2. Hoe het allemaal begon..
• Opgericht in 2003 op initiatief van Productschap MVO
• Aanleiding:
Publicatie van de Gezondheidsraad: Inname van verzadigd vet en transvetzuren is
de afgelopen jaren gedaald maar nog steeds hoger dan de aanbeveling
Toenemende maatschappelijke druk en media aandacht, met name ten aanzien
van hoge gehaltes van transvetzuren in bepaalde producten
Verzadigde en transvetzuren hebben vergelijkbare functies in een voedingsmiddel
(invloed op smaak, stabiliteit, houdbaarheid etc)
Geen wenselijke situaties in andere landen (transwetgeving in Denemarken, VS
etc)
3. Transvetzuren en verzadigde
vetzuren in de voeding
Bron: Voedselconsumptiepeilingen
Trend in inname van vet en vetzuren
38,9
14,7
4,5
36,3
14,1
1,9
34,4
12,9
1,1
35
10
1
0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
totaal vet verzadigd vet transvetzuren
energie%
1988
1998
2003
aanbevolen
4. Task Force: betrokken partijen
Bond van Nederlandse Margarinefabrikanten
Voedingscentrum en Ministerie van VWS zijn waarnemers
5. Doelstelling en randvoorwaarden
Doelen per 2010
• Het verlagen van de hoeveelheid transvetzuren zodat een
dagelijkse inname van 1 en% in de totale voeding
gerealiseerd kan worden
• Het verlagen van de hoeveelheid verzadigd vet om hiermee
een bijdrage te leveren aan de doelstelling van de overheid
van max 10 en% verzadigd vet in de voeding
• Streven naar vervanging door onverzadigd vet
Randvoorwaarde:
• Handhaven functionele eigenschappen (smaak,
houdbaarheid, consistentie)
6. Activiteiten
• Stimuleren van innovaties, o.a. door organiseren van
workshops en uitvoeren van onderzoek
• Informatievoorziening aan de professionele gebruiker, o.a.
door campagne verantwoord frituren
• Informatievoorziening aan de consument, via verpakkingen,
folders, campagnes
• Jaarlijkse monitoring per branche en rapportage aan de
minister van VWS
7. Voorbeelden van communicatie
Campagne Verantwoord Frituren
• Doel: stimuleren van het gebruik van vloeibaar
frituurvet in de horeca
• Voorlichting voor de ondernemer,
consumentenacties
Campagne Vette feiten
• Informatie voor voedingsmiddelenindustrie en
retail van het Productschap MVO
• Website www.vettefeiten.nl, factsheets en
nieuwsbrief
8. Onderzoek ‘Gezonde vetzuren in de
bakkerij’
• Uitgevoerd door TNO Kwaliteit van Leven in opdracht van
VBZ/NVB tussen 2007-2010
• Doel: leden ondersteunen bij het reduceren van het gehalte
aan verzadigd vet met 30% in koek- en gebak
• Onderzochte productgroepen: cake, harde wafels, zachte
wafels, zandgebak, crème, korstdegen, gistdegen
• Voor alle productgroepen geldt dat het technologisch
haalbaar is om de doelstelling te halen bij gebruik van
plantaardige olien en vetten met behoud van kwaliteit
• Implementatie in de praktijk is complexer: case by case
benadering nodig
9. Breed aanbod van grondstoffen
High-oleic CanolaHigh-oleic Canola
Fuchs (2004)
10. Resultaten bewerkte plantaardige
olien en vetten
% op vetbasis
2731
1,0
3,4
41
35
3131
0
25
50
75
100
2003 2008
meervoudig onverzadigd vet
enkelvoudig onverzadigd vet
transvet
verzadigd vet
17. Effect op inname
• Onderzoek uitgevoerd door het RIVM en RIKILT
• Monitoringsdata van de TFVV werden zo goed mogelijk gekoppeld aan
de Voedselconsumptiepeiling 2003
Niet alle TFVV-data konden worden meegenomen
Geen rekening gehouden met verandering in productkeuze van
consumenten
• Transvetzuurinname is significant gedaald:
Van 1 en%/dag in 2003 tot 0,8 en%/dag in 2010
Bijdrage TFVV-producten aan transvetzuurinname gedaald:
• In 2003 is 43% van de bijdrage is afkomstig van TFVV
• In 2009 is 30% afkomstig van TFVV
• Verzadigd vetinname niet significant veranderd
12,9 en%/dag in 2003
34% is afkomstig van TFVV-producten
18. Conclusie
• Het transvetzuurgehalte in alle aangesloten branches van
de Task Force is gedaald tot zeer lage niveaus
• Inname van transvetzuren ligt onder de aanbeveling
• Trend om verzadigd vet te verlagen is ingezet
• Doelen van de Task Force zijn hiermee gehaald
• Aangesloten branches van de Task Force zijn niet meer de
grootste leveranciers van trans- en verzadigd vet
19. Wat kunnen we hiervan leren?
• Herformulering van producten bleek de afgelopen jaren niet altijd even
gemakkelijk:
Markt richt zich op prijs en kwaliteit, en nauwelijks op het gebruik van gezondere
ingredienten
De randvoorwaarde ‘behoud van functionele eigenschappen’ is (nog) niet voor alle
producten haalbaar
Productverbeteringen zijn nog maar beperkt te communiceren (vanwege
claimsverordening)
Binnen EU vooral focus op reductie transvetzuren en nauwelijks betere
vetzuursamenstelling
• Nauwe samenwerking met overheid en Voedingscentrum is essentieel
Goede afstemming met Voedingscentrum over communicatie richting consument
Verbinden van onderzoek en kennis via VWS (WUR, FND, TNO, RIVM)
Connectie naar Europees beleid (o.a. claims en beleidsafstemming)
• Zelfregulering kan vaker ingezet worden om bij te dragen aan betere voeding
21. Doorstart Task Force?
• Producten gemaakt op basis van plantaardige olien en vetten zijn niet
meer de grootste bron van trans en verzadigd vet
• MVO draagt voorzittersstokje over
• Task Force’s aanbevelingen:
Meer aandacht voor stimuleren van consumentenvraag naar producten met
een betere vetzuursamenstelling
Verdere verbreding van draagvlak en activiteiten naar andere branches
Connectie naar EU: focus zou moeten liggen op totale verbetering van de
vetzuursamenstelling en niet alleen reductie van transvetzuren
• VWS komt begin 2011 met een opzet voor een hernieuwde Task Force