5. Bio-industrie VS Biologische landbouw
Gangbare landbouw Biologische landbouw
monoculturen geen monoculturen
habitat voor predatoren
verdwijnt
geen pesticiden
(natuurlijke vijanden)
voldoende voedselaanbod
Voor ziekteverwekkers
geen kunstmest (alleen de
real shit)
veel kunstmest en pesticiden geen intensieve veeteelt
(scharrel)
intensieve veehouderijen
(bio-industrie).
6. Bio-industrie
Luchtvervuiling door de bio-industrie
(intensieve veehouderijen).
Emissie van ammoniak (o.a. als gevolg
van mestoverschot)
Leidt tot verzuring van de bodem
10. Emissie
… of uitstoot.
Van zwaveldioxide en stikstofoxiden (NO
en NO2) door verbranding van fossiele
brandstoffen (steenkool, aardolie en
benzine).
11. Gevolgen van Emissie
Samen met waterdamp en zuurstof ontstaan
zwavelzuur en salpeterzuur: deze stoffen
veroorzaken zure regen (natte zuurdepositie).
Een deel van het SO2 en de NOx staat
onveranderd neer (droge zuurdepositie): in de
bodem ontstaan H2SO4 en HNO3.
Emissie van vluchtige koolwaterstoffen en
koolstofmono-oxide: ozonvorming (fotochemische
luchtverontreiniging).
Emissie van giftige gassen. Samen met waterdamp
en zuurstof ontstaan zwavelzuur en salpeterzuur:
deze stoffen veroorzaken zure regen (natte
zuurdepositie).
12. Gevolgen van Emissie
Mineralen komen vrij en spoelen uit.
Giftige metalen (o.a. aluminium en cadmium)
lossen op komen in hoge concentraties in het
grondwater.
Wortelharen beschadigen. Planten nemen
minder goed water en mineralen op.
Huidmondjes beschadigen (verhoogde
verdamping)
Zwakkere planten (ziekteverwekkers krijgen
vat op planten.)
Fotosynthese wordt geremd.
Zuurdepositie
13. Gevolgen van Emissie
Door de neerslag van ammoniak en
stikstofoxiden gaan (enkele)
stikstofminnende planten de
vegetatie beheersen, waardoor
verlies van biodiversiteit ontstaat.
Gebouwen en beeldhouw-
werken worden aangetast.
Zuurdepositie
14. Gevolgen van Emissie
Aantasting van longweefsel bij dieren en
mensen, o.a. door vorming van smog
(vettige mist die ozon, zwaveldioxide en
roet bevat).
Ozon beschadigt bladeren en remt de
groei van planten.
Ozon en Zwaveldioxide
15. Expertopdracht
Doelstelling 5
Je moet kunnen beschrijven wat het
broeikaseffect is en oorzaken en
(mogelijke) gevolgen van versterking van
het broeikaseffect kunnen noemen.