3. Iconologie en iconografie
kennis met betrekking tot de betekenis van sommige
kunstwerken is in de loop der eeuwen vaak verloren gegaan.
4. Iconologie en iconografie
kennis met betrekking tot de betekenis van sommige
kunstwerken is in de loop der eeuwen vaak verloren gegaan.
wetenschap van de voorstelling ofwel de beeldinterpretatie:
houdt zich bezig met de problematiek van thema’s, motieven en
symbolen.
5. Iconologie en iconografie
kennis met betrekking tot de betekenis van sommige
kunstwerken is in de loop der eeuwen vaak verloren gegaan.
wetenschap van de voorstelling ofwel de beeldinterpretatie:
houdt zich bezig met de problematiek van thema’s, motieven en
symbolen.
Door middel van de iconografie of de beeldbeschrijving kunnen we
kunstwerken op onderdelen analyseren en nader bestuderen
6. Iconologie en iconografie
kennis met betrekking tot de betekenis van sommige
kunstwerken is in de loop der eeuwen vaak verloren gegaan.
wetenschap van de voorstelling ofwel de beeldinterpretatie:
houdt zich bezig met de problematiek van thema’s, motieven en
symbolen.
Door middel van de iconografie of de beeldbeschrijving kunnen we
kunstwerken op onderdelen analyseren en nader bestuderen
Laatste vijftien jaar: meer kritiek op de soms ver doorslaande
interpretaties van de iconologen: In ieder detail wilde men een
diepere betekenis vinden, maar het kan niet zo zijn dat de
schilders bewust ieder object een symbolische duiding
meegaven.
8. Wat is genreschilderkunst?
verzamelnaam voor kunstwerken die geïnspireerd zijn op
taferelen uit het dagelijks leven
9. Wat is genreschilderkunst?
verzamelnaam voor kunstwerken die geïnspireerd zijn op
taferelen uit het dagelijks leven
‘Uit het leven gegrepen’: anekdotische genreschilderijen
van de ‘kleine meesters’.
10. Wat is genreschilderkunst?
verzamelnaam voor kunstwerken die geïnspireerd zijn op
taferelen uit het dagelijks leven
‘Uit het leven gegrepen’: anekdotische genreschilderijen
van de ‘kleine meesters’.
geïnspireerd op het leven van alledag, maar zijn zeker
geen ‘snapshots’ te noemen.
11. Wat is genreschilderkunst?
verzamelnaam voor kunstwerken die geïnspireerd zijn op
taferelen uit het dagelijks leven
‘Uit het leven gegrepen’: anekdotische genreschilderijen
van de ‘kleine meesters’.
geïnspireerd op het leven van alledag, maar zijn zeker
geen ‘snapshots’ te noemen.
schilders arrangeerden hun composities zorgvuldig en
brachten allerlei elementen bijeen die lang niet altijd
direct in hun alledaagse omgeving te vinden waren.
12. Wat is genreschilderkunst?
verzamelnaam voor kunstwerken die geïnspireerd zijn op
taferelen uit het dagelijks leven
‘Uit het leven gegrepen’: anekdotische genreschilderijen
van de ‘kleine meesters’.
geïnspireerd op het leven van alledag, maar zijn zeker
geen ‘snapshots’ te noemen.
schilders arrangeerden hun composities zorgvuldig en
brachten allerlei elementen bijeen die lang niet altijd
direct in hun alledaagse omgeving te vinden waren.
‘Mise-en-scène' heeft daarom soms een diepere
betekenis of een moralistische strekking.
19. Muziek
Muziekscènes vormden een geliefd onderwerp in de
Hollandse schilderkunst: van boerse draailier- en
rommelpotspelers tot elegante musicerende paren of
gezelschappen.
20. Muziek
Muziekscènes vormden een geliefd onderwerp in de
Hollandse schilderkunst: van boerse draailier- en
rommelpotspelers tot elegante musicerende paren of
gezelschappen.
Musicerende vrouwen werden in de zeventiende-eeuwse
literatuur vaak in verband gebracht met de harmonie in de
muziek en die in de liefde.
21. Muziek
Muziekscènes vormden een geliefd onderwerp in de
Hollandse schilderkunst: van boerse draailier- en
rommelpotspelers tot elegante musicerende paren of
gezelschappen.
Musicerende vrouwen werden in de zeventiende-eeuwse
literatuur vaak in verband gebracht met de harmonie in de
muziek en die in de liefde.
Maar soms was er ook een negatieve connotatie, want
achter het samenspel schuilden soms amoureuze
bedoelingen: aan muziekinstrumenten werd vaak een
erotische symboliek toegedicht.
25. Roken en drinken
Drinkende en vechtende boeren vormen een eindeloze bron van
vermaak. Herbergscènes met de uitbeelding van drinkers als
verbeelding van de hoofdzonde gulzigheid stamt uit de
middeleeuwen.
26. Roken en drinken
Drinkende en vechtende boeren vormen een eindeloze bron van
vermaak. Herbergscènes met de uitbeelding van drinkers als
verbeelding van de hoofdzonde gulzigheid stamt uit de
middeleeuwen.
Van de nare gevolgen van het drinken werd zowel in de 16de- en
17de-eeuwse literatuur en beeldende kunst vaak gewaarschuwd.
27. Roken en drinken
Drinkende en vechtende boeren vormen een eindeloze bron van
vermaak. Herbergscènes met de uitbeelding van drinkers als
verbeelding van de hoofdzonde gulzigheid stamt uit de
middeleeuwen.
Van de nare gevolgen van het drinken werd zowel in de 16de- en
17de-eeuwse literatuur en beeldende kunst vaak gewaarschuwd.
Begin 17de eeuw raakt ook het roken of het toebackdrinken in
zwang. De pijp werd ook wel de tabakfles genoemd.
28. Roken en drinken
Drinkende en vechtende boeren vormen een eindeloze bron van
vermaak. Herbergscènes met de uitbeelding van drinkers als
verbeelding van de hoofdzonde gulzigheid stamt uit de
middeleeuwen.
Van de nare gevolgen van het drinken werd zowel in de 16de- en
17de-eeuwse literatuur en beeldende kunst vaak gewaarschuwd.
Begin 17de eeuw raakt ook het roken of het toebackdrinken in
zwang. De pijp werd ook wel de tabakfles genoemd.
Adriaen Brouwer maakte hier een geheel nieuw, zelfstandig thema
in de genreschilderkunst.
33. Bordelen
taferelen van ‘slaapstedes’ of louche herbergen, waar
behalve drank ook vrouwen en bedden beschikbaar waren.
34. Bordelen
taferelen van ‘slaapstedes’ of louche herbergen, waar
behalve drank ook vrouwen en bedden beschikbaar waren.
In de bordeelscènes speelt muziek vaak de rol van de
verlokkende kracht.
35. Bordelen
taferelen van ‘slaapstedes’ of louche herbergen, waar
behalve drank ook vrouwen en bedden beschikbaar waren.
In de bordeelscènes speelt muziek vaak de rol van de
verlokkende kracht.
In de loop van de 17de eeuw werd in de genrestukken
steeds minder aandacht besteed aan pikanterieën en de
soms wat grove, volkse humor.
39. Beroepen
voorstellingen van handwerkslieden geïnterpreteerd als beelden
van nijvere, deugdzame mensen, die met hard werken hun
dagelijks brood verdienen.
40. Beroepen
voorstellingen van handwerkslieden geïnterpreteerd als beelden
van nijvere, deugdzame mensen, die met hard werken hun
dagelijks brood verdienen.
Jan Luyken (1649-1712): Spiegel van het menselyk bedryf
(1694).
41. Beroepen
voorstellingen van handwerkslieden geïnterpreteerd als beelden
van nijvere, deugdzame mensen, die met hard werken hun
dagelijks brood verdienen.
Jan Luyken (1649-1712): Spiegel van het menselyk bedryf
(1694).
Door de realistische uitbeelding van beroepen en ambachten op
schilderijen en prenten hebben we tegenwoordig een tamelijk
betrouwbaar beeld van de inrichting van de werkplaats en de
werkomstandigheden van de handwerkers.
42. Beroepen
voorstellingen van handwerkslieden geïnterpreteerd als beelden
van nijvere, deugdzame mensen, die met hard werken hun
dagelijks brood verdienen.
Jan Luyken (1649-1712): Spiegel van het menselyk bedryf
(1694).
Door de realistische uitbeelding van beroepen en ambachten op
schilderijen en prenten hebben we tegenwoordig een tamelijk
betrouwbaar beeld van de inrichting van de werkplaats en de
werkomstandigheden van de handwerkers.
omgeven door hun leerlingen en knechten, gereedschap,
werkmaterialen en half- en eindproducten.
43. Beroepen
voorstellingen van handwerkslieden geïnterpreteerd als beelden
van nijvere, deugdzame mensen, die met hard werken hun
dagelijks brood verdienen.
Jan Luyken (1649-1712): Spiegel van het menselyk bedryf
(1694).
Door de realistische uitbeelding van beroepen en ambachten op
schilderijen en prenten hebben we tegenwoordig een tamelijk
betrouwbaar beeld van de inrichting van de werkplaats en de
werkomstandigheden van de handwerkers.
omgeven door hun leerlingen en knechten, gereedschap,
werkmaterialen en half- en eindproducten.
ook peinzende geleerde, omgeven door zijn attributen in zijn
studievertrek.
49. Dokters en kwakzalvers
In de 16de- en 17de-eeuwse literatuur: veel populaire kluchten of
komische drama's waarin kwakzalvers en nep-dokters optreden;
leedvermaak dus.
50. Dokters en kwakzalvers
In de 16de- en 17de-eeuwse literatuur: veel populaire kluchten of
komische drama's waarin kwakzalvers en nep-dokters optreden;
leedvermaak dus.
Op straat en op jaarmarkten liep men het gevaar te worden
beetgenomen door kwakzalvers.
51. Dokters en kwakzalvers
In de 16de- en 17de-eeuwse literatuur: veel populaire kluchten of
komische drama's waarin kwakzalvers en nep-dokters optreden;
leedvermaak dus.
Op straat en op jaarmarkten liep men het gevaar te worden
beetgenomen door kwakzalvers.
Deze nepdokters: geliefd onderwerp voor kunstenaars: draak wordt
gestoken met de onnozelen die zich laten beetnemen. Niet alleen op
straat, maar ook binnenshuis vindt het doktersoptreden plaats.
52. Dokters en kwakzalvers
In de 16de- en 17de-eeuwse literatuur: veel populaire kluchten of
komische drama's waarin kwakzalvers en nep-dokters optreden;
leedvermaak dus.
Op straat en op jaarmarkten liep men het gevaar te worden
beetgenomen door kwakzalvers.
Deze nepdokters: geliefd onderwerp voor kunstenaars: draak wordt
gestoken met de onnozelen die zich laten beetnemen. Niet alleen op
straat, maar ook binnenshuis vindt het doktersoptreden plaats.
Daar vaak in relatie tot ‘minnepijn’ ofwel liefdesverdriet. Jan Steen is
een van de eerste schilders die het ‘doktersbezoek’ als genremotief in
beeld brengt.
58. Feest, spel en vermaak
traditionele (boeren)feesten en populaire spelen:
voortzetting van beeldtraditie uit de middeleeuwen.
59. Feest, spel en vermaak
traditionele (boeren)feesten en populaire spelen:
voortzetting van beeldtraditie uit de middeleeuwen.
Zowel de uitbeeldingen van allerlei spelen en het thema van
de boerenbruiloft danken hun oorsprong en faam aan de
zestiende-eeuwse Pieter Bruegel de Oude.
60. Feest, spel en vermaak
traditionele (boeren)feesten en populaire spelen:
voortzetting van beeldtraditie uit de middeleeuwen.
Zowel de uitbeeldingen van allerlei spelen en het thema van
de boerenbruiloft danken hun oorsprong en faam aan de
zestiende-eeuwse Pieter Bruegel de Oude.
En Jan Steen introduceerde waarschijnlijk als eerste de
Sinterklaasavond als thema in de schilderkunst.
68. Het Melkmeisje (1658)
Rustig en geconcentreerd giet een vrouw melk in een kom. Met
haar linkerhand ondersteunt zij de kan waaruit zij schenkt.
69. Het Melkmeisje (1658)
Rustig en geconcentreerd giet een vrouw melk in een kom. Met
haar linkerhand ondersteunt zij de kan waaruit zij schenkt.
Om haar heen zijn allerlei huishoudelijke zaken afgebeeld: brood,
een steengoed kan, een mand en een koperen emmer. Om goed
licht op haar werk te hebben staat de vrouw voor het raam.
70. Het Melkmeisje (1658)
Rustig en geconcentreerd giet een vrouw melk in een kom. Met
haar linkerhand ondersteunt zij de kan waaruit zij schenkt.
Om haar heen zijn allerlei huishoudelijke zaken afgebeeld: brood,
een steengoed kan, een mand en een koperen emmer. Om goed
licht op haar werk te hebben staat de vrouw voor het raam.
Het licht valt op haar handen; haar silhouet steekt donker af tegen
de witte muur. Het subtiele spel met licht en schaduw in dit
schilderijtje is intrigerend.
71. Het Melkmeisje (1658)
Rustig en geconcentreerd giet een vrouw melk in een kom. Met
haar linkerhand ondersteunt zij de kan waaruit zij schenkt.
Om haar heen zijn allerlei huishoudelijke zaken afgebeeld: brood,
een steengoed kan, een mand en een koperen emmer. Om goed
licht op haar werk te hebben staat de vrouw voor het raam.
Het licht valt op haar handen; haar silhouet steekt donker af tegen
de witte muur. Het subtiele spel met licht en schaduw in dit
schilderijtje is intrigerend.
Dit is een van de genrestukken van Johannes Vermeer waarin hij
een sfeer van intimiteit vastlegde. Hoewel de schilder zijn model
van dichtbij gadeslaat, gaat zij onverstoorbaar door met haar werk.
72. Vermeers ‘Keukenmeid’ is
heel subtiel belicht. Het licht
valt links door het raam.
Onder en naast het raam is
het wat schemerig, maar de
vrouw staat vol in het
schijnsel. Wie goed kijkt, ziet
dat Vermeer overal kleine
glimlichtjes aanbracht: op de
randen van de kan en schaal
bijvoorbeeld, maar ook op
de sluiting van de gele jurk
en op het brood in de mand.
73. Vermeer lette op details. Hij gaf
allerlei kleine oneffenheden in
het witte pleisterwerk weer. Hij
besteedde ook veel aandacht
aan een spijkertje hoog op de
witte muur
78. Het is goed mogelijk dat Vermeer met dit schilderij de deugd ‘Matigheid’ heeft
willen uitbeelden. Het beeld van een vrouw die een kan leegschenkt werd hiervoor
in de 17de eeuw vaker gebruikt, bijvoorbeeld door Jacques De Gheyn.
79. Vermeer heeft de ruimte rond de keukenmeid zorgvuldig geordend. Dat blijkt uit enkele
overschilderingen die door röntgenstralen aan het licht zijn gekomen. Aanvankelijk had
Vermeer achter de vrouw een schilderij geschilderd. Bovendien stond er nog een
naaimand op de grond bij het stoofje. In de uiteindelijke versie van het schilderij was dit
alles weggeschilderd. Dat heeft de achtergrond leger en overzichtelijker gemaakt en de
compositie sterker.
80.
81. De ‘Keukenmeid' is langs twee diagonale lijnen opgebouwd. Bij de rechterpols van
de vrouw komen deze lijnen samen. Door deze compositorische truc vestigde
Vermeer de aandacht op het schenken van de melk.