Factsheet en visie lokale arbeidsmarkt jongeren , voorbeeld Den Haag
1. Factsheet en visie arbeidsmarkt jongeren Den Haag
1
Samenvatting
Het thema ‘jongeren en arbeidsmarkt’ vraagt volop aandacht, landelijk en zeker in Den Haag. De
arbeidsdeelname van jongeren
1
ligt in de gemeente aanzienlijk onder het landelijke cijfer met een
netto arbeidsparticipatie van 46,2%, vergeleken met 58,8% landelijk, wat zich mede vertaalt in een
fors hogere werkloosheid (19,4% vs. 12,7%) en (derhalve) meer jongeren met een uitkering.
Relatief veel Haagse jongeren die niet werkzaam zijn, volgen bovendien geen onderwijs. Het
aandeel jongeren met een uitkering ligt in Den Haag hoger dan landelijk.
Een relatief groot deel van de werkzoekenden heeft een allochtone achtergrond, hetgeen gezien
het demografisch profiel van Den Haag niet verbaast (zie figuur 7)
2
. De gemiddelde inschrijfduur
van werkzoekenden ligt echter iets onder het landelijke cijfer. Anders gezegd: ze zijn wel vaker,
maar zeker niet langer werkloos.
Leerlingen in het Haagse onderwijs sluiten hun opleiding af met een gemiddeld iets lager diploma.
Het aandeel voortijdige schoolverlaters ligt aanzienlijk boven de landelijke cijfers, zowel bij
autochtone als allochtone leerlingen. Drie keer zoveel (als landelijk) leerlingen in het
basisonderwijs behoren tot de zogenaamde ‘achterstandsgroep 1.2’ die gekenmerkt wordt doordat
een van de twee ouders een lage opleiding heeft genoten.
Het gemeentelijk beleid richt zich met name op het verkrijgen van een goede startkwalificatie, het
bieden van meer stageplekken en passende banen en het in algemene zin wegwerken van de
mismatch tussen vraag en aanbod op de lokale arbeidsmarkt.
Visie
De relatief hoge jeugdwerkloosheid is een serieus aandachtspunt, landelijk, in de vier grote steden
en zeker ook in Den Haag. Jongeren verdienen de kans op een goede start. Wie te vroeg van
school gaat en te lang werkloos blijft, komt met achterstand op de arbeidsmarkt en vormt mogelijk
zelfs een ‘verloren generatie’. Dat is sociaal en economisch ongewenst.
Het Kabinet heeft bestrijding van de jeugdwerkloosheid topprioriteit gegeven, met o.a. het
vrijmaken van extra budget en de benoeming van Mirjam Sterk als ambassadeur om alle betrokken
partijen daarbij slim en soepel te laten samenwerken.
1
Precieze leeftijdsgrenzen variëren per bron. Doorgaans wordt de leeftijdsgroep 18 tot 27 jaar gehanteerd.
2
De verwijzing betreft de publicatie ‘Visie en Feiten Den Haag’ van 16 december 2014
Rabobank Regio Den Haag
Onderwerp Kenmerk Uw kenmerk Datum
Factsheet en visie
arbeidsmarkt jongeren
Den Haag
DH/WV/20150812 12 augustus 2015
2. Factsheet en visie arbeidsmarkt jongeren Den Haag
2
Inmiddels zijn we de fase voorbij dat men (overheid, onderwijs, bedrijfsleven, publieke en private
organisaties) zich afvraagt wat zou moeten worden gedaan om de probleem van de hoge
jeugdwerkloosheid terug te dringen. Het ‘Sterkteam’ heeft de kansen op werk voor jongeren
aanmerkelijk vergroot en diverse onderzoeken
3
hebben aangetoond wat meer en minder succesvol
is geweest en welk medicijn onder welke omstandigheden het beste kan worden toegediend. In het
verlengde van de wat-vraag is ook de hoe-vraag inmiddels wel beantwoord. Een van de conclusies
is, dat het een zodanig weerbarstig thema is, dat – om in de beeldspraak van de voorgaande zin te
blijven – één medicijn niet voldoet, maar naar gelang doelgroep en ernst van de kwaal een cocktail
van meerdere medicijnen en behandelplannen noodzakelijk is. Het gaat om een combinatie van
beleidsmatige en praktische zaken, zoals verbeteringen achter de voordeur (de thuissituatie), het
creëren van meer (passende) banen
4
, het beter laten aansluiten van onderwijs en arbeidsmarkt,
het stimuleren en motiveren van de doelgroep zelf en het heel praktisch en bewust een kans
bieden aan een individuele jeugdwerkloze.
Bij de wie-vraag is onomstotelijk vastgesteld, dat overheid, onderwijs en bedrijfsleven/ondernemers
(de zogenoemde Triple O) een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben om – ieder vanuit de
eigen positie en naar eigen vermogen - een bijdrage te leveren. Juist op een lokale schaal, waar
sprake is van herkenbare stakeholders die elkaar kunnen aanspreken en gezamenlijk de
schouders onder concrete projecten kunnen zetten, kan een dergelijke aanpak tot zichtbare
resultaten leiden. De Rabobank kan hierin niet alleen in directe zin een nuttige partner zijn door als
verantwoordelijk en maatschappelijk betrokken werkgever passend te acteren en projecten vanuit
haar coöoperatieve doelstellingen mede mogelijk te maken, zij is ook een partij die vanuit haar
bestaande netwerken energie en initiatieven samen kan brengen.
Arbeidsmarktsituatie jongeren (18-27 jaar)
In Nederland is een substantieel hoger deel van de jongeren werkzaam dan in Den Haag (62,3%
vs 52,5%). Van de niet-werkenden volgt landelijk 73% onderwijs, Den Haag is dat 66%. In
combinatie met het voorgaande leidt dit ertoe, dat een relatief hoog aandeel jongeren in Den Haag
niet werkt en geen opleiding volgt (16,4%, 12.700 personen, vs 10,3% landelijk). Voor zover dat
geen bewuste keuze is, bijvoorbeeld doordat ze een (werkende) partner hebben of zorgtaken op
zich nemen, duidt dit op een stapeling van kansgebrek.
In Den Haag heeft 8,8% van de jongeren een sociale uitkering (6.800 personen). Daarvan volgt
13,2% onderwijs (Nederland 14,5%), 86,8% (5.900 personen) heeft een uitkering en volgt geen
onderwijs.
Arbeidsmarktsituatie jongeren Nederland Den Haag
Aantal personen in de leeftijdsgroep 18-27 jaar 2.475.500 77.300
Totaal werkzaam 62,3% 52,5%
wv werknemer 58,7% 48,5%
wv zelfstandige 2,0% 2,6%
wv werknemer en zelfstandige 1,7% 1,3%
Niet-werkzame jongeren 37,7% 47,5%
wv volgt onderwijs 27,4% 31,2%
wv volgt geen onderwijs 10,3% 16,4%
Met uitkering sociale zekerheid 7,5% 8,8%
wv onderwijs volgend 1,1% 1,2%
wv niet onderwijs volgend 6,4% 7,6%
Bron: CBS 2013
5
3
Zie onder andere de Monitor Regionale Aanpak jeugdwerkloosheid
4
Den Haag heeft zeker geen gebrek aan banen, zie ook figuur 42; er is dus eerder van een kwalitatieve dan kwantitatieve
mismatch sprake
5
Voor deze notitie is gebruik gemaakt van het meest recente en openbaar beschikbare datamateriaal; in veel gevallen is
dat ouder dan 2014
3. Factsheet en visie arbeidsmarkt jongeren Den Haag
3
Werkzoekenden
Een relatief groot deel van de werkzoekende jongeren (15-27 jaar, 2.920 personen, 69%) heeft
een allochtonen achtergrond (Nederland 36%), vooral niet-westerse allochtonen (zie ook figuur
43).
De gemiddelde inschrijfduur ligt in Den Haag iets onder het landelijke cijfer (145 vs 149 dagen).
Opvallend is dat in Den Haag allochtone werkzoekenden een iets kortere inschrijfduur hebben dan
autochtonen, terwijl dat landelijk juist andersom ligt.
Kenmerken werkzoekende jongeren Nederland Den Haag
Autochtoon 64,1% 30,8%
Allochtoon totaal 35,9% 69,2%
wv westers allochtoon 8,7% 10,7%
wv niet-westers allochtoon 27,2% 58,8%
aantal dagen inschrijving
Totale herkomst 149 145
Autochtoon 132 151
Allochtoon totaal 155 144
wv westers allochtoon 131 112
wv niet-westers allochtoon 164 150
Bron: CBS 2013
Arbeidsdeelname
Den Haag telt ca. 7.000 werkloze jongeren (15 tot 25 jaar), een aanzienlijk hoger percentage van
de betreffende beroepsbevolking (19,4%) dan landelijk (12,7%).
De bruto-arbeidsparticipatie (het aandeel van de (werkzame en werkloze) beroepsbevolking in de
bevolking (beroeps- en niet-beroepsbevolking) ligt aanzienlijk lager dan landelijk. Personen die
zich bewust niet melden op de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld doordat ze studeren, zorgtaken hebben,
of – in meer negatieve zin – zich niet melden omdat ze vrezen ‘toch’ geen baan te kunnen vinden,
drukken de bruto-arbeidsparticipatie. De netto-arbeidsparticipatie (het aandeel van de werkzame
beroepsbevolking in de bevolking (beroeps- en niet-beroepsbevolking) eveneens lager. Hierop is
bijvoorbeeld een hogere werkloosheid van invloed (zie ook figuur 12).
Anders dan je wellicht vanwege het diplomaniveau zou verwachten, ligt het beroepsniveau van
jongeren hoger dan landelijk. Dit zou tot de voorzichtige conclusie kunnen leiden, dat àls ze aan de
slag zijn, ze ook goed functioneren. Met name de niveau’s 3 (complexe taken; middelbaar of hoger
onderwijsniveau vereist) en 4 (zeer complexe gespecialiseerde taken; hoger of wetenschappelijk
onderwijsniveau vereist.) liggen boven het landelijke aandeel.
Arbeidsdeelname jongeren Nederland Den Haag
Werkloosheidspercentage 12,7% 19,4%
Bruto arbeidsparticipatie 67,4% 57,2%
Netto arbeidsparticipatie 58,8% 46,2%
Beroepsniveau 1 24,5% 20,7%
Beroepsniveau 2 56,4% 55,2%
Beroepsniveau 3 8,7% 10,3%
Beroepsniveau 4 8,9% 13,8%
Beroepsniveau onbekend 1,4% 0,0%
Bron: CBS 2014
Het WW-percentage (de WW-uitkeringen uitgedrukt als percentage van de beroepsbevolking)
kwam in de gemeente Den Haag eind juni 2015 uit op 4,7%, 12.175 uitkeringen. Landelijk lag het
WW-percentage eind juni op 4,6%.
4. Factsheet en visie arbeidsmarkt jongeren Den Haag
4
792 uitkeringen zijn gedaan aan jongeren (< 27 jaar), 6,5% van het totaal (Nederland 5,7%).
6
Onderwijsindicatoren
Leerlingen in Den Haag sluiten hun opleiding af met een iets lager diploma; VO en (V)MBO zijn
oververtegenwoordigd (79,5% vs 76,6% landelijk) , bachelor en master ondervertegenwoordigd
(3,9% vs 6,1%). In Den Haag verlaten 1.700 leerlingen hun school voortijdig (en dus zonder de
beoogde startkwalificatie), 5,1 % vergeleken met 3,2% landelijk.
Het aandeel vsv-ers
7
ligt onder allochtonen hoger dan onder autochtonen, wat deels het hogere
totaal-aandeel in Den Haag verklaart. Opvallend is het eveneens hoge aandeel autochtone
schoolverlaters in Den Haag: 4,0% t.o.v. 2,6% landelijk, dus dit vraagstuk beperkt zich zeker niet
alleen tot de allochtone leerlingen.
Het aantal leerlingen in het basisonderwijs van wie
beide ouders maximaal lager of voorbereidend beroepsonderwijs (lbo/vbo), praktijkonderwijs of
voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) basis- of kaderberoepsgerichte leerweg
hebben gedaan óf waarvan beide ouders maximaal twee jaar onderwijs in een andere
schoolopleiding in het voortgezet onderwijs aansluitend op het basisonderwijs hebben gevolgd
(achterstand 0.3),
ligt dicht bij het landelijke percentage (6,7% vs 6,9%).
Het aantal leerlingen in het basisonderwijs van wie
één van de ouders maximaal basisonderwijs of (voortgezet)speciaal onderwijs voor zeer moeilijk
lerende kinderen ((v)so-zmlk)heeft gehad en de ander maximaal dezelfde opleiding heeft gevolgd
óf het lager of voorbereidend beroepsonderwijs (lbo/vbo), praktijkonderwijs of voorbereidend
middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) basis- of kaderberoepsgerichte leerweg heeft doorlopen óf
maximaal twee jaar onderwijs in een andere schoolopleiding in het voortgezet onderwijs
aansluitend op het basisonderwijs heeft gevolgd (achterstand 1.2)
bedraagt meer dan het drievoudige van wat landelijk gebruikelijk is (16,8% vs 5,4%).
Onderwijsindicatoren Nederland Den Haag
Behaald diploma vo 24,8% 23,8%
Idem vmbo 13,6% 14,2%
havo 6,3% 5,7%
vwo 4,9% 3,9%
mbo 19,1% 20,8%
mbo: assistent 1,5% 2,6%
mbo: niveau 2-4 17,7% 18,1%
hbo 6,1% 6,9%
wo bachelor 3,7% 2,3%
wo master/doctoraal 2,4% 1,6%
voortijdige schoolverlaters totaal 3,2% 5,1%
voortijdige schoolverlaters autochtoon 2,6% 4,0%
voortijdige schoolverlaters westerse allochtoon 4,3% 5,6%
voortijdige schoolverlaters niet-westerse allochtoon 5,6% 6,0%
achterstandsleerlingen 0.3 6,9% 6,7%
achterstandsleerlingen 1.2 5,4% 16,8%
Bron: CBS 2012
6
Bron: UWV 2015
7
voortijdige schoolverlaters
5. Factsheet en visie arbeidsmarkt jongeren Den Haag
5
Overheidsbeleid
Relevante passages uit het coalitieakkoord van de gemeente Den Haag 2014-2018
‘Alles begint bij een goede baan. En een goede baan begint met een diploma. Daarom maken we
ons sterk voor werk én onderwijs. Met name jongeren en ouderen komen nu heel moeilijk aan een
baan en de werkloosheid stijgt nog steeds. De beste manier om mensen aan het werk te krijgen, is
nieuwe economische groei en sommigen hebben sowieso een extra steuntje in de rug nodig om
aan het werk te komen.’
‘Aanpak van de werkloosheid van 5.000 jongeren krijgt prioriteit en we focussen daarbij op
jongeren zonder startkwalificatie, schoolgaande jongeren op zoek naar een stage of leerwerkbaan,
en jongeren met een niet- westerse achtergrond.’
‘Jongeren zonder startkwalificatie en baan moeten terug naar school. Daarom intensiveren we de
aanpak van schooluitval en -verzuim Er moeten meer stageplekken komen en de mismatch tussen
vraag en aanbod moet worden verkleind. We zetten, waar dat werkt, de Haagse leerwerkcheques,
opleidingsvouchers en startersbeurs in om te zorgen dat geen enkele jongere aan de kant hoeft te
staan.’
‘Het maatschappelijk middenveld en werkloze jongeren moeten veel sterker met elkaar verbonden
worden. Daarom breiden we de bestaande vacaturebank voor stages uit met sociale stages. Hier
kunnen sociale stages worden aangemeld voor (werkloze) jongeren tussen de 18 en 27 jaar en als
re-integratiemaatregel voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt.’
‘Jongeren met een Wajong-uitkering en mensen op de wachtlijst van de sociale werkvoorziening
hebben de eerste jaren voorrang bij de garantiebanen om werkervaring op te doen.’
‘We bestrijden voortijdig schooluitval met kracht en zorgen dat jongeren werkervaring kunnen
opdoen. We stimuleren de maatschappelijke stage. Voor jongeren die niet terug naar school
kunnen komen er extra leerwerkbanen.’
Uit de Kamerbrief van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid d.d. 31 maart 2015 (Aan
de Slag: Agenda Aanpak Jeugdwerkloosheid 2015-2016)
‘We richten ons daarbij (…) op vier verbeteringen:
1. Onderwijs sluit beter aan bij de arbeidsmarkt en biedt jongeren meer toekomstperspectief. Er
komt meer ruimte voor maatwerk voor opleidingen op niveau 2. Het is voor de arbeidsmarkt een
gemiste kans, dat een groep jongeren, ondanks dat zij goede vakmensen zijn of kunnen
worden, hun diploma niet kan halen. Voorts komt de minister van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap nog dit jaar met een Plan van Aanpak Loopbaanoriëntatie.
2. Werkgevers worden met het sluiten van akkoorden geactiveerd om jongeren aan banen, stages
en een goede voorbereiding op de arbeidsmarkt te helpen. Tot nu toe zijn er 75 van deze
Werkakkoorden gesloten. Inzet is de komende twee jaar nog 100 akkoorden te sluiten.
3. De regionale aanpak van jeugdwerkloosheid wordt verder versterkt. Wij hebben vandaag met
gemeenten en UWV afgesproken dat ze zich de komende twee jaar actief inzetten om meer
jongeren met een kwetsbare arbeidsmarktpositie werk te bemiddelen. Dat zijn in ieder geval
jongeren zonder startkwalificatie en jongeren met een uitkering. Hoe eerder kwetsbare jongeren
ondersteuning geboden kan worden bij het zoeken en vinden van werk, hoe beter. Daar kan al
mee gestart worden in het onderwijs voor jongeren die niet in staat blijken te zijn een
startkwalificatie te halen en die dreigen in de overstap vanuit het onderwijs de aansluiting met
de arbeidsmarkt te missen. De gemeenten werken hierbij samen met o.a. UWV, scholen en
onder andere werkgevers waarmee Werkakkoorden zijn gesloten. De minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid stelt voor de uitvoering in 2015 en 2016 jaarlijks 3,5 miljoen euro
aan de arbeidsmarktregio’s beschikbaar. Ook bij UWV komen middelen beschikbaar voor
actieve bemiddeling van jongeren. Met het beschikbaar komen van middelen bij UWV ten
behoeve van actieve bemiddeling geven we invulling aan de toezegging van de minister van
6. Factsheet en visie arbeidsmarkt jongeren Den Haag
6
SZW bij de Begrotingsbehandeling SZW 2015 om in overleg met het UWV de Kamer nader te
informeren over het aan het werk helpen van jongeren vanuit de WW.
4. In vijf steden gaan we aan de slag om (migranten)jongeren uit achterstandsbuurten in het
onderwijs beter voor te bereiden op de arbeidsmarkt en hen meer perspectief te bieden op
werk.’
Willem van der Velden
12 augustus 2015