3. Waarom een immuunsysteem? Aanval van buitenaf dieren vormen een belangrijke voedselbron cellen zijn ‘verpakkingen’ van macromoleculen geen celwand dieren moeten zich beschermen tegen indringers virussen HIV, griep, mazelen, SARS, verkoudheid bacteriën longontsteking, tuberculose, hersenvliesontsteking schimmels ringworm, zwemmerseczeem protisten ziekte van Lyme, malaria Aanval van binnenuit verdediging tegen abnormale lichaamscellen: kanker Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 3
4. Aanval Aanval vanuit spijsverteringsstelsel luchtwegen uitscheidingsstelsel beschadiging in de huid Aanval via bloedvatenstelsel lymfevatenstelsel Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 4
17. Ontstekingsreactie Afgifte histamine: bloedvatverwijding: weefsel heet en rood verhoging permeabiliteit bloedvaten: opzwellen wond 1 & 2 leiden tot stimulatie van pijnreceptoren: pijn Signaalmoleculen lokken granulocyten en monocyten/macrofagen middels chemotaxis. Deze verwijderen celresten en pathogene bacteriën Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 17
18. Leukocyten - Fagocyten Aangetrokken door chemische signalen van beschadigde cellen verwijderen celresten en pathogene bacteriën lysosoom Granulocyten meest voorkomend (70%) Monocyten in weefsel verandering naar macrofagen Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 18
20. Leukocyten – NK cellen Natural killer (NK) cellen Perforeren celmembraan van virus-geïnfecteerde cellen herkennen membraaneiwitten uitscheiding perforine vormt poriën in doelcel cel lyseert apoptosis Herkennen ook afwijkende lichaamseigen cellen tumorcellen Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 20 NK-cel perforine virus-geïnfecteerde cel
21. Koorts Als een lokale reactie niet voldoende is macrofagen produceren eiwit interleukine-1 hypothalamus verhoogt de ‘thermostaat’ naar 39°C hogere temperatuur stimuleert afweer remming groei bacteriën stimuleert fagocytose versnelt herstel weefsel virusgeïnfecteerde cellen producerenmeer interferon beschermt naburige cellen tegen virus-infectie Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 21
23. Specifieke afweer Lymfocyten B lymfocyten (B cellen) T lymfocyten (T cellen) Antistoffen immuunglobulinen Reageert op antigenen specifieke ziekteverwekkers specifieke toxines abnormale lichaamscellen (tumorcellen) Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 23
24. Hoe worden indringers herkend? Antigenen eiwitten die dienen als cellulair ‘label’ lichaamsvreemde antigenen veroorzaken een reactie van leukocyten virussen, bacteriën, protozoa, parasitaire wormen, schimmels. toxines niet-pathogeen: pollen en getransplanteerde cellen B cellen en T cellen reageren op verschillende antigenen B cellen herkennen intacte antigenen ziekteverwekkers in bloed en lymfe T cellen herkennen antigen fragmenten ziekteverwekkers die lichaamscellen hebben geïnfecteerd Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 24
25. Lymfocyten B cellen rijpen in beenmerg humorale immuniteit ‘humor’ = lichaamsvloeistof produceren antistoffen T cellen rijpen in thymus cellulaire immuniteit Tijdens rijping leren B en T cellen om ‘eigen’ van ‘niet-eigen’ te onderscheiden Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 25
26. B cellen Humorale immuniteit bescherming tegen ziekteverwekkers in bloed en lymfe Specifieke reactie produceren specifieke antistoffen tegen specifieke antigenen Type B cellen Plasma cel produceren direct antistoffen snelle reactie geheugen B-cel lange termijn immuniteit Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 26
27. Antistoffen Eiwitten die specifieke antigenen binden geproduceerd door B cellen antigeen bindingsplaats past op het antigen ‘sleutel-slot’ elke antistof is uniek en specifiek miljoenen antistoffen reageren op antigenen Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 27
28. Type antistoffen IgM 1eimmuunrespons agglutinatie IgG 2eimmuunrespons, belangrijkste antistof in plasma stimuleert fagocytose door macrofagen IgA in slijm spijsverteringskanaal en moedermelk IgE & IgD minder algemeen Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 28
34. Vaccinatie Immuunsysteem blootgesteld aan verzwakte ziekteverwekker of antigenen van ziekteverwekker actieve immunisatie stimuleert immuunsysteem tot aanmaak antistof tegen ziekteverwekker snelle reactie bij herhaalde infectie Werkt het best bij virussen Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 34
35. Passieve immunisatie Antistoffen krijgen van een ander individu Maternale immuniteit antistoffen van moeder naar baby via placenta of moedermelk belang van borstvoeding moeder maakt antistoffen tegen ziekteverwekkers van kind Injectie injectie van antistoffen alleen korte termijn immuniteit Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 35
36. T-cellen Cellulaire respons immuunrespons tegen geïnfecteerde cellen virussen, bacteriën, parasieten in cellen verdediging tegen ‘niet-eigen’ cellen tumorcellen en getransplanteerde cellen Type T cellen helper-T-cellen activeert immuunsysteem cytotoxischeT-cellen valt geïnfecteerde lichaamscellen aan Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 36
37. Antigeen ‘label’ cellen Major histocompatibility complex (MHC) eiwitten MHC-I en MHC-II antigeen glycoproteïne MHC presenteert cellulair materiaal uit het cytosol op het celmembraan laat zien wat er in de cel gebeurt geeft het oppervlak van een cel een uniek label Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 37 T-cel MHC eiwitten tonenzelf-antigenen
38. T-cel herkent geïnfecteerde cel Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 38 T-cel WANTED Geïnfecteerde verteren ziekteverwekkers en MHC–II eitwitten presenteren dit op het celoppervlak antigen presenterende cel (APC) waarschuwt T-helper-cellen T-helper-cellen activeren cytotoxischeT-cellen en B-cellen geïnfecteerdecel MHC eiwittenpresenterenlichaamsvreemdeantigenen T-cel antigen receptor
39. CytotoxischeT-cel Doodt geïnfecteerde T-cellen bindt aan MHC-I op doel-cel uitscheiding perforine vormt poriën in doelcel cel lyseert apoptosis Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 39 CytotoxischeT-cel perforine virus-geïnfecteerde cel
45. Resus-bloedgroep Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 45 84% van de mensen heeft een resusfactor (ook wel D-antigeen genoemd) op hun rode bloedcellen Resusnegatieve mensen maken na contact antistoffen tegen de resusfactor Contact tijdens bevalling van 1e resuspositieve kind Rode bloecellen van 2e resuspositieve kind worden afgebroken
46. Orgaantransplantatie Afstoting: leukocyten herkennen antigenen op donororgaan als lichaamsvreemd hyperacute afstoting binnen enkele minuten aanwezigheid antistoffen tegen donorantigenen acute afstoting binnen enkele dagen tot enkele weken T-cellen zien donor-MHC als lichaamseigen MHC met een vreemd antigeen activatieB-cellen en cytotoxischeT-cellen chronische afstoting binnen enkele maanden oorzaak onbekend Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 46
47. AIDS Deel 7 Sint Oelbertgymnasium - 2009/2010 47