7. -‐ Ben ik nu al op een bepaalde manier bezig
met mijn droom?
-‐ Hoe ziet mijn leven rond mijn droom er nu
uit?
-‐ Bestaat mijn droom enkel nog in mijn
hoofd of zijn er ook al uitvoeringen van?
9. focus en ontwikkel je kwaliteiten!
"Ik probeer zo ver mogelijk weg te blijven
van management-issues. Ons bureau
werd opgericht door 3 creatieven, een
client service director en een financieel
directeur. Dat is een heel bewuste keuze
geweest. Zodat ik het hoofd kan vrij
houden en focussen op het creatieve
werk voor de klanten."
- Jens Mortier, Mortierbrigade
10. Waar ben jij goed en minder goed in?
waar liggen je talenten?
12. -‐ wie inspireert jou?
-‐ heb je mensen in jouw omgeving die je
droom delen?
-‐ waar voor sta jij op in de ochtend?
-‐ wat zijn dingen die je storen, die je
aandacht van je droom kunnen afleiden?
14. teken jezelf op de cover van een magazine.
-‐ hoe wordt je afgebeeld?
-‐ welke headline staat er onder jou
geschreven?
-‐ in welk magazine wil je staan?
16. nu gaan we jouw droom concretiseren.
-‐ wat zijn echte goals in het bereiken van je
droom?
-‐ welke mensen hebben al bereikt wat jij wil
bereiken?
24. Creativiteit kan er voor zorgen dat:
- je goed kan omgaan met verandering die we meer en meer hebben in onze
wereld.
- je in plaats van problemen, opportuniteiten ziet
- je in plaats van uitdagingen de mogelijkheid om grave oplossingen te
bouwen
26. En er is goed nieuws.
Creativiteitis geengegeven.
Hetis nietalleen weggelegdvoor mensenmettalent.
Jekan het (terug)aanwakkeren en verbeteren.
Vandaag bekijken we hier enkele technieken voor.
27.
28. DIT BENJIJzelf.
'intern'
zet kennis om in nieuwe
ideeën
brandstof voor je
verbeelding
je attitude zorgt er voor dat
je hersenen beginnen te
werken (of niet)
29. dit is jouwomgeving.
'extern'
de cultuur (wordt innoveren toegestaan ja
of nee) Regels, geloof, gedrag,...
je omgeving, de mensen
rondom jou, je bureauruimte,...
jouw bronnen in jouw bereik
(bv. geld, netwerk,...)
34. Het uitbouwen van een netwerk is belangrijk. Nee, essentieel zelfs.
Vandaag bespreken we deze elementen:
1. Waarom?
2. Mijn bestaand netwerk
3. Mijn ideaal netwerk
4. Mensen leren kennen
5. Contacten onderhouden
43. DENK
ALTIJD
“How
can I
make
people betteras
a
result of
connecting with me?”
= hier moet je altijd aan denken wanneer je mensen leert kennen/netwerkt
50. Hou bij wie je ontmoet en wat
je met hen besprak.
51. 1. Ontmoet meer mensen.
2. Krijg visitekaartjes, geef er geen en stuur een follow-up bericht.
3. Wees een ‘connector”, verbind mensen met elkaar en zoek
opportuniteiten voor andere mensen samen.
4. Doe favors voor andere. Door dat je anderen helpt, zullen zij ook
sneller geneigd zijn om iets voor jou te doen.
5. Zorg er voor dat de anderen weten wat je doet. Dus, kan jezelf
uitleggen in enkele zinnen. Mensen moeten over je kunnen praten.
52. 6. Social proof zorgt voor de beste resultaten. Heb iemand die
anderen over jou vertelt in plaats van jezelf mooi te praten.
7. Praat niet te lang met mensen. Dat is het doel van netwerken.
Wees to-the-point en relevant en eindig de conversatie wanneer rond.
8. Spreek af na/buiten het netwerkevent. Hier kan je interessante
mensen wél diep leren kennen
9. Ben de organiseerder. Organiseer zelf een leuk event waar je
mensen samenbrengt, dit zorgt er voor dat alle mensen je leren kennen.
10. Spendeer ook niet té veel tijd aan netwerken. Je moet ook hard
aan je eigen werk werken. Zie dus ook dat je dingen doet ipv enkel te
meeten.
54. WORD EEN LEIDER: HOE KAN JE MENSEN VERANDEREN?
How
to
win
friends
and
influence
people,
Dale
Carnegie
55. It’s much easier to listen to unpleasant things after we’ve been praised for our good points. That’s why
the first step to changing people without offending them is to begin with appreciation for their
strengths.
For example, if a colleague writes a speech for a conference that we feel is too lengthy or inappropriate
for that particular audience, we might start by complimenting her speech and noting that it would make
for a great blog post.
We could point out a few reasons it would be better suited for a written post than a speech, but chances
are that even from our first mention, she’ll come to realize our point. Because we told her it would be a
great fit for something else, she’s not offended that we thought it was a bad fit for the conference.
56. The
key is
an age-‐old technique called a
'criticism sandwich.'
When you're going
to offer
negative feedback,
start
with a
compliment.
Then segue into the meat
and potatoes:
the criticism.
Finally,
and more
importantly,
part
ways with
another positive compliment.
Workshop:
‘Niets
laten
weten
en
niet
aanwezig
op
de
vorige
workshop’
57. The
next
step
to changing people’s ways without
inflicting negative feelings is
to admit
that we
are
also susceptible to mistakes.
It
is
much easier to listen
to a
description of
our own faults when the person
criticizing
begins by humbly saying that he
is
also far
from perfect.
58. Practice Principle 3:
When you're about to criticize someone,
ask yourself:
•"What was
I
like when I
was
that age?"
•“What was
I
thinking
when I
was
at
their level
of
experience?”
Your empathy wheels will start
turning,
and you'll realize that you have
an opportunity
to be a
great mentor
to this person.
Try to be a
positive influence.
Think of
yourself as
your mentor
instead off
their boss,
their friends instead of
their parent.
59. One of
the most
powerful abilities we
have
is
helping others realize their potential.
We
can do
this by praising their strengths.
Yet,
this is
something we
do
so infrequently.
It's
much easier to point
out
someone's faults. Even
when it's tough to find things to praise,
try hard
to find something.
60. Practice Principle 6:
If you’re looking to inspire change
in
a
child or
employee,
write out
a
list
of
the
milestones he
or
she will have
to hit
in
order
to achieve the ultimate
goal.
As
they
hit
each milestone,
or
even
as
they put
in
the effort
to make
progress,
offer
specific
and sincere praise on
eachgradual step
they take.
Help
them feel the small
successes as
they go
to keep
them motivated.
61. Be
liberal with your encouragement,
make
the thing seem easy
to do,
let
the other person
know that you have
faith in
his
ability to do
it,
that he
has
an undeveloped flair
for it -‐ and
he
will practice until the dawn comes in
the window in
order
to excel.
62. Practice Principle 8:
Rather than simply telling
someone they’re goal
is
out
of
reach,
find ways to encourage
small
victories
when possible.
These
smaller
compliments can help
make
room
for
sharing guidance while keeping them inspired.
Whether these
small
victories
come in
the form
of eating
reese’s
pieces every time
a
work task is
complete
or
dancing
a
jig when your song
gets a
math,
recognizing progress
can go
a
long
way.
63. The
final key to being a
leader
and changing people without
arousing resentment is
to make
the person
happy
about doing what we
want
them to do.
If you’re having a
hard
time
convincing your child to do
a
chore,
offer
to pay her
a
dollar
for every time
she
does
it,
and take
awaya
dollar
for every time
she doesn’t.
If youchoose another internal candidate for the job,
tell the one who didn’t get
the job
that youfelt he
was
too important
to the organization in
his
current role to reassign him.
If youhave
an employee
who struggles with a
certain task,
appoint her
to be the supervisor
forthat task,
and watch as
she improves immediately.
64. Practice Principle 9:
To be an effective leader,
keep
these
guidelines in
mind
when it is
necessary to change
attitudes
or
behavior:
1. Be
sincere.
Don’t promise anything you can’t deliver.
2. Know exactly what you want
the other person
to do.
3. Be
empathetic.
Ask yourself what it is
the other person
really wants.
4. Consider the benefits
that person
will receive from doing what you suggest.
5. Match
those benefits
to the person’s wants.
6. When you make
your request,
put
it in
a
form
that will convey to the other
person
the idea that he
personally will benefit.
66. HUISWERK
Sociaal netwerk
1. Neem je map van het netwerk mee naar huis & beslis welke 2
mensen je graag wil leren kennen de komende maand.
2. Hoe wil je deze mensen leren kennen?
Leidersschap
1. Zoek een moment waarop je iemand iets moet laten doen dat deze
uit zichzelf niet zou doen. Hoe heb je dit aangepakt?
2. Zorg aan de hand van de technieken dat je een slecht gedrag van
iemand kan adresseren.