_2016LifeSciences_Trends_2016
LifeSciences_Trends_2016Roel Jansen
 
290114 prof college Toekomst van de Financieel Adviesmarkt
290114 prof college Toekomst van de Financieel Adviesmarkt290114 prof college Toekomst van de Financieel Adviesmarkt
290114 prof college Toekomst van de Financieel AdviesmarktFred de Jong
 
How To Start Investing
How To Start InvestingHow To Start Investing
How To Start InvestingSearchPoint2
 
Beleggen met verstand - Jaap Koelewijn
Beleggen met verstand - Jaap KoelewijnBeleggen met verstand - Jaap Koelewijn
Beleggen met verstand - Jaap KoelewijnRaboGN
 
Presentatie Han Mesters ABN AMRO
Presentatie Han Mesters ABN AMROPresentatie Han Mesters ABN AMRO
Presentatie Han Mesters ABN AMROMeestersinM
 
Module 6 herstart financiering voor ondernemers die eerder al eens onderuit z...
Module 6 herstart financiering voor ondernemers die eerder al eens onderuit z...Module 6 herstart financiering voor ondernemers die eerder al eens onderuit z...
Module 6 herstart financiering voor ondernemers die eerder al eens onderuit z...restartplatform
 
Magazine Hét Ondernemersbelang Utrecht Foodvalley 4-2014
Magazine Hét Ondernemersbelang Utrecht Foodvalley 4-2014Magazine Hét Ondernemersbelang Utrecht Foodvalley 4-2014
Magazine Hét Ondernemersbelang Utrecht Foodvalley 4-2014HetOndernemersBelang
 
De jonge ondernemer in beeld
De jonge ondernemer in beeldDe jonge ondernemer in beeld
De jonge ondernemer in beeldETION
 

Similar to Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF (20)

Management Scope no 10 2014
Management Scope no 10 2014Management Scope no 10 2014
Management Scope no 10 2014
 
Change
ChangeChange
Change
 
Change
ChangeChange
Change
 
From Backroom to Boardroom (Dutch)
From Backroom to Boardroom (Dutch)From Backroom to Boardroom (Dutch)
From Backroom to Boardroom (Dutch)
 
Grensoverschrijdende pensioenuitvoering
Grensoverschrijdende pensioenuitvoeringGrensoverschrijdende pensioenuitvoering
Grensoverschrijdende pensioenuitvoering
 
LifeSciences_Trends_2016
LifeSciences_Trends_2016LifeSciences_Trends_2016
LifeSciences_Trends_2016
 
290114 prof college Toekomst van de Financieel Adviesmarkt
290114 prof college Toekomst van de Financieel Adviesmarkt290114 prof college Toekomst van de Financieel Adviesmarkt
290114 prof college Toekomst van de Financieel Adviesmarkt
 
Impact Investing Nieuws 1 mei 2017
Impact Investing Nieuws  1 mei 2017Impact Investing Nieuws  1 mei 2017
Impact Investing Nieuws 1 mei 2017
 
Impact Investing Nieuws 1 April 2017
Impact Investing Nieuws 1 April 2017Impact Investing Nieuws 1 April 2017
Impact Investing Nieuws 1 April 2017
 
How To Start Investing
How To Start InvestingHow To Start Investing
How To Start Investing
 
Beleggen met verstand - Jaap Koelewijn
Beleggen met verstand - Jaap KoelewijnBeleggen met verstand - Jaap Koelewijn
Beleggen met verstand - Jaap Koelewijn
 
Presentatie Han Mesters ABN AMRO
Presentatie Han Mesters ABN AMROPresentatie Han Mesters ABN AMRO
Presentatie Han Mesters ABN AMRO
 
united-pensions-onepager
united-pensions-onepagerunited-pensions-onepager
united-pensions-onepager
 
E book impact investing nl pdf pages-65-107
E book impact investing nl pdf pages-65-107E book impact investing nl pdf pages-65-107
E book impact investing nl pdf pages-65-107
 
Module 6 herstart financiering voor ondernemers die eerder al eens onderuit z...
Module 6 herstart financiering voor ondernemers die eerder al eens onderuit z...Module 6 herstart financiering voor ondernemers die eerder al eens onderuit z...
Module 6 herstart financiering voor ondernemers die eerder al eens onderuit z...
 
Finext RAAT Magazine
Finext RAAT MagazineFinext RAAT Magazine
Finext RAAT Magazine
 
PPI Kans of Bedreiging?
PPI Kans of Bedreiging?PPI Kans of Bedreiging?
PPI Kans of Bedreiging?
 
Magazine Hét Ondernemersbelang Utrecht Foodvalley 4-2014
Magazine Hét Ondernemersbelang Utrecht Foodvalley 4-2014Magazine Hét Ondernemersbelang Utrecht Foodvalley 4-2014
Magazine Hét Ondernemersbelang Utrecht Foodvalley 4-2014
 
Impact Investing in 2018
Impact  Investing in 2018 Impact  Investing in 2018
Impact Investing in 2018
 
De jonge ondernemer in beeld
De jonge ondernemer in beeldDe jonge ondernemer in beeld
De jonge ondernemer in beeld
 

Financial Investigator 3 - Compleet LR PDF

  • 1. FINANCIAL INVESTIGATOR ONAFHANKELIJK MAGAZINE OVER VERMOGENSBEHEER EN SECURITIES SERVICES WWW.FINANCIALINVESTIGATOR.NL JAARGANG 7 | NUMMER 3 | 2015 | €10.50 De toekomst van ons pensioen 15 experts aan het woord Ronde Tafel EMIR Mylette Collateral Management: buy-side uitdagingen en kansen Pensioenstelsel is toe aan modernisering Nicole Beuken, Klaartje de Boer, Larissa Gabriëlse en Bianca Tetteroo Mensen actief begeleiden naar acceptabel pensioen Prof. Dr. Fieke van der Lecq
  • 2. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Columbia Threadneedle Investments is de wereldwijde merknaam van alle onderdelen van Columbia en Threadneedle.Columbia en Threadneedle zijn eigendom van de toonaangevende Amerikaanse financiële dienstverlener Ameriprise Financial Inc. Columbia Threadneedle Investments staat op de 30e plaats van de wereldranglijst van vermogensbeheerders. Bron: Pensions & Investments/Towers Watson Global 500 Ranking (eind 2013). Columbia Threadneedle Investments heeft USD 506 miljard beheerd vermogen. Dit cijfer omvat de totale activa onder beheer van de onderdelen van Columbia en Threadneedle per 31 maart 2015. Bron: Ameriprise Financial Q12015 earnings release. Dit materiaal is uitsluitend bedoeld ter informatie en vormt geen aanbod of uitnodiging tot het geven van een opdracht om effecten of andere financiële instrumenten te kopen of te verkopen, noch om beleggingsadvies of beleggingsdiensten te verstrekken. Waarschuwing: Uw vermogen loopt risico, koersen zijn aan verandering onderhevig en het is mogelijk dat u uw inlegkapitaal niet terugkrijgt. Threadneedle Asset Management Limited (Nr. 573204). Ingeschreven in Engeland en Wales. In het VK is ons vergunning verleend en staan wij onder toezicht van de Financial Conduct Authority. SAMEN ZIJN WE STERKER. In een wereld waarin alles en iedereen continue met elkaar in verbinding staat hebben beleggers een breed perspectief nodig. Bij Columbia Threadneedle Investments profiteert u van wereldwijde beleggingsinzichten dankzij de expertise, ervaring en schaalvoordelen van één van de grootste vermogensbeheerders ter wereld. Onze 2.000 professionals zijn gevestigd in 18 landen en wij zijn verantwoordelijk voor meer dan USD 500 miljard aan beheerd vermogen. Ons wereldwijde beleggingsmodel zorgt voor een breder perspectief en maakt het voor onze teams mogelijk hun ideeën te delen. Omdat we beter zijn geïnformeerd, kunnen we ook betere beleggingsbeslissingen nemen. Wat uw beleggingsdoelstelling ook is, uw succes heeft onze prioriteit. columbiathreadneedle.com
  • 3. // VOORWOORD Hoofdredacteur Jolanda de Groot jolanda@financialinvestigator.nl Adjunct Hoofdredacteur Harry Geels harry@financialinvestigator.nl EINDREDACTIE Baart Koster REDACTIE Hans Amesz, Erik Hannema, Joost van Mierlo, Lies van Rijssen en Jorinde Vroonhof. RAAD VAN ADVIES Han Dieperink Justus van Halewijn Ruud Hendriks Bob Homan Dries Nagtegaal Jeroen van der Put Hans de Ruiter REDACTIERAAD Michiel Cleij Marleen Janssen Groesbeek Hennie Zoontjes AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE Thijs Aaten, Barbara Bakker, Steven Bates, Valerie Baudson, Kevin Bergenhenegouwen, Nicole Beuken, Frank van Blokland, Klaartje de Boer, René Bogaarts, Roland de Bruijn, Dominic Byrne, Roger Coenen, Mirja Constandse, Siddharth Dahiya, Erik-Jan van Dijk, Lucie Duynstee, Larissa Gabriëlse, Ido de Geus, Nine de Graaf, Anne Gram, Anna Grebenchtchikova, Eileen Herlihy, Sacha van Hoogdalem, Tjitsger Hulshoff, Els Janssen, Thijs Jochems, Joyce Kerkvliet, Mirjam Klijnsma, Michiel Klompen, Martin Korst, Erik Kroon, Henriëtte de Lange, Olivier de Larouzière, Fieke van der Lecq, Kin Lee, Jacqueline Lommen, Erik Lutjens, Tim Matthews, Hans van Meerten, Derek Milner, Anne-Marie Munnik, Roelf Pater, Hedwig Peters, Rani Piputri, Pim Rank, Karin Roeloffs, Matthijs Storm, Bianca Tetteroo, Joern Tobias, Eelco Ubbels, Huib Vaessen, Marion Verheul, Irene Vermeeren, Ilja de Vlaam, Cathrin van der Werf, Roelie van Wijk, Jan Willemsen en Anton Wouters. FOTOGRAFIE Fotopersburo Dijkstra Ruud Jonkers Fotografie OPMAAK Hans Delnoij Grafisch Ontwerp DRUK Real Concepts ADVERTENTIES Jolanda de Groot jolanda@financialinvestigator.nl UITGEVER Financial Investigator Publishers B.V. info@financialinvestigator.nl ABONNEMENTEN Financial Investigator wordt zonder kosten toegezonden aan lezers die tot de doelgroep behoren waar Financial Investigator zich op richt. U kunt zich aanmelden via onze website www.financialinvestigator.nl. Voor verzending naar het buitenland brengen wij portokosten in rekening. Neem voor meer informatie contact met ons op via info@financialinvestigator.nl DISCLAIMER Uitgever en auteurs verklaren dat deze uitgave op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld, evenwel kunnen ­uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de ­juistheid en volledig- heid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op bedoelde informatie. ­Evenmin aanvaarden uitgever en au- teurs aansprakelijkheid voor materiaal zoals foto's en afbeeldingen die door derden zijn aan­geleverd. Niets uit deze uitgave mag wor- den verveelvoudigd, ­opgeslagen in een geautomatiseerd gegevens- bestand, of openbaar gemaakt worden, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, middels fotokopieën, opna- men, of enige andere manieren, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Verlaging van de pensioenlasten voor degenen die in de eerste fase van hun werkzame leven zijn, is een van de drie aanbevelingen die Nederland krijgt van de Europese Commissie. Deze aanbeveling over de pensioenen is nieuw. De Commissie prijst het feit dat de houdbaarheid van het pensioenstelsel al is versterkt door een geleidelijke verhoging van de AOW-leeftijd tot 67 jaar in 2023 en de koppeling aan de levensverwachting daarna. Pensioenfondsen moeten zich aanpassen aan de veranderingen in de samenleving. Maar hoe? Moeten alle werkenden worden verplicht bij te dragen? Een debat over zzp’ers, jongeren, perversiteit en de noodzaak van een financieel paspoort treft u aan in het coververhaal met Klaartje de Boer van de Vakcentrale voor Professionals, Nicole Beuken van het ABP, Larissa Gabriëlse van KAS BANK en Bianca Tetteroo van Achmea. Verder een gesprek met deeltijdhoogleraar Pensioenmarkten Fieke van der Lecq over ons pensioenstelsel dat internationaal in hoog aanzien staat maar waar aanpassingen noodzakelijk zijn. Wat zien de vijftien pensioenprofessionals die Financial Investigator een drietal vragen heeft voorgelegd als de grootste kansen en uitdagingen voor ons pensioenstelsel in de komende jaren? Hoe gaat ons huidige stelsel zich ontwikkelen? En wat is de invloed van Europa op ons huidige pensioenstelsel? Een ander onderwerp waar we ditmaal de nodige aandacht aan besteden, is nieuwe wet- en regelgeving. Naar aanleiding van de kredietcrisis is besloten de OTC-derivatenmarkt verder te reguleren. In Europa heeft dit geleid tot EMIR: de European Market Infrastructure Regulation. Wat zijn de gevolgen van EMIR voor institutionele beleggers? In het ronde tafelverslag leest u hier meer over. En daarnaast nog heel veel andere lezenswaardige interviews, artikelen en columns. Is er overigens iets wat u opvalt aan deze editie? Jolanda de Groot / Hoofdredacteur Foto:FotopersburoDijkstra // colofon Noteert u het vast in uw agenda? Op 29 oktober organiseren we ons grote jaarlijkse seminar dat dit keer zal gaan over het onderwerp ‘Risk on or risk off: where to invest? The relation between the macro economic outlook and investment returns’. Het belooft een interessante dag te worden met een aantal bijzondere sprekers! NUMMER 3 / 2015 1FINANCIAL INVESTIGATOR
  • 4. Wat als Hebt u uw risicobeheer van alle kanten bekeken? We weten dat elke klant andere behoeften heeft als het gaat om vastrentende investeringen. Wij onderscheiden ons door de manier waarop we in het huidige klimaat omgaan met risico’s. Want waarom zou u risico’s nemen als u deze met de juiste expertise kunt vermijden? Eigentijds denken.Tıjdloze waarden. eatonvance.co.uk ALLEEN voor professionele beleggers en adviseurs. Uitgegeven door Eaton Vance Management (International) Limited (“EVMI”), waaraan een vergunning is verleend door en dat onder toezicht staat van de Financial Conduct Authority in het Verenigd Koninkrijk en gevestigd is op 125 Old Broad Street, Londen, EC2N 1AR, Verenigd Koninkrijk.
  • 5. NUMMER 3 / 2015 3FINANCIAL INVESTIGATOR // INHOUD Coververhaal 12 Pensioenstelsel is toe aan modernisering, Interview met Nicole Beuken, Klaartje de Boer, Larissa Gabriëlse en Bianca Tetteroo Thema De Toekomst van ons Pensioen 8 Mensen actief begeleiden naar acceptabel pensioen, Interview met Prof. dr. Fieke van der Lecq, Erasmus School of Economics 22 De toekomst van ons pensioen Thema Nieuwe Wet- en Regelgeving 32 Product Governance onder MiFID II, Simmons & Simmons 34 Collateral Management: buy-side uitdagingen en kansen, Mylette 38 Ronde Tafel EMIR Wetenschap en Praktijk 18 Ik kijk niet weg, Interview met Anna Grebenchtchikova, PensioenLab 49 Lage rente maakt convertibles aantrekkelijk, Alpha Research 52 Risico’s dekkingsgraad toewijzen aan economische risicobronnen, BNP Paribas Investment Partners 54 What to do with your fixed income allocation, QLAB Invest Switzerland 56 Doorbeleggen en andere verbeteringen aan DC, i-PensionSolutions 60 Consolidatieslag pensioensector vergroot belang transitiemanagement, Russell Investments 64 De risicomanager als tweede paar ogen, Interview met Barbara Bakker, Aegon Asset Management 68 Innovatie verruimt mogelijkheden ETF’s, Amundi ETF 72 Balansrisico als maatstaf, MN Gesponsord 50 Unconstrained Investing – a global opportunity set, Interview met Dominic Byrne, Standard Life Investments 58 Big data veroorzaakt revolutie in vastgoedbeleggen, Kempen Capital Management 62 Finding water in the desert, Natixis Asset Management Mensen actief begeleiden naar acceptabel pensioen 8 Pensioenstelsel is toe aan modernisering 12
  • 6. NUMMER 3 / 20154 FINANCIAL INVESTIGATOR 70 Why Emerging Market Corporate Bonds?, Aberdeen Asset Management 78 Factorbeleggen in Emerging Markets met Schroders QEP, Schroders Columns 16 CFA: Vrouwen geven zin aan de industrie 21 IVBN: Zorg wordt een echte beleggingscategorie 48 Pim Rank: CoCo’s: laaghangend fruit of verboden vrucht? 67 Thijs Jochems: Schaalvergroting of ‘small is beautiful’? 75 VBA: Transparantie? Je moet het wel wíllen Rubrieken 76 Boeken 79 On the move special: Roelf Pater 80 On the move kort Ronde Tafel EMIR 38 De toekomst van ons pensioen 22 // INHOUD Ronde Tafels 2015 ➜ Ronde Tafel Emerging Market Debt: 3 september ➜ Ronde Tafel Real Assets: 18 september Seminars 2015: ➜ Seminar Risk on OR Risk off: where to invest? 29 oktober ➜ Seminar voor pensioenfondsen en medewerkers van bestuursbureaus: 9 november Financial Investigator in 2015 zonder kosten (blijven) ontvangen? Meld u dan nu aan op onze website: www.financialinvestigator.nl
  • 7. lyxor etfs oNtWorPeN Voor PerforMANCe DE KRACHT OM IN ELKE MARKT TE PRESTEREN Hoe kiest u de beste ETF’s als steeds meer aanbieders meedingen in de race voor ETF’s? Onder de meest ervaren ETF-aanbieders neemt Lyxor in Europa de derde positie in met meer dan 46 miljard Amerikaanse dollar aan beheerd vermogen*. Lyxor biedt zeer flexibele mogelijkheden om uw toewijzing in alle asset categorieen activaklassen te diversifiëren. Zoals in haar Handvest voor de ETF-kwaliteit wordt toegelicht, streeft Lyxor vooral naar het leveren van performance, liquiditeit, risicobeheersing en transparantie. Voor meer informatie: lyxoretf.com Foto:ErikBrin ETF’S EN INDExERINg • ALTERNATIEvE bELEggINgEN • gESTRuCTuREERDE bELEggINgEN • ACTIEvE, KwANTITATIEvE EN gESPECIALISEERDE bELEggINgEN THIS COMMuNICATION IS FOR PROFESSIONAL CLIENTS ONLY. *AuM ETFs as of February 2014 TheseproductscomplywiththeUCITSDirective(2009/65/EC).LyxorAMrecommendsthatinvestorsreadcarefullythe“investmentrisks”sectionoftheproduct’sdocumentation(prospectusandKIID). The prospectus and KIID in English are available free of charge on www.lyxoretf.com, and upon request to client-services@lyxor.com. Lyxor Asset Management (Lyxor AM), société par actions simplifiée having its registered office at Tours Société Générale, 17 cours Valmy, 92800 Puteaux (France), 418 862 215 RCS Nanterre, is authorized and regulated by the Autorité des Marchés Financiers (AMF) under the UCITS Directive and the AIFM Directive (2011/31/EU). Lyxor AM is represented in the UK by Lyxor Asset Management UK LLP, which is authorised and regulated by the Financial Conduct Authority in the UK under Registration Number 435658. LYXOR ETF KEEP UP WITH INFLATION LOOKING FOR INFLATION PROTECTION? Bold moves by the European Central Bank to boost eurozone growth through large scale bond purchases are prompting many investors to seek protection against inflation. The physically replicated Lyxor UCITS ETF EuroMTS Inflation Linked Investment Grade (DR) offers direct exposure to the eurozone’s largest and most widely traded inflation-linked investment grade government bonds. To learn more, visit lyxoretf.com THIS COMMUNICATION IS FOR PROFESSIONAL CLIENTS ONLY. These products comply with the UCITS Directive (2009/65/EC). Lyxor AM recommends that investors read carefully the “investment risks” section of the product’s documentation (prospectus and KIID). The prospectus and KIID in English are available free of charge on www.lyxoretf.com, and upon request to client-services@lyxor.com. Lyxor Asset Management (Lyxor AM), société par actions simplifiée having its registered office at Tours Société Générale, 17 cours Valmy, 92800 Puteaux (France), 418 862 215 RCS Nanterre, is authorized and regulated by the Autorité des Marchés Financiers (AMF) under the UCITS Directive and the AIFM Directive (2011/31/EU). Lyxor AM is represented in the UK by Lyxor Asset Management UK LLP, which is authorised and regulated by the Financial Conduct Authority in the UK under Registration Number 435658. E T F s & i n d E x i n g • A B S O L U T E R E T U R n & S O L U T i O n S • A LT E R n AT i V E S & M U LT i - M A n A g E M E n T THE POWER TO PERFORM IN ANY MARKET BLOOMBERG TICKER <MTI> Lyxor UCITS ETF EuroMTS Inflation Linked Investment Grade (DR)
  • 8. NUMMER 3 / 20156 FINANCIAL INVESTIGATOR // KORT NIEUWS Minister Bussemaker meldde onlangs 700 vrouwen gespot te hebben die geschikt zijn voor een topfunctie in het bedrijfs- leven. BNY Mellon liet onderzoeken wat nu de randvoorwaarden of belemmeringen zijn voor vrouwen op een topfunctie. BNY Mellon IM en Newton IM hebben in samenwerking met Cambridge Judge Business School onderzoek gedaan naar vrouwen op econo- mische sleutelposities. Het is een toonaangevend wereldwijd onderzoek naar de vraag of economische, culturele, politieke en wettelijke factoren de vertegenwoordiging van vrouwen aan de top beïnvloeden. Daaruit blijkt dat het stimuleren van de economische macht van alle vrouwen in het maatschappelijk leven een bepalende factor is. Economische macht wordt bepaald door zaken als onder- wijs en arbeidsparticipatie. In totaal zijn 1002 bedrijven uit de Forbes Global 2000 lijst gedurende tien jaar onderzocht. Dit zijn bedrijven in 41 landen op zes continenten. Australië is het land waar vrouwen de grootste economische macht bezitten, Nederland staat op de achtste plaats. Onderaan de lijst staan landen zoals Saoedi-Arabië, India en de Verenigde Arabische Emiraten. Collectieve waarden en overtuigingen over gelijkwaardigheid van de seksen, humane oriëntatie en assertiviteit hebben een veel grotere invloed dan eerder werd aangenomen. Verplichte quota kunnen weliswaar helpen, maar spelen geen enkele rol voor de lengte van de tijd die vrouwen aan de top doorbrengen. Het onderzoek benadrukt dat vrouwen in alle fases van hun carrière gestimuleerd en toegerust moeten worden. Dat helpt hen om een positie in een boardroom te verkrijgen en er ook langer te blijven. In mindere mate spelen ook kwaliteit en beschikbaarheid van rege- lingen rond ouderschap een rol. De nationale cultuur is ook een factor van belang, maar de scheids- lijn ligt niet simpelweg tussen ontwikkelde en opkomende markten. In landen met een assertieve bedrijfscultuur, zoals Duitsland en Griekenland, komen minder vrouwen aan de top voor, maar blijven zij wel langer in zo’n functie. Wereldwijd onderzoek naar vrouwen op economische sleutelfuncties Topprioriteiten • De collectieve waardeoverdracht voor Pensioenfonds BMS realiseren. En natuurlijk zorgen dat recht gedaan wordt aan de belangen van alle betrokkenen. • Ik ga een opleiding maken én geven over het nFTK voor het verantwoordingsorgaan van SPAN. • Samen met de andere leden uit de visitatiecommissies nog een tweetal rapporten van recente visitaties maken. • Zorgen dat ik bijblijf bij alle ontwikkelingen in de pensioenwereld. Dat zijn er veel, het vergt momenteel een halve dag per week. • Verwerven van nog enkele bestuursfuncties bij pensioenfondsen. Ook topprioriteit • De tijd nemen om te genieten van onze pas aangelegde tuin. • Deze zomer een fantastische reis maken in Australië met mijn man en peetdochter van 23. Een goede voorbereiding is heel belangrijk. • Een belangrijk onderdeel van mijn weekagenda is en blijft het korfbal. Ik geniet van zowel het sportieve element - trainen en competitie spelen – als, jawel, van het besturen van de vereniging. Els Janssen Bedrijfseconoom en Master in Pensions and Life Assurance Els Janssen trekt bij voorkeur complexe en strategische pensioenklussen naar zich toe. Ze vertaalt vervolgens wensen, randvoorwaarden en ideeën vanuit haar fondsen en opdrachtgevers naar concrete acties en tastbare deliverables. Daarbij scherp op de inhoud blijven letten, vindt ze minstens zo belangrijk als scherp blijven op relaties. Els is voorzitter van een ondernemingspensioenfonds in liquidatie, managet het bestuursbureau van Pensioenfonds AT&T Nederland en is elders actief als intern toezichthouder bij diverse pensioenfondsen en als pensioenconsultant voor werkgevers en werknemers. Er kunnen voor haar nog wel wat bestuursfuncties bij pensioenfondsen bij: pensioen is grenzeloos interessant...! >OPDEAGENDAVAN< Foto:ArchiefEdmondHalley
  • 9. NUMMER 3 / 2015 7FINANCIAL INVESTIGATOR // KORT NIEUWS De wens van institutionele beleggers om de verantwoordelijkheid voor de asset allocatie te delegeren, is de belangrijkste factor voor de populariteit van multi-asset fondsen, zo blijkt uit nieuw onderzoek van NN Investment Partners. Zeven van de 10 (70%) institutionele beleggers verwachten dat vakgenoten hun exposure naar multi-asset fondsen in de komende drie jaar zullen uitbreiden. Hieronder valt ook de 16% die uitgaat van een enorme uitbreiding. Meer dan de helft (55%) van de institutionele beleggers denkt dat multi-asset fondsen nieuwe beleggers weten aan te trekken, doordat ze een oplossing bieden voor het uitbesteden van strategische en tactische beleggings- beslissingen. Bijna twee van de vijf (38%) ondervraagden vindt dat de populariteit van deze fondsen komt doordat ze een betere risico gecorrigeerde exposure bieden in een klimaat met een lage economische groei. Volgens iets minder dan een derde (30%) van de respondenten komt dit doordat multi-asset fondsen een ideale strategie voor de kernportefeuille zijn. Slechts één op de vijf (21%) noemt de mogelijkheid om bescherming te bieden tegen marktcorrecties als belangrijkste reden voor de populariteit. De helft (50%) van de institutionele beleggers verwacht dat de vraag naar fondsen zonder benchmark zal toenemen, terwijl 15% hier juist niet van uitgaat. Verder verwacht bijna de helft (45%) dat de vraag naar wereldwijde multi-asset-strategieën die gebruikmaken van behavioral finance-technieken in de komende drie jaar zal stijgen. Institutionele beleggers beschouwen een degelijk beleggingsproces als de meest aantrekkelijke eigenschap van de wereldwijde multi- asset-strategieën waarin zij beleggen; 61% vindt dit belangrijk en 28% zelfs zeer belangrijk. Slechts 12% vindt deze eigenschap niet van belang. Meer dan de helft (55%) noemt volledige flexibiliteit om uit een bepaalde beleggingscategorie te stappen belangrijk, terwijl 17% dit onbelangrijk vindt. Beleggers laten kansen in EMD onbenut Emerging market corporate debt wordt te veel over het hoofd gezien door beleggers die wereldwijd koortsachtig op jacht naar rendement zijn, stelt Colm McDonagh, hoofd EMD bij Insight, een boutique van BNY Mellon. Meer dan de helft van de staatsobligaties rendeert minder dan 1%. Dat zorgt voor grote uitdagingen voor beleggers. Hoewel het gemiddelde rendement op emerging market credit rond de 5% cirkelt, zowel voor bedrijfs- als staatsobligaties, zijn beleggers toch terughoudend met dit schuldpapier. Mogelijk laten beleggers zich afschrikken door recente tegenvallers rond staatsobligaties uit Brazilië en Venezuela. Divergentie is er ook binnen EM corporate debt. Deels komt dit door de zwakke olieprijzen, die een grotere impact hebben op landen en bedrijven die afhankelijk zijn van olie- inkomsten. Anderzijds wordt dit effect versterkt door de stijging van de US dollar, waarvan met name bedrijven, die hun schuld in US dollars hebben uitstaan, last hebben. Voor McDonagh onderstreept het alleen maar de variatie die er bestaat binnen EMD en de noodzaak om selectief te zijn. Een negatief neveneffect van de lage rente is ook dat relatief zwakke ondernemingen schuld uit kunnen geven. Dit verhoogt het risico voor beleggers zonder onderscheidings- vermogen. McDonagh is optimistisch over de groeivooruitzichten voor de wereldeconomie. Zwakkere valuta en fiscale verruiming hebben een positief macro-effect, maar werken wel met vertraging door. Landen die groei willen stimuleren hebben drie beleidsopties: renteverlaging, fiscale stimulering en verzwakking van de valuta. De meeste opkomende landen benutten vooral het eerste en laatste instrument. Een vierde cruciale stap zijn structurele hervormingen. Daar valt verborgen waarde te ontdekken. Hervormingen werken, dat bewijs levert Europa, waar de landen die pijnlijke structurele hervormingen hebben doorgevoerd nu de hoogste groei realiseren. St. Bpf Bakkers verlengt contract Lombard Odier Het Bakkers Pensioenfonds, met ruim 170.000 actieve en inactieve deelnemers en een belegd vermogen van bijna 4 miljard euro, selecteerde in 2010 Lombard Odier als fiduciair manager. Deze samenwerking is de afgelopen 5 jaar succesvol gebleken en het bestuur van het Pensioenfonds heeft het contract met Lombard Odier verlengd. 70% institutionele beleggers zien populariteit multi-asset fondsen stijgen Assets in ETF’s/ETP’s in Europe through 500 billion US dollar milestone Assets in ETFs/ETPs listed in Europe broke through the US$500 billion milestone to reach a new record of US$511 billion at the end of April according to ETFGI’s preliminary monthly ETF and ETP global insight report for April 2015.
  • 10. NUMMER 3 / 20158 FINANCIAL INVESTIGATOR // THEMA: DE TOEKOMST VAN ONS PENSIOEN Mensen actief begeleiden naar acceptabel pensioen De Nederlandse pensioenwereld zit in een transitiefase. Hoewel het systeem internationaal gezien in hoog aanzien staat, zijn aanpassingen noodzakelijk. Een gesprek met Fieke van der Lecq, deeltijdhoogleraar Pensioenmarkten aan de Erasmus School of Economics. ontwikkeling van de rentevoet. Door de aanhoudend lage rente blijkt ons systeem minder robuust te zijn dan tevoren werd gedacht.’ Deugt een internationaal gelauwerd systeem niet meer omdat er een paar jaar niet wordt geïndexeerd? ‘Nee, zo is het niet. In internationale vergelijkingen blijven we het goed doen. Ons systeem met drie pijlers – AOW, pensioenfonds en individueel sparen – is krachtig. Maar het is ook ingewikkeld. Te ingewikkeld, zo is gebleken. Wat er ook gezegd kan worden, de communicatie van de meeste pensioenfondsen was niet al te best. In kleine lettertjes stond wel ergens dat indexatie geen garantie was en dat afstempelen, het verlagen van de nominale waarde van het pensioen, tot de mogelijkheden behoorde. Maar weinig pensioenfondsen vertelden dat indexatie een ambitie was, geen garantie. Ook is vaak niet duidelijk gecommuniceerd dat een overgang werd gemaakt van eindloon naar middelloon. Toen er geen indexatie werd toegekend en soms zelfs werd afgestempeld, is het vertrouwen van mensen beschadigd.’ Mensen beseffen inmiddels dat er risico’s verbonden zijn aan pensioen. Ze achten indexering niet meer vanzelfsprekend en houden waarschijnlijk rekening met een echte korting. Is het probleem daarmee opgelost? ‘Natuurlijk niet, maar dat is wel de manier waarop sommige pensioenfondsen erover denken. Die zeggen nu dat ‘het pensioenresultaat onzeker is’, punt. Maar je moet mensen juist begeleiden bij de beslissingen die ze moeten nemen om een voor hen acceptabel pensioen te Door Joost van Mierlo Fieke van der Lecq is op vele manieren betrokken bij de Nederlandse pensioenwereld. Naast haar leerstoel vervult ze toezichtsfuncties bij Delta Lloyd en diverse pensioenfondsen. Als kroonlid van de Sociaal Economische Raad (SER) buigt ze zich de komende tijd over de toekomst van het Nederlandse pensioenstelsel. Ze leidt een werkgroep die zich richt op de persoonlijke pensioenrekening met collectieve risicodeling. Alle reden om haar gedachten te horen over wat er veranderen moet in Nederland pensioenland en hoe deze veranderingen vorm moeten krijgen. Het Nederlandse pensioensysteem staat internationaal gezien in hoog aanzien. Toch denken Nederlanders dat het hoognodig moet worden aangepast en verbeterd. Hoe verklaart u deze ogenschijnlijke discrepantie? ‘Laten we even bij het begin beginnen. Waarom is er een pensioensysteem? Het systeem moet oudere mensen tegen armoede beschermen en mensen in staat stellen om hun leefpatroon ook op latere leeftijd te handhaven. Die twee doelstellingen naast elkaar zorgen soms al voor spanning. Daarnaast moet ook sprake zijn van een systeem dat houdbaar is. Met name op dat punt is gebleken dat we kwetsbaar zijn.’ Was er een financiële crisis nodig om dat duidelijk te maken? ‘Niet helemaal. Een van de belangrijkste risico’s van het systeem is de demografische ontwikkeling. Nederland veroudert, dat was al langer duidelijk. Maar het is gebleken dat we kwetsbaar zijn voor ontwikkelingen op de financiële markten. Dan gaat het trouwens niet alleen over de crisis, maar met name om de
  • 11. NUMMER 3 / 2015 9FINANCIAL INVESTIGATOR 9FINANCIAL INVESTIGATOR CV Fieke van der Lecq 1966 geboortejaar 1991 doctoraal algemene economie en bedrijfseconomie RU Groningen 1998 promotie Universiteit Groningen 1997-1998 senior beleidsmedewerker ministerie van Financiën 1999 Onderzoeker CPB 2000-2005 Hoofdredacteur en uitgever ESB 2003 Medewerker Erasmus Universiteit 2006-2010 Manager Monitor Financiële Sector ACM 2008 Hoogleraar Pensioenmarkten Rotterdam (APG-leerstoel) 2010 Commissaris Delta Lloyd Groep 2010-heden diverse toezichts- en adviesfuncties 2014 Kroonlid SER realiseren. Het gaat om het management van de verwachtingen. Je moet mensen een perspectief bieden en hen helpen een keuze te maken. Je moet ze in beweging krijgen. De inzichten van psychologen, sociologen en communicatie-experts worden hierbij vaak gebruikt. Op dat terrein is enorme vooruitgang geboekt, in ieder geval bij de belangrijkste fondsen. Maar lang niet alle initiatieven hebben het beoogde resultaat gehad, dus we zijn er nog lang niet.’ ‘Het bewust maken van mensen ten aanzien van hun pensioen is overigens niet alleen een zaak voor pensioenfondsen, maar ook voor sociale partners en de overheid. En gelukkig neemt de expertise op dit terrein bij HR-afdelingen van bedrijven ook toe. Het gaat om financiële alfabetisering en om verbetering van het pensioenbewustzijn.’ Speelt de persoonlijke pensioenrekening waar u zich met de SER over gaat buigen, een belangrijke rol? ‘We gaan daar de verschillende risico’s die er bestaan in kaart brengen. Per soort risico – beleggingsrisico, biometrisch risico – gaan we kijken of dat een risico is dat alleen gedragen moet worden of dat het gedeeld kan worden met een groep. En met welke groep dan precies. Veel jongeren vragen zich op dit moment af of er later nog wel wat geld voor hen over zal zijn. Het vermogen van pensioenfondsen lijkt wel groot, maar het aantal gepensioneerden neemt snel toe. Moeten we bewegen naar een situatie waarin risico’s alleen worden gedeeld binnen de huidige populatie, of mogen we ook toekomstige deelnemers daarbij betrekken? Dat zijn allemaal vragen die aan de orde komen.’ Nadert het collectieve pensioen zoals we dat kennen niet het einde? ‘Er is zeker sprake van een trend in de richting van meer individuele verantwoordelijkheid. We zien nu al dat de pensioenopbouw van mensen met een inkomen van meer dan een ton, niet langer fiscaal wordt gefaciliteerd. Nu deze eerste stap is gezet, is de verwachting dat dat bedrag in de toekomst zal dalen, zoals de Commissie Dijkhuizen heeft geadviseerd. Zij redeneren dat je mensen niet oneindig tegen zichzelf hoeft te beschermen en daar kan ik me wel iets bij voorstellen.’ Een groot verschil tussen buitenlandse pensioenfondsen en de Nederlandse is dat de buitenlanders veel risicovoller beleggen. Is dat ook niet noodzakelijk voor Nederlandse pensioenfondsen in een tijd van lage obligatierentes? ‘De reden voor de relatief conservatieve benadering van de Nederlandse fondsen is gelegen in het feit dat De reden voor de relatief conservatieve benadering van de Nederlandse fondsen is gelegen in het feit dat we met een systeem te maken hebben dat een hoge mate van zekerheid biedt, of bood. Foto:ChristiaanKrouwels
  • 12. NUMMER 3 / 201510 FINANCIAL INVESTIGATOR we met een systeem te maken hebben dat een hoge mate van zekerheid biedt, of bood. Dan kun je je nu eenmaal niet al te grote uitschieters veroorloven. In Angelsaksische landen werd minder zekerheid beloofd. Misschien was dat nog niet eens het grootste probleem. Mensen moesten daar veelal zelf bepalen hoe hun pensioenpremies werden belegd en waren vaak de dupe van beroerd advies. De portefeuille werd niet alleen in aandelen belegd, maar vaak ook nog in aandelen van het eigen bedrijf. Er was nauwelijks sprake van risicospreiding. Daarmee vergeleken is het Nederlandse systeem oneindig veel beter.’ ‘Toch is ook in Nederland sprake van een trend in de richting van het premiepensioen. Het pensioenfonds probeert dat geld zo goed mogelijk te beleggen, maar belooft niets. Het grote voordeel van zo’n systeem is dat het per definitie houdbaar is. Het biedt ook de mogelijkheid om risicovoller te beleggen, wat wellicht wenselijk is. Aan de andere kant bestaat het gevaar dat je hier geluk- en pechgeneraties mee creëert. Het maakt nu eenmaal een enorm verschil of je een oliecrisis meemaakt wanneer je twintig bent of wanneer je 65 bent, omdat je op latere leeftijd met meer pensioenkapitaal bent blootgesteld aan schokken op de financiële markten.’ Is dit een noodzakelijk gevolg van de individualisering in de samenleving? ‘Steeds meer pensioencontracten hebben elementen van een defined contribution karakter. Dat betekent overigens niet dat mensen op eigen houtje moeten gaan beleggen. Het pensioenfonds biedt allerlei mogelijkheden om hen bij te staan. We zitten in een fase waarin we een pas op de plaats moeten maken en serieus moeten kijken welke risico’s door individuen of door groepen moeten worden gedragen. Dat is precies waar de SER zich nu over buigt. We hebben daarvoor geen tijdslimiet genoemd, juist omdat we de tijd willen nemen om een zorgvuldig advies te formuleren.’ Tien jaar geleden leek de Europese pensioenmarkt open te gaan. Dat werd vanuit Brussel gestimuleerd. Nederland zou als pensioenexpert kunnen profiteren. Maar het lijkt niet erg te vlotten. Waar schort het aan? ‘Landen zijn bezig om de richtlijnen te implementeren. Dat vergt tijd. Maar er zijn voorbeelden van de werking van de interne markt. APG heeft een Italiaanse klant. Het kan dus wel.’ ‘Sommige uitvoeringsbedrijven zouden zelf wel meer buitenlandse klanten willen hebben, maar hun aandeelhouders, de bedrijfstakpensioenfondsen, bepalen soms dat dat niet binnen de strategie past.’ Zouden de aandeelhouders zich wat flexibeler moeten opstellen? ‘Ik wil niet praten over de individuele situatie bij fondsen, maar op een macroniveau zie je dat het verzamelde pensioenvermogen in Nederland de komende jaren onder druk staat. Demografisch gezien komt een flink deel van de pot tot uitkering. Zo bezien zou het verstandig zijn om de grenzen te openen. Op die manier kunnen we de opgebouwde expertise en de hooggekwalificeerde werkgelegenheid behouden. Denk aan alle dienstverlening aan pensioenfondsen. Door de pensioenfondsen open te stellen voor buitenlandse klanten is het mogelijk om dat vermogen op peil te houden.’ ‘Maar het is natuurlijk een reuze ingewikkeld probleem. In veel andere Europese landen is een grotere rol weggelegd voor pensioenverzekeraars. Hoe ga je daarmee om? De EU heeft een richtlijn uitgevaardigd waarop landen hun diensten ook aan andere landen kunnen aanbieden. De socialezekerheidswetgeving en het arbeidsrecht zijn nog nationaal bepaald. Dat is complicerend. En het is natuurlijk ook een zorg dat wat we hier bereikt hebben, ondermijnd wordt door buitenlandse concurrentie. Er is dus vooralsnog geen eenduidig antwoord.’ ‘Een extra complicerende factor is dat de rente in hoge mate wordt bepaald door het monetaire beleid van de ECB. Daarbij wordt prioriteit gegeven aan de moeilijke positie waarin diverse lidstaten en banken terecht waren gekomen. Zij hebben belang bij een lage rentevoet. De pensioenfondsen en de pensioenverzekeraars hebben hier enorm onder te lijden. Samen met mijn Rotterdamse collega Casper de Vries en wijlen Guus Boender heb ik hiervoor in publicaties aandacht gevraagd. We pleiten voor een integrale macro-economische visie, waarin de belangen van deze sectoren op een inzichtelijke manier worden afgewogen door de centrale banken en andere externe toezichthouders.’ « Steeds meer pensioencontracten hebben elementen van een defined contribution karakter. // THEMA: DE TOEKOMST VAN ONS PENSIOEN
  • 13. 1 1 In 9 out of the past 10 years (since 31 December 2003) the Best Styles Global strategy outperformed its benchmark; only in 2012 did the strategy lag the benchmark by 0.1%. Over the period as a whole the strategy thus outperformed its benchmark by 30.6%. Source: Update I/2014, updatemagazinonline.com. 2 Source: Greenwich Associates 2014 Continental European Institutional Management Research. Date: August 2014. Investing involves risk. The value of an investment and the income from it could fall as well as rise and investors might not get back the full amount invested. A performance of the strategy is not guaranteed and losses remain possible. Past performance is not a reliable indicator of future results. This is a marketing communication issued by Allianz Global Investors GmbH, www.allianzglobalinvestors.com, an investment company with limited liability, incorporated in Germany, with its registered office at Bockenheimer Landstrasse 42–44, 60323 Frankfurt/Main, registered with the local court Frankfurt/Main under HRB 9340, authorised by Bundesanstalt für Finanzdienstleistungsaufsicht (www.bafin.de). Allianz Global Investors GmbH has established a branch in the Netherlands – Allianz Global Investors GmbH, Netherlands Branch – which is subject to limited regulation by the AFM (www.afm.nl). Date: January 2015. Best Styles Global 16-years blending risk premiums Even in volatile capital markets there is one constant factor: risk premiums. Harnessing them is a common aim when investing in bonds or currencies. It is a less familiar strategy when it comes to the active management of equities – but it can be just as successful. Best Styles Global is a multi-factor smart beta approach that we have been implementing successfully since 1999. Thanks to a risk- controlled mix of investment styles, corresponding risk premiums are earned reliably – and remain largely unaffected by the economic and market environment. Best Styles aims for above-average1 and stable returns in the future. allianzgi.com For more information please contact AllianzGI Netherlands: Robert Koopdonk +31 (0) 88 5773 146 Peter van Meerveld +31 (0) 88 5774 247 Robert.Koopdonk@allianzgi.com Petervan.Meerveld@allianzgi.com 2
  • 14. NUMMER 3 / 201512 FINANCIAL INVESTIGATOR Foto’s:RuudJonkersFotografie // COVERVERHAAL
  • 15. NUMMER 3 / 2015 13FINANCIAL INVESTIGATOR ‘Er wordt veel geroepen over pensioenen, wat er allemaal veranderd moet worden, noem maar op, maar dan gaan we voorbij aan het feit dat we een heel goed pensioenstelsel hebben’, zegt Nicole Beuken, directeur van het ABP. ‘We moeten kijken naar wat goed is, en naar wat we kunnen verbeteren, moderniseren, om te zorgen dat het stelsel blijft passen bij de arbeidsrelatie.’ De drie andere aanwezigen knikken heftig ‘ja’. Klaartje de Boer, die zich bij de Vakcentrale voor Professionals (VCP) bezighoudt met pensioen, is nog iets stelliger: ‘Om ervoor te zorgen dat iedereen mee wil blijven doen, moeten we onderdelen van het stelsel aanpassen’. Beuken en De Boer hebben net een forumdiscussie op het ViiP- congres achter de rug met Achmea’s divisievoorzitter Pensioen en Leven, Bianca Tetteroo en salesdirector Institutional Services bij Kasbank, Larissa Gabriëlse. Maar de vraag of ze daarover nog iets willen zeggen, wordt enthousiast opgepakt. ‘De sector heeft goede beleggingsresultaten bereikt, maar dat komt in de media niet goed naar buiten’, zegt Tetteroo. Alle aandacht is immers gericht op de dekkingsgraad, die zwaar onder druk staat vanwege ontwikkelingen waar de pensioenfondsen helemaal niets aan kunnen doen: de lage rente en het feit dat we langer leven. ‘We hoeven het stelsel niet te veranderen, de fundamenten van collectiviteit en solidariteit zijn goed. We moeten echter Pensioenstelsel is toe aan modernisering ‘Keuzevrijheid leidt tot extra kosten en tast collectieve karakter aan’ Pensioenfondsen moeten zich aanpassen aan de veranderingen in de samenleving. Maar hoe? Moeten alle werkenden worden verplicht bij te dragen? Een debat over zzp’ers, jongeren, perversiteit en de noodzaak van een financieel paspoort. Door René Bogaarts Bianca Tetteroo is sinds 2012 Divisievoorzitter van Pensioen & Leven van Achmea. Vanaf 2009 was ze Chief Financial Officer van Syntrus Achmea. Voor die tijd vervulde ze diverse functies bij Fortis. Tetteroo studeerde Accountancy aan Nivra-Nijenrode. CV
  • 16. FINANCIAL INVESTIGATOR NUMMER 3 / 201514 FINANCIAL INVESTIGATOR Daarom zouden onderwerpen als deeltijdpensioen en een flexibele AOW meer onder de aandacht gebracht moeten worden.’ In de forumdiscussie pleitte De Boer ervoor dat alle werkenden verplicht iets voor hun pensioen zouden moeten regelen. Wat vinden de anderen daarvan? Beuken: ‘In algemene zin ben ik voor verplichtstelling, want veel mensen kunnen die lange termijn tot aan hun pensioen niet overzien. De verplichte pensioendeelname voorkomt dat over dertig, veertig jaar problemen ontstaan. Of ook zzp’ers zouden moeten bijdragen, is een politieke kwestie. Dat hangt af van de vraag hoe je je arbeidsbestel wilt inrichten. Veel bewuste zzp’ers zijn namelijk best in staat hun pensioen te regelen, maar veel mensen die uit het arbeidsbestel vallen, zijn dat niet. Het is iets waar je niet eenvoudig ja of nee op kunt zeggen.’ Als Tetteroo zegt dat de aanvulling op de AOW niet per se via een verplichte deelname aan een pensioenfonds hoeft, maar dat mensen zich bijvoorbeeld ook kunnen verzekeren, valt De Boer haar in de rede. ‘Ik kies voor eenvoud, want anders worden alleen verzekeraars en financiële adviseurs er beter van. Ik geloof in de kracht van pensioenfondsen als sociaal- maatschappelijke instellingen zonder winstoogmerk. Die zouden het vehikel moeten zijn voor die aanvulling.’ Tetteroo is weliswaar ook voor enige vorm van verplichting, maar houdt vol dat mensen zelf kunnen bepalen of ze iets buiten een pensioenfonds willen regelen. ‘Er zijn criteria op te stellen, bijvoorbeeld dat je zoveel procent van je loon opzij zet. Toon maar aan hoe je dat geregeld hebt.’ Beuken kijkt er van een heel andere kant tegenaan. ‘Als pensioensector moeten we mensen kunnen faciliteren. Als iemand als zzp’er in dezelfde sector blijft werken, zou hij bij zijn oude pensioenfonds moeten kunnen blijven. Dat mag nu niet. En aan de andere kant, als mensen echt niet willen, zou je een verplichtstelling met opt-out-mogelijkheid moeten hebben. Waarom zou je een consultant of vrije kunstenaar die kan leven van duizend euro per maand, ergens toe verplichten? Die heeft straks voldoende aan zijn AOW. Voor ons geldt alleen: hoe kunnen we de mogelijkheden verruimen?’ Tijdens het ViiP-congres werd uitgebreid gesproken over het belang van vrouwen op topposities in de pensioenwereld. De Gouden Pump, de prijs voor de organisatie die daar het afgelopen jaar het meest aan gedaan heeft, ging naar het ABP. Maar ook de rol van jongeren kwam aan de orde. ‘Ik vond de presentaties van de jongeren van PensioenLab erg leuk’, opent Gabriëlse de discussie. De Boer: ‘Ik hoor vaak mensen om me heen zeggen dat ze geen jongeren zien die belangstelling hebben voor de pensioenwereld. Die opmerkingen kan ik niet plaatsen, want ze zijn er wél. Ze willen niet meteen meebeslissen, maar wel meepraten en betrokken worden. PensioenLab is een van de manieren waarop ze zich daarop kunnen voorbereiden.’ Ook Beuken Klaartje de Boer studeerde Management, Economie en Recht aan de HEAO, en volgde daarna een doctoraalstudie rechten aan de Universiteit Tilburg. Sinds 2009 is ze Beleidsadviseur Arbeidsomstandigheden en Pensioen bij de Vakcentrale voor Professionals (VCP). De Boer is lid van de pensioencommissie van de SER en de pensioenwerkgroep van de Stichting van de Arbeid. Ze is een van de oprichters van Pensioenlab, een door vakbonden opgericht platform voor jongeren. CV voorkomen dat die solidariteit pervers wordt en er scheefgroei ontstaat. Dat mensen langer moeten werken omdat ze ouder worden, is prima, maar we mogen geen pech- en gelukgeneraties krijgen’, zegt De Boer. Beuken schudt haar hoofd. ‘Dat beeld van perverse scheefgroei wordt vaak opgeroepen, maar ik heb nog geen berekening gezien waaruit dat blijkt. Via een pensioenfonds dek je risico’s in je inkomensvoorziening af die je niet in je eentje kunt dragen, zoals ouderdom, ziekte en arbeidsongeschiktheid. Als je je halve leven premie voor een brandverzekering betaalt maar nooit brand krijgt, kun je zeggen dat je voor niks betaald hebt. Dat is vervelend, maar wie wel brand heeft gehad, is er blij mee. Zulke risico’s moet je met z’n allen dragen, ook bij pensioenfondsen.’ Gabriëlse zegt zich toch zorgen te maken. ‘We moeten tot ons zeventigste werken, maar zijn we daar geestelijk en fysiek wel toe in staat? Moeten werkgevers niet verplicht worden een bepaald percentage ouderen aan te nemen? Dat is natuurlijk een politieke afweging, maar het raakt de pensioensector wel. Als mensen eerder ontslagen worden, leidt dat immers tot minder financiële instroom in de pensioenfondsen. Dat brengt risico’s met zich mee.’ De Boer: ‘Dat is een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid. // COVERVERHAAL
  • 17. NUMMER 3 / 2015 15FINANCIAL INVESTIGATOR Larissa Gabriëlse is sinds 2012 Sales & Business Development Directeur International Services bij KAS BANK. Daarvoor vervulde ze uiteenlopende functies bij financiële instellingen als Schretlen & Co, Rabobank en Delta Lloyd. Gabriëlse is Bestuurslid van de vereniging Vrouwen in institutioneel Pensioen (ViiP). Ze is Bestuurslid en Mede-oprichter van de businessclub Duin & Kruidberg. CV merkt dat de belangstelling voor pensioenen de laatste jaren bij ABP toeneemt, ook bij jongeren. De stelling dat alle commotie over pensioenen, dekkingsgraad en scheefgroei dus ook een zegen is geweest, wordt met instemmend gelach begroet. ‘Dat is absoluut waar. Het beste wat je kunt doen om mensen zich bewust te laten worden van pensioenen, is de uitkering een paar keer korten’, zegt Beuken. ‘Als het minder gaat, gaan mensen zich zorgen maken. Andersom geldt dat ook. Als we de uitkeringen een paar jaar indexeren, zullen mensen denken dat het allemaal wel goed komt en in slaap gesust worden.’ ‘Daarom vind ik het voorstel van PensioenLab om mensen een ‘financieel paspoort’ te geven, zo mooi’, zegt Gabriëlse. PensioenLab, een forum voor in pensioen geïnteresseerde jongeren, wil een systeem dat iedereen in staat stelt voortdurend zijn financiële positie te beoordelen, ook wat pensioen betreft. ‘Met zo’n systeem bed je financiële planning in de denkwijze van mensen in. Dat zou ook inzicht moeten geven in de mogelijkheid om deeltijdpensioen te nemen, te schuiven met de ingangsdatum of de mogelijkheid om een deel van je pensioen binnen bepaalde grenzen eerder te laten uitbetalen’, aldus Gabriëlse. ‘Je zou mensen de mogelijkheid moeten geven een tijdlang extra in te leggen of misschien iets minder, zzp’ers om toe te treden, of om eventueel met iets meer risico te beleggen’, zegt Beuken. De Boer is dat met haar eens, maar stelt meteen vragen bij het uitbetalen van een aanzienlijk vast bedrag op één bepaald moment. ‘Dan kom je aan de wortels van het pensioenstelsel, dan moet je mensen heel goed informeren.’ Beuken: ‘Het is de vraag wat kan en wat mensen willen. Je moet goed bedenken dat meer keuzevrijheid ook meer kosten met zich meebrengt. Dat het geheel complexer wordt, en daardoor lastiger uit te leggen. Hoe zit het dan met de zorgplicht die je als pensioenfonds hebt? Het raakt ook het draagvlak van een pensioenfonds. Als je meer te kiezen hebt, kan er minder collectief gedaan worden omdat je moet vaststellen van wie welk deel van het pensioenvermogen is. Je zou dus ook eens moeten kijken naar de mogelijkheden van premieregelingen. Wat doe je collectief en wat zijn mengvormen?’ De anderen knikken. ‘Als het draagvlak te klein wordt, heeft het ultiem collectieve pensioenstelsel met risicodeling weinig toekomst’, aldus De Boer. « Nicole Beuken is sinds 2008 Directeur van het ABP. Ze begon in 1986 bij het pensioenfonds, waar ze allerlei functies bekleedde. Van 1994 tot 1999 werkte ze bij Uitvoeringsorganisatie Sociale Zekerheid voor Overheid en Onderwijs. Daarna werd ze Secretaris van de directieraad en het bestuur van het ABP. Beuken studeerde twee jaar aan de technische hogeschool Eindhoven en daarna Sociologie aan de universiteit van Nijmegen. Ze is Toezichthouder bij een pensioenfonds, een bank en het onderwijs. CV
  • 18. NUMMER 3 / 201516 FINANCIAL INVESTIGATOR Vrouwen zijn in de institutionele beleggingswereld nog steeds in de minderheid. Verder valt het me op dat de vrouwen die werkzaam zijn in de financiële industrie meestal het ‘softe werk’ doen, zoals administratie, marketing of business development. De kerntaken van vermogensbeheer worden daarentegen veelal vervuld door mannelijke management- executives, portfoliomanagers of handelaren. Vrouwen geven zin aan de industrie Wie de discussie start over vrouwelijke quota of begint over het glazen plafond krijgt dan, vreemd genoeg, meestal opgetrokken wenkbrauwen. Omdat Nederland een van de meest geëmancipeerde landen in de wereld is, wordt het argument dat vrouwen een top-down opgelegd quotum nodig hebben om door te kunnen stromen naar hogere managementfuncties, gezien als betuttelend. Kunnen vrouwen het niet op eigen houtje? Dat vrouwen ondervertegenwoordigd zijn op de werkvloer vanwege mindere capaciteiten, kan het argument niet zijn. Uit statistieken van de OESO blijkt dat vrouwelijke studenten sneller afstuderen en betere cijfers halen dan hun mannelijke tegenhangers1 . Als het niet gaat om capaciteiten, is het dan misschien de structuur van de industrie zelf die zorgt voor vrouwelijke ondervertegenwoordiging? Is de financiële sector niet interessant genoeg voor vrouwelijke talenten? Mijn stelling is dat zingeving voor vrouwen net zo belangrijk is als salaris, zo niet belangrijker. Vrouwen staan stil bij de vraag wat het maatschappelijke nut van de financiële sector is: voor een persoon, een groep, en voor de samenleving in het algemeen. In vermogensbeheer zijn organisaties vaak opgesplitst in specialistische onderdelen, waarbij elke afdeling deel uitmaakt van de totale dienstverlening. Daarbij wordt vaak het grotere doel uit het oog verloren. De mensen die samen het werk uitvoeren, hebben vervolgens te weinig het besef dat hun werkzaamheden gaan over ‘het organiseren van een goed leven voor de ouderen’ of ‘het helpen groeien van een onderneming’. Vrouwelijke medewerkers (ook de nieuwe generatie) hebben naar mijn overtuiging meer voeling met deze manier van denken. Hoewel er natuurlijk uitzonderingen zijn, hebben vrouwen meer de neiging om vormen van samenwerking te zoeken. De financiële sector van nu is meer ingesteld op concurrentie dan op samenwerking. Dat versterkt het imago van individuen die eigenbelang nastreven in plaats van echte aandacht te geven aan de samenleving. Hier keert de publieke opinie zich vervolgens sneller van af. Maar de wereld om ons heen staat niet stil. Er is beslist hoop voor degenen die streven naar meer vrouwen in de financiële sector. Het begrip ‘too big to fail’ heeft veel instellingen er namelijk toe gedwongen om hun doelstellingen te heroverwegen. Als het systeem kleinschaliger zou worden en ondernemender, is samenwerking niet langer een leuke bijkomstigheid maar een ‘must’. En samenwerkende omgevingen trekken nu juist vrouwen aan, en zijn omgevingen waarin getalenteerde vrouwen gedijen. CFA Institute, de vereniging voor professionals in de beleggingsindustrie, geeft op weg hier naartoe al een schot voor de boeg. Zij heeft in haar missie opgenomen dat ‘we richting geven aan de hoogste beginselen voor professioneel gedrag door het stimuleren van ethiek, onderwijs en professionele expertise, ten bate van de samenleving’. En daar gaat het om, een doel dat in potentie meer brengt dan individuele genoegdoening, en dat betekenis geeft aan de mensen die voor meer gaan dan alleen het geld en de concurrentie. Vrouwen voorop! « // COLUMN Door Rani Piputri, Board Member van CFA Society Nederland Foto:ArchiefCFASocietyNederland 1) Bron: http://www.oecd.org/edu/skills-beyond-school/ educationataglance2011oecdindicators.htm
  • 19. WE ENGINEER SMART BETA. Your challenge Maximize Sharpe Ratio Our solution Smart Allocation of Risk Budgets QUANT. MADE IN GERMANY www.quoniam.com
  • 20. NUMMER 3 / 201518 FINANCIAL INVESTIGATOR // WETENSCHAP EN PRAKTIJK IK KIJK NIET WEG ‘My life amounts to no more than one drop in a limitless ocean. Yet what is any ocean, but a multitude of drops?1 ’ Financial Investigator sprak met Anna Grebenchtchikova. Mijn hele volwassen leven zit ik al bij een vakbeweging. Als achttienjarige studente startte ik een Universiteits- raadspartij omdat voor mijn gevoel de studenten in de Universiteitsraad meer hun eigen carrièrebelang behartigden dan de studentenbelangen in het alge- meen. Het lidmaatschap van de Universiteitsraad staat goed op je CV. Als je dat vooropstelt, loop je kans dat je de meer pijnlijke punten in de discussie laat liggen. Die worden dan onvoldoende gehoord. Tegelijk zijn Universiteitsbesturen niet geneigd deze punten aan te horen, daar is sinds 1996 de universitaire bestuurs- opbouw niet meer naar. Toen besloot de politiek dat universiteiten geprofessionaliseerd moesten worden. Er kwam een managementlaag boven de academische gemeenschap. Gevolg: de academische gemeenschap wordt slecht gehoord. Het deel ervan dat nog het best van zich kan laten horen is de Universiteitsraad. Voor academisch personeel heeft het vaak niet de voorkeur om plaats te nemen in deze raad: hun grote onderwijs- en onderzoeksverplichtingen laten geen tijd over voor raadswerk. Studenten zetelen vaak maar een jaar in de raad. Voor sommige studenten is het helaas een variant op een bestuursjaar en is een goed CV opbouwen belangrijker dan dringende maar lastige onderwerpen aanstippen. Niet gehoorde problemen kunnen zich opstapelen en immense proporties gaan aannemen. De niet gehoorde problemen op universiteiten zie ik als een van de belangrijkste oorzaken van het recente Maagdenhuisprotest, zoals ik onlangs bij Buitenhof heb aangegeven. Later kwam ik zelf in de Universiteitsraad. Van daaruit ging ik naar de Landelijke Studenten Vakbond, om landelijk de medezeggenschap te coördineren. Op een goed moment nam mijn interesse in de onderwijs- discussie af. Die discussie is belangrijk en interessant, maar hetzelfde spel wordt eindeloos herhaald. De kern is altijd dat er minder geld komt. Ik wilde iets gaan doen dat me opnieuw kon uitdagen. Dat werd het thema jeugdwerkloosheid, bij het FNV. Veel van wat we daar toen deden vind je terug in de huidige jeugd- werkloosheidswetgeving. Vanuit het FNV-ledenparlement maakte ik vervolgens de stap naar pensioen. Ik ben nu voorzitter van de Pensioencommissie van CNV- jongeren. FNV-Jong en CNV-Jongeren werken nauw samen op het pensioendossier. Ze vullen elkaars kennis aan en zijn geen tegenstanders maar vaak juist twee handen op één buik. Wel ieder met eigen specialismen, zoals bijvoorbeeld Wajong voor CNV-Jongeren. Als twee aparte jongerenorganisaties zouden we in het krach- tenveld van de pensioendiscussie ook veel minder sterk staan. De pensioenbewustzijnsdiscussie met jongeren voer ik met groot plezier. Ondertussen studeer ik wiskunde en linguïstiek. Dat gaat niet snel, omdat ik er zoveel din- gen bij doe. Wat pensioen zo interessant maakt, is dat er zoveel verschillende aspecten aan zitten. Met elkaar moeten we alle puzzelstukjes tot een passend geheel zien te maken. De ontwikkeling naar DC vind ik heel Door Lies van Rijssen Anna Grebenchtchikova Foto:YanickvanAltena
  • 21. NUMMER 3 / 2015 19FINANCIAL INVESTIGATOR natuurlijk. DB is helaas niet houdbaar in een vergrij- zende samenleving met een flexibele arbeidsmarkt. Ik vind de DB/DC-discussie overigens nogal bekrompen en de angst voor DC ongegrond. Alsof je DC niet supergoed zou kunnen inrichten zodat werknemers een ruim pensioen krijgen. Dat pensioen is alleen niet vooraf gedefinieerd. De uitvoering doe je op een financiële markt waar helaas niet veel zekerheden zijn. DC kan een oplossingsrichting zijn. Maar misschien moet je nog veel flexibeler zijn en het huizenbezit van mensen betrekken in de pensioendiscussie. Je als jonge blonde vrouw tussen de grijze mannen van pensioenland begeven, geeft allereerst aanleiding tot een hele stroom grapjes. Dat is de makkelijke kant. Zeker heb ik het gevoel dat ze naar een jongere luisteren. We krijgen alle ruimte om onze mening te geven en worden uitgenodigd voor seminars en congressen. Ook bij het afgelopen wetgevingstraject over het nFTK vond ik dat de politiek ons goed hoorde. Dat geldt ook voor de SER. Tegelijk zijn er bijna geen jongeren onder pensioenfondsbestuurders te vinden - dat vind ik jammer. Daarom zijn CNV-Jongeren, FNV-Jong en VCP-Young Professionals recent met een Pensioen- kweekvijver, voor jonge pensioenfondsbestuurders, gestart. De pensioensector steunde ons initiatief van harte. Ik hoop dat ze nu uit de kweekvijver gaan vissen. Wij willen graag meedoen en als de ouderen dat ook willen, dan zeg ik ‘laten we morgen beginnen!’ Maar ik weet ook wel dat in de pensioensector veranderingen niet zo snel gaan. Over een toekomstdiscussie doe je ongeveer tien jaar. PensioenLab, initiatief van CNV-Jongeren, FNV-Jong en VCP-Young Professionals, bevordert een goede discussie zeker. Doel is de belangen van jongeren op pensioen- thema’s behartigen. Door ze te informeren, betrekken, op te leiden en hun stem te laten horen. We hebben diverse thema’s op de agenda gezet: de doorsnee- systematiek, diversiteit, hoe deeltijdpensioen ingevuld zou kunnen worden in combinatie met een flexibele AOW. We zijn in het SER-advies genoemd en er komt een Deze advertentie is uitsluitend bedoeld voor professionele beleggers en is ongeschikt voor particuliere beleggers om hun beleggingsbeslissingen op te baseren. De waarde van beleggingen en van de inkomsten daaruit kan zowel dalen als stijgen en het is mogelijk dat beleggers minder dan hun inleg terugkrijgen. Uitgegeven door Vanguard Asset Management, Limited, dat in het VK is goedgekeurd door de Financial Conduct Authority en onder haar toezicht valt. © 2014 Vanguard Asset Management, Limited. U staat als klant centraal (Dat is onze tweede natuur) De Vanguard Group Inc. bracht in 1976 het eerste indexfonds op de markt en is thans één van de grootste vermogensbeheerders voor particuliere en institutionele beleggers ter wereld. We hebben de afgelopen 35 jaar een degelijke reputatie als expert in indexfondsen opgebouwd. Waarom neemt u de proef niet op de som? Informeer eens wat onze indexexpertise voor u kan betekenen. vanguard.nl 020 - 575 2580 Experience the Vanguard difference. VAN10750 145x180mm_INSTITUTE_DUTCH_Financial Investigator ad.indd 1 06/05/2015 11:16 advertentie
  • 22. NUMMER 3 / 201520 FINANCIAL INVESTIGATOR // WETENSCHAP EN PRAKTIJK Ik ben geboren in Moskou. Na de val van de Sovjetunie kwam ik met mijn ouders hier. Literatuur was belangrijk bij ons thuis. Een boek dat mijn ouders graag bespraken is ‘De meester en Margarita’, het meest Russische boek dat ik me kan voorstellen, met pilatisme2 als hoofd- thema. Het is een aanklacht tegen die houding. Ik ben opgevoed met het idee dat je niet mag wegkijken in moeilijke situaties, maar je verantwoordelijkheid moet nemen. Er is in de geschiedenis van Rusland veel misgegaan omdat mensen dat niet deden. Twintig miljoen Russen kwamen om in de Tweede Wereldoorlog. Velen wisten wat er aan het gebeuren was maar keken de andere kant op. Maar dan word je wel deel van het probleem en medeverantwoordelijk. Om stappen te zetten hoeft wat jij doet niet per se dragend te zijn. Ook hoef je niet alles te weten voor je begint - dat kan ook niet. Soms is het gewoon beter ergens te beginnen, en te zien waar je uitkomt. Hopelijk kom je dan uit bij wat Reve zei: ‘Het is gezien, het is niet onopgemerkt gebleven.’3 Dat je jong bent helpt dan wel. Je zit nog niet zo vast aan omstandigheden die je moet bescher- men. Je hebt nog ruimte, ook om verkeerde stappen te zetten en dat later goed te maken. Natuurlijk ben ik net als iedereen bang om fouten te maken. Maar ik ga ervan uit dat ik ze maak. En hoop dat ik ze achteraf kan zien om ervan te leren. Ik lees gemiddeld twee boeken per week, literatuur maar ook complete prut. Mijn vier favoriete boeken: Honderd jaar eenzaamheid van Márquez, The Wave van Virginia Woolf, Catch 22 van Heller en De meester en Margarita van Boelgakov. Ooit danste ik zes uur per week, klassiek. Nu alleen nog af en toe. Vanavond ga ik naar de Dame met de camelia’s. Emotioneel stuk. Afgelopen weekend woonde ik in de Weense Staats- opera een ballet bij. Schrijven doe ik ook graag. « samenwerking met NETSPAR. PensioenLab begint een serieuze speler te worden, een denktank van zeventig jongeren, van financieel adviseur tot supermarktmana- ger. Deze maand hebben we bij PGGM ons jaarlijkse Eindevent. Daar zijn politici bij en veel fondsbestuurders. We hebben met PensioenLab echt experts in ons midden, mensen die meestal nog niet door het politieke spel zijn meegevoerd. Jongeren die echt geboeid zijn door pensioen, ze bestaan! Voor een nieuw stelsel wens ik dat iedere werkende recht heeft op een aanvullend pensioen. Nu is dat niet zo, ik doel op zzp-ers. Daarom ben ik voor een algemene pensioenplicht. Je hebt zzp-ers die echt willen ondernemen en zzp-ers die werken in sectoren waarin je helaas alleen zzp-er kan worden. De zzk-ers: zelfstandigen-zonder-keus. Ik snap de moeite van die echte ondernemersgroep met verplicht pensioen en ken vooral jongeren die hiermee worstelen. Vaak stellen ze het besluit om pensioen te gaan opbouwen lang uit en creëren ze zo een groot pensioengat. Maar bij een goed ondernemingsmodel hoort ook ‘je eigen voortbestaan passend regelen’. Starters moeten de eerste drie jaar allerlei verruiming kunnen krijgen en ook opting out. Zzk-ers moeten in het pensioenfonds van hun oude werkgever kunnen blijven. Belast het werkgeversdeel gewoon net als bij BTW door aan de werkgever. Als je dit goed vormgeeft, is dat het startpunt om de rest van het arbeidscontract te herzien ter voorkoming van enorme pensioengaten. Ik hoop ook dat collectief pensioen behouden blijft. Het hele idee van pensioen is prachtig. Nederland is een land van sterke arbeidsvoorwaarden. Oorspronkelijk ook van een sterke vakbeweging. Dat we een kapitaal- gedekt stelsel hebben, is goed. Hopelijk kunnen we dat behouden. Maar als de rente zo extreem laag blijft, en zelfs onder de inflatie komt, dan is het misschien slim om niet meer te sparen en moet je wel naar omslag. Maar daar zijn we gelukkig nog lang niet. Ga wel de scenario’s na en blijf niet hopen op de bekende groei- scenario’s. Bedenk ook dat we niet bepaald de demo- grafische omstandigheden hebben om een enorme boom in te gaan. Pensioen mag van mij een arbeidsvoorwaarde blijven, vormgegeven door werkgevers en werknemers! 1) Anna citeert hier uit Cloud Atlas (David Mitchell). 2) Handelen op de manier van Pontius Pilatus: wegkijken. 3) Slotzin van De avonden van Gerard Reve. • Je wordt medeverantwoordelijk als je wegkijkt van moeilijke situaties • Laat besturen gebruik gaan maken van Pensioenkweekvijver van PensioenLab met jonge potentiële pensioenfonds- bestuurders • Er moet een algemene pensioenplicht komen • Ons pensioenstelsel moet van werkgevers en werknemers blijven! PensioenLab begint een serieuze speler te worden, een denktank van zeventig jongeren, van financieel adviseur tot supermarktmanager.
  • 23. NUMMER 3 / 2015 21FINANCIAL INVESTIGATOR Zorgvastgoed kan uitgroeien tot een volwaardige categorie in de vastgoedportefeuille van institutionele beleggers. Een aantrekkende vraag en een verouderd aanbod in combinatie met een terugtrekkende overheid maakt zorgvastgoed tot een interessante groeimarkt. Zorg wordt een echte beleggings- categorie In opdracht van IVBN is er onderzoek verricht, dat de markt voor zorgvastgoed definieert en verkent. Hieruit blijkt dat de markt voor zorgvastgoed voldoende massa heeft, maar dat veel bestaand zorgvastgoed (nog) onaantrekkelijk is om in te beleggen. Verwacht wordt dat de verschillende segmenten verder opschuiven naar ‘investment grade’. Verder laat het onderzoek zien dat de rendementen voor zorgvastgoed vergelijkbaar lijken met andere vastgoedsectoren. Zorgvastgoed is een aparte markt, met eigen wetgeving en specifieke vraag- en aanbodverhoudingen. De meeste zorg- instellingen zijn solide huurders. Als de gebouwen met een voor beleggers geschikte omvang (tussen 2.000 m² en 100.000 m²) worden beschouwd, heeft de zorgmarkt een omvang van 34 mln m². Daarvan staat ruim 5 mln m² in de G4 en bijna 10 mln m² in de G32. Bijna 10 mln m² is gebouwd na de eeuwwisseling. De investeringen door institutionele beleggers in Nederlands zorgvastgoed zijn tot op heden beperkt, zeker afgezet tegen andere asset classes. Het gaat om circa € 100 mln aan beleggingen in cure vastgoed (gecombineerde praktijken en dergelijke) en € 700 mln in de care (zoals verzorgings- en verpleeghuizen en gehandicaptenzorg). Doordat wonen en zorg zijn losgekoppeld onder de nieuwe wetgeving, biedt deze categorie volgens de onderzoekers de beste beleggingskansen. Wel gaapt er nog een enorme kloof tussen de vastgoed- en de zorgsector. Bij zorgvastgoed gaat het om de menselijke maat en de kwaliteit van het leven. Tot voor kort bouwden zorginstellingen volgens de normen van het College Bouw, waarbij alles achteraf werd vergoed. Die werkwijze heeft kolossen opgeleverd waarnaar nu geen vraag meer is. Het leidde tot weinig innovatie. Zorginstellingen moeten nu zelf het risico van nieuwe vastgoedontwikkelingen dragen. Veel zorginstellingen moeten nog een omslag maken naar deze nieuwe manier van werken. Ze zullen moeten leren een goede businesscase op te stellen op basis van een gedegen analyse van de vraag. Dit is nodig bij de zoektocht naar financiering. Vastgoedpartijen en zorginstellingen zullen coalities moeten vormen om hierop in te spelen. Door deals met ontwikkelaars en beleggers te sluiten over de herontwikkeling van verouderd vastgoed, zijn zorg- instellingen in staat hun balans te verkorten. De rol van pensioenfondsen moet beperkt blijven tot het beleggen in het zorgvastgoed; zij kunnen immers niet zelf gaan ontwikkelen. Het uitgangspunt voor beleggingsvastgoed is dat gebouwen te gebruiken zijn voor verschillende groepen. De overheid heeft een duidelijke beleidslijn: mensen moeten zo lang mogelijk thuis blijven wonen met zorg aan huis. Investeringen in zorgvastgoed die dat mogelijk maken, hebben veel toekomst. Zorg moet kunnen worden ingeroepen op het moment dat het echt noodzakelijk is. Gelet op de kloof tussen zorginstellingen en beleggers zullen beide partijen elkaar moeten leren kennen. Beleggers zullen de taal van de zorg moeten leren spreken. Zo is bijvoorbeeld een ‘zzp-er’ geen zelfstandige zonder personeel, maar een zorgzwaartepakket. Aanbevelingen waarmee het rapport afsluit, betreffen: voldoende schaalgrootte, het bevorderen van privéklinieken en privétehuizen, een betere beschikbaarheid van gegevens over zorggebruik en vastgoed, het doorzetten van de scheiding tussen wonen en zorg, en transparante (en voorspelbare!) beleidsingrepen. « // COLUMN Door Frank van Blokland, directeur van de Vereniging van Institutionele Beleggers in Vastgoed Nederland (IVBN) Foto:ArchiefIVBN
  • 24. NUMMER 3 / 201522 FINANCIAL INVESTIGATOR // DE TOEKOMST VAN ONS PENSIOEN Financial Investigator legde een 15-tal pensioenprofessionals een drietal vragen voor over ons pensioenstelsel: Waar liggen de grootste kansen en uitdagingen voor ons pensioenstelsel in de komende jaren, hoe gaat ons huidige stelsel zich ontwikkelen en wat is de invloed van Europa op ons huidige pensioenstelsel? Door Jolanda de Groot DETOEKOMST VANONSPENSIOEN
  • 25. NUMMER 3 / 2015 23FINANCIAL INVESTIGATOR Foto:ArchiefAnneGram Behoud de collectiviteit van uitvoering en risicodeling in de tweede pijler. Anne Gram, CFA, Adviseur beleggingscommissies en lid van raden van toezicht van pensioenfondsen Foto:ArchiefHedwigPeters >‘Een slimme meid is op haar toekomst voorbereid’. Dit was een slogan in 1989 van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om vrouwen te stimuleren een vak te leren en financieel zelfstandig te worden. Helaas werd bij de campagne een component vergeten: de financiële bewustwording zowel tijdens als na het werkzame leven. Laten we nu de kans aangrijpen om te werken aan financiële educatie voor iedereen. Het moet duidelijk zijn dat geld dat tijdens het werkzame leven opzij is gezet, niet zonder meer een goed pensioen oplevert. Iedereen is op enigerlei wijze belegger en iedereen heeft belang bij goed functionerende kapitaalmarkten. De financiële sector is niet eng. Niemand kan en mag zich onttrekken aan basale kennis. Dit besef dient al vroeg in het schoolsysteem te worden ingebouwd. Autorijden vanaf 16,5 jaar? Dan financiële educatie vanaf 9 jaar. Decennialang konden bestuurders en adviseurs gebruik maken van modellen waarmee wij onze aannames over de inrichting van beleggingsportefeuilles konden toetsen. Met een rente rond het nulpunt, aandelenkoersen die fors zijn opgelopen, omvangrijke derivatenposities gebaseerd op de extreem lage rente en de hoge aandelenkoersen, in combinatie met zeer snelle handelssystemen, geldt meer dan ooit: ‘Rendementen uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst’. Veronderstelde correlaties zullen zich onder stress anders gedragen. Ook voor een langetermijnhorizon geldt, dat een groot gevaar schuilt in het blind blijven volgen van modellen gebaseerd op het verleden. Mijn advies is: blijf zelf nadenken. Hedwig Peters, Bestuurder en toezichthouder bij verschillende pensioenfondsen Laten we nu de kans aangrijpen om te werken aan financiële educatie voor iedereen. Waar liggen de grootste kansen en uitdagingen voor ons pensioenstelsel in de komende jaren? >Wat staat ons pensioenstelsel te wachten? De grootste uitdaging zal zijn om de sterke punten te behouden en tegelijkertijd het stelsel beter betaalbaar te maken. De grootste kans is om een nieuw stelsel vorm te geven waarin pensioenfondsen zich echt op de lange termijn kunnen richten in plaats van zich te focussen op korte termijn schommelingen van dekkingsgraden. We hebben in Nederland al een heel goed pensioenstelsel, vergeet dat niet! Een sterk punt van ons systeem is de combinatie van de AOW, de eerste pijler, met aanvullende pensioenen, de tweede pijler. In tegenstelling tot veel andere landen hebben wij een groot pensioenvermogen opgebouwd in die tweede pijler. Belangrijke elementen daarbij zijn collectiviteit en risicodeling. De betaalbaarheid van het stelsel staat echter onder druk door de steeds langer levende en vergrijzende bevolking. Dat dwingt ons te kijken naar landen zoals Denemarken, waar persoonlijke pensioenrekeningen bijdragen aan de transparantie, duurzaamheid en betaalbaarheid van het stelsel. Behoud daarbij de collectiviteit van uitvoering en risicodeling in de tweede pijler. Een bijkomend voordeel hiervan is dat de dekkingsgraad niet meer relevant is op fondsniveau. Richt de focus op de lange termijn doelstellingen en help deelnemers om deze te realiseren en de materie te doorgronden. Daarbij ben ik geen voorstander van een systeem waarbij er te veel keuzes aan de deelnemer worden overgelaten. Presenteer als goede huisvader de beste oplossing voor de ‘klant’ met hooguit een ‘opt-out’.
  • 26. NUMMER 3 / 201524 FINANCIAL INVESTIGATOR // DE TOEKOMST VAN ONS PENSIOENFoto:ArchiefTKPInvestments >Negatieve rente: het nieuwe afstempelen! Voor pensioenfondsen is het een uitdagende tijd. De lage rente leidt tot immer stijgende verplichtingen. De toezichthouder vraagt om risicomijdend gedrag en dat betekent veel beleggingen in staatsleningen. Dat is ook passend, want die hebben we nodig als diversificatie en als onderpand voor alle hedge instrumenten. Onder EMIR moet dat grotendeels kasgeld zijn, maar daarvoor hebben we nog even uitstel. Hoe dan ook, inmiddels betalen we zowel op kasgeld als op staatsleningen aan diverse Europese landen rente als we de inleg later nominaal wensen terug te krijgen. Dat is toch bizar? Tot vorig jaar werd geroepen dat korten ‘ultimum remedium’ was. Nu werken centrale banken eraan mee dat een deel van het vermogen per direct wordt afgestempeld. Welke boodschap moeten we aan onze deelnemers communiceren? Is het aanzwengelen van de Europese groei voldoende reden om mensen die goed gespaard hebben per direct te laten betalen? Of valt het te zien als een alternatieve vorm van vermogensbeheerkosten, waarbij bijvoorbeeld de Duitse Staat voor het ‘beheren’ van een nominale obligatie inmiddels meer vraagt dan een passieve index-beheerder bij een positieve rentecurve? De uitdaging is om de komende jaren alle facetten die aan het vermogensbeheer van pensioenfondsen kleven, goed te duiden en van een passend alternatief te voorzien. Dat biedt kansen voor nieuwe beleggingsvormen, zoals leningen aan het MKB en hypotheken. Dat lijkt optisch bezien duurder, maar dat is maar zeer betrekkelijk. Roelie van Wijk, Algemeen directeur TKP Investments De uitdaging is om de komende jaren alle facetten die aan het vermogensbeheer van pensioenfondsen kleven, goed te duiden en van een passend alternatief te voorzien. >Het pensioenstelsel van de toekomst is eenvoudig, betaalbaar, transparant, flexi- bel, overzichtelijk en goed communiceerbaar. De deelnemers moeten weten waar ze aan toe zijn. Feit is dat de pensioenbewustheid bij de gemiddelde Nederlander heel laag is. Pensioen zou een onderdeel moeten zijn van je financiële levensplanning. Het kunnen maken van een financiële levensplanning vergt een hoog financieel bewustzijn en hier- voor is van kinds af aan educatie nodig. Voor het pensioenstelsel in de toekomst is pensi- oenbewustheid noodzakelijk. De sterke elementen uit ons huidige pensioenstelsel, dat zijn strepen absoluut verdient, zouden we moeten combineren met vernieuwing. Belangrijk is dat de deelnemer zelf kiest en weet wat er mogelijk is. Je zou kunnen denken aan een pensioenregeling op basis van en middelloonregeling of een pensioenregeling op basis van een beschikbare premieregeling nieuwe stijl. De middelloonregeling is transparant gefinancierd en de werkelijke kostprijs van het pensioen is bij de deelnemer bekend, evenals het te ver- wachten pensioen. De beschikbare premieregeling is eenvoudig, uitlegbaar en biedt de mogelijkheid om middelen uit deze regeling te gebruiken voor bijvoorbeeld wonen, zorg en educatie. Jaarlijks wordt een helder overzicht verstrekt met de opgebouwde voorzie- ning en de te bereiken voorzieningen op basis van de door de deelnemer geformuleerde doelstellingen. Het komt erop neer dat er deels met behoud van het huidige stelsel gecombineerd met vernieuwing, een heel goed stelsel kan ontstaan. De randvoorwaarde is wel dat het bewustzijn rond financiële levensplanningen wordt verhoogd. Foto:ArchiefLUTOPEpensioenadvies Lucie Duynstee, Eigenaar en pensioendeskundige LUTOPE pensioenadvies Het pensioenstelsel van de toekomst is eenvoudig, betaalbaar, transparant, flexibel, overzichtelijk en goed communiceerbaar.
  • 27. NUMMER 3 / 2015 25FINANCIAL INVESTIGATOR Foto:ArchiefOrtecFinance >Verschillende ontwikkelingen zorgen ervoor dat we er met het nieuwe FTK nog niet zijn. De veranderingen op de arbeidsmarkt en de ontwikkeling naar individuali- sering zorgen ervoor dat de huidige pensioencontracten onder druk staan. Mensen heb- ben geen life time employment meer en zullen gedurende hun werkzame leven niet meer hun hele leven bij één pensioenfonds hun pensioen opbouwen. De bereidheid van verschillende generaties om solidair te zijn in één pensioenfonds neemt hiermee af. Daarnaast zijn beleggingsrisico’s meer naar individuen verschoven, doordat de premies niet meer ingezet kunnen worden om deze op te vangen. Een veelgehoorde oplossingsrichting is een persoonlijke pensioenrekening, waardoor het beleggingsbeleid meer afgestemd wordt op de levensfase. De uitdaging waar we als sector voor staan, is om de huidige pensioencontracten om te vormen naar deze nieuwe pensioencontracten. De makkelijkste manier is om de bestaande pensioencontracten te sluiten en nieuwe pensioenopbouw in nieuwe contracten vorm te geven. Dit is waarschijnlijk niet de meest ideale oplossing. De sector staat voor de uitdaging om tot een oplossing te komen voor deze transitie. De tweede uitdaging ligt op het vlak van pensioencommunicatie. Pensioen is op dit moment voor veel mensen geen actueel onderwerp. Met het verschuiven van risico’s naar de indivi- duen wordt het steeds belangrijker dat individuen zich bewust worden van hun financiële situatie na pensionering. Dit zal bijdragen aan het vertrouwen in het pensioenstelsel en zal er voor zorgen dat mensen zonder ongewenste verrassingen hun oude dag doorkomen. Sacha van Hoogdalem, Manager kennis, innovatie en methodologie, Business Unit Pensions & Governance bij Ortec Finance De uitdaging waar we voor staan, is de huidige pen- sioencontracten om te vormen naar nieuwe pensioencontracten. Foto:ArchiefMercerInvestments >Omdat ik geloof dat we altijd veel kunnen leren van andere landen, pak ik het Melbourne Mercer Global Pension Index rapport erbij. Dit rapport krijgt de laatste tijd veel aandacht omdat Nederland niet meer op de 1e plek staat in deze ranking, maar ‘slechts’ op de 3e plaats. Daarom wil ik eens kijken naar de landen die het volgens dit rapport beter voor elkaar hebben dan wij. Denemarken (#1) en Australië (#2) hebben bovenop het staatspensioen een beschikbare-premieregeling. Nederland kent een lange en sterke geschiedenis van collectief beheer en risicodeling. Een combinatie van beide, een individueel beschikbare premieregeling met collectieve componenten, à la het SER advies, lijkt mij daarmee een goede toekomstrichting. Jongeren krijgen op deze wijze vertrouwen dat er voor hen nog geld in de pensioenpot zit, ze hebben immers hun eigen spaarpot met meer keuzevrijheid. Ouderen krijgen de gewenste periodieke uitkering om hun uitgaven te kunnen realiseren. Een nadeel van DC-regelingen is dat de premie vastligt en dat de hoogte van het pensioen afhankelijk is van het beleggingsresultaat en van het moment van omzetting van kapitaal naar aanspraken. Om dit nadeel te ondervangen stel ik een geleidelijke inkoop van aanspraken voor in combinatie met een degelijke afbouw van het renterisico binnen de lifecycle-oplossing. Vanaf bijvoorbeeld 10 of 20 jaar voor de beoogde ingang van het pensioen wordt ieder jaar een stukje uitkering ingekocht. En omdat ik ‘van het beleggen’ ben, nog een laatste opmerking daarover: binnen de collectiviteit van pensioenfondsen zou er ook nog steeds voor de lange termijn belegd kunnen worden in illiquide beleggingscategorieën, naar mijn mening een belangrijk onderdeel van elke beleggingsportefeuille. Karin Roeloffs, Business Leader Investments Benelux bij Mercer Investments Binnen de collectiviteit van pensioenfondsen zou er ook nog steeds voor de lange termijn belegd kunnen worden in illiquide beleggingscategorieën. Hoe gaat het huidige stelsel zich de komende jaren ontwikkelen?
  • 28. NUMMER 3 / 201526 FINANCIAL INVESTIGATOR // DE TOEKOMST VAN ONS PENSIOEN >Eigenlijk is pensioen heel simpel: je stopt geld in een pot, dat geld rendeert, en aan het eind van de rit gaat het geld er weer uit. Als pensioen onbetaalbaar dreigt te worden en je wilt niet méér geld inleggen, dan is de oplossing simpel: de pensioenleef- tijd gaat omhoog en de uitkering gaat omlaag, óf het geld moet beter renderen. Het eer- ste is gebeurd, voor het tweede zou wat meer beleggingsvrijheid helpen. De gehele ver- dere discussie over de herziening van het pensioenstelsel gaat wat mij betreft dan ook niet meer over betaalbaarheid, maar over draagvlak en daarmee houdbaarheid. Hoe ont- werp ik een stelsel dat past in het huidige tijdsbeeld waaraan burgers nu en in de toe- komst mee willen blijven doen? Volgens de jaarlijkse Global Pension Index van Mercer behoort ons stelsel sinds jaar en dag tot de top drie van beste pensioensystemen ter wereld. Maar blijkbaar hanteert de Nederlandse burger een andere maatstaf voor ‘beste’. Aan elk stelsel zitten voor- en nadelen. De tijdgeest bepaalt welke het zwaarste wegen. Het lijkt op een self-fulfilling prophecy: als maar genoeg mensen roepen dat het huidige stelsel zijn beste tijd heeft gehad, dan gaat iedereen dat vanzelf geloven. En dan kun je gaan draaien aan de knop- pen van collectiviteit, solidariteit en keuzevrijheid. Eerst zal het maximum pensioengevend salaris verder worden verlaagd om de over- gangslast bij afschaffing van de doorsneepremie te verkleinen. Op welk pensioenstel- sel zullen we vervolgens uitkomen? Ik verwacht dat we uit zullen komen op de SER- variant: ‘persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risicodeling’, waarbij op of na de pensioendatum de mogelijkheid wordt gegeven een eenmalige uitkering te doen voor woning of zorg. Omdat dit het beste systeem is? Dat ligt er aan wat de definitie van ‘beste’ is. Het past in ieder geval in de huidige tijdgeest en zal daarmee leiden tot het meeste draagvlak. Foto:ArchiefMN Mirja Constandse, Directeur Beleid & Actuariaat MN De gehele discussie over de herziening van het pensioenstelsel gaat niet meer over betaalbaarheid, maar over draagvlak en daarmee houdbaarheid. Foto:ArchiefMarionVerheul >Ons pensioenstelsel zal de nodige obstakels moeten overwinnen. Niet in het minst vanwege het feit dat de steun voor een systeem dat gebaseerd is op solidariteit afneemt. Vaak wordt de toenemende individualisering van onze samenleving als reden aangewezen, maar ik denk niet dat dit de belangrijkste factor is. De meeste mensen hebben helemaal geen zin om pensioen zelf te regelen en voor beleggingsprofielen te moeten kiezen. Volgens mij is het draagvlak afgenomen omdat veel mensen, inclusief politici, pensioen niet begrijpen en vrezen dat de pot straks leeg is. Ik geloof heel sterk in de haalbaarheid van een solidair systeem en zie daar twee concrete uitdagingen: beter uitleggen wat het is en hoe het werkt én de politiek ervan overtuigen dat pensioen een lange termijn product is. Reageren op korte termijn marktbewegingen is ongewenst. Onzekerheid over veranderende wetgeving, die een steeds korter leven beschoren lijkt te zijn, is contraproductief. Ik hoop op een definitief FTK dat als stevige basis kan dienen voor ons pensioenstelsel, met eenvoud en transparantie als belangrijkste kenmerken. Aan de politiek geef ik graag de uitdaging om de dekkingsgraad van de AOW op hetzelfde niveau te brengen als de dekkingsgraad van de pensioenfondsen. Dat zou pas een enorme verbetering betekenen van de oudedagsvoorziening! Marion Verheul, Independent Investment Consultant Ik hoop op een definitief FTK dat als stevige basis kan dienen voor ons pensioenstelsel, met eenvoud en transparantie als belangrijkste kenmerken.
  • 29. NUMMER 3 / 2015 27FINANCIAL INVESTIGATOR >Ik draai de vraag graag eens om. Hoe groot is onze invloed op Europese pensioenen? De Europese Unie ziet graag houdbare, adequate en veilige pensioenen, maar heeft geen zeggenschap over hoe lidstaten hun pensioenstelsel inrichten. De EU werkt bijvoorbeeld aan een herziening van de Europese Pensioenfondsenrichtlijn IORP, met daarin standaarden voor pensioencommunicatie en governance. En via het Stabiliteits- en Groeipact volgen jaarlijks aanbevelingen aan lidstaten over zaken als het moderniseren van pensioenstelsels. Je kunt je ook afvragen hoe je als pensioenuitvoerder zelf positief kunt bijdragen aan de pensioenontwikkelingen in Europa. Vanuit PGGM hebben we bijvoorbeeld de afgelopen twee jaar in een internationaal consortium gewerkt aan onderzoek naar een Europees pensioenregister: TTYPE (Track and Trace Your Pensions in Europe). Via zo’n register kunnen Europese burgers – vooral degenen die grensoverschrijdend werken – hun pensioenen eenvoudig volgen. Onlangs presenteerden wij ons eindrapport aan de Europese Commissie. Conclusie: we kunnen een Europees pensioenregister opzetten, zónder dat daarvoor wetgeving vanuit Europa vereist is. De samenwerking laat zien dat het mogelijk is een werkend systeem op te zetten dat ruimte biedt aan de diversiteit in het Europese pensioenlandschap. Maar voordat we een werkend systeem hebben, moet eerst nog een aantal vragen worden beantwoord op het gebied van financiering en het business model. Die vragen onderzoeken wij komend jaar verder. In een breder, en nóg Europeser, consortium. Nine de Graaf, Public affairs PGGM Foto:ArchiefPGGM De Europese Unie ziet graag houdbare, adequate en veilige pensioenen, maar heeft geen zeggenschap over hoe lidstaten hun pensioenstelsel inrichten. Foto:CharlottevanderWerf >In mijn ideaalbeeld sluit het pensioenstelsel aan op de wijze waarop we met elkaar willen leven. Tenslotte is pensioen slechts een materieel onderdeel van ons leven nadat we gestopt zijn met werken. Natuurlijk is het belangrijk dat we dan geen grote geldzorgen hebben. Maar minstens zo belangrijk is dat we ons veilig voelen, niet eenzaam zijn en dat we deel uitmaken van een sociaal vangnet. Vanuit dit perspectief heb ik dan ook grote zorgen bij de huidige, in zeer grote mate door overheidsbeleid en de economische crisis veroorzaakte tendens naar individualisering. Veel zelfstandigen hebben moeite om een eerlijk uurtarief te vragen, laat staan dat ze daarbij rekening kunnen houden met het opbouwen van pensioen. Het huidige voordeel voor de opdrachtgever is het directe en toekomstige nadeel van de ZZP-er. Dit is een onevenwichtigheid die niet past bij een duurzame samenleving. Het pensioenstelsel dat we nu hebben, is in de kern een goed stelsel. De pensioenen van nu zijn ondanks de indexatieachterstand en de kortingen nog steeds goede pensioenen. De basis voor deze pensioenen ligt bij de collectiviteit en de solidariteit. Die moeten we vasthouden en ook voor de ZZP-ers bereikbaar maken. Laat de bedrijfstakpensioenfondsen zich omvormen tot een APF waarin ze ook voor de ZZP-ers met eenzelfde beroep een eigen regeling en eigen vermogensring inrichten, en maak het voor allen die in een sector werken, verplicht om pensioen op te bouwen. Cathrin van der Werf, Werkgeversvoorzitter BPF Schilders-, Afwerkings-en Glaszetbedrijven, tevens bestuurslid Pensioenfederatie en bestuurslid Pensioenregister In mijn ideaalbeeld sluit het pensioenstelsel aan op de wijze waarop we met elkaar willen leven. Wat is de invloed van Europa op ons huidige pensioenstelsel?
  • 30. NUMMER 3 / 201528 FINANCIAL INVESTIGATOR // DE TOEKOMST VAN ONS PENSIOENFoto:BettinaTraas >De invloed van Europa is in mijn optiek bescheiden. Op deelterreinen van ons pensioenstelsel is de invloed van Europa wel nadrukkelijk aanwezig. Ons pensioenstelsel kunnen we voor een groot deel ‘Nederlands’ inrichten. Maar als het gaat om taakafbakening, verplichtstelling en gelijke behandeling is er nadrukkelijk wel invloed vanuit Europa op de mogelijkheden die we hebben om bepaalde zaken aan te pakken of op te lossen. Ik denk dan met name aan de discussie rond de doorsneepremie. Als het gaat over de toekomst van ons pensioen is het van belang dat Europa begrijpt of gaat begrijpen dat onze Pensioenfondsen een unieke variant zijn onder de financiële instellingen. Pensioenfondsen hebben eigen karakteristieken waardoor ze met name als het gaat om communicatie naar deelnemers, niet op een hoop gegooid mogen worden met banken of verzekeraars. Vanuit Europa bestaat er wel die neiging. Men ziet pensioen puur als een financieel product. Ons pensioen is meer dan een financieel product. Er zitten arbeidsvoorwaardelijke kanten aan en daarnaast spelen de risicodeling en solidariteit die we nog altijd kennen in onze pensioenfondsen en het feit dat pensioenfondsen geen commerciële ondernemingen zijn, een grote rol. Ik denk dat de nieuwe pensioencommunicatiewetgeving een goed startpunt is om een extra slag te maken in het verder brengen van pensioencommunicatie. We moeten voorkomen dat we daarin belemmerd worden door Europese regels. Henriëtte de Lange, Pensioenfondsbestuurder en intern toezichthouder De invloed van Europa is in mijn optiek bescheiden. Foto:DLAPiper >In 2012 werd Pieter Omtzigt door de Tweede Kamer aangewezen als speciale pensioenrapporteur. Zijn missie: Europa waar nodig buiten de deur houden. Want: Europa bedreigt onze pensioenen. Nu kan niet ontkend worden dat het Europese beleid invloed heeft op Nederlandse pensioenfondsen. Mogelijke buffereisen en de mede door het beleid van de Europese Centrale Bank veroorzaakte lage rente, beïnvloeden de financiering van het aanvullend pensioen aanmerkelijk. Er zijn echter heel veel onderwerpen waar Europa geen invloed op heeft. Ik noem: de inrichting van het sociale stelsel; de hoogte van wettelijke sociale zekerheidspensioenen; de vraag of pensioen op kapitaaldekking of omslag worden gefinancierd; de wetgeving over de inhoud van het tweede pijler pensioen (behoudens voorschriften inzake gelijke behandeling); de vraag of er überhaupt wetgeving over aanvullend pensioen is; de toegestane karakters voor een pensioenregeling; de inrichting van uitvoeringsinstellingen voor pensioenregelingen; de medezeggenschap van werknemers; de overdraagbaarheid van pensioenen; de afkoopbaarheid van pensioenen; de fiscale behandeling; de vraag of er sprake is van een stelsel van verplichte deelneming in een pensioenregeling en de vraag of een pensioenstelsel voor zelfstandigen wordt ingericht. Dankzij Europa is grensoverschrijdende uitvoering van pensioenregelingen mogelijk. Een Nederlandse werkgever kan zo zijn pensioenovereenkomst met zijn werknemers onderbrengen bij een pensioeninstelling in bijvoorbeeld België. Dat heeft een zekere invloed, maar in zo’n situatie zal de Belgische uitvoerder de Nederlandse pensioenwet moeten naleven. De Europese invloed op ons pensioenstelsel is dus beperkt. Prof. dr. Erik Lutjens, Hoogleraar Pensioenrecht Vrije Universiteit Amsterdam en advocaat pensioenrecht bij DLA Piper De Europese invloed op ons pensioenstelsel is beperkt.
  • 31. NUMMER 3 / 2015 29FINANCIAL INVESTIGATOR Foto:ArchiefBaker&McKenzie >‘Historisch gezien is migratie de constante factor in het bestaan van de mensheid’, aldus Leonard Rutgers, hoogleraar Late Oudheid aan de Universiteit van Utrecht. En migratie heeft een stuwende werking op het vrije verkeer van werknemers, met grote impact op aanvullende pensioenen. Vanuit deze gedachte heeft Europa speerpunten ontwikkeld met mogelijke invloed op het Nederlands pensioenstelsel: het wegnemen van belemmeringen voor grensoverschrijdende pensioenen (Mobility) én het uitvoeren van grensoverschrijdende pensioendiensten (IORP). Maar Europa slaagt niet altijd in het uitoefenen van haar invloed op Nederland. Een voorbeeld is de Mobility-richtlijn en de onlangs verschenen EIOPA-consultatie over grensoverschrijdende waardeoverdrachten. De Mobility-richtlijn biedt een aantal minimumvereisten voor pensioenverwerving, het behoud van slapende pensioenrechten en informatieverstrekking voor mobiele werknemers. Omdat de Nederlandse praktijk reeds aan deze minimumvereisten voldoet, is deze richtlijn van mindere betekenis. Een eerdere versie kende echter nog een recht op grensoverschrijdende waardeoverdracht. Nadat Nederland met een veto dreigde, is dit recht geschrapt. Toch heeft de Europese Commissie de belemmering bij grensoverschrijdende waardeoverdrachten nog steeds in het vizier. EIOPA heeft op 28 januari 2015 ‘good practices’ geformuleerd om belemmeringen bij internationale waardeoverdrachten te verminderen. Veel van de ‘good practices’ komen overeen met de Nederlandse praktijk en hebben dus voor Nederland geen consequenties. Helaas zijn er geen ‘good practices’ geformuleerd over de waarderingsmethode en fiscaliteit bij waardeoverdrachten. Beide onderwerpen waren aanleiding voor het voornoemde veto van Nederland. Nederland komt dus in 2015 wederom goed weg met de EIOPA-consultatie. Maar of daarmee de internationale arbeidsmarkt met grensoverschrijdende waardeoverdrachten van en naar Nederland geholpen is, is de vraag. Irene Vermeeren, Partner Pensions & Employment Law en advocaat bij Baker & McKenzie Amsterdam Europa slaagt niet altijd in het uitoefenen van haar invloed op Nederland. De invloed van de EU is zeer groot op het pensioendossier. Foto:ArchiefClifordChance >De invloed van de EU is zeer groot op het pensioendossier. Niet alleen op de beleggingen, die allang internationaal zijn, maar ook op al het overige. De pensioenfondsen zijn ondernemingen die zich aan tal van regels uit het EU Verdrag moeten houden. Voorts is daar het Handvest van de grondrechten van de EU: dit handvest regelt onder andere de eigendomskwestie en is zeer relevant in de kortingen die pensioenfondsen doorvoeren. Tot slot: het EU Hof bepaalde in 2013 dat de Staat onder omstandigheden aansprakelijk is als pensioenfondsen hun oorspronkelijke toezegging niet nakomen. De kans dat dit zich in Nederland voordoet, is zeker niet ondenkbeeldig. Nederland staat hiermee voor een gigantisch bedrag garant. Prof. dr. mr. Hans van Meerten, Advocaat in de pensioengroep van Clifford Chance en hoogleraar EU en internationaal pensioenrecht aan de Universiteit Utrecht
  • 32. NUMMER 3 / 201530 FINANCIAL INVESTIGATOR // DE TOEKOMST VAN ONS PENSIOEN De grootste uitdaging voor ons pensioenstelsel zal zijn om de sterke punten van ons huidige stelsel te behouden en tegelijkertijd het stelsel beter betaalbaar te maken door ervoor te zorgen dat pensioenfondsen zich op de lange termijn kunnen richten. De goede punten van ons huidige stelsel zijn daarbij de collectiviteit en de risicodeling in de tweede pijler. Een veelgehoorde oplossingsrichting daarbij is de persoonlijke pensioenrekening die past bij de tendens om risico’s meer te verschuiven naar individuen. Financiële educatie voor iedereen, goede pensioencommunicatie, eenvoud en transparantie zijn daarbij belangrijk net als meer beleggingsvrijheid die ook ruimte geeft aan illiquide beleggingsvormen. Vergeet daarbij ook niet dat een goed pensioenstelsel aansluit bij de wijze waarop je als samenleving met elkaar wilt leven. Over de vraag hoe groot de invloed van Europa is, verschillen de meningen. De Europese Unie ziet graag houdbare, adequate en veilige pensioenen maar heeft geen zeggenschap over de wijze waarop lidstaten hun pensioenstelsel inrichten. De EU ziet vooral toe op de pensioeninstellingen zodat deelnemers goed beschermd zijn en pensioenfondsen in een vrije Nederlandse en Europese markt kunnen opereren. Dankzij Europa is grensoverschrijdende uitvoering van pensioenregelingen mogelijk. Pensioenfondsen moeten zich ook aan talrijke regels uit het EU Verdrag houden. Dat heeft een zekere invloed op ons huidige pensioenstelsel. Jacqueline Lommen, Executive Director European Pensions bij Robeco >De invloed van Europa is heel groot en voltrekt zich geleidelijk. Dit is al langer waarneembaar in ons pensioenstelsel, maar dat moet je willen zien. Kijk bijvoorbeeld naar de komst van de PPI’s: in Nederland en de UK is dit nieuwe uitvoeringsmodel misschien nog iets nieuws, maar PPI’s bestaan al sinds jaar en dag en komen nu vanuit Europa naar Nederland. Een ander voorbeeld is de waarneembare trend naar DC. De collectieve premieovereenkomst die nu wordt ontwikkeld voor volgend jaar, zie ik als een soort aanlegsteiger, zodat sociale partners die dat willen, de oversteek van DB naar DC makkelijker kunnen maken. Dit zijn allemaal invloeden die via de markt of via de Europese wetgeving heel geleidelijk op ons afkomen. Daarbij heeft het Nederlandse pensioenstelsel soms last van de wet van de remmende voorsprong. We zijn groot, intelligent, sterk en bestaan al heel erg lang. Maar als dinosaurus hebben we wel wat moeite met veranderingen en tijdig en flexibel inspelen op nieuwe behoeftes. Ook ontstaat er vaak Babylonische spraakverwarring tussen het pensioenstelsel, de pensioeninstellingen, de pensioenregelingen en pensioenuitvoering. Ik denk dat we deze vier gebieden, waarin veel veranderingen gaande zijn, bewust moeten onderscheiden. De EU grijpt primair in op de pensioeninstellingen, zodat deelnemers goed beschermd zijn en de pensioenfondsen in een vrije Nederlandse en Europese markt kunnen opereren. In tegenstelling tot wat vaak wordt gesuggereerd, heeft Europa echter geen enkele intentie of mandaat om zich ’te bemoeien’ met de vormgeving van ons pensioenstelsel, met de inhoud van pensioenregelingen en met de concrete uitvoering. Europa is als een tanker die vaart, die we echt niet meer kunnen stoppen. Belangrijker is om zélf in die stuurhut te gaan zitten. Foto:ArchiefRobeco De invloed van Europa is heel groot en voltrekt zich geleidelijk. conclusie
  • 33. Wij beleggen voor u, maar vooral ook mét u. Educatie op maat voor bestuursleden. Innovatieve oplossingen voor complexe vraagstukken. Inzicht. Ondersteuning. Resultaat. Succesvolle beleggingsoplossingen voor elk pensioen BNP Paribas Investment Partners: uw partner in pensioenen. Neem voor meer informatie over wat wij voor uw pensioenfonds of DC-regeling kunnen betekenen vrijblijvend contact op met Rogier van Harten op 020-5275117 of rogier.vanharten@bnpparibas.com
  • 34. NUMMER 3 / 201532 FINANCIAL INVESTIGATOR // THEMA: Nieuwe wet- en regelgeving Product Governance onder MiFID II De Europese richtlijn MiFID II zal nieuwe regels introduceren voor beleggersbescherming die toezien op product governance. werkt door de Europese Commissie op Level 2 niveau. De European Securities and Markets Authority (ESMA) bereidt dit voor en heeft hiertoe op 19 decem- ber 2014 haar Final Report gepubliceerd met daarin haar advies aan de Europese Commissie. Het wachten is nu op de concepten van de Europese Commissie voor de Level 2 regels. Deze concepten zullen vervolgens door de Raad en het Parlement drie maanden na publicatie moeten worden aangenomen. Het moge duidelijk zijn dat MiFID II steeds dich- terbij komt en voorbereiding vergt. In deze bijdrage sta ik stil bij de regels die worden geïntroduceerd rondom product governance. Op wie zijn de product governance regels van toepassing? MiFID II onderscheidt in het kader van de toepasselijkheid van product governance twee typen beleggings- ondernemingen: (1) zij die financiële instrumenten produceren (producenten), en (2) zij die financiële instrumenten distribueren (distributeurs). In haar Final Report beschrijft ESMA wanneer er sprake is van ‘productie’ van financiële instrumenten. Dit begrip dient ruim geïnterpreteerd te worden volgens ESMA. Aldus is van productie sprake bij het maken, ontwikkelen, uitgeven en ontwerpen van financiële instrumenten. Volgens ESMA valt hier zelfs het adviseren bij de uitgifte van aandelen en obligaties onder. Ook ten aanzien van distributie kiest ESMA voor een ruime benadering, MiFID II een stukje dichterbij Op 2 juli 2014 zijn de European Markets in Financial Instruments Directive en de Markets in Financial Instruments Regulation (samen MiFID II) in werking getreden en zij zullen behoudens vertra- ging per 3 januari 2017 in Nederland van kracht worden. Dit betreft echter nog maar enkel de zogenoemde Level 1 regels die nader moeten worden uitge- door hier ook execution-only dienst- verlening onder te scharen. De product governance regels zijn uiteraard ook van toepassing op banken die beleggingsdiensten verlenen, maar ook op EU abi- en icbe-beheerders die de onder de AIFMD en ICBE Richtlijn toegestane MiFID beleggingsdiensten verrichten (met andere woorden: vermogensbeheer en beleggingsadvies). Wat houden de nieuwe product governance regels in? De nieuwe regels met betrekking tot de productie en distributie van producten (en diensten) zijn grotendeels nieuw. De hierboven genoemde partijen zullen derhalve kennis moeten nemen van de volgende product governance verplich- tingen: • De verplichting voor producenten om een productgoedkeuringsproces te hebben op basis waarvan zij (1) de Door Joyce Kerkvliet Joyce Kerkvliet Het moge duidelijk zijn dat MiFID II steeds dichterbij komt en voorbereiding vergt. Foto:ArchiefSimmons&Simmons