Het onderwijs op de Alan Turingschool voor primair onderwijs in Amsterdam is zo georganiseerd dat de werkdruk beheersbaar is en leerkrachten aan hun vak toekomen waardoor ze zich gelukkiger voelen in hun werk. De werkwijze bij Basisschool Klaverblad in Leeuwarden toont aan hoe belangrijk hun aanpak is voor het geluk van hoogbegaafde leerlingen. Op beide scholen heeft de interactie tussen leraren en leerlingen een verrassend positief effect op elkaars geluksgevoel, het oordeel van ouders over de school en de prestaties van de leerlingen. De mr heeft een belangrijke rol in de communicatie over het kwaliteitsbeleid.
Vraaggestuurde scholing. We willen geen praatje en een plaatje, maar een inte...
De leraar of de leerling centraal? Concepten voor gelukkig werken en leren
1. 4 MR magazine, nummer 2, maart 2021
DE LERAAR OF DE
LEERLING CENTRAAL?
Het onderwijs op de Alan Turingschool voor primair onderwijs in
Amsterdam is zo georganiseerd dat de werkdruk beheersbaar is
en leerkrachten aan hun vak toekomen waardoor ze zich gelukkiger
voelen in hun werk. De werkwijze bij Basisschool Klaverblad in
Leeuwarden toont aan hoe belangrijk hun aanpak is voor het geluk
van hoogbegaafde leerlingen. Op beide scholen heeft de interactie
tussen leraren en leerlingen een verrassend positief effect op elkaars
geluksgevoel, het oordeel van ouders over de school en de prestaties
van de leerlingen. De mr heeft een belangrijke rol in de communicatie
over het kwaliteitsbeleid. Frederik Smit
L
eraren werken meer uren per week
dan in hun arbeidsovereenkomst is
opgenomen. En in vergelijking met
andere Europese landen maken Neder-
landse leraren, vooral in het primair on-
derwijs, veel meer uren. In het Neder-
landse onderwijs is het aantal burn-
outklachten het hoogst van alle bedrijfs-
takken. Met name Amsterdam, Rotter-
dam, Den Haag, Utrecht en Almere kam-
pen met lerarentekorten. In 2016 heeft
de gemeente Amsterdam een wedstrijd
uitgeschreven voor nieuwe schoolideeën.
Een van de vier prijswinnaars was het
concept van de AlanTuringschool waar-
in het vakmanschap van de leraar cen-
traal staat, leraren de ruimte krijgen om
zich optimaal te ontwikkelen en de leer-
lingen derhalve profiteren van de lessen
van gelukkige leraren. Omgekeerd kan
ook: stel juist de leerling centraal. Dat
was het uitgangspunt van Klaverblad,
een school voor hoogbegaafde leerlingen.
De meeste scholen zijn erop toegerust
vooral om te gaan met kinderen die zich
gemiddeld ontwikkelen. Als leerlingen
getalenteerd of hoogbegaafd zijn, kan een
school extra lesstof aanbieden, de be-
staande lessen versneld afwerken of een
een aparte klas inrichten binnen de ge-
wone school, zoals een plusklas. Maar
grote uitschieters zijn ook moeilijk(er) te
hanteren in de meeste reguliere basis-
scholen en kinderen ondervinden nogal
eens problemen die voortkomen uit hun
hoogbegaafdheid. Schoolbestuur PCBO
Leeuwarden en omstreken startte in
2016 daarom een school voor voltijds on-
derwijs aan hoogbegaafde leerlingen
waar de leerbehoefte van de leerling cen-
traal staat. Het uitgangspunt hier is dat
hoogbegaafde leerlingen het verdienen
om gelukkig te zijn.
'De leerkracht kan zich volledig
richten op het leerproces'
Concepten voor gelukkig werken en leren
Schoolleider Eva Naaijkens
2. 5
MR magazine, nummer 2, maart 2021
>
Leerkracht en mr-lid Arjen Meijer
Wat is het gevolg van deze twee verschil-
lende concepten voor alle betrokkenen?
De leraar centraal
De AlanTuringschool in Amsterdam
staat in een wijk met een diverse samen-
stelling waar de sociale problematiek ste-
vig is. De leerlingenpopulatie is na de
start van de school in 2016 gegroeid van
130 naar 200 leerlingen. Schoolleider
Eva Naaijkens: ‘Ik wil dat leerkrachten
gelukkig kunnen zijn met hun werk, zo
min mogelijk last hebben van werkdruk
en vergaderingen, dat ze hun vakman-
schap kunnen ontwikkelen en dat alle
leerlingen hier optimaal van kunnen
profiteren. Zowel moeilijker lerende
kinderen als ook de zeer getalenteerde
leerlingen. Dit kan als leerkrachten geen
tijd en energie verspillen aan zaken die
niet direct met het primaire proces te
maken hebben.We overleggen met het
team alleen nog maar over pedagogische
en didactische onderwerpen, bijvoor-
beeld over de keuze van de leerstof. Leer-
krachten kunnen zich daardoor volledig
richten op het leerproces van de kinde-
ren.’ Op de school is een methodiek ont-
wikkeld met ambitie- en kwaliteitskaarten
voor terreinen waarop de school onder-
scheidend wil zijn, zoals een extra focus
op creatieve vakken, sport, ouderbetrok-
kenheid en technieklessen. De ambitie-
kaarten vormen samen het schoolplan.
Naaijkens: ‘De kwaliteitskaarten met
praktische werkafspraken bieden duide-
lijkheid en een doorgaande lijn op didac-
tisch, pedagogisch en organisatorisch
vlak. Lesgeven is daarom bij ons team-
sport: we stellen met elkaar standaarden
vast hoe te werken, hoe we elkaar helpen,
elkaar aanspreken en van elkaar leren
binnen een professionele schoolcultuur.
Dat allemaal met als doel een zo hoog
mogelijk leerrendement te realiseren.
Daarnaast ontwerpen leerkrachten sa-
men lessen en bezoeken ze elkaars les-
sen.’ Waarom staat op de kwaliteits-
kaarten zo concreet beschreven hoe bij-
voorbeeld de klassen in te richten, hoe
lees-, taal-, rekenonderwijs te geven en
hoe met ouders om te gaan? Naaijkens:
‘Dat is heel prettig voor starters en zij-
instromers. Als leerkracht hoef je daar-
door niet opnieuw het wiel uit te vinden
en geen kostbare tijd te verspillen. Jaar-
lijks evalueren we deze kwaliteitskaarten
en stellen ze bij.’
Mr: snel to the point
Leerkracht en mr-lid Arjen Meijer beves-
tigt dat zowel leraren als leerlingen zich
prettig voelen bij deze aanpak. ‘De ma-
nier van lesgeven is in elke klas hetzelfde.
En de leraren hanteren duidelijke regels
en afspraken die in elke klas op dezelfde
manier worden toegepast. De leerlingen
weten precies waar ze aan toe zijn en vin-
den dat heel prettig. Daar voelen ze zich
gelukkig bij. Ouders bevestigen ook dat
hun kinderen zich zo gelukkig voelen bij
ons op school en goed presteren.’
Dat de directie het belang van leraren
zeer serieus neemt, blijkt volgens Meijer
ook uit de aanpak van de lunchpauzes.
Ouders houden tussen de middag toe-
zicht bij het overblijven van de leerlin-
gen in plaats van dat er een continu-
rooster is onder begeleiding van de
leerkrachten. ‘We hebben ouders ervan
overtuigd dat het voor het welzijn van
het personeel van belang is om tussen
de middag met elkaar te lunchen, om bij
te praten, een moment van ontspanning
te hebben en op te laden voor de rest
van de dag. Dat is ook in het belang van
de leerlingen.’ Schoolleider Naaijkens
benadrukt dat ze veel waarde hecht aan
de rol van de mr. ‘Ik bespreek met de
raad onze aanpak, de gemaakte keuzes
en nieuwe beleidsvoornemens.’ Het
overleg met de directie verloopt volgens
Meijer informeel en efficiënt. ‘De verga-
deringen duren meestal korter dan een
uur, omdat de directie de voorstellen
goed voorbereidt én omdat we onszelf
als mr ook goed prepareren en snel to
the point komen. Belangrijke agenda-
punten waren het afgelopen jaar de
3. 6 MR magazine, nummer 2, maart 2021
groei van de school en de nieuwe huis-
vesting waarbij de ouders hun wens in-
brachten om te investeren in zonnepa-
nelen.We houden de directie scherp en
komen ook met eigen voorstellen.’
De leerling centraal
Interim-directeur Roel Omvlee van
Basisschool Klaverblad in Leeuwarden.
Omvlee: ‘In 2016 is de school voor
hoogbegaafde kinderen gestart en groei-
de in vijf jaar van 34 naar 126 leerlin-
gen. De lesstof voor de schoolse vakken
geven we in circa de helft van de onder-
wijstijd. Kinderen kunnen naast de ba-
sisvakken kiezen voor lessen Chinees,
Spaans, Latijn, Grieks, Engels, filosofie,
programmeren en schaken.Toen ik hier
een jaar geleden begon, was hoogbe-
Interim-directeur Roel Omvlee
Gelukkige leraren
Leraren kiezen voor hun vak omdat ze het leuk vinden om met leerlingen om te gaan, hen kennis over te brengen, te zien dat
leerlingen nieuwsgierigheid uitstralen in de les, geconcentreerd aan het werk zijn om leerstof onder de knie te krijgen en zich
extra inzetten voor bijvoorbeeld de schoolkrant. Daar worden ze gelukkig van in hun werk.Volgens hoogleraar Ap Dijksterhuis
is geluk te definiëren als tevredenheid en gemoedsrust, het idee dat het leven zin heeft. Gelukkige mensen zijn actiever en crea-
tiever dan niet gelukkige mensen. Bovendien leven gelukkige mensen tot wel negen jaar langer dan ongelukkige mensen.
Dijksterhuis stelt dat een school belang heeft bij intrinsiek gemotiveerde, gelukkige werknemers. Leraren zijn dan minder vaak
ziek en hebben minder last van stress, burn-out en onverschilligheid. Gelukkige leraren zijn vriendelijker en productiever.
Barrières voor werkgeluk zijn: regels, deadlines, druk (het feit dat je altijd bereikbaar bent, geen tijd voor eigen ontwikkeling),
bureaucratie/onnodige verslaglegging, verplichte vergaderingen met (bijna) alleen mededelingen, te veel competitie, onnodige
hiërarchische lagen, een te grote rol van extrinsieke beloning en geen echte vakanties houden. De belangrijkste gelukmakers vol-
gens het HandboekWerkgeluk zijn: plezier (hoeveel er gelachen wordt), voldoening (een goed gevoel over het resultaat), com-
petentie (dat je kennis en vaardigheden voldoende worden benut, jezelf kunnen ontwikkelen), autonomie (zelfstandigheid en
vrijheid om je werk op je eigen manier en tempo te kunnen doen), vertrouwen (dat je leidinggevende je vertrouwen geeft en
niet alles controleert), verbinding (je verbinden aan een organisatie, aan de mensen in de organisatie en aan de missie en waar-
den van de organisatie), zingeving (voldoende kunnen bijdragen aan het realiseren van de organisatiedoelen) en waardering.
Leraren hebben in hun werk te maken met leerlingen, hun ouders, collega’s en de schoolleiding. Het gevoel gewaardeerd te
worden door schoolleiding, collega’s én betekenis te hebben voor leerlingen en hun ouders is van groot belang voor het welbe-
vinden en het geluksgevoel van leraren.
gaafdenonderwijs nieuw voor me. Ik
stond sceptisch tegenover een aparte
school voor deze leerlingen. Na het
horen van verhalen van ouders over het
vastlopen in het gewone basisonderwijs,
ben ik helemaal om.’ Om te kunnen be-
palen of een kind past binnen het profiel
van hoogbegaafdheid, een IQ van 130
en hoger, maakt de school onder andere
gebruik van de WISC-V Intelligentietest.
Blijkbaar voorziet de school in een be-
hoefte, want de kinderen komen uit alle
hoeken van Friesland. Omvlee: ‘Voor
veel van onze leerlingen is dit hun derde
of vierde school, omdat veel reguliere
scholen geen passend aanbod bieden
aan onze doelgroep.We vinden dat ook
deze kinderen recht hebben op een
gelukkige schooltijd en serieus genomen
worden. En dat ze met uitdagend onder-
wijs de ruimte krijgen hun talenten te
ontwikkelen.’ Hoogbegaafde kinderen
denken anders, leren anders, voelen
anders en missen daardoor vaak de
aansluiting met hun reguliere leeftijds-
genoten. Daardoor voelen zij zich
'De kinderen komen uit alle
hoeken van Friesland'
4. 7
MR magazine, nummer 2, maart 2021
Gelukkige leerlingen
Nederlandse kinderen voelen zich gemiddeld genomen gelukkig. In de onderzoe-
ken van UNICEF naar het welzijn van kinderen in ontwikkelde landen staat
Nederland regelmatig bovenaan de ranglijst, zo ook in 2020. Zorgelijke ontwikke-
lingen zijn: de kloof tussen arm en rijk groeit, het aantal kinderen dat opgroeit in
armoede neemt toe, bij de crisisdiensten in de jeugdpsychiatrie is het druk, de
prestatiedruk neemt toe en er zijn nog altijd teveel thuiszitters in Nederland, waar-
onder hoogbegaafde kinderen die onvoldoende uitdaging ervaren op school.
Door de coronacrisis ligt vooral onder jongeren een depressie-epidemie op de
loer. Kinderen zijn banger en negatiever en anorexia neemt toe. Het hele steun-
systeem, van sportclubjes en een lieve juf, is weggevallen.Volgens Dijksterhuis zou
je jongeren handvatten kunnen aanreiken voor het realiseren van een gelukkig be-
staan. Door bijvoorbeeld te laten ervaren hoe je negatieve emoties onderzoekt en
hoe je kunt nagaan waar je positieve emoties van krijgt. Onderzoek laat zien dat
kinderen zich beter ontwikkelen als ze zijn opgenomen in sociale netwerken. Als
er bijvoorbeeld goede contacten zijn tussen ouders in de buurt en tussen ouders
en school. Leerlingen die goede relaties met medeleerlingen en leraren hebben,
voelen zich doorgaans meer betrokken bij de school en dat is positief voor de leer-
prestaties. Enthousiaste leraren die oog hebben voor het geluk van leerlingen,
ervaren hun eigen werk bovendien vaker als betekenisvol, zoals onderwijzerTheo
Thijssen (1879-1943) beschrijft in zijn boek De gelukkige klas: ‘M’n heerlijke,
lieve, lastige stel, ik weet eigenlijk maar één ding: het jaar of wat dat ik jullie heb en
dat jullie mij hebben, behoren wij enkel maar een gelukkige klas te zijn. En de rest
is nonsens hoor, al zal ik dat jullie nooit zeggen.’
onbegrepen en niet gewaardeerd wat be-
treft hun capaciteiten. Omvlee: ‘We slui-
ten met onze manier van lesgeven aan
bij de specifieke onderwijsbehoeftes van
deze kinderen en werken met goed op-
geleide leerkrachten, enthousiaste vak-
leerkrachten en vrijwilligers. Zo verzorgt
Migchiel de Jong, internationaal schaak-
meester en elfvoudig Fries kampioen, de
schaaklessen.’
Leerkracht Engelien Pit geeft aan dat de
school een vaste structuur heeft om sa-
men met het kind en de ouders het on-
derwijsaanbod te plannen en te evalue-
ren. ‘Om het leren zo betekenisvol
mogelijk te laten zijn, gaan we met de
leerlingen ook naar musea, bedrijven en
evenementen.We koppelen dit aan deep
level learning om verbanden te zoeken
en verworven inzichten en kennis beter
te integreren.Wij voelen ons als leer-
krachten gelukkig wanneer een kind
(weer) tot bloei komt en als een ouder je
een compliment geeft.Van een moeder
kreeg ik onlangs een bos bloemen met
de woorden dat ze haar zoon weer had
teruggekregen. Ze merkte dat het gedrag
thuis verbetert, hij niet meer met buik-
pijn naar school gaat en zich gezien en
gehoord voelt. Ieder jaar dat wij een
leerling met voldoende bagage om zich-
zelf te zijn ‘afleveren’ in de wereld, is
voor ons een geluksmomentje.’
Mr: betrokken bij het
kwaliteitsbeleid
Ook bij Klaverblad valt op dat de rol
van de mr er toe doet. Edwin Hoekstra,
ouder van een leerling en voorzitter van
de mr: ‘De mr is nauw betrokken bij het
kwaliteitsbeleid. De vraag daarbij staat
centraal hoe onderwijsgevenden een
optimale stimulerende leeromgeving
weten te creëren die aansluit bij de spe-
cifieke onderwijsbehoeften van de leer-
lingen. Ik vind het positief dat er ruimte
is voor persoonlijke keuzes van leerlin-
gen uit het onderwijsaanbod waardoor
zij een eigen portfolio kunnen samen-
stellen.’ Hij heeft het afgelopen jaar door
de coronacrisis als voorzitter veel telefo-
nisch contact gehad met het bestuur en
de directie over nieuwe ontwikkelingen
'We sluiten aan bij de specifieke
onderwijsbehoeften van onze
leerlingen'
Leerkracht Engelien Pit
5. 8 MR magazine, nummer 2, maart 2021
en de visie van de mr hierop. ‘We vinden
het als mr bijvoorbeeld belangrijk dat
leerkrachten experts inschakelen. Leren
van de besten verkort (vaak) de route
naar meesterschap. Zoals het voorbeeld
met schaken. En dat de school deel uit-
maakt van een kennisnetwerk van ande-
re scholen met hoogbegaafde leerlingen
en samenwerkt met andere kennisinstel-
lingen om het onderwijs verder te ont-
wikkelen.Voor mij is het belangrijkste bij
het concept dat de leerling centraal
staat, dat leerlingen ontdekken wie ze
(willen) zijn en hun talenten en vaardig-
heden ontwikkelen. De hoogbegaafde
leerling heeft zich vaak niet begrepen of
erkend gevoeld en op Klaverblad is dat
wel het geval. Ze horen erbij, er zijn
meer leerlingen zoals zij, ze zijn niet gek
of raar zoals ze zichzelf soms kunnen
voelen totdat ze zichzelf beter leren be-
grijpen,’ aldus Hoekstra.
Tips
En hoe word je een gelukkige (g)mr?
• Maak van de (g)mr een energiegevende
ontmoetingsplek en inspiratiebron. Boet-
seer met elkaar je ideale (g)mr. Het doet
er niet toe wie met elkaar samenwerken
in de (g)mr.Veel belangrijker is hoe
(g)mr-leden met elkaar omgaan. Niet het
team van toppers krijgt het meeste voor
elkaar, maar het team waarin mensen
hulp durven vragen, kritische vragen
kunnen stellen, fouten mogen toegeven
en kritisch zijn op hun eigen prestaties.
Waarbij vooral veiligheid om te kunnen
zeggen wat je vindt belangrijk is.
• Zie werkgeluk als een luchtbed: je moet
er lucht in blijven blazen, anders zakt het
in. Gewoonten zijn cruciaal voor werkge-
luk.Werkgeluk in de (g)mr heeft aan-
dacht nodig en dat gaat het makkelijkst
via geluksgewoonten. Zoals voorafgaande
aan een (g)mr-bijeenkomst tien minuten
mediteren of ga eerst met elkaar wande-
len. Maak gebruik van je sterke punten in
de (g)mr.Wees mild voor jezelf hoe je
functioneert: je kunt immers niet verlie-
zen, je wint of je leert. En bedenk: niet
elke (g)mr bijeenkomst hoeft prettig, leuk
en plezierig te zijn. Zelfs (of juist) op
slechte momenten kun je van waarde zijn
voor een ander of nieuwe krachten in je-
zelf ontdekken. Noteer na een (g)mr-bij-
eenkomst drie dingen waar je dankbaar
voor bent/blij van werd.
• WOOP jezelf naar werkgeluk om je ge-
drag duurzaam te veranderen.WOOP
staat voor:Wish (bedenk wat je wenst),
Outcome (bedenk wat de beste uitkomst
voor je is), Obstacles (bedenk welke ob-
stakels je tegen gaat komen) en Plan
(bedenk welk gedrag je nodig hebt om
deze obstakels te overkomen. Organiseer
een netwerk van medestanders om je
heen. Samen werken aan werkgeluk in
de (g)mr werkt beter dan alleen. <
Dr. Frederik Smit is onderzoeker
en adviseur onderwijs, https://
frederiksmit.net.
• Ad Bergsma e.a. (2020). Hand-
boek Werkgeluk. Amsterdam:
Boom.
• Ines Jonker. Recht op geluk.
Leeuwarder Courant, 1 decem-
ber 2020.
• Rik Kuiper. Goed onderwijs
zet juist niet het kind centraal,
maar de leraar. De Volkskrant,
27 november, 2020.
• Alan Turingschool. Schoolgids
2020 – 2021.
• Cbs. Klaverblad HB. School-
plan 2018 – 2022 en Schoolgids
2020 – 2021.
• Joop Smits & Cor Aarnoutse.
Gaan we verstandig om met
onze slimme kinderen? De
meerwaarde van voltijd-hoog-
begaafde scholen. Basisschool
Management, mei, 2019.
• CBS (2019). Trends in geluk en
tevredenheid.
• OECD (2018). Teaching hours
(indicator).
• Ap Dijksterhuis (2018). Op naar
geluk. Amsterdam: Prometheus.
• Eva Naaijkens & Martin Boots-
ma (2018). En wat als we nu
weer eens gewoon gingen les-
geven? Huizen: Pica.
• Frederik Smit (2017). De nieu-
we medezeggenschap in het on-
derwijs. Amsterdam: SWP.
• Jacqueline Boerefijn & Ad
Bergsma (2014). Gelukkig voor
de klas. Houten: Lannoo Cam-
pus.
Ouder en mr-voorzitter Edwin Hoekstra