SlideShare una empresa de Scribd logo
1 de 10
Welkom in de negende les!
DISCUSSIE
Wie zijn Sinterklaas en Zwarte Piet?

Hoe zien zij eruit?

Wat doen ze?

Bestaan ze ook in jouw land?
REFLEXIEVE WERKWOORDEN
VORM

          zich haasten          zich wassen
          ik haast me            ik was me
          je/jij haast je       je/jij wast je
         u haast zich/u        u wast zich/u
          hij haast zich        hij wast zich
        ze/zij haast zich     ze/zij wast zich


       we/wij haasten ons    we/wij wassen ons
        jullie haasten je     jullie wassen je
         u haast zich/u        u wast zich/u
       ze/zij haasten zich   ze/zij wassen zich
REFLEXIEVE WERKWOORDEN
HOOFDZIN
Type 1

SUBJECT    VERBUM 1    REFLEXIEF                   REST               VERBUM 2
                      PRONOMEN
   Hij       heeft            zich                 niet               geschoren.
   Wij      hebben            ons              gisteren goed          geamuseerd.
    Ik        heb             me              de hele dag moe          gevoeld.
Type 2

   […]     VERBUM 1   SUBJECT         REFLEXIEF                          VERBUM 2
                                     PRONOMEN
Gisteren     heb        ik              me                     erg        gehaast.
Vandaag      heeft      zij             zich              drie keer       gewassen.
            Hebben     jullie            je                    echt        vergist?
REFLEXIEVE WERKWOORDEN
BIJZIN


    HOOFDZIN                                           BIJZIN
SUBJECT    VERBUM      LINK    SUBJECT      REFLEXIEF           REST       VERBUM
                                           PRONOMEN
  Els        denkt      dat        hij          zich            niet    heeft gewassen.
  Els       vraagt      of         hij          zich        niet meer      scheert.


ATTENTIE!

          1. Transitief of reflexief     De verpleger wast zich.
                                         De verpleger moet de patïënt wassen.

          2. Exclusief reflexief         Lisa vergist zich nooit.
VERBETERING
1. heeft verteld           15.   heeft gezet
2. is begonnen             16.   ben vergeten
3. heeft ontmoet           17.   heeft veranderd
4. heeft gemaakt           18.   hebben gewandeld
5. is aangekomen           19.   heeft/hebben gekamd
6. heb geantwoord          20.   heb gesloten
7. zijn gevlogen
8. heb gelegen
9. heeft gekocht
10. heeft gebakken
11. heeft genomen
12. heeft geregend
13. heb geleerd
14. heb gehoord
VERBETERING
1. loopt af
2. durft
3. middelbaar
4. wegen
5. voorzichtig
6. zuivelafdeling
7. rijst
8. boodschappenlijstje
9. pot, pak
10. mandarijn
11. blik
12. gestopt (of: gestoken)
13. zetten
VERBETERING
1.   Nee, ik ben nog niet in Rome geweest.
2.   Nee, ik heb nog geen cadeautje voor Paolo gevonden.
3.   Nee, ik heb nog geen plannen voor het weekend.
4.   Nee, ik heb Paolo nog niet gezien.
HELEMAAL NIET, HELEMAAL GEEN
De dienst marketing heeft helemaal geen goede resultaten
geboekt.
In Wallonië rijden de treinen helemaal niet.
De baas van Bert is helemaal niet tevreden over de resultaten.

 ATTENTIE!

        1. dezelfde positie als niet of geen

                 Hij woont (helemaal) niet in het centrum van Leuven.
                 Hij heeft (helemaal) geen cadeautje gekocht.

        2. versterkt negatie
Ik heb me enorm gehaast…
En toen was ik toch nog te laat!

Más contenido relacionado

Más de svencerulus

Deel 7 les 1 (actieve transfer)
Deel 7 les 1 (actieve transfer)Deel 7 les 1 (actieve transfer)
Deel 7 les 1 (actieve transfer)svencerulus
 
Deel 6 les 3 (actieve transfer)
Deel 6 les 3 (actieve transfer)Deel 6 les 3 (actieve transfer)
Deel 6 les 3 (actieve transfer)svencerulus
 
Deel 7 les 1 (introductie en motivatie)
Deel 7 les 1 (introductie en motivatie)Deel 7 les 1 (introductie en motivatie)
Deel 7 les 1 (introductie en motivatie)svencerulus
 
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)svencerulus
 
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)svencerulus
 
Deel 6 les 2 (actieve transfer)
Deel 6 les 2 (actieve transfer)Deel 6 les 2 (actieve transfer)
Deel 6 les 2 (actieve transfer)svencerulus
 
Deel 6 les 2 (actieve transfer)
Deel 6 les 2 (actieve transfer)Deel 6 les 2 (actieve transfer)
Deel 6 les 2 (actieve transfer)svencerulus
 
Drieëntwintigste les
Drieëntwintigste lesDrieëntwintigste les
Drieëntwintigste lessvencerulus
 
Tweeëntwintigste les
Tweeëntwintigste lesTweeëntwintigste les
Tweeëntwintigste lessvencerulus
 
Eenentwintigste les
Eenentwintigste lesEenentwintigste les
Eenentwintigste lessvencerulus
 
Deel 11 les 2 (introductie en motivatie)
Deel 11 les 2 (introductie en motivatie)Deel 11 les 2 (introductie en motivatie)
Deel 11 les 2 (introductie en motivatie)svencerulus
 

Más de svencerulus (20)

Deel 7 les 1 (actieve transfer)
Deel 7 les 1 (actieve transfer)Deel 7 les 1 (actieve transfer)
Deel 7 les 1 (actieve transfer)
 
Deel 6 les 3 (actieve transfer)
Deel 6 les 3 (actieve transfer)Deel 6 les 3 (actieve transfer)
Deel 6 les 3 (actieve transfer)
 
Deel 7 les 1 (introductie en motivatie)
Deel 7 les 1 (introductie en motivatie)Deel 7 les 1 (introductie en motivatie)
Deel 7 les 1 (introductie en motivatie)
 
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
 
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
 
Deel 6 les 2 (actieve transfer)
Deel 6 les 2 (actieve transfer)Deel 6 les 2 (actieve transfer)
Deel 6 les 2 (actieve transfer)
 
Deel 6 les 2 (actieve transfer)
Deel 6 les 2 (actieve transfer)Deel 6 les 2 (actieve transfer)
Deel 6 les 2 (actieve transfer)
 
Deel 6 (soap)
Deel 6 (soap)Deel 6 (soap)
Deel 6 (soap)
 
Deel 6 (soap)
Deel 6 (soap)Deel 6 (soap)
Deel 6 (soap)
 
Drieëntwintigste les
Drieëntwintigste lesDrieëntwintigste les
Drieëntwintigste les
 
Tweeëntwintigste les
Tweeëntwintigste lesTweeëntwintigste les
Tweeëntwintigste les
 
Eenentwintigste les
Eenentwintigste lesEenentwintigste les
Eenentwintigste les
 
Twintigste les
Twintigste lesTwintigste les
Twintigste les
 
Deel 11 les 2 (introductie en motivatie)
Deel 11 les 2 (introductie en motivatie)Deel 11 les 2 (introductie en motivatie)
Deel 11 les 2 (introductie en motivatie)
 
Negentiende les
Negentiende lesNegentiende les
Negentiende les
 
Negentiende les
Negentiende lesNegentiende les
Negentiende les
 
Achttiende les
Achttiende lesAchttiende les
Achttiende les
 
Zeventiende les
Zeventiende lesZeventiende les
Zeventiende les
 
Zeventiende les
Zeventiende lesZeventiende les
Zeventiende les
 
Zeventiende les
Zeventiende lesZeventiende les
Zeventiende les
 

Negende les

  • 1. Welkom in de negende les!
  • 2. DISCUSSIE Wie zijn Sinterklaas en Zwarte Piet? Hoe zien zij eruit? Wat doen ze? Bestaan ze ook in jouw land?
  • 3. REFLEXIEVE WERKWOORDEN VORM zich haasten zich wassen ik haast me ik was me je/jij haast je je/jij wast je u haast zich/u u wast zich/u hij haast zich hij wast zich ze/zij haast zich ze/zij wast zich we/wij haasten ons we/wij wassen ons jullie haasten je jullie wassen je u haast zich/u u wast zich/u ze/zij haasten zich ze/zij wassen zich
  • 4. REFLEXIEVE WERKWOORDEN HOOFDZIN Type 1 SUBJECT VERBUM 1 REFLEXIEF REST VERBUM 2 PRONOMEN Hij heeft zich niet geschoren. Wij hebben ons gisteren goed geamuseerd. Ik heb me de hele dag moe gevoeld. Type 2 […] VERBUM 1 SUBJECT REFLEXIEF VERBUM 2 PRONOMEN Gisteren heb ik me erg gehaast. Vandaag heeft zij zich drie keer gewassen. Hebben jullie je echt vergist?
  • 5. REFLEXIEVE WERKWOORDEN BIJZIN HOOFDZIN BIJZIN SUBJECT VERBUM LINK SUBJECT REFLEXIEF REST VERBUM PRONOMEN Els denkt dat hij zich niet heeft gewassen. Els vraagt of hij zich niet meer scheert. ATTENTIE! 1. Transitief of reflexief De verpleger wast zich. De verpleger moet de patïënt wassen. 2. Exclusief reflexief Lisa vergist zich nooit.
  • 6. VERBETERING 1. heeft verteld 15. heeft gezet 2. is begonnen 16. ben vergeten 3. heeft ontmoet 17. heeft veranderd 4. heeft gemaakt 18. hebben gewandeld 5. is aangekomen 19. heeft/hebben gekamd 6. heb geantwoord 20. heb gesloten 7. zijn gevlogen 8. heb gelegen 9. heeft gekocht 10. heeft gebakken 11. heeft genomen 12. heeft geregend 13. heb geleerd 14. heb gehoord
  • 7. VERBETERING 1. loopt af 2. durft 3. middelbaar 4. wegen 5. voorzichtig 6. zuivelafdeling 7. rijst 8. boodschappenlijstje 9. pot, pak 10. mandarijn 11. blik 12. gestopt (of: gestoken) 13. zetten
  • 8. VERBETERING 1. Nee, ik ben nog niet in Rome geweest. 2. Nee, ik heb nog geen cadeautje voor Paolo gevonden. 3. Nee, ik heb nog geen plannen voor het weekend. 4. Nee, ik heb Paolo nog niet gezien.
  • 9. HELEMAAL NIET, HELEMAAL GEEN De dienst marketing heeft helemaal geen goede resultaten geboekt. In Wallonië rijden de treinen helemaal niet. De baas van Bert is helemaal niet tevreden over de resultaten. ATTENTIE! 1. dezelfde positie als niet of geen Hij woont (helemaal) niet in het centrum van Leuven. Hij heeft (helemaal) geen cadeautje gekocht. 2. versterkt negatie
  • 10. Ik heb me enorm gehaast… En toen was ik toch nog te laat!