Teksten en liederen die geprojecteerd werden tijdens de tweede adventszondag (B) op Ten Bos (Sint Amanduskerk Erembodegem). De adventswerking werkte met schilderijen, canvasdoeken die kinderen in de nevendienst en in de basisschool "De Stip" hadden gemaakt. De teksten van onze vieringen zijn te vinden op de website: http://www.kerkembodegem.be/tenbos/liturgie/vieringen.html

2. De stad, de stad, de grote stad,
die zegt heel stoer: "Wie doet me wat?
Ik ben gemaakt van steen en staal,
ik ben keihard voor allemaal.

3. De mensen zijn vaak hard als steen,
ze leven voor zichzelf alleen
en al de zorg en het verdriet
van and're mensen zien ze niet.

4. Maar God wil leven voor de stad
waar men elkaar en hem vergat.
Hij fluistert ons zijn dromen in:
dat mensen zijn als één gezin.

5. Als ieder leeft en leven deelt,
als ieder met een ander speelt,
als niemand meer een ander haat
dan is et feest in elke straat.
(Hofland Jan / Peter Biesbrouck)

11. Jouw hand helpt mij op te staan,
jouw voet helpt mij verder gaan
en in jou klopt
het hart van mijn bestaan.
(Hofland Jan / ) van de Velde Jan-Willem)

14. Geloofsbelevenis
pr.
In God geloven wij,
die leven wil geven aan mensen
die ons koestert als zijn kinderen,
en die er zal zijn, al onze dagen.

15. a.
In Jezus van Nazaret geloven wij,
in wie God zichtbaar is geworden:
steeds weer onder de mensen geboren,
en voor mensen geleefd en gestorven.
sterker dan de dood, opgestaan tot leven,
in ons midden en door ons leven
blijft hij ons roepen;
een naam die nooit wordt uitgewist.

16. pr.
In Gods Geest geloven wij,
die steeds weer klinkt doorheen mensen,
die oorverdovend kan roepen
als een stem in de woestijn,
die ons steeds weer samenbrengt
en in beweging zet,

17. a.
die ons roept tot recht en vrede,
om te helen wat gebroken is,
om te troosten wie te lijden heeft,
hoop te bieden aan wie vertwijfeld is,
die mensen samenbrengt in liefde,
die haar gaven geeft aan ieder
om daarmee allen van dienst te zijn
als klanken van Gods liefde en kracht.

18. pr.
In de kerkgemeenschap geloven wij,
samengeroepen
om het lichaam van de Heer te worden,
geroepen om zijn beeld te worden
en zo de wereld van dienst te zijn.

19. a.
In het leven geloven wij,
dat sterker is dan de dood -
en dat wij niet zullen vallen,
want God bewaart ons in zijn hand.

21. (Taizé)
Daar waar vriendschap is en liefde,
daar is God

23. 1
Op een God die door de eeuwen
om zijn trouw bezongen is
wachten mensen heel hun leven
tot zijn uur gekomen is.
2
Op een God die door de tijden
om zijn naam beleden is
wachten mensen alle nachten
tot zijn licht verschenen is.
3
Op een God die voor de mensen
nieuwe toekomst deed ontstaan
wachten wij in goed vertrouwen
tot zijn woord zal opengaan.
4
Op een God die voor de mensen
licht in donker heeft bereid
wachten wij van ganser harte
tot zijn stem ook ons bevrijdt.

25. (Jongerius Henk / van de Velde Jan-Willem)

27. Rond de tafel
Pr.
Jij die leven bent, schepper, liefde, Vader heet
Al.
Jij die wordt aanbeden en geloochend
gezegend en gevloekt,
bejubeld en achteloos in tijd en wereld
voorbijgelopen

28. p.
Jij die wordt beleden vanaf den beginne
door uw stille getuigen van nature:
gezien in zon en maan,
het licht van de dag het duister van de nacht –
a.
gevoeld als de aarde die ons draagt
die ons voedt en bergt in haar schoot

29. p.
vermoed in het ruisen van de wind
de lucht die wij ademen;
als de sterren zo ver
als het kloppen van ons hart zo nabij
a.
Jij die telkens weer
diepste grond en hoogste goed,
de ziel van mensen blijkt te zijn

30. p.
Jij die eeuw na eeuw bent geroepen
bij de wieg en het graf,
naar wie wordt uitgezien
als naar een hemel die ons wacht –
a.
Jij die soms door profeten onverwacht
met een nieuwe naam wordt genoemd

31. p.
Jij bent tenslotte gezien in een mens:
Jezus Christus ons een broeder U een zoon.
a.
Hij is voor de wereld het licht geworden
dat blinden zien,
het woord dat doven horen en stommen
spreken,
de goddelijke mens

32. Allen die belast en beladen treuren
zielsbedroefd,
allen die uitgestoten eenzaam, ziek zijn en
lijden
heeft Hij verzekerd: God is met u.
a.
Hij stond bij de baar van een kind,
aan het doodsbed van een meisje,
kwam bij het graf van een vriend en zei:
geloof me, het leven is sterker dan de
dood: (rechtstaan

33. Pr.
Hij heeft zoals iedereen gehuild om de dood;
Hij heeft gehuiverd
voor de beker die Hij drinken moest;
gemarteld en bespot
stervend aan het kruis heeft Hij geroepen:
God mijn God waarom Mij in de steek gelaten?
De avond voor zijn sterven
heeft Hij afscheid genomen en gezegd…

34. Pr.
Maar blijf samenkomen,
doe wat Ik heb gedaan en vergeet Mij niet,
mijn woord wil je altijd weer samen roepen.
Al.
Hij heeft de hoop op leven
in het hart van mensen neergelegd –
het visioen van leven zonder tranen, zonder
dood,
het uitzicht op een wereld van liefde en trouw

35. Pr.
zijn geloof dat alles zich tenslotte ten goede keert –
wat Hij heeft gezegd en gedaan deze mens Jezus Christus –
het kan ons niet meer worden ontvreemd, in een graf
begraven –
Al.
opnieuw is Hij tot leven gekomen,
uit de dood opgestaan –
voorgoed is de steen weggerold,
voor altijd de wereld vol van Hem.

39. Dona la pace Signore, a chi confida in te,
Dona, dona la pace Signore, dona la pace

41. Wij zoeken naar een teken,
een spoor van hoop, een kind.
Het licht dat wij ontsteken
zegt: hoor, wie zoekt, die vindt.
Twee kaarsen als een teken:
wij komen op het spoor.
God zal ons niet ontbreken
zijn trouw duurt altijd voort.

42. Zo werden wij geroepen,
getrokken door het licht,
hier klinkt een nieuwe morgen
krijgt liefde een gezicht.
Nu gaat de hemel open,
het licht schijnt overal.
En wie het ziet, mag hopen
dat vrede komen zal.