SlideShare una empresa de Scribd logo
1 de 40
David & Goliath 1Samuël 17
 
David Goliath de Zoon van David uit Bethlehem gezalfd maar nog geen koning over Israël
David Zoon van David uit Bethlehem gezalfd maar nog geen koning de gigant (“het Beest”)  van de eindtijd vijf gelijkenissen… Goliath
gelijkenis #1 groot en verschrikkelijk
7  … en zie, een vierde dier, VRESELIJK, SCHRIKWEKKEND en GEWELDIG STERK; het had GROTE, IJZEREN tanden: het at en vermaalde, en wat overbleef, vertrad het met zijn poten… Daniël 7 1 2 3 4 5
Babel 1 2 3 4 5
gelijkenis #2 6 6 6
18  … wie verstand heeft, berekene het getal van het beest, want het is een getal van een mens, en zijn getal is ZESHONDERD ZESENZESTIG. Openbaring 13 1 2 3 4 5
18  … wie verstand heeft, berekene het getal van het beest, want het is een getal van een mens, en zijn getal is zeshonderd zesenzestig. Openbaring 13 Goliath 6  el lang   6 onderdelen genoemd 600   sikkels ijzer (> lans)   1 2 3 4 5
gelijkenis #3 vier koninkrijken
Daniël 2 Daniël 7 1 e  koninkrijk 2 e  koninkrijk 3 e  koninkrijk 4 e  koninkrijk koper ijzer leeuw beer 1 2 3 4 5
36   Zowel LEEUW als BEER heeft uw knecht  (=David)  verslagen. En deze onbesneden Filistijn zal het vergaan ALS ÉÉN VAN DEZEN… 1Samuël 17 1 2 3 4 5
De Filistijn Goliath “ KOPEREN  helm”  “ KOPEREN  scheenplaten”  “ KOPEREN  werpspies” “lans van zeshonderd sikkels  IJZER ” 1 2 3 4 5
gelijkenis #4 godslasteringen
4  … Wie is aan het beest gelijk? en: Wie kan er oorlog tegen voeren?  5   En hem werd een mond gegeven, die grote woorden en GODSLASTERINGEN spreekt… Openbaring 13 1 2 3 4 5
4  … en hem werd macht gegeven dit TWEEËNVEERTIG maanden lang te doen.  Openbaring 13 1 2 3 4 5
16  De Filistijn nu kwam des  morgens en des avonds  naar voren en stelde zich op, VEERTIG dagen lang.  1Samuël 17 1 2 3 4 5
17  En Isaï zeide  (= dag 41)  tot zijn zoon David: Neem (…) tien broden en breng ze vlug naar de legerplaats, naar uw broeders…  1Samuël 17 1 2 3 4 5
20   Toen stond David des morgens vroeg op  (=dag 42) , liet de schapen achter bij een wachter, laadde op en ging heen, zoals Isaï hem bevolen had.  1Samuël 17 1 2 3 4 5
gelijkenis #5 geveld door een steen
34   Terwijl gij bleeft toezien, raakte, zonder toedoen van mensenhanden, EEN STEEN LOS, die het beeld trof aan de voeten van ijzer en leem EN DEZE VERBRIJZELDE...  Daniël 2  1 2 3 4 1 2 3 4 5
35   toen werden tegelijkertijd het ijzer, het leem, het koper, het zilver en het goud verbrijzeld (…) maar DE STEEN die het beeld getroffen had, werd tot een grote berg, die de gehele aarde vulde.  Daniël 2  1 2 3 4 1 2 3 4 5
39   Daarop….  40   nam  (David)  zijn staf in de hand, zocht zich VIJF gladde stenen uit de beekbedding en deed ze in de herderstas….  1Samuël 17 1 2 3 4 5
de confrontatie...
42   Toen de Filistijn David in het oog kreeg en hem bezag, verachtte hij hem, omdat hij nog jong was; rossig, schoon van gestalte.
43    De Filistijn zeide tot David: Ben ik een hond, dat gij met een stok op mij afkomt? En de Filistijn vervloekte David bij zijn goden.
44   Ook zeide de Filistijn tot David: Kom maar eens hier, dan zal ik uw vlees aan het gevogelte des hemels en aan het gedierte des velds geven.
45   Maar David zeide tot de Filistijn: Gij treedt mij tegemoet met zwaard en speer en werpspies, maar ik treed u tegemoet in de naam van de HERE der heerscharen, de God der slagorden van Israël, die gij getart hebt.
46  DEZE DAG  zal de HERE u in mijn macht overleveren en ik zal u verslaan en u het hoofd afhouwen…
46  … op deze dag zal ik de lijken van het leger der Filistijnen aan het gevogelte des hemels en aan het gedierte des velds geven, opdat de gehele aarde wete, dat Israël een God heeft,
47  en deze gehele menigte wete, dat de HERE  niet verlost door zwaard en speer . Want de strijd is des HEREN en Hij geeft u in onze macht.
48  Toen de Filistijn tot de aanval overging en al nader kwam, David tegemoet, haastte David zich en snelde op de slagorde toe, de Filistijn tegemoet,
49  stak zijn hand in de tas, nam er een steen uit, slingerde die weg en trof de Filistijn tegen zijn voorhoofd, zodat de steen in zijn voorhoofd drong, en hij voorover ter aarde viel.
50  Zo overwon David de Filistijn met een slinger en een steen; hij versloeg de Filistijn en doodde hem; en David had geen zwaard in zijn hand.
51  David snelde toe, bleef bij de Filistijn staan, greep diens zwaard, trok het uit de schede en doodde hem. Hij hieuw hem het hoofd ermee af. Toen de Filistijnen zagen, dat hun held dood was, sloegen zij op de vlucht.
52  De mannen van Israël en Juda sprongen op, hieven een krijgsgeschreeuw aan …
54  En David nam het hoofd van de Filistijn en bracht het naar Jeruzalem…
Goliath  van Gath (?) 33  En zij kwamen aan een plaats, genaamd GOLGOTHA, dat is de zogenaamde SCHEDELPLAATS… Matteüs 27
 

Más contenido relacionado

Similar a David & Goliath

de ark naar Jeruzalem, deel 1
de ark naar Jeruzalem, deel 1de ark naar Jeruzalem, deel 1
de ark naar Jeruzalem, deel 1goedbericht
 
Gideon (4) - de gideonsbende
Gideon (4) - de gideonsbendeGideon (4) - de gideonsbende
Gideon (4) - de gideonsbendegoedbericht
 
de ark naar Jeruzalem, deel 2
de ark naar Jeruzalem, deel 2de ark naar Jeruzalem, deel 2
de ark naar Jeruzalem, deel 2goedbericht
 

Similar a David & Goliath (7)

de ark naar Jeruzalem, deel 1
de ark naar Jeruzalem, deel 1de ark naar Jeruzalem, deel 1
de ark naar Jeruzalem, deel 1
 
Ark Jeruzalem 2
Ark Jeruzalem 2Ark Jeruzalem 2
Ark Jeruzalem 2
 
Gideon (4) - de gideonsbende
Gideon (4) - de gideonsbendeGideon (4) - de gideonsbende
Gideon (4) - de gideonsbende
 
Gideon studie 7
Gideon studie 7Gideon studie 7
Gideon studie 7
 
David citer
David citerDavid citer
David citer
 
Gideon - deel 2
Gideon - deel 2Gideon - deel 2
Gideon - deel 2
 
de ark naar Jeruzalem, deel 2
de ark naar Jeruzalem, deel 2de ark naar Jeruzalem, deel 2
de ark naar Jeruzalem, deel 2
 

David & Goliath

  • 1. David & Goliath 1Samuël 17
  • 2.  
  • 3. David Goliath de Zoon van David uit Bethlehem gezalfd maar nog geen koning over Israël
  • 4. David Zoon van David uit Bethlehem gezalfd maar nog geen koning de gigant (“het Beest”) van de eindtijd vijf gelijkenissen… Goliath
  • 5. gelijkenis #1 groot en verschrikkelijk
  • 6. 7 … en zie, een vierde dier, VRESELIJK, SCHRIKWEKKEND en GEWELDIG STERK; het had GROTE, IJZEREN tanden: het at en vermaalde, en wat overbleef, vertrad het met zijn poten… Daniël 7 1 2 3 4 5
  • 7. Babel 1 2 3 4 5
  • 9. 18 … wie verstand heeft, berekene het getal van het beest, want het is een getal van een mens, en zijn getal is ZESHONDERD ZESENZESTIG. Openbaring 13 1 2 3 4 5
  • 10. 18 … wie verstand heeft, berekene het getal van het beest, want het is een getal van een mens, en zijn getal is zeshonderd zesenzestig. Openbaring 13 Goliath 6 el lang 6 onderdelen genoemd 600 sikkels ijzer (> lans) 1 2 3 4 5
  • 11. gelijkenis #3 vier koninkrijken
  • 12. Daniël 2 Daniël 7 1 e koninkrijk 2 e koninkrijk 3 e koninkrijk 4 e koninkrijk koper ijzer leeuw beer 1 2 3 4 5
  • 13. 36   Zowel LEEUW als BEER heeft uw knecht (=David) verslagen. En deze onbesneden Filistijn zal het vergaan ALS ÉÉN VAN DEZEN… 1Samuël 17 1 2 3 4 5
  • 14. De Filistijn Goliath “ KOPEREN helm” “ KOPEREN scheenplaten” “ KOPEREN werpspies” “lans van zeshonderd sikkels IJZER ” 1 2 3 4 5
  • 16. 4 … Wie is aan het beest gelijk? en: Wie kan er oorlog tegen voeren? 5   En hem werd een mond gegeven, die grote woorden en GODSLASTERINGEN spreekt… Openbaring 13 1 2 3 4 5
  • 17. 4 … en hem werd macht gegeven dit TWEEËNVEERTIG maanden lang te doen. Openbaring 13 1 2 3 4 5
  • 18. 16  De Filistijn nu kwam des morgens en des avonds naar voren en stelde zich op, VEERTIG dagen lang. 1Samuël 17 1 2 3 4 5
  • 19. 17  En Isaï zeide (= dag 41) tot zijn zoon David: Neem (…) tien broden en breng ze vlug naar de legerplaats, naar uw broeders… 1Samuël 17 1 2 3 4 5
  • 20. 20   Toen stond David des morgens vroeg op (=dag 42) , liet de schapen achter bij een wachter, laadde op en ging heen, zoals Isaï hem bevolen had. 1Samuël 17 1 2 3 4 5
  • 21. gelijkenis #5 geveld door een steen
  • 22. 34   Terwijl gij bleeft toezien, raakte, zonder toedoen van mensenhanden, EEN STEEN LOS, die het beeld trof aan de voeten van ijzer en leem EN DEZE VERBRIJZELDE... Daniël 2 1 2 3 4 1 2 3 4 5
  • 23. 35   toen werden tegelijkertijd het ijzer, het leem, het koper, het zilver en het goud verbrijzeld (…) maar DE STEEN die het beeld getroffen had, werd tot een grote berg, die de gehele aarde vulde. Daniël 2 1 2 3 4 1 2 3 4 5
  • 24. 39 Daarop…. 40   nam (David) zijn staf in de hand, zocht zich VIJF gladde stenen uit de beekbedding en deed ze in de herderstas…. 1Samuël 17 1 2 3 4 5
  • 26. 42   Toen de Filistijn David in het oog kreeg en hem bezag, verachtte hij hem, omdat hij nog jong was; rossig, schoon van gestalte.
  • 27. 43    De Filistijn zeide tot David: Ben ik een hond, dat gij met een stok op mij afkomt? En de Filistijn vervloekte David bij zijn goden.
  • 28. 44   Ook zeide de Filistijn tot David: Kom maar eens hier, dan zal ik uw vlees aan het gevogelte des hemels en aan het gedierte des velds geven.
  • 29. 45   Maar David zeide tot de Filistijn: Gij treedt mij tegemoet met zwaard en speer en werpspies, maar ik treed u tegemoet in de naam van de HERE der heerscharen, de God der slagorden van Israël, die gij getart hebt.
  • 30. 46 DEZE DAG zal de HERE u in mijn macht overleveren en ik zal u verslaan en u het hoofd afhouwen…
  • 31. 46 … op deze dag zal ik de lijken van het leger der Filistijnen aan het gevogelte des hemels en aan het gedierte des velds geven, opdat de gehele aarde wete, dat Israël een God heeft,
  • 32. 47 en deze gehele menigte wete, dat de HERE niet verlost door zwaard en speer . Want de strijd is des HEREN en Hij geeft u in onze macht.
  • 33. 48 Toen de Filistijn tot de aanval overging en al nader kwam, David tegemoet, haastte David zich en snelde op de slagorde toe, de Filistijn tegemoet,
  • 34. 49 stak zijn hand in de tas, nam er een steen uit, slingerde die weg en trof de Filistijn tegen zijn voorhoofd, zodat de steen in zijn voorhoofd drong, en hij voorover ter aarde viel.
  • 35. 50 Zo overwon David de Filistijn met een slinger en een steen; hij versloeg de Filistijn en doodde hem; en David had geen zwaard in zijn hand.
  • 36. 51 David snelde toe, bleef bij de Filistijn staan, greep diens zwaard, trok het uit de schede en doodde hem. Hij hieuw hem het hoofd ermee af. Toen de Filistijnen zagen, dat hun held dood was, sloegen zij op de vlucht.
  • 37. 52 De mannen van Israël en Juda sprongen op, hieven een krijgsgeschreeuw aan …
  • 38. 54 En David nam het hoofd van de Filistijn en bracht het naar Jeruzalem…
  • 39. Goliath van Gath (?) 33 En zij kwamen aan een plaats, genaamd GOLGOTHA, dat is de zogenaamde SCHEDELPLAATS… Matteüs 27
  • 40.