Der Die Das 01
- 3. der, die of das? = lidwoorden = staan dus voor een zelfstandig naamwoord
- 5. der, die of das? … betekenen in het Nederlands dus altijd
- 6. der, die of das? … betekenen in het Nederlands dus altijd de of het
- 10. der, die of das? Wanneer is het nou der, die of das ?
- 15. Wanneer krijg je welke? REGEL 1: Biologische regel Mannelijke mensen of dieren = der
- 16. Wanneer krijg je welke? REGEL 1: Biologische regel Mannelijke mensen of dieren = der Vrouwelijke mensen of dieren = die
- 18. der, die of das? Voorbeelden: der Freund – die Freundin
- 24. Wanneer krijg je welke? REGEL 1: Biologische regel Mannelijke mensen of dieren =
- 25. Wanneer krijg je welke? REGEL 1: Biologische regel Mannelijke mensen of dieren = der
- 26. Wanneer krijg je welke? REGEL 1: Biologische regel Mannelijke mensen of dieren = der Vrouwelijke mensen of dieren =
- 27. Wanneer krijg je welke? REGEL 1: Biologische regel Mannelijke mensen of dieren = der Vrouwelijke mensen of dieren = die