1. Wat is integratieheffing
bij de omzetbelasting?
een kleine voorlichting in
deze ingewikkelde materie
door Marco Bezoet de Bie
23 december 2008
2. Integratieheffing is een
extra heffing omzetbelasting
om te voorkomen dat er
concurrentievervalsing ontstaat
3. Om het begrip integratieheffing
goed te begrijpen moeten we
een aantal beginselen van de
omzetbelasting in de gaten houden
4. 1. Omzetbelasting die in rekening
is gebracht aan een ondernemer
voor ondernemingszaken kan in
aftrek worden gebracht.
5. 2. Sommige prestaties zijn vrijgesteld
voor de omzetbelasting, dan is de
omzetbelasting in de kosten voor die
prestaties niet aftrekbaar
voorbeeld: huisarts verricht vrijgestelde prestaties
(u ziet op de factuur voor medische verrichtingen geen BTW).
Als de huisarts nu goederen voor de praktijk koopt
dan is de BTW daarin niet aftrekbaar.
7. Een ander voorbeeld waarbij
geen aftrekrecht is
Ondernemer bouwt een woonhuis
en gaat deze verhuren.
Verhuur is een vrijgestelde prestatie.
de BTW in de bouwkosten
is dus niet aftrekbaar.
8. De ondernemer bouwt huis voor de verhuur
Deze ondernemer doet er dus verstandig
aan om zoveel mogelijk dat woonhuis in
eigen beheer te bouwen. De BTW in de
materiaalkosten is niet aftrekbaar.
Zou deze ondernemer dit nieuwe woonhuis
kant-en-klaar kopen dan zit daarin ook
BTW over de winstmarge
(en die BTW is niet aftrekbaar)
9. Laten we het vorige geval
in een cijfervoorbeeld zetten
cijfervoorbeelden: alle bedragen zijn fictief en de BTW is afgerond
BTW in materiaalkosten woning (bij eigen bouw) is € 50.000
BTW bij aankoop nieuwe woning is € 70.000
Als de ondernemer in eigen beheer bouwt dan is die
€ 50.000 niet aftrekbaar.
Zou de ondernemer kant-en-klaar kopen dan is die
€ 70.000 niet aftrekbaar.
conclusie: kant-en-klaar is hij dus € 20.000 duurder uit
10. Voor een ondernemer die vrijgestelde
prestaties verricht is de BTW niet
aftrekbaar. Dan wordt het vervaardigen
van goederen in eigen beheer lonend.
Waarom is het lonend?
omdat in eigen beheer goederen maken goedkoper is
voor deze ondernemer. Bij aankoop van een derde
betaalt deze ondernemer ook BTW over de
winstmarge. Bij goederen in eigen beheer maken is
er geen winstmarge.
11. Om nu te voorkomen dat iedere
vrijgestelde ondernemer zaken
in eigen beheer gaat aanpakken
is een extra heffingsmoment voor
de omzetbelasting ingevoerd:
de integratieheffing
12. Onthoud
De integratieheffing speelt alleen:
indien de BTW niet aftrekbaar is
(zoals bij vrijgestelde prestaties), en;
indien er een nieuw goed wordt gemaakt
13. Op welk moment integratieheffing?
De ondernemer die in eigen beheer nieuwe
goederen maakt
(bouw kantoorpand, maken van bedrijfsinventaris)
doet voor de omzetbelasting twee dingen:
1. Het maken van goederen
2. Het opleveren van die goederen
zodra hij deze gaat gebruiken
deze 2e fase is het moment
voor integratieheffing
14. Samenvatting:
De ondernemer die vrijgestelde prestaties verricht
en in eigen beheer nieuwe goederen maakt moet
op het integratiemoment alsnog omzetbelasting
afdragen.
Dat integratiemoment is het moment waarop die
nieuwe goederen in gebruik worden genomen.
15. Op dat integratiemoment moet
de ondernemer alsnog BTW afdragen.
waarover?
over de voortbrengingskosten
zeg maar, de kosten om het produkt
te maken, m.u.v. winstmarge (in grote lijnen)
16. Een troost:
de ondernemer die tegen zo’n integratieheffing
aanloopt mag wel de BTW in de kosten voor het
maken van het goed in aftrek brengen
18. een voorbeeld om te zien hoe de integratieheffing werkt
cijfervoorbeelden: alle bedragen zijn fictief en de BTW is afgerond
Een ziekenhuis verricht vrijgestelde prestaties
In eigen beheer bouwt het ziekenhuis medicijnkasten
(een handige interne technische dienst)
Kant-en-klaar kost zo’n kast € 800 + € 150 aan BTW
om zelf te bouwen is het ziekenhuis kwijt:
materiaalkosten € 500 (incl. € 100 BTW)
personeelskosten € 350
Kant-en-klaar aankopen kost het ziekenhuis € 950
bij zelf bouwen is het ziekenhuis € 850 kwijt
dus zonder integratieheffing is het voordeel € 100
19. Maar het ziekenhuis loopt aan tegen de integratieheffing
Omdat het vrijgestelde prestaties verricht
en nieuwe goederen maakt in eigen beheer
Fase 1. Ziekenhuis bouwt de kasten en de BTW
in de materiaalkosten is aftrekbaar (€ 100)
Fase 2. Ziekenhuis neemt deze kasten in gebruik;
dat is het integratiemoment en dan moet over de
voortbrengingskosten van deze kasten BTW worden
afgedragen; in ons voorbeeld zijn die
voortbrengingskosten € 750. Dus daarover moet
BTW worden afgedragen (€ 140)
20. Het bouwen van kasten in eigen beheer kost:
materiaalkosten (excl. BTW): € 400
personeelskosten: € 350
subtotaal € 750
BTW (integratieheffing) € 140
totale kosten € 890
Indien het ziekenhuis deze medicijnkasten nieuw zou
inkopen dan zijn ze € 950 kwijt per kast.
Zonder integratieheffing is het voordeel € 100
nu met integratieheffing slinkt het voordeel tot € 60
21. Conclusie: in eigen beheer
nieuwe goederen maken voor
vrijgestelde prestaties is niet
automatisch veel voordeliger
dan te kopen van een derde.
En dat wilde de wetgever juist bereiken