Er worden binnen de Europese primaire pluimvee bedrijven jaarlijks 97 miljoen wrakke of zieke dieren handmatig gedood omdat ze hun economische waarde hebben verloren en/of uit hun lijden moeten worden verlost. Voor Nederland betekent dit ca. 5,5 miljoen vleeskuikens en een kleine 620.000 leghennen.
Die uitval is een ongewenst bijverschijnsel en wordt binnen de sector als een intern probleem beschouwd. Het publiek is zich nauwelijks bewust dat het om zulke grote aantallen dieren gaat die geen keuze hebben tussen onnodig leiden en een langzame dood. Bij zulke aantallen is dierenwelzijn is in het geding en de betroffen dieren verdienen meer dan gebagitaliseerd te worden, alsof het om een te verwaarlozen probleem zou gaan. Het publiek is zich nauwelijks bewust dat het om zulke grote aantallen dieren gaat die geen keuze hebben tussen onnodig leiden en een langzame dood. Bij zulke aantallen is dierenwelzijn is in het geding en de betroffen dieren verdienen meer dan gebagitaliseerd te worden, alsof het om een te verwaarlozen probleem zou gaan.
De Europese Verordening EU 1099/2009 die per 1 januari 2013 binnen alle Europese lidstaten van kracht is geworden. werd in Nederland opgenomen in de wet Houders van Dieren die per 22 augustus 2014 van kracht is geworden.
Deze nieuwe dierenwelzijnswet biedt unieke kansen voor gespecialiseerde pluimvee dierenartsen om een sleutelrol te vervullen in de transformatie van de pluimvee sector.
Anoxia presentation during the AI symposium in Taiwan, March 2015
Wet Houders van Dieren, invoering van EU 1099/2009 in Nederland
1. Invoering van Verordening EU 1099/2009
Waarborgen dierenwelzijn tijdens het doden van pluimvee op
het bedrijf
By: Harm Kiezebrink, Principal consultant Applied Veterinary Technologies /
Research Fellow Queensland University
ABSTRACT
Er worden binnen de Europese primaire pluimvee bedrijven jaarlijks 97
miljoen wrakke of zieke dieren handmatig gedood omdat ze hun
economische waarde hebben verloren en/of uit hun lijden moeten worden
verlost. Die uitval is in zichzelf ongewenst maar wordt veelal door de sector
als een intern probleem beschouwd. Het publiek is zich nauwelijks bewust
dat het om zulke grote aantallen dieren gaat. De Europese Verordening EU
1099/2009 die per 1 januari 2013 binnen alle Europese lidstaten van kracht
is geworden werd in Nederland opgenomen in de wet Houders van Dieren
die per 22 augustus 2014 van kracht is geworden. Deze nieuwe
dierenwelzijnswet biedt unieke kansen voor gespecialiseerde pluimvee
dierenartsen om en sleutel rol te vervullen in de transformatie van de
pluimvee sector.
2. Achtergrond praktijk doden van dieren op het pluimveebedrijf
Inhoudsopgave
Aanleiding....................................................................................................................... 3
Dierenwelzijn als maatschappelijk belang en invoering van nieuwe wetgeving ........ 3
ANNEX 1 bij EU 1099/2009 ............................................................................................ 5
Wet houders van Dieren ................................................................................................ 5
Artikel 1.10 Gevallen waarin dieren mogen worden gedood....................................... 5
Artikel 1.12 Besparen vermijdbare vorm van pijn, spanning of lijden ......................... 5
Artikel 1.13 Methoden ................................................................................................... 5
Opleiden van pluimveehouders ........................................ Error! Bookmark not defined.
Standaard werkwijzen ................................................................................................... 6
Referenties ...................................................................................................................... 7
AVT Applied Veterinary Technologies Pagina 2 1-10-2014
3. Achtergrond praktijk doden van dieren op het pluimveebedrijf
Aanleiding
Het doden van dieren hoort inherent bij dierlijke productie. Het grootste deel van onze
productiedieren eindigt in de slachterij, met name die dieren die we houden voor de
vleesproductie, maar ook de dieren die we primair voor de melk of de eieren houden.
Dieren die naar de slachterij gaan hebben (vrijwel altijd) economische waarde.
Een kleiner, maar bepaald niet betekenisloos aantal dieren wordt echter eerder dan
normaal gedood danwel geëuthanaseerd, omdat ze geen economische waarde hebben,
die hun waarde hebben verloren (wrakke of zieke dieren) en/of uit hun lijden moeten
worden verlost (euthanasie).
Het gaat binnen Europa om aanzienlijke aantallen Pluimvee. De uitval op pluimvee
bedrijven –door een natuurlijke dood of door actieve levensbeëindiging– is naar
schatting 3%, waarvan twee-derde actief op het bedrijf wordt gedood. Als we pluimvee
productie cijfers voor vleeskippeni dat jaarlijks binnen Europa wordt geslacht en het
aantal legkippenii dat binnen Europa word gehouden als indicatie nemen, dan gaat om
enorme aantallen.
Uitgaande dat 3% van de dieren vroegtijdig aan hun einde komen (veelal na een periode
van lijden) waarvan 1% zonder ingrijpen van de pluimveehouder, dan worden er in
Europa jaarlijks 97 miljoen vleeskuikens en circa 11 miljoen leghennen op traditionele
wijze op het bedrijf gedood. Voor Nederlandiii betekent dit ca. 5,54 miljoen vleeskuikens
en een kleine 620.000 leghenneniv.
In vergelijking met de reguliere slacht, die (in ieder geval formeel) goed gereguleerd en
gecontroleerd wordt, is het doden van wrakke en zieke dieren een ondergeschoven
kindje. Daarbij kan het zowel gaan om de (bij wetgeving verplichte) euthanasie vanwege
‘uitzichtloos lijden’, als om het doden van dieren die zouden kunnen herstellen, maar
economisch hun waarde hebben verloren. Het is de enige vorm van doding van dieren
waarbij de boer zelf een actieve rol speelt, als beslisser en als uitvoerder. De praktijk op
het boerenerf is daardoor zeer variabel en oncontroleerbaar.
Het publiek is zich nauwelijks bewust dat het om zulke grote aantallen dieren gaat die
geen keuze hebben tussen een langzame dood (door de passieve houding/niet ingrijpen
door de veehouder) en onnodig leiden (door de onverschilligheid en/of willekeur van de
persoon die het dier dood) of simpel vanwege de afwezigheid van een controleerbare
euthanasie methode.
Dierenwelzijn als maatschappelijk belang en invoering van nieuwe wetgeving
Er wordt er in toenemende mate druk uitgeoefend op de sector, met de nadruk op
transparantie en naleving van welzijnswetgeving. Mede als gevolg van nieuwe
wetenschappelijke inzichten en door de toegenomen maatschappelijke aandacht voor
dierenwelzijn is per 1 januari 2013 de Europese Verordening EU 1099/2009 vvan kracht
geworden, gevolgd door het inwerking treden van de Wet Houders van Dieren viper 22
Augustus 2014.
In de praktijk is het met name bij de kleinere dieren, zoals pluimvee, niet zo makkelijk
om te voldoen aan deze vereisten, omdat:
AVT Applied Veterinary Technologies Pagina 3 1-10-2014
4. Achtergrond praktijk doden van dieren op het pluimveebedrijf
Het inzetten van een dierenarts voor een individueel dier is in zulke gevallen
economisch onhaalbaar. Het toedienen van lethale injecties (zoals T61) is daarom
geen optie
Pluimveehouders niet beschikken over een alternatieve techniek die
geaccepteerd is volgens de Verordening
De pluimvee branche heeft tot nu toe passief gereageerd op de wijzigingen in de
wetgeving. Investeringen die dierenwelzijn op het bedrijf verbeteren leiden niet
automatisch tot een beter financieel rendement en de afwezigheid van praktisch
toepasbare methoden spelen waarschijnlijk een belangrijke rol.
Dientengevolge wordt nog steeds en uitsluitend de ‘breken van de nek’-techniek
toegepast en opereren pluimveehouders feitelijk in strijd met de wet Houders van
Dieren en riskeren zij een mogelijke veroordeling op grond van het administratief recht.
Zolang de huidige situatie van de afwezigheid van alternatieven aanhoudt zullen
veterinaire autoriteiten niet snel tot vervolging overgaan. Deze houding zal
waarschijnlijk veranderen na de marktintroductie van apparatuur die voldoen aan de
gewijzigde wet- en regelgeving, zoals de Anoxiavii techniek.
De pluimvee branche staat dus voor structurele aanpassingen: de migratie van de
oncontroleerbare ‘breken van de nek’-methode naar het toepassen van controleerbare
euthanasie technieken.
In de Wet Houders van Dieren wordt de rol van dierenarts uitvoerig beschreven, met
name waar het gaat om de behandeling van zieke en zwakke dieren. Gespecialiseerde
pluimvee dierenartsen zijn bij uitstel geschikt om pluimveehouders te begeleiden in dit
migratie proces. Zij zijn bij uitstek geschikt om pluimveehouders te ondersteunen en
begeleiden; toezicht te houden op het juist toepassen van de techniek volgens
standaardwerkwijzen; training van personeel; en certificering van de bedrijf/gebruikers.
Verder kunnen zij de rol van project manager vervullen bij het introduceren van “Gidsen
voor goede praktijken”viii .
Introductie van nieuwe euthanasie technieken bedoelt om ondragelijk lijden te
voorkomen betekent niet alleen een doorbraak op het gebied van dierenwelzijn; het is
ook een kans voor de pluimvee houder om zich positief te manifesteren ten opzichte
van consumenten.
AVT Applied Veterinary Technologies Pagina 4 1-10-2014
5. Achtergrond praktijk doden van dieren op het pluimveebedrijf
Het nieuwe wettelijke kader
ANNEX 1 bij EU 1099/2009
Op grond van EU 1099/ 2009 geldt dat “Een dier wordt gedood door middel van een
methode die waarborgt dat de dood onmiddellijk of na bedwelming, maar vóórdat de
bewusteloosheid is geweken, intreedt.” Verder wordt er bepaald dat het doden van
dieren gebeurt “door personen die aantoonbaar de nodige kennis en vaardigheden
bezitten om de taken humaan en doeltreffend uit te voeren.”
In deze annex is een opsomming opgenomen die beschrijft welke methoden en
technieken toegepast mogen worden. Hierin wordt bepaald dat het doden door het
breken van de nek weliswaar is toegestaan, maar dat het breken van de nek niet als
routinemethode. ANNEX 1; Hoofdstuk 2; onder 3 (breken van de nek):
“Deze methoden mogen niet als routinemethode worden gebruikt maar uitsluitend
indien er geen andere bedwelmings-methoden voorhanden zijn.”
In de wet Houders van Dieren zijn deze bepalingen integraal overgenomen.
Wet houders van Dieren
De wet Houders van Dieren schrijft onder meer voor dat de houders voldoende zijn
opgeleid om hun taken adequaat en overeenkomstig de in deze paragraaf bedoelde
voorschriften te kunnen uitvoeren. Er geldt een overgangsperiode voor bestaande
praktijken. Indien nieuwe praktijken worden ingevoerd, zoals het vervangen van de
methode van doden van dieren op het bedrijf, geldt dat de pluimveehouder
gecertificeerd moeten worden om de handhaving van dierenwelzijn op het bedrijf te
kunnen waarborgen.
Artikel 1.10 Gevallen waarin dieren mogen worden gedood
In dit artikel wordt uiteengezet onder welke condities dieren op het bedrijf gedood
mogen worden en wat de rol van de dierenarts hierbij is:
a. een dier wordt gedood ter beëindiging of voorkoming van onmiddellijk gevaar voor mens
of dier;
b. een dierenarts heeft vastgesteld dat doden in het belang van het dier
Artikel 1.12 Besparen vermijdbare vorm van pijn, spanning of lijden
Hierin bepaalt dat het leiden van het dier moet hierbij worden bespaard:
“Bij het doden van dieren en daarmee verband houdende activiteiten wordt de dieren
elke vermijdbare vorm van pijn, spanning of lijden bespaard.”
Artikel 1.13 Methoden
Art. 1.13 regelt dat voor het doden van het dier een methode moet worden toegepast
die ervoor zorgt dat het dier onmiddellijk gedood wordt:
AVT Applied Veterinary Technologies Pagina 5 1-10-2014
6. Achtergrond praktijk doden van dieren op het pluimveebedrijf
1. Een dier wordt gedood door middel van een methode die waarborgt dat de dood
onmiddellijk of na bedwelming, maar vóórdat de bewusteloosheid is geweken,
intreedt.
2. In afwijking van het eerste lid behoeft een dier niet te worden bedwelmd indien
een dier moet worden gedood:
a. ter beëindiging of voorkoming van onmiddellijk gevaar voor mens of dier of
b. ter beëindiging van ondraaglijk lijden van het dier.
Bij de formulering van de bovengenoemde artikelen is zo veel mogelijk aangesloten bij
de tekst van Verordening 1099/2009. Dit betekent dat de methoden die voor het doden
van de pluimvee op het bedrijf zijn overgenomen uit ANNEX 1 van de Verordening.
Standaard werkwijzen
De Verordening schrijft tevens voor dat “Bedrijfsexploitanten (pluimveehouders)
plannen vooraf het doden van dieren en de daarmee verband houdende activiteiten, en
voeren het doden uit overeenkomstig de standaardwerkwijzen”. Vervolgens dienen
pluimveehouders te “waarborgen dat het doden van dieren en de daarmee verband
houdende activiteiten” overeenkomstig de Verordening plaatsvinden.
De Europese Verordening stelt dus ook eisen aan de leveranciers van Euthanasie
apparatuur. In Artikel 8 van de Verordening zijn de eisen voor de producent als volgt
omschreven: “Producten die worden verhandeld of aangeprezen als fixatie
of bedwelmings-apparatuur, mogen uitsluitend worden verkocht mits zij vergezeld
gaan van adequate instructies over het gebruik, zodat optimale omstandigheden voor
het welzijn van dieren gewaarborgd zijn. De producenten stellen deze instructies via
internet ook aan het publiek beschikbaar.”
In artikel 9 van de verordening zijn de eisen aan de pluimveehouders vastgelegd:
“Bedrijfsexploitanten zorgen ervoor dat alle apparatuur voor het fixeren of bedwelmen
van dieren onderhouden en gecontroleerd wordt volgens de instructies van de
producent door personen die daartoe specifiek zijn opgeleid.”
AVT Applied Veterinary Technologies Pagina 6 1-10-2014
7. Achtergrond praktijk doden van dieren op het pluimveebedrijf
Referenties
i Annual report of the Association of Poultry Processors and Poultry Trade in the EU
Countries a.v.e.c. 2013, the total gross domestic production of poultry meat in the EU
(Carcass weight) was 12.745.000 tons: 9.914.000 tons broilers/3,965 billion broilers
(average live weight of 2,5 kg); 1.920.000 tons Turkey/ 350 million turkeys (average live
weight of 5,5 kg); 499.000 tons Ducks/ 185 million ducks (average live weight of 2,87kg)
and 363 million layer hens i.
ii http://www.compassionlebensmittelwirtschaft.de/wp-content/uploads/2012/05/Info-
1-Egg-production-in-the-EU.pdf.pdf
iii Kengetallen Pluimveehouderij gepubliceerd op 26 november 2013 door LTO Nederland:
In totaal 1.560 pluimvee locaties met totaal stuks pluimvee: 99,2 miljoen dieren
Leghennenbedrijven: Totaal aantal legbedrijven: 720 locaties/: 34,1 miljoen leghennen
per jaar/ 43.000 per bedrijf; bij 2% uitval - 860 per bedrijf, 2,3 kippen per dag
Vleeskuikenbedrijven: Totaal aantal vleeskuiken bedrijven: 440 locaties/ totaal aantal
vleeskuikens per jaar; 65,1 miljoen vleeskuikens/ 5,54 miljoen vleeskuikens per jaar/
gemiddeld aantal vleeskuikens per bedrijf per 90.000 cyclus (6 weken)/ 7 cycli per jaar/
bij 2% per cyclus - 12.600 per bedrijf/ 42,9 kippen per bedrijf per dag
Pluimvee slachterijen: 15 pluimveeslachterijen; capaciteit van >10.000 ton; aantal dieren
dat gemiddeld per dag wordt aangevoerd - 68.000 dieren per dag; bij 0,1% uitval per
dag; 68 dieren per dag (Aangevoerd ziek/verzwakt pluimvee mag niet geslacht worden
en dient te worden gedood).
iv http://www.lto.nl/actueel/kengetallen/Pluimveehouderij
v http://n2gf.com/?p=395.
vi http://n2gf.com/?p=1704.
vii http://n2gf.com/?p=1183
viii Als bedoeld in Artikel 2.61 van Wet Houders van Dieren: Gidsen voor goede praktijken.
AVT Applied Veterinary Technologies Pagina 7 1-10-2014