SlideShare una empresa de Scribd logo
1 de 156
1 8 7 0 - 1 9 1 8
Het Duitse keizerrijk
Drie rijken
 Heilige Roomse
Rijk
Middeleeuwen tot
1806
 Tweede Duitse
keizerrijk
1871-1918
 Derde Rijk
1933-1945
Het Rijk tot 1815
 Heilige Roomse Rijk
ontbonden in 1806
 Duitse Bond
 38 staten en stadstaten
 Oostenrijk en Pruissen
de grootste
 Samenwerking
Oostenrijk en Pruissen
 Congres van Wenen
1815
 Geen Duitse nationale
staat
Pruissen 1797-1807
Pruissen 1815-1860
Frankrijk Pruissen
 Frankrijk leidende natie
 Napoleon III wil VS van
Europa o.l.v. Fr.
 Middel: vorming natiestaten
 Verliest gezag door
 Autoritair bestuur
 Napoleon wil vertrouwen
terugwinnen met
internationaal succes
 Wilhelm I wil
versterking Pruissen
 Middel: versterking
militaire macht
 Liberale oppositie
verzet zich
 Bismarck kanselier
 Doel: grootmacht
Middel: Blut und Eisen
Pruissen en Frankrijk
Oorzaak 1:nationalisme
 Duitsland
 Wie is de baas?
Oostenrijk of Pruisen?
 1848 : idee van
nationale staat
Oostenrijk zei nee.
 Otto von Bismarck
premier van Pruisen.
"Om de Duitse staten
te verenigen zal ik
ijzer en bloed
gebruiken".
De ijzeren kanselier
Oorzaak 2: De agressieve
buitenlandse politiek van Frankrijk
 Napoleon III wilde VS
van Europa olv Frankrijk
 Middel:
 Afschaffen van
multinationale rijken
(OH)
 Bedreiging:
 Minder gezag
 Pruissen
Oorzaak 3: Agressieve politiek van
Pruissen
 Ideaal: Duitse eenheid onder leiding van
Pruissen
Noord-Duitse bond
Alle staten ten noorden van de Main (
Blut und Eisen)
 Frankrijk voelt zich bedreigd
Bismarck geeft geen krimp
Oorzaak 4: spanningen in Pruisen
en Frankrijk
 Industriële Revolutie
zorgt voor spanningen
 Uitbuiting
 Geen algemeen
kiesrecht
 Gevolg: opkomst
socialisme
Karl Marx
k
Verloop Frans-Duitse oorlog 1870
 Pruissen superieur
 Slag bij Sedan sept
 Napoleon III gevangen
 Capitulatie
 Oorzaken nederlaag
 Slechte organisatie leger
 ‘Pruissen goed getraind
Einde van de oorlog
 Wilhelm roept zich uit
tot keizer
 Vrede van Frankfurt
 Elzas-Lotharingen
aan D
 Schadevergoeding
van 5 miljard francs
Kaiser Wilhelm II
 Kleinzoon Wilhelm I
 Autocraat
 Bu pol, opperbevelhebber
 Rijksdag weinig inbreng
 Liberalen en socialisten
weinig kans
 Nationalisme
 Wijd verbreid
 Minder macht deelstaten
 Nationalistische rituelen
 chauvinisme
Militarisme
 Overwaardering
militaire macht en wat
daarmee samenhangt
 Grote invloed militairen op
regering
 Conflicten oplossen met
geweld
 Grote en sterke land-/zee-
/luchtmacht
 Economie in dienst van
leger
 Militaire waarden
 Vaderlandsliefde
 Strijdvaardigheid
 Gehoorzaamheid
 Militairen in hoog aanzien
Binnenlandse politiek Otto von Bismarck:
de katholieken
 Doel:
autocratische, conservati
eve staatsvorm
beschermen
 Middel: bestrijden
binnenlandse vijanden
 Kulturkampf
 Katholieke zuiden is
bedreiging voor
protestantse noorden
 Paus annuleert alle anti-
katholieke maatregelen
 Bismarck kiest eieren voor
zijn geld
Binnenlandse politiek Otto von Bismarck:
de socialisten
 Socialisten
 Socialisten gevaar voor
eenheid
 Angst voor revolutie
 Socialistenwet 1878
 Verbod op soc en comm
organisaties
 Socialisten ondergronds
 Verdubbeling zetels rijksdag
 Sociaal verzekeringsstelsel
 Gevolg: meer invloed
socialisten
Buitenlandse politiek Bismarck
 Voorzichtige politiek
 Angst voor coalities
 Fr, Rusl, O-H, Eng
 Angst voor
revanchegedachte
 Angst voor twee
frontenoorlog
 Fr isoleren
 Goede betrekkingen met
O-H en Rusland
 Modern imperialisme
Keerpunt: tijdperk Wilhelm 1890-1918
 Weltpolitik
 Vloot
 Expansie
Afrika
 Invloed legerleiding
bu pol
 Gevolg:
 Isolement
 Triple Entente:
F, R, E
Europa in 1914
1 9 1 4 - 1 9 1 8
De Eerste Wereldoorlog
Europa in 1914
Geallieerden Centralen
 Rusland: Nicolaas II
 Engeland: George V
 Frankrijk: Poincaré
 Italië: Victor Emmanuel
II
 Duitsland: Wilhelm II
 Turkije: Enver Pasha
 O-H: Franz Josef
Hoofdrolspelers
D I E P E R L I G G E N D E O O R Z A K E N
Indirecte oorzaken
1. Agressief nationalisme
Duits-
land
 Wilhelm II
 Weltpolitik
 Ontsloeg Bismarck
Frank
rijk
 WRAAK-GEDACHTE
 Revanche
 Elzas-Lotharingen terug
Kruid-
vat de
Balkan
Kruid-
vat de
Balkan
 Grote problemen minderheden
 Verovering Bosnië leidt tot woede
van Servië
2. Modern-imperialisme
3. Engels-Duitse wapenwedloop
 Engeland heer en
meester op zee.
Rond 1900 nieuw
slagschip:
‘Dreadnought’.
 Concurrentie van
Duitsland
Weltpolitik.
 Gevolg:
wapenwedloop
4. Militarisme
 Hele samenleving in
dienst van leger
 Militaire normen en
waarden
 Nicolaas II van
Rusland:
‘Ontwapening is een
idee van
Joden, Socialisten en
hysterische vrouwen
Militarisme en
bewapeningswedloop
Defensie uitgaven van de grote Mogendheden [Dld., O-
H, It., Fr., Eng., Rus.]
in miljoenen engelse ponden.
1870 1880 1890 1900 1910 1914
94 130 154 268 289 398
1910-1914 Toename van uitgaven voor
Defensie
France 10%
Britain 13%
Russia 39%
Germany 73% begint aan het bouwen
van een vloot
Iedereen had zijn plannen klaar….
 Het bekendste plan is het
Duitse Von
Schlieffenplan, ontwor
pen tussen 1894 en 1905
5. Bondgenootschappen
Het systeem van
bondgenootschappen
Triple
Entente
Triple
Alliantie
Directe oorzaak
Balkan: het
kruidvat
Het wachten is op de
vlam…
Moord op Franz-Ferdinand 1914
Gavrilo
Princip, een
Serviër.
Wie is de schuldige?
Werven van soldaten m.b.v.
oorlogspropaganda
Mobilisatie
Home by
Christmas!
De eerste echte
oorlog in 50
jaar!
Nationalisme
Twee
fronten
oorlog
Enthou
siasme
 Aanvankelijk was er zeer veel
enthousiasme voor de oorlog
 Miljoenen jongemannen meldden zich
vol enthousiasme aan
 Iedereen verwachtte dat ze vóór
kerstmis 1914 weer thuis zouden zijn
Kenmerken
 Enthousiast de oorlog in
 Wrede manier van oorlogvoeren
 Meer soldaten, meer volken, op meer
plaatsen
 Meer frontenoorlog
 Loopgravenoorlog
 Propaganda en censuur
 Actieve betrokkenheid thuisfront
Het
westelijk
Front
4-8-1914
5-12
september
Slag
aan de
Marne
Slag bij de Marne
 le miracle de la Marne
 Duitse opmars
vertraagd door:
 Belgisch verzet
 Duitse troepen naar
oostfront
 Engelsen en Franse
vallen aan
 Verslaan de Duitsers
 taxi’s
 Duitsers trekken zich
terug en graven zich in
Schlieffenplan mislukte en de Duitse
opmars kwam tot stilstand
Totale oorlog
 Thuisfront doet mee
 Industrie
 Leningen
 sparen.
 Soldaten en
burgerbevolking
slachtoffer
 Genocide:
Armeniërs
 Bombardementen
 Schaarste
Loop-
graven
Alle offensieven mislukten
 De slag bij Verdun: 378.000 Franse
slachtoffers, waarvan 163.000 doden / 330.000
Duitse slachtoffers, waarvan 143.000 doden.
 De slag bij de Somme: 420.000 Britse
slachtoffers en 200.000 Franse slachtoffers /
500.000 Duitse slachtoffers.
 De slag bij Passchendaele (derde slag bij
Ieper): 508.800 Franse en Britse slachtoffers /
348.300 Duitse slachtoffers.
(Massavernietigings-)wapens
 Bombardementen op
steden met zeppelins
 Mosterd-/chloorgas
 Tank
 Granaatwerpers
 Machinegeweer
Onbeperkte duikbotenoorlog
 De Engelse marine
blokkeerde de Duitse
havens.
 Het Duitse opperbevel
probeerde de
blokkade te
doorbreken met een
nieuw wapen: De U-
Boot oftewel de
onderzeeër
 Onbeperkte
duikbotenoorlog
1917: keerpunt
 Russische revolutie.
 Lenin wil steun
 Einde aan de oorlog
 Vrede van Brest-
Litovsk
 Onvoordelig voor Rusland
 Duitse troepen naar
westfront
 VS doet mee aan de
oorlog
 Onbeperkte
duikbotenoorlog
 Tank wordt
geïntroduceerd
Het laatste jaar
 Iedereen uitgeput
 Groot Duits offensief
begin 1918
 Amerika stuurt vele
verse troepen
 Amerikaanse tanks
superieur
 Duitsers hebben
tekort aan alles
 Legerleiding wil
wapenstilstand
 Ein blaues Auge mit
heiler Haut
Op naar een wapenstilstand
 Legerleiding installeert
nieuwe regering
 SPD, DDP, Zentrum
 Opdracht:
 Wapenstilstand
 Vredesaanbod
 In ruil voor democratie
 Revolutie van boven af
 Geallieerden enthousiast
 Maar: weg met de keizer
De novemberdagen
 Duitse volk onrustig
 Opstanden en
stakingen
 Muiterij
 Leger wil niet meer
voor keizer vechten
 Keizer treedt af
 9/11/18
 Overal linkse revolutie
Begin november 1918
 Leiding
opstand:
extreem links
 Spartakisten
 Enorme kloof
sociaal-
democraten
en
Spartakisten
(comm)
 Karl
Liebknecht
 Rosa
Luxemburg
9 november: Duitsland wordt een republiek
 Der Kaiser geht
 Die Generäle blieben
 Spartakisten willen
republiek van
arbeiders en soldaten
 SPD: oeps, liever niet
 Voorzitter SPD roept
republiek uit
 Philip Scheidemann
10 november
 SPD- Ebert wordt
rijkskanselier
 SPD sluit verbond
met restant leger
om linkse revolutie
neer te slaan
11 november
 Wapenstilstand wordt
getekend
 Compiègne
 Onvoorwaardelijke
capitulatie
 Reactie nationalisten
 niet verslagen op het
slagveld
 Verslagen door de
regering
De Spartakusopstand
 Januari 1919
 Extreem links ( KPD ) wil
macht overnemen
 Socialistische revolutie
 Macht aan het volk
 Arbeiders- en soldatenraden
 Geen democratische
verkiezingen voor parlement
 Neergeslagen door
regeringstroepen
 Luxemburg en Liebknecht
vermoord
EINE RUHELOSE REPUBLIK
1918-1933
Weimar
Het ontstaan van de Weimarrepubliek
 Oktober: nieuwe
regering 0.l.v. von Baden
 Verantwoordelijk voor
nederlaag
 Verantwoordelijk voor
wapenstilstand
 SPD ruikt kansen
 Onrust en revolutie
 Muiterij
 Radenrepubliek
Obere Heeresleitung: von Hindenburg
Wilhelm, Ludendorff
Begin november 1918
 Leiding
opstand:
extreem links
 Spartakisten
 Enorme kloof
sociaal-
democraten
en
Spartakisten
(comm)
 Karl
Liebknecht
 Rosa
Luxemburg
9 november: Duitsland wordt een republiek
 Der Kaiser geht
 Die Generäle blieben
 Spartakisten willen
republiek van
arbeiders en soldaten
 SPD: oeps, liever niet
 Voorzitter SPD roept
republiek uit
 Philip Scheidemann
10 november
 Von Baden treedt af
SPD- Ebert wordt
rijkskanselier
 SPD sluit verbond
met restant leger
om linkse revolutie
neer te slaan
11 november
 Wapenstilstand wordt
getekend
 Compiègne
 Onvoorwaardelijke
capitulatie
 Reactie nationalisten
 niet verslagen op het
slagveld
 Verslagen door de
regering
Van december 1918 tot januari 1919
 Hevige strijd tussen
 Socialisten
 Spartakisten en
communisten
 Aanhangers van de
keizer
 Oud-soldaten
 Spartakusbond wordt
KPD
De Spartakusopstand
 Januari 1919
 Extreem links ( KPD ) wil
macht overnemen
 Socialistische revolutie
 Macht aan het volk
 Arbeiders- en soldatenraden
 Geen democratische
verkiezingen voor parlement
 Neergeslagen door
regeringstroepen
 Luxemburg en Liebknecht
vermoord
Burgeroorlog en verkiezingen
 Arbeiders- en
soldatenraden door SPD
en leger uit de weg
geruimd
 19 januari Verkiezingen
 1e vrije, demokratische
 1e vergadering in
Weimar
 Ebert: rijkspresident
 Grondwet
 Nieuwe regering
 Weimar-coalitie
Rechtse vrijkorpsen steunen
nieuwe democratische regering
Generaals: Weimar-politici schuld
aan het verlies van de oorlog
Reacties
Dolkstootlegende
 Geallieerden willen
 Vrede
 Democratie
 Aftreden keizer
 Duitse legerleiding wil geen
gezichtsverlies:
 Wapenstilstand
 Vredesaanbod
 Door parlement
 Dolkstootlegende: niet
leger heeft het
opgegeven, maar de
democratische partijen.
De Dolkstootlegende
Verdrag van Versailles juni 1919
 Duitsland enige schuldige
 Herstelbetalingen: 132
miljard goudmark
 Verlies 13% van zijn
grondgebied en 10%
procent van zijn bevolking
 Verlies koloniën.
 Leger verkleind tot
100.000 leden, geen zware
wapens.
 Het Rijnland bezet.
 Republiek
 Democratie
 Geen lid Volkenbond
De grote vier:(v.l.n.r): Lloyd George
(Eng), Orlando (Italie), Clemenceau
(Fr) and Woodrow Wilson (USA)
Reactie
Duitsland
Es ist
ein
Diktat,
Gewalt
frieden
Gevolg van het verdrag van
Versailles
Toekomst
De Republiek von Weimar 1918-1933
Politiek:
 Democratie werd opgelegd
 Republiek met president
 Grondwet:
 Algemeen kiesrecht
 Scheiding der machten
 Grondrechten
 President:
 Rechtstreeks gekozen door volk
 Benoemt en ontslaat ministers.
 Mag Rijksdag ontbinden
 Opperbevelhebber
 Kan met noodverordeningen
regeren (art.48)
Artikel 48
 Doel: prille democratie
beschermen tegen oproer of
revolutie
 Noodtoestand uitroepen.
 openbare veiligheid en orde
in aanzienlijke mate
verstoord of in gevaar
gebracht worden,
 zo nodig met hulp van de
gewapende macht ingrijpen.’
 enkele grondrechten geheel
of gedeeltelijk buiten
werking.
 Grote macht rijkspresident
De Republiek von Weimar 1918-1933
Economie
 Vrede:
 verlies van
grondstoffen, kapitaal
industrie, arbeidskrach
ten
 Herstelbetalingen
132 miljard
 Inflatie
Economische crisis: oorzaak en gevolg
 1922: Duitsland kan
herstelbetalingen niet
meer voldoen
 Frankrijk bezet het
Ruhrgebied
 Arbeiders gaan in staking
 regering betaalt lonen
door
 moet geld bijdrukken
 waarde van de goudmark
daalt
 prijzen stijgen
 hyperinflatie
Dawesplan 1924
 Doel: herstelbetalingen
afdwingen
 Ontruimen Ruhrgebied;
 Algemene staking wordt
beëindigd;
 Hoogte van de
herstelbetaling aangepast
 Grondige sanering van de
Duitse munt: 1 biljoen
‘papiermarken’ wordt 1
‘Rentenmark’
 Leningen aan Duitsland
Gevolgen Dawesplan
 Stabiele munt
 Positieve gevolgen op
korte termijn
 Betere verhoudingen met
Frankrijk
 Lid van de Volkenbond
 Economie leeft op
 Sterk afhankelijk van
buitenland
 Gevoelig voor crisis
 Economische crisis 1929
 Extra getroffen
Gustav Stresemann min van bu za
Weimar wordt bedreigd
 Door uiterst rechts:
 Teleurgesteld over val
monarchie
 Gewelddadige
staatsgreepjes
 Bedenkers
dolksttootlegende
 Angst voor communisme
 Veteranen
 Rechtse partijen
 Monarchisten
 Nationalisten
Weimar wordt bedreigd
 Door uiterst links:
 Communistische revolutie
 Inflatie
 Werkloosheid
 Crisis
 Socialisten
 Communisten
 Arbeiders
 Linkse soldaten
 Boeren
Weimar wordt bedreigd
 Door iedereen
 Onbekend met democratie
 Geen ervaring met
democratie
 Zwakke partijen
 Verdeelde partijen
 Verlangen naar keizer
 Wraak gevoelens voor
Versailles
 Hitler pleegt staatsgreep
 Bierkellerputsch 9/11/1923
 Republiek zonder
republikeinen
Hitler komt aan de
macht
1923-1933
Welke gebeurtenissen en
ontwikkelingen hebben geleid tot
het aan de macht komen van
Hitler
1. De NSDAP
 Nationaal-socialistische
duitse arbeiderspartij
 Nationalisme
 Socialistisch
 Klassenstrijd is
rassenstrijd
 Arbeiders
 Veel aanhang
 1920
 Een van vele extreme
partijen
Waar stonden de nazi’s voor in de jaren
‘20
 Weg met Das Diktat
 Gebiedsuitbreiding
 Sterke regering
 Herbewapening
 Weg met de joden
 Vernietigen van het
communisme
 Lebensraum
 Vernietigen van Weimar
Republiek
Waarom waren deze ideeën populair
 Onredelijk
 Dolkstootlegende
 Vernedering
 Herstelbetalingen
NSDAP
 Propaganda tegen
Versailles
 Duitsland weer groot
maken
 We vernietigen het
Sterke
centrale
regering
 Democratie in Weimar zwak
 Partijen kakelen maar doen niks
 Regering niet populair
 Crisis wordt niet opgelost
 NSDAP
 1 man
 1 partij
 1 rijk
Meer
grondge
bied
 Veel gebied verloren
 Niet alle Duitsers in Duitsland
 Duitsprekenden buiten Duitsland
 NSDAP
 Lebensraum
 Anschluss
 Duitsers verenigen
 Duitse volk superieur
 Afgepakte gebieden terughalen
 Herbewapenen
Weg met
joden en
communi
sten
 Schuld aan de economische crisis
 Verantwoordelijk voor stakingen
 Willen klasseloze maatschappij
 Het zijn communisten
 NSDAP
 Zondebok
 Verantwoordelijk voor alle problemen
 Uitroeien
2. Bierkellerputsch 1923
 München
 Mislukt
 Veel sympathie
 Gevangen
 Mein Kampf
 Les:
 Het moet legaal!
 Meer aanhang
3. Economische crisis 1929
 Wall Street Crash
 Einde steun VS
 Werkloosheid
 Inflatie
 Toenemende
dreiging
communisme
 Weimar-regering
kan niet tot daden
komen
4. Hitlers redenaarstalent
 Wist van het volk wilde
horen
 Maakte daar gebruik van
 Goed stemgebruik
 http://www.youtube.co
m/watch?v=JSeh9sq3bv
4
5. Verkiezingen
Behaalde zetels:
N A T I O N A A L - S O C I A L I S M E
ONTSTAAN EN KENMERKEN
Totalitarisme
Anti-democratische stroming
 Ontstaan
 In landen met korte/geen democratische traditie
 In tijden van economische achteruitgang
 Uit teleurstelling over
uitblijven roem/welvaart
gekissebis politici
wel woorden, geen daden
 Bij groepen die zich achtergesteld voelen
 Combinatie van 1 of meer factoren
Totalitarisme
 Bijna volledige controle van de staat op dagelijks
leven op het gebied van
 politiek
 cultuur
 godsdienst
 sociale zaken
 economie
 Heersende ideologie is de enig mogelijke weg naar
een betere toekomst.
Ideologie
 Heilsleer/ideeënleer
 Brengt heil/het goede op
aarde
 Biedt mensheid definitieve
oplossing voor alle
problemen
 Pseudo-religie
 Grote overeenkomsten
met christendom
 Heiland-leider
 Symbolen
 Martelaren en heiligen
 10 geboden
 Eredienst/rituelen
 Biecht en boetedoening
Totalitaire Kenmerken
 Individu is onbelangrijk
 Grote waarde van groep
 Magische rol Leider
 Overheersing 1 partij
 Monopolie
massacommunicatie-
middelen
 Indoctrinatie
 Systeem van terreur en
controle
 Veel aandacht voor
onderwijs
Fascisme/nationaal-socialisme
 Duitsland en Italië
1918-1945
 Kenmerken:
 Negatief
 Leidersbeginsel
 Ongelijkheid van de mensen
 Gevoel boven verstand
 Nationalisme
 Verheerlijking geweld
 Vrouw ondergeschikt aan
man
 Hogeren moeten lageren
leiden
 Lebensraum
 Rassenleer
1932-1933
Hitler aan de macht
Hitler aan de macht
 1932 Verkiezingen
 NSDAP grootste
partij
 Hitler
rijkskanselier
 Strikt legaal
 Veel terreur
SA
Hitker wordt
rijkskanselier
30-01-1933
Rijksdagbrand
 27-2-1933
 Rinus van der Lubbe
 Communisten kregen de
schuld
 Veiligheid in gevaar
 Artikel 48
 Intrekken grondrechten
 Verbod politieke partijen
 Communisten en
socialisten gevangen
Machtigingswet
 5-3-1933 verkiezingen
 Geen absolute meerderheid
 Wel met rechtse partijen
2/3 meerderheid
 MACHTIGINGSWET
 Regeren zonder
parlementaire goedkeuring
 Wetgevende macht bij
regering
 Democratisch afschaffen van
de democratie
 23-3-1933 einde van de
republiek van Weimar,
einde aan de democratie
Hoe werd het nationaal-
socialisme in praktijk gebracht in
het Derde Rijk?
Het nationaal-socialisme in
de praktijk
Politiek
 Alle democratische
organisaties verboden
 1 partij aan de macht
 1 leider
 Hele maatschappij
doordringen van
nationaal-socialisme
door:
 Indoctrinatie
 Propaganda
 Censuur
 Geweld
Kamp voor politieke
tegenstanders, Roma, homoseksuel
en, misdadigers, verzetsstrijders, J
ODEN
Dachau
1933
Economie
 Doel:
 Autarkie
Lebensraum
 Oorlogsvoorbereiding
Investeren in
oorlogsindustrie
 Probleem:
 Werkloosheid
 Kapitaal
krediet
Bestrijden werkloosheid
 Vrouwen naar huis en
aanrecht
 Joden ontslagen
 Buitenlanders ontslagen
 Mannen in dienst
 Werkverschaffing
 Autobahnen
 Arbeidsdienst: halfjaar
 Uitbreiding
ambtenarenapparaat
 Uitbreiding leger
Resultaat
Jan 33 okt 33 okt 34 okt 35 okt 37
Gelijkschakeling
 Eenheid
 Volksgemeinschaft
 Nazi-organisaties
 Beheersing onderwijs
en media
Reichskulturkammer 1933
 Joseph Goebbels
 Kunst
 Door Ariërs
 Bijdragen aan Duitse volk
 Bijdragen aan Germaanse
ras
 Entartete Kunst
 Moderne kunst
 Joodse kunst
 Geen lid- geen werk
Voorbeelden
Rassenleer
 Arische/germaanse
ras
Űbermenschen
Herrenvolk
 Inferieure rassen
Slavische ras
Semitische ras
Untermenschen
Joden
Maatregelen tegen Joden
 Antisemitisme:
 1933
 Ontslagen uit overheidsdienst
 1935
 Neurenbergerwetten
 geen gebruik van openbare
voorzieningen
 uit allerlei beroepen
ontslagen
 Duitse staatsburgerschap
ontnomen
 huwelijken tussen Joden en
niet-Joden verboden
 Doel:
 Joden aanzetten tot emigratie
 juridische basis jodenvervolging
 voorbereiding op genocide.
die Juden erhalten, was sie verdient
haben
Terreur SA: synagogen, joodse
winkels
Reichs-
Kristallnacht
9/11/1938
WAT HEB JE NODIG OM
DIT ALLES GOED TE
LATEN VERLOPEN?
Voorwaarden
SA SS
 Knokploeg
 partijvergaderingen
beschermen
 intimideren van politieke
tegenstanders
 Tegen grootkapitaal
 Wil leger inlijven
 1935:
Nacht van de Lange
Messen
 Macht SA stelt weinig
meer voor
 Uitschakelen
tegenstanders
 Leiding
concentratiekampen
 Eigen leger: Waffen -
SS
1.Terreur
Terreur door de Gestapo
 Geheime
Staatspolizei
 Herman Göring
 Staatsvijanden
opsporen
 Vervolgen
2.
Propaganda
en
Censuur
Indoctrina
tie
 “Een bommenwerper draagt 144
bommen, elke bom weegt 10 kilo.
Het vliegtuig gaat naar
Warschau, het hoofdkwartier van
het jodendom. Het bombardeert
de stad. Bij het opstijgen met alle
bommen aan boord en een tank
met 100 kilo aan brandstof, weegt
het vliegtuig ongeveer 8000 kilo.
Als het vliegtuig terugkeert van
zijn geweldige werk is er nog 230
kilo over. Hoeveel weegt het
vliegtuig als het leeg is?"
1 9 3 3 - 1 9 3 9
HOE BRACHT HITLER DE LEBENSRAUM
IN PRAKTIJK EN WAT WAS DE REACTIE
VAN HET BUITENLAND?
Buitenlandse politiek
Idealen
 Ongedaan maken
verdrag van Versailles
 Lebensraum
 Alle Duitstaligen Heim
ins Reich
De nazi's beweerden dat
Duitsland vanwege de hoge
bevolkingsdichtheid een
groter grondgebied nodig
had
Fase 1: 1933-1936 Fase 2: 1937-1939
 Doel:
 Weg met het Verdrag
van Versailles
 Maatregelen
 terugtrekking uit de
Volkenbond
 invoering dienstplicht
 herbewapening
 remilitarisatie Rijnland
 Doel:
 Expansie Duitse Rijk
 Maatregelen
 Saarland terug
 1938 Anschluss
Oostenrijk
 1938 Sudetenland
Sudetenland moet ‘heim ins Reich’
Conferentie
van
München
1938
Daar moeten we het even over
hebben!
Wie is wie?
Conferentie
van
München
1938
Appeasementpolitiek van
geallieerden
1933-1938
1939-1945
De Tweede Wereldoorlog
Directe en indirecte
oorzaken
Op
weg
naar
de
WOII
Indirecte oorzaken
Oorzaken
WOII
Opkomst
fascisme
Italie
Economische
crisis
Versailles
Opkomst
Hitler
nationalisme
Militarisme
Appeasement
Anti-
communisme
Japans
imperialis
me
n
Bezetting
Rijnland
1936
Frankrijk valt niet aan
God zij dank, want
Duitse leger is nog lang
niet op sterkte
Anschluss
Oostenrijk
1938
Annexatie
Sudetenland
1938
Is deze bron
betrouwbaar?
Groot
Aziatische
Welvaarts-
sfeer
Appeasement
 Toegeven of iemand
toestaan iets te doen
om hem tevreden te
stellen.
 Verzoeningspolitiek
 Vrede bewaren door
concessies te doen
 Neville ChamberlainHistoricus
Voorkomen tweefrontenoorlog
Geheim: Polen en delen Oost-
Europa worden verdeeld tussen
Duitsland en de SU
Non-
agressiepact
Molotov-
Von
Ribbentrop
pact
1939
Directe oorzaak
 Aanval Polen
 01-09-1939
 Duitsland vanuit
het westen
 SU vanuit het
oosten
Blitzkrieg en Sitzkrieg
 Snelle aanval op Polen
 Tussen september 1939
en april 1940 geen strijd
 Phoney War
 Snelle verovering west-
europa
 Kusten verdedigen tegen
Engeland
 Frankrijk verdeeld
 Vichy-Frankrijk
 Petain
 http://www.worldology.co
m/Europe/world_war_2_i
map.htm
Battle of Britain juli-oktober 1940
 Luchtoorlog
 Churchill net
premier
 Bommen op
engelse steden
 September: Londen
 Radar
 Enigma-code
gekraakt
Operatie Barbarossa juni 1941
 22 juni 1941
 Blitzkrieg
 Tactiek van
verschroeide
aarde
 Slag om
Stalingrad
 1943 Keerpunt
Keerpunten
 Juli 40
 Battle of Britain
 7-12-41:
 Japan valt Pearl
Harbor aan
 Jan 43
 Slag om Stalingrad
 6-6-44
 D-Day
Massavernietigingswapens
Bommen
V1 en V2
Concentratie-
kampen
Atoombom
Rascisme en discriminatie
 Antisemitisme
 Rassenleer
 Anti-joodse
maatregelen
 Anti-joodse
propaganda
 Bouw
concentratiekampen
 Plannen voor
definitieve oplossing
Endlösung Genocide
 Wannseeconferentie 1942
 Uitroeien van joden in
vernietigingskampen
 Gaskamers
 Verbrandingsovens
 Kogel
Werkkampen
Combinatie
 Bewaakt door SS

Más contenido relacionado

La actualidad más candente

Het Verstand Van Vlaanderen! (Goed)
Het Verstand Van Vlaanderen! (Goed)Het Verstand Van Vlaanderen! (Goed)
Het Verstand Van Vlaanderen! (Goed)bosmanneke
 
Wikipedia Harry Mulisch
Wikipedia Harry MulischWikipedia Harry Mulisch
Wikipedia Harry MulischAnnavanleeuwen
 
Hoofdstuk 2 - §2 de tweede wereldoorlog
Hoofdstuk 2 - §2   de tweede wereldoorlogHoofdstuk 2 - §2   de tweede wereldoorlog
Hoofdstuk 2 - §2 de tweede wereldoorlogM. Canninga
 
Verloop Wereldoorlog II synthese
Verloop Wereldoorlog II syntheseVerloop Wereldoorlog II synthese
Verloop Wereldoorlog II synthesedhr. Gwen Vergouwen
 
Hoofdstuk 1 - Paragraaf 3 economische crisis
Hoofdstuk 1 - Paragraaf 3 economische crisisHoofdstuk 1 - Paragraaf 3 economische crisis
Hoofdstuk 1 - Paragraaf 3 economische crisisM. Canninga
 
Opkomst hitler, Arjen Diepenhorst
Opkomst hitler, Arjen DiepenhorstOpkomst hitler, Arjen Diepenhorst
Opkomst hitler, Arjen DiepenhorstArjen Diepenhorst
 
Stalin, de grootste militaire strateeg van Wereldoorlog II (en alle tijden)
Stalin, de grootste militaire strateeg van Wereldoorlog II (en alle tijden)Stalin, de grootste militaire strateeg van Wereldoorlog II (en alle tijden)
Stalin, de grootste militaire strateeg van Wereldoorlog II (en alle tijden)Persoonlijke studie teksten
 
De Koude Oorlog (Overzicht)
De Koude Oorlog (Overzicht)De Koude Oorlog (Overzicht)
De Koude Oorlog (Overzicht)Harry Maas
 
Koude oorlog overzicht
Koude oorlog overzichtKoude oorlog overzicht
Koude oorlog overzichtHarry Maas
 
Hitler
HitlerHitler
HitlerjokeDU
 
Powerpoint Tweede Wereldoorlog
Powerpoint Tweede WereldoorlogPowerpoint Tweede Wereldoorlog
Powerpoint Tweede Wereldoorlogevyanyssa
 
2 tlh hoofdstuk 5 - §3 de tweede wereldoorlog
2 tlh   hoofdstuk 5 - §3 de tweede wereldoorlog2 tlh   hoofdstuk 5 - §3 de tweede wereldoorlog
2 tlh hoofdstuk 5 - §3 de tweede wereldoorlogM. Canninga
 
Toets geschiedenis h3
Toets geschiedenis h3Toets geschiedenis h3
Toets geschiedenis h3digitalfinch
 
De Commune van Parijs (1871), de eerste socialistische staat
De Commune van Parijs (1871), de eerste socialistische staatDe Commune van Parijs (1871), de eerste socialistische staat
De Commune van Parijs (1871), de eerste socialistische staatPersoonlijke studie teksten
 
3 gs gwp h2 interbellum
3 gs gwp h2 interbellum3 gs gwp h2 interbellum
3 gs gwp h2 interbellumRemyBalistreri
 

La actualidad más candente (19)

Het Verstand Van Vlaanderen! (Goed)
Het Verstand Van Vlaanderen! (Goed)Het Verstand Van Vlaanderen! (Goed)
Het Verstand Van Vlaanderen! (Goed)
 
Wikipedia Harry Mulisch
Wikipedia Harry MulischWikipedia Harry Mulisch
Wikipedia Harry Mulisch
 
Gs hv3 hfst 4
Gs hv3 hfst 4Gs hv3 hfst 4
Gs hv3 hfst 4
 
De Tweede Wereldoorlog
De Tweede WereldoorlogDe Tweede Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog
 
Lenin en de Eerste Wereldoorlog
Lenin en de Eerste WereldoorlogLenin en de Eerste Wereldoorlog
Lenin en de Eerste Wereldoorlog
 
Hoofdstuk 2 - §2 de tweede wereldoorlog
Hoofdstuk 2 - §2   de tweede wereldoorlogHoofdstuk 2 - §2   de tweede wereldoorlog
Hoofdstuk 2 - §2 de tweede wereldoorlog
 
Verloop Wereldoorlog II synthese
Verloop Wereldoorlog II syntheseVerloop Wereldoorlog II synthese
Verloop Wereldoorlog II synthese
 
Hoofdstuk 1 - Paragraaf 3 economische crisis
Hoofdstuk 1 - Paragraaf 3 economische crisisHoofdstuk 1 - Paragraaf 3 economische crisis
Hoofdstuk 1 - Paragraaf 3 economische crisis
 
Opkomst hitler, Arjen Diepenhorst
Opkomst hitler, Arjen DiepenhorstOpkomst hitler, Arjen Diepenhorst
Opkomst hitler, Arjen Diepenhorst
 
Stalin, de grootste militaire strateeg van Wereldoorlog II (en alle tijden)
Stalin, de grootste militaire strateeg van Wereldoorlog II (en alle tijden)Stalin, de grootste militaire strateeg van Wereldoorlog II (en alle tijden)
Stalin, de grootste militaire strateeg van Wereldoorlog II (en alle tijden)
 
De Koude Oorlog (Overzicht)
De Koude Oorlog (Overzicht)De Koude Oorlog (Overzicht)
De Koude Oorlog (Overzicht)
 
Koude oorlog overzicht
Koude oorlog overzichtKoude oorlog overzicht
Koude oorlog overzicht
 
Gs hv3 hfst 6
Gs hv3 hfst 6Gs hv3 hfst 6
Gs hv3 hfst 6
 
Hitler
HitlerHitler
Hitler
 
Powerpoint Tweede Wereldoorlog
Powerpoint Tweede WereldoorlogPowerpoint Tweede Wereldoorlog
Powerpoint Tweede Wereldoorlog
 
2 tlh hoofdstuk 5 - §3 de tweede wereldoorlog
2 tlh   hoofdstuk 5 - §3 de tweede wereldoorlog2 tlh   hoofdstuk 5 - §3 de tweede wereldoorlog
2 tlh hoofdstuk 5 - §3 de tweede wereldoorlog
 
Toets geschiedenis h3
Toets geschiedenis h3Toets geschiedenis h3
Toets geschiedenis h3
 
De Commune van Parijs (1871), de eerste socialistische staat
De Commune van Parijs (1871), de eerste socialistische staatDe Commune van Parijs (1871), de eerste socialistische staat
De Commune van Parijs (1871), de eerste socialistische staat
 
3 gs gwp h2 interbellum
3 gs gwp h2 interbellum3 gs gwp h2 interbellum
3 gs gwp h2 interbellum
 

Destacado

§1 de romeinen verdwijnen
§1   de romeinen verdwijnen§1   de romeinen verdwijnen
§1 de romeinen verdwijnenM. Canninga
 
Hoofdstuk 3 - §2 een arbeidersparadijs
Hoofdstuk 3 - §2   een arbeidersparadijsHoofdstuk 3 - §2   een arbeidersparadijs
Hoofdstuk 3 - §2 een arbeidersparadijsM. Canninga
 
Hoofdstuk 3 - §1 de russische revolutie
Hoofdstuk 3 - §1   de russische revolutieHoofdstuk 3 - §1   de russische revolutie
Hoofdstuk 3 - §1 de russische revolutieM. Canninga
 
Het heelal (2)
Het heelal (2)Het heelal (2)
Het heelal (2)casmax
 
Foeke Sjoerds Algemene Beschryving van Oud en Nieuw Friesland, deel 4 Leeuwar...
Foeke Sjoerds Algemene Beschryving van Oud en Nieuw Friesland, deel 4 Leeuwar...Foeke Sjoerds Algemene Beschryving van Oud en Nieuw Friesland, deel 4 Leeuwar...
Foeke Sjoerds Algemene Beschryving van Oud en Nieuw Friesland, deel 4 Leeuwar...Historische Vereniging Noordoost Friesland
 
Asteroïden poster
Asteroïden posterAsteroïden poster
Asteroïden posterelmovt
 
Astonishing Animal Photos of 2014
Astonishing Animal Photos of 2014Astonishing Animal Photos of 2014
Astonishing Animal Photos of 2014maditabalnco
 

Destacado (19)

§1 de romeinen verdwijnen
§1   de romeinen verdwijnen§1   de romeinen verdwijnen
§1 de romeinen verdwijnen
 
Hoofdstuk 3 - §2 een arbeidersparadijs
Hoofdstuk 3 - §2   een arbeidersparadijsHoofdstuk 3 - §2   een arbeidersparadijs
Hoofdstuk 3 - §2 een arbeidersparadijs
 
Hoofdstuk 3 - §1 de russische revolutie
Hoofdstuk 3 - §1   de russische revolutieHoofdstuk 3 - §1   de russische revolutie
Hoofdstuk 3 - §1 de russische revolutie
 
In vogelvlucht, Geschiedenis van de gemeente Oostdongeradeel
In vogelvlucht, Geschiedenis van de gemeente OostdongeradeelIn vogelvlucht, Geschiedenis van de gemeente Oostdongeradeel
In vogelvlucht, Geschiedenis van de gemeente Oostdongeradeel
 
Foeke Sjoerds Algemene beschrijving van Oud en Nieuw Friesland, deel 1
Foeke Sjoerds Algemene beschrijving van Oud en Nieuw Friesland, deel 1Foeke Sjoerds Algemene beschrijving van Oud en Nieuw Friesland, deel 1
Foeke Sjoerds Algemene beschrijving van Oud en Nieuw Friesland, deel 1
 
Het heelal (2)
Het heelal (2)Het heelal (2)
Het heelal (2)
 
Gabe Doedes, Friese genealogie
Gabe Doedes, Friese genealogieGabe Doedes, Friese genealogie
Gabe Doedes, Friese genealogie
 
Hersenen_spread
Hersenen_spreadHersenen_spread
Hersenen_spread
 
Korte geschiedenis vh dorp Wetzens, WT Keune
Korte geschiedenis vh dorp Wetzens, WT KeuneKorte geschiedenis vh dorp Wetzens, WT Keune
Korte geschiedenis vh dorp Wetzens, WT Keune
 
Foeke Sjoerds Algemene Beschryving van Oud en Nieuw Friesland, deel 4 Leeuwar...
Foeke Sjoerds Algemene Beschryving van Oud en Nieuw Friesland, deel 4 Leeuwar...Foeke Sjoerds Algemene Beschryving van Oud en Nieuw Friesland, deel 4 Leeuwar...
Foeke Sjoerds Algemene Beschryving van Oud en Nieuw Friesland, deel 4 Leeuwar...
 
Asteroïden poster
Asteroïden posterAsteroïden poster
Asteroïden poster
 
Poster kozakken komen
Poster kozakken komenPoster kozakken komen
Poster kozakken komen
 
GN Jaargang 48 met Friese families, oa Alma Tadema
GN Jaargang 48 met Friese families, oa Alma TademaGN Jaargang 48 met Friese families, oa Alma Tadema
GN Jaargang 48 met Friese families, oa Alma Tadema
 
Astonishing Animal Photos of 2014
Astonishing Animal Photos of 2014Astonishing Animal Photos of 2014
Astonishing Animal Photos of 2014
 
Batavia in Historia, oktober 2015
Batavia in Historia, oktober 2015Batavia in Historia, oktober 2015
Batavia in Historia, oktober 2015
 
Fryslân op de kaart
Fryslân op de kaartFryslân op de kaart
Fryslân op de kaart
 
Dokkum bolwurk fan it Noarden deel 1
Dokkum bolwurk fan it Noarden deel 1Dokkum bolwurk fan it Noarden deel 1
Dokkum bolwurk fan it Noarden deel 1
 
Friese familienamen geologie
Friese familienamen geologieFriese familienamen geologie
Friese familienamen geologie
 
Geschiedenis van verenigingsblad De Sneuper
Geschiedenis van verenigingsblad De SneuperGeschiedenis van verenigingsblad De Sneuper
Geschiedenis van verenigingsblad De Sneuper
 

Similar a 1e en 2e wereldoorlog alles

Franco German War
Franco German WarFranco German War
Franco German Warguestc371cb
 
Canon geschiedenis
Canon geschiedenisCanon geschiedenis
Canon geschiedenisJPN01
 
De Commune van Paris van 18871 ter gelegenheid van haar 150ste verjaardag
De Commune van Paris van 18871 ter gelegenheid van haar 150ste verjaardagDe Commune van Paris van 18871 ter gelegenheid van haar 150ste verjaardag
De Commune van Paris van 18871 ter gelegenheid van haar 150ste verjaardagPersoonlijke studie teksten
 
De Duitse Revolutie van 1918-1919. "De Spartacus opstand"
De Duitse Revolutie van 1918-1919. "De Spartacus opstand"De Duitse Revolutie van 1918-1919. "De Spartacus opstand"
De Duitse Revolutie van 1918-1919. "De Spartacus opstand"Persoonlijke studie teksten
 
De Franse Revolutie 1789-1815
De Franse Revolutie 1789-1815De Franse Revolutie 1789-1815
De Franse Revolutie 1789-1815misscaatje
 
Dominique blok 1
Dominique blok 1Dominique blok 1
Dominique blok 1ivanstraten
 
Eerste wereldoorlog
Eerste wereldoorlogEerste wereldoorlog
Eerste wereldoorlogKlas2B
 
Hoofdstuk 1 - Paragraaf 1 de eerste wereldoorlog
Hoofdstuk 1 - Paragraaf 1 de eerste wereldoorlogHoofdstuk 1 - Paragraaf 1 de eerste wereldoorlog
Hoofdstuk 1 - Paragraaf 1 de eerste wereldoorlogM. Canninga
 
Het Verstand Van Vlaanderen! (Goed)
Het Verstand Van Vlaanderen! (Goed)Het Verstand Van Vlaanderen! (Goed)
Het Verstand Van Vlaanderen! (Goed)bosmanneke
 
Bigbootybitches
BigbootybitchesBigbootybitches
BigbootybitchesDaily Wins
 

Similar a 1e en 2e wereldoorlog alles (20)

Franco German War
Franco German WarFranco German War
Franco German War
 
Eerste Wereldoorlog
Eerste WereldoorlogEerste Wereldoorlog
Eerste Wereldoorlog
 
Gs hv3 hfst 3
Gs hv3 hfst 3Gs hv3 hfst 3
Gs hv3 hfst 3
 
1eWO WillemMelching
1eWO WillemMelching1eWO WillemMelching
1eWO WillemMelching
 
Canon geschiedenis
Canon geschiedenisCanon geschiedenis
Canon geschiedenis
 
Communisme
CommunismeCommunisme
Communisme
 
1010 wo1 pp
1010 wo1 pp1010 wo1 pp
1010 wo1 pp
 
De Commune van Paris van 18871 ter gelegenheid van haar 150ste verjaardag
De Commune van Paris van 18871 ter gelegenheid van haar 150ste verjaardagDe Commune van Paris van 18871 ter gelegenheid van haar 150ste verjaardag
De Commune van Paris van 18871 ter gelegenheid van haar 150ste verjaardag
 
Eerste WO
Eerste WOEerste WO
Eerste WO
 
De Duitse Revolutie van 1918-1919. "De Spartacus opstand"
De Duitse Revolutie van 1918-1919. "De Spartacus opstand"De Duitse Revolutie van 1918-1919. "De Spartacus opstand"
De Duitse Revolutie van 1918-1919. "De Spartacus opstand"
 
Burgeroorlog in Frankrijk 1871 Karl Marx
Burgeroorlog in Frankrijk 1871 Karl MarxBurgeroorlog in Frankrijk 1871 Karl Marx
Burgeroorlog in Frankrijk 1871 Karl Marx
 
De Franse Revolutie 1789-1815
De Franse Revolutie 1789-1815De Franse Revolutie 1789-1815
De Franse Revolutie 1789-1815
 
De Republiek
De RepubliekDe Republiek
De Republiek
 
Dominique blok 1
Dominique blok 1Dominique blok 1
Dominique blok 1
 
Eerste wereldoorlog
Eerste wereldoorlogEerste wereldoorlog
Eerste wereldoorlog
 
Berlijn Module
Berlijn ModuleBerlijn Module
Berlijn Module
 
Hoofdstuk 1 - Paragraaf 1 de eerste wereldoorlog
Hoofdstuk 1 - Paragraaf 1 de eerste wereldoorlogHoofdstuk 1 - Paragraaf 1 de eerste wereldoorlog
Hoofdstuk 1 - Paragraaf 1 de eerste wereldoorlog
 
Klaar
KlaarKlaar
Klaar
 
Het Verstand Van Vlaanderen! (Goed)
Het Verstand Van Vlaanderen! (Goed)Het Verstand Van Vlaanderen! (Goed)
Het Verstand Van Vlaanderen! (Goed)
 
Bigbootybitches
BigbootybitchesBigbootybitches
Bigbootybitches
 

1e en 2e wereldoorlog alles

  • 1. 1 8 7 0 - 1 9 1 8 Het Duitse keizerrijk
  • 2. Drie rijken  Heilige Roomse Rijk Middeleeuwen tot 1806  Tweede Duitse keizerrijk 1871-1918  Derde Rijk 1933-1945
  • 3. Het Rijk tot 1815  Heilige Roomse Rijk ontbonden in 1806  Duitse Bond  38 staten en stadstaten  Oostenrijk en Pruissen de grootste  Samenwerking Oostenrijk en Pruissen  Congres van Wenen 1815  Geen Duitse nationale staat
  • 6. Frankrijk Pruissen  Frankrijk leidende natie  Napoleon III wil VS van Europa o.l.v. Fr.  Middel: vorming natiestaten  Verliest gezag door  Autoritair bestuur  Napoleon wil vertrouwen terugwinnen met internationaal succes  Wilhelm I wil versterking Pruissen  Middel: versterking militaire macht  Liberale oppositie verzet zich  Bismarck kanselier  Doel: grootmacht Middel: Blut und Eisen Pruissen en Frankrijk
  • 7. Oorzaak 1:nationalisme  Duitsland  Wie is de baas? Oostenrijk of Pruisen?  1848 : idee van nationale staat Oostenrijk zei nee.  Otto von Bismarck premier van Pruisen. "Om de Duitse staten te verenigen zal ik ijzer en bloed gebruiken". De ijzeren kanselier
  • 8. Oorzaak 2: De agressieve buitenlandse politiek van Frankrijk  Napoleon III wilde VS van Europa olv Frankrijk  Middel:  Afschaffen van multinationale rijken (OH)  Bedreiging:  Minder gezag  Pruissen
  • 9. Oorzaak 3: Agressieve politiek van Pruissen  Ideaal: Duitse eenheid onder leiding van Pruissen Noord-Duitse bond Alle staten ten noorden van de Main ( Blut und Eisen)  Frankrijk voelt zich bedreigd Bismarck geeft geen krimp
  • 10. Oorzaak 4: spanningen in Pruisen en Frankrijk  Industriële Revolutie zorgt voor spanningen  Uitbuiting  Geen algemeen kiesrecht  Gevolg: opkomst socialisme Karl Marx k
  • 11. Verloop Frans-Duitse oorlog 1870  Pruissen superieur  Slag bij Sedan sept  Napoleon III gevangen  Capitulatie  Oorzaken nederlaag  Slechte organisatie leger  ‘Pruissen goed getraind
  • 12. Einde van de oorlog  Wilhelm roept zich uit tot keizer  Vrede van Frankfurt  Elzas-Lotharingen aan D  Schadevergoeding van 5 miljard francs
  • 13.
  • 14. Kaiser Wilhelm II  Kleinzoon Wilhelm I  Autocraat  Bu pol, opperbevelhebber  Rijksdag weinig inbreng  Liberalen en socialisten weinig kans  Nationalisme  Wijd verbreid  Minder macht deelstaten  Nationalistische rituelen  chauvinisme
  • 15. Militarisme  Overwaardering militaire macht en wat daarmee samenhangt  Grote invloed militairen op regering  Conflicten oplossen met geweld  Grote en sterke land-/zee- /luchtmacht  Economie in dienst van leger  Militaire waarden  Vaderlandsliefde  Strijdvaardigheid  Gehoorzaamheid  Militairen in hoog aanzien
  • 16. Binnenlandse politiek Otto von Bismarck: de katholieken  Doel: autocratische, conservati eve staatsvorm beschermen  Middel: bestrijden binnenlandse vijanden  Kulturkampf  Katholieke zuiden is bedreiging voor protestantse noorden  Paus annuleert alle anti- katholieke maatregelen  Bismarck kiest eieren voor zijn geld
  • 17. Binnenlandse politiek Otto von Bismarck: de socialisten  Socialisten  Socialisten gevaar voor eenheid  Angst voor revolutie  Socialistenwet 1878  Verbod op soc en comm organisaties  Socialisten ondergronds  Verdubbeling zetels rijksdag  Sociaal verzekeringsstelsel  Gevolg: meer invloed socialisten
  • 18. Buitenlandse politiek Bismarck  Voorzichtige politiek  Angst voor coalities  Fr, Rusl, O-H, Eng  Angst voor revanchegedachte  Angst voor twee frontenoorlog  Fr isoleren  Goede betrekkingen met O-H en Rusland  Modern imperialisme
  • 19. Keerpunt: tijdperk Wilhelm 1890-1918  Weltpolitik  Vloot  Expansie Afrika  Invloed legerleiding bu pol  Gevolg:  Isolement  Triple Entente: F, R, E
  • 21. 1 9 1 4 - 1 9 1 8 De Eerste Wereldoorlog
  • 23. Geallieerden Centralen  Rusland: Nicolaas II  Engeland: George V  Frankrijk: Poincaré  Italië: Victor Emmanuel II  Duitsland: Wilhelm II  Turkije: Enver Pasha  O-H: Franz Josef Hoofdrolspelers
  • 24. D I E P E R L I G G E N D E O O R Z A K E N Indirecte oorzaken
  • 26. Duits- land  Wilhelm II  Weltpolitik  Ontsloeg Bismarck
  • 29. Kruid- vat de Balkan  Grote problemen minderheden  Verovering Bosnië leidt tot woede van Servië
  • 31. 3. Engels-Duitse wapenwedloop  Engeland heer en meester op zee. Rond 1900 nieuw slagschip: ‘Dreadnought’.  Concurrentie van Duitsland Weltpolitik.  Gevolg: wapenwedloop
  • 32. 4. Militarisme  Hele samenleving in dienst van leger  Militaire normen en waarden  Nicolaas II van Rusland: ‘Ontwapening is een idee van Joden, Socialisten en hysterische vrouwen
  • 33. Militarisme en bewapeningswedloop Defensie uitgaven van de grote Mogendheden [Dld., O- H, It., Fr., Eng., Rus.] in miljoenen engelse ponden. 1870 1880 1890 1900 1910 1914 94 130 154 268 289 398 1910-1914 Toename van uitgaven voor Defensie France 10% Britain 13% Russia 39% Germany 73% begint aan het bouwen van een vloot
  • 34. Iedereen had zijn plannen klaar….  Het bekendste plan is het Duitse Von Schlieffenplan, ontwor pen tussen 1894 en 1905
  • 37. Directe oorzaak Balkan: het kruidvat Het wachten is op de vlam…
  • 38. Moord op Franz-Ferdinand 1914 Gavrilo Princip, een Serviër.
  • 39. Wie is de schuldige?
  • 40. Werven van soldaten m.b.v. oorlogspropaganda
  • 41. Mobilisatie Home by Christmas! De eerste echte oorlog in 50 jaar! Nationalisme
  • 43. Enthou siasme  Aanvankelijk was er zeer veel enthousiasme voor de oorlog  Miljoenen jongemannen meldden zich vol enthousiasme aan  Iedereen verwachtte dat ze vóór kerstmis 1914 weer thuis zouden zijn
  • 44. Kenmerken  Enthousiast de oorlog in  Wrede manier van oorlogvoeren  Meer soldaten, meer volken, op meer plaatsen  Meer frontenoorlog  Loopgravenoorlog  Propaganda en censuur  Actieve betrokkenheid thuisfront
  • 47. Slag bij de Marne  le miracle de la Marne  Duitse opmars vertraagd door:  Belgisch verzet  Duitse troepen naar oostfront  Engelsen en Franse vallen aan  Verslaan de Duitsers  taxi’s  Duitsers trekken zich terug en graven zich in
  • 48. Schlieffenplan mislukte en de Duitse opmars kwam tot stilstand
  • 49. Totale oorlog  Thuisfront doet mee  Industrie  Leningen  sparen.  Soldaten en burgerbevolking slachtoffer  Genocide: Armeniërs  Bombardementen  Schaarste
  • 51. Alle offensieven mislukten  De slag bij Verdun: 378.000 Franse slachtoffers, waarvan 163.000 doden / 330.000 Duitse slachtoffers, waarvan 143.000 doden.  De slag bij de Somme: 420.000 Britse slachtoffers en 200.000 Franse slachtoffers / 500.000 Duitse slachtoffers.  De slag bij Passchendaele (derde slag bij Ieper): 508.800 Franse en Britse slachtoffers / 348.300 Duitse slachtoffers.
  • 52. (Massavernietigings-)wapens  Bombardementen op steden met zeppelins  Mosterd-/chloorgas  Tank  Granaatwerpers  Machinegeweer
  • 53. Onbeperkte duikbotenoorlog  De Engelse marine blokkeerde de Duitse havens.  Het Duitse opperbevel probeerde de blokkade te doorbreken met een nieuw wapen: De U- Boot oftewel de onderzeeër  Onbeperkte duikbotenoorlog
  • 54. 1917: keerpunt  Russische revolutie.  Lenin wil steun  Einde aan de oorlog  Vrede van Brest- Litovsk  Onvoordelig voor Rusland  Duitse troepen naar westfront  VS doet mee aan de oorlog  Onbeperkte duikbotenoorlog  Tank wordt geïntroduceerd
  • 55. Het laatste jaar  Iedereen uitgeput  Groot Duits offensief begin 1918  Amerika stuurt vele verse troepen  Amerikaanse tanks superieur  Duitsers hebben tekort aan alles  Legerleiding wil wapenstilstand  Ein blaues Auge mit heiler Haut
  • 56. Op naar een wapenstilstand  Legerleiding installeert nieuwe regering  SPD, DDP, Zentrum  Opdracht:  Wapenstilstand  Vredesaanbod  In ruil voor democratie  Revolutie van boven af  Geallieerden enthousiast  Maar: weg met de keizer
  • 57. De novemberdagen  Duitse volk onrustig  Opstanden en stakingen  Muiterij  Leger wil niet meer voor keizer vechten  Keizer treedt af  9/11/18  Overal linkse revolutie
  • 58. Begin november 1918  Leiding opstand: extreem links  Spartakisten  Enorme kloof sociaal- democraten en Spartakisten (comm)  Karl Liebknecht  Rosa Luxemburg
  • 59. 9 november: Duitsland wordt een republiek  Der Kaiser geht  Die Generäle blieben  Spartakisten willen republiek van arbeiders en soldaten  SPD: oeps, liever niet  Voorzitter SPD roept republiek uit  Philip Scheidemann
  • 60. 10 november  SPD- Ebert wordt rijkskanselier  SPD sluit verbond met restant leger om linkse revolutie neer te slaan
  • 61. 11 november  Wapenstilstand wordt getekend  Compiègne  Onvoorwaardelijke capitulatie  Reactie nationalisten  niet verslagen op het slagveld  Verslagen door de regering
  • 62. De Spartakusopstand  Januari 1919  Extreem links ( KPD ) wil macht overnemen  Socialistische revolutie  Macht aan het volk  Arbeiders- en soldatenraden  Geen democratische verkiezingen voor parlement  Neergeslagen door regeringstroepen  Luxemburg en Liebknecht vermoord
  • 64.
  • 65. Het ontstaan van de Weimarrepubliek  Oktober: nieuwe regering 0.l.v. von Baden  Verantwoordelijk voor nederlaag  Verantwoordelijk voor wapenstilstand  SPD ruikt kansen  Onrust en revolutie  Muiterij  Radenrepubliek Obere Heeresleitung: von Hindenburg Wilhelm, Ludendorff
  • 66. Begin november 1918  Leiding opstand: extreem links  Spartakisten  Enorme kloof sociaal- democraten en Spartakisten (comm)  Karl Liebknecht  Rosa Luxemburg
  • 67. 9 november: Duitsland wordt een republiek  Der Kaiser geht  Die Generäle blieben  Spartakisten willen republiek van arbeiders en soldaten  SPD: oeps, liever niet  Voorzitter SPD roept republiek uit  Philip Scheidemann
  • 68. 10 november  Von Baden treedt af SPD- Ebert wordt rijkskanselier  SPD sluit verbond met restant leger om linkse revolutie neer te slaan
  • 69. 11 november  Wapenstilstand wordt getekend  Compiègne  Onvoorwaardelijke capitulatie  Reactie nationalisten  niet verslagen op het slagveld  Verslagen door de regering
  • 70. Van december 1918 tot januari 1919  Hevige strijd tussen  Socialisten  Spartakisten en communisten  Aanhangers van de keizer  Oud-soldaten  Spartakusbond wordt KPD
  • 71. De Spartakusopstand  Januari 1919  Extreem links ( KPD ) wil macht overnemen  Socialistische revolutie  Macht aan het volk  Arbeiders- en soldatenraden  Geen democratische verkiezingen voor parlement  Neergeslagen door regeringstroepen  Luxemburg en Liebknecht vermoord
  • 72. Burgeroorlog en verkiezingen  Arbeiders- en soldatenraden door SPD en leger uit de weg geruimd  19 januari Verkiezingen  1e vrije, demokratische  1e vergadering in Weimar  Ebert: rijkspresident  Grondwet  Nieuwe regering  Weimar-coalitie
  • 73. Rechtse vrijkorpsen steunen nieuwe democratische regering Generaals: Weimar-politici schuld aan het verlies van de oorlog Reacties
  • 74. Dolkstootlegende  Geallieerden willen  Vrede  Democratie  Aftreden keizer  Duitse legerleiding wil geen gezichtsverlies:  Wapenstilstand  Vredesaanbod  Door parlement  Dolkstootlegende: niet leger heeft het opgegeven, maar de democratische partijen.
  • 76. Verdrag van Versailles juni 1919  Duitsland enige schuldige  Herstelbetalingen: 132 miljard goudmark  Verlies 13% van zijn grondgebied en 10% procent van zijn bevolking  Verlies koloniën.  Leger verkleind tot 100.000 leden, geen zware wapens.  Het Rijnland bezet.  Republiek  Democratie  Geen lid Volkenbond De grote vier:(v.l.n.r): Lloyd George (Eng), Orlando (Italie), Clemenceau (Fr) and Woodrow Wilson (USA)
  • 77.
  • 79. Gevolg van het verdrag van Versailles Toekomst
  • 80. De Republiek von Weimar 1918-1933 Politiek:  Democratie werd opgelegd  Republiek met president  Grondwet:  Algemeen kiesrecht  Scheiding der machten  Grondrechten  President:  Rechtstreeks gekozen door volk  Benoemt en ontslaat ministers.  Mag Rijksdag ontbinden  Opperbevelhebber  Kan met noodverordeningen regeren (art.48)
  • 81. Artikel 48  Doel: prille democratie beschermen tegen oproer of revolutie  Noodtoestand uitroepen.  openbare veiligheid en orde in aanzienlijke mate verstoord of in gevaar gebracht worden,  zo nodig met hulp van de gewapende macht ingrijpen.’  enkele grondrechten geheel of gedeeltelijk buiten werking.  Grote macht rijkspresident
  • 82. De Republiek von Weimar 1918-1933 Economie  Vrede:  verlies van grondstoffen, kapitaal industrie, arbeidskrach ten  Herstelbetalingen 132 miljard  Inflatie
  • 83. Economische crisis: oorzaak en gevolg  1922: Duitsland kan herstelbetalingen niet meer voldoen  Frankrijk bezet het Ruhrgebied  Arbeiders gaan in staking  regering betaalt lonen door  moet geld bijdrukken  waarde van de goudmark daalt  prijzen stijgen  hyperinflatie
  • 84.
  • 85. Dawesplan 1924  Doel: herstelbetalingen afdwingen  Ontruimen Ruhrgebied;  Algemene staking wordt beëindigd;  Hoogte van de herstelbetaling aangepast  Grondige sanering van de Duitse munt: 1 biljoen ‘papiermarken’ wordt 1 ‘Rentenmark’  Leningen aan Duitsland
  • 86. Gevolgen Dawesplan  Stabiele munt  Positieve gevolgen op korte termijn  Betere verhoudingen met Frankrijk  Lid van de Volkenbond  Economie leeft op  Sterk afhankelijk van buitenland  Gevoelig voor crisis  Economische crisis 1929  Extra getroffen Gustav Stresemann min van bu za
  • 87. Weimar wordt bedreigd  Door uiterst rechts:  Teleurgesteld over val monarchie  Gewelddadige staatsgreepjes  Bedenkers dolksttootlegende  Angst voor communisme  Veteranen  Rechtse partijen  Monarchisten  Nationalisten
  • 88. Weimar wordt bedreigd  Door uiterst links:  Communistische revolutie  Inflatie  Werkloosheid  Crisis  Socialisten  Communisten  Arbeiders  Linkse soldaten  Boeren
  • 89. Weimar wordt bedreigd  Door iedereen  Onbekend met democratie  Geen ervaring met democratie  Zwakke partijen  Verdeelde partijen  Verlangen naar keizer  Wraak gevoelens voor Versailles  Hitler pleegt staatsgreep  Bierkellerputsch 9/11/1923  Republiek zonder republikeinen
  • 90. Hitler komt aan de macht 1923-1933
  • 91. Welke gebeurtenissen en ontwikkelingen hebben geleid tot het aan de macht komen van Hitler
  • 92. 1. De NSDAP  Nationaal-socialistische duitse arbeiderspartij  Nationalisme  Socialistisch  Klassenstrijd is rassenstrijd  Arbeiders  Veel aanhang  1920  Een van vele extreme partijen
  • 93. Waar stonden de nazi’s voor in de jaren ‘20  Weg met Das Diktat  Gebiedsuitbreiding  Sterke regering  Herbewapening  Weg met de joden  Vernietigen van het communisme  Lebensraum  Vernietigen van Weimar Republiek
  • 94. Waarom waren deze ideeën populair  Onredelijk  Dolkstootlegende  Vernedering  Herstelbetalingen NSDAP  Propaganda tegen Versailles  Duitsland weer groot maken  We vernietigen het
  • 95. Sterke centrale regering  Democratie in Weimar zwak  Partijen kakelen maar doen niks  Regering niet populair  Crisis wordt niet opgelost  NSDAP  1 man  1 partij  1 rijk
  • 96. Meer grondge bied  Veel gebied verloren  Niet alle Duitsers in Duitsland  Duitsprekenden buiten Duitsland  NSDAP  Lebensraum  Anschluss  Duitsers verenigen  Duitse volk superieur  Afgepakte gebieden terughalen  Herbewapenen
  • 97. Weg met joden en communi sten  Schuld aan de economische crisis  Verantwoordelijk voor stakingen  Willen klasseloze maatschappij  Het zijn communisten  NSDAP  Zondebok  Verantwoordelijk voor alle problemen  Uitroeien
  • 98. 2. Bierkellerputsch 1923  München  Mislukt  Veel sympathie  Gevangen  Mein Kampf  Les:  Het moet legaal!  Meer aanhang
  • 99. 3. Economische crisis 1929  Wall Street Crash  Einde steun VS  Werkloosheid  Inflatie  Toenemende dreiging communisme  Weimar-regering kan niet tot daden komen
  • 100. 4. Hitlers redenaarstalent  Wist van het volk wilde horen  Maakte daar gebruik van  Goed stemgebruik  http://www.youtube.co m/watch?v=JSeh9sq3bv 4
  • 102.
  • 103. N A T I O N A A L - S O C I A L I S M E ONTSTAAN EN KENMERKEN Totalitarisme
  • 104. Anti-democratische stroming  Ontstaan  In landen met korte/geen democratische traditie  In tijden van economische achteruitgang  Uit teleurstelling over uitblijven roem/welvaart gekissebis politici wel woorden, geen daden  Bij groepen die zich achtergesteld voelen  Combinatie van 1 of meer factoren
  • 105. Totalitarisme  Bijna volledige controle van de staat op dagelijks leven op het gebied van  politiek  cultuur  godsdienst  sociale zaken  economie  Heersende ideologie is de enig mogelijke weg naar een betere toekomst.
  • 106. Ideologie  Heilsleer/ideeënleer  Brengt heil/het goede op aarde  Biedt mensheid definitieve oplossing voor alle problemen  Pseudo-religie  Grote overeenkomsten met christendom  Heiland-leider  Symbolen  Martelaren en heiligen  10 geboden  Eredienst/rituelen  Biecht en boetedoening
  • 107. Totalitaire Kenmerken  Individu is onbelangrijk  Grote waarde van groep  Magische rol Leider  Overheersing 1 partij  Monopolie massacommunicatie- middelen  Indoctrinatie  Systeem van terreur en controle  Veel aandacht voor onderwijs
  • 108. Fascisme/nationaal-socialisme  Duitsland en Italië 1918-1945  Kenmerken:  Negatief  Leidersbeginsel  Ongelijkheid van de mensen  Gevoel boven verstand  Nationalisme  Verheerlijking geweld  Vrouw ondergeschikt aan man  Hogeren moeten lageren leiden  Lebensraum  Rassenleer
  • 110. Hitler aan de macht  1932 Verkiezingen  NSDAP grootste partij  Hitler rijkskanselier  Strikt legaal  Veel terreur SA
  • 112. Rijksdagbrand  27-2-1933  Rinus van der Lubbe  Communisten kregen de schuld  Veiligheid in gevaar  Artikel 48  Intrekken grondrechten  Verbod politieke partijen  Communisten en socialisten gevangen
  • 113. Machtigingswet  5-3-1933 verkiezingen  Geen absolute meerderheid  Wel met rechtse partijen 2/3 meerderheid  MACHTIGINGSWET  Regeren zonder parlementaire goedkeuring  Wetgevende macht bij regering  Democratisch afschaffen van de democratie  23-3-1933 einde van de republiek van Weimar, einde aan de democratie
  • 114. Hoe werd het nationaal- socialisme in praktijk gebracht in het Derde Rijk? Het nationaal-socialisme in de praktijk
  • 115. Politiek  Alle democratische organisaties verboden  1 partij aan de macht  1 leider  Hele maatschappij doordringen van nationaal-socialisme door:  Indoctrinatie  Propaganda  Censuur  Geweld
  • 116. Kamp voor politieke tegenstanders, Roma, homoseksuel en, misdadigers, verzetsstrijders, J ODEN Dachau 1933
  • 117. Economie  Doel:  Autarkie Lebensraum  Oorlogsvoorbereiding Investeren in oorlogsindustrie  Probleem:  Werkloosheid  Kapitaal krediet
  • 118. Bestrijden werkloosheid  Vrouwen naar huis en aanrecht  Joden ontslagen  Buitenlanders ontslagen  Mannen in dienst  Werkverschaffing  Autobahnen  Arbeidsdienst: halfjaar  Uitbreiding ambtenarenapparaat  Uitbreiding leger
  • 119. Resultaat Jan 33 okt 33 okt 34 okt 35 okt 37
  • 120. Gelijkschakeling  Eenheid  Volksgemeinschaft  Nazi-organisaties  Beheersing onderwijs en media
  • 121. Reichskulturkammer 1933  Joseph Goebbels  Kunst  Door Ariërs  Bijdragen aan Duitse volk  Bijdragen aan Germaanse ras  Entartete Kunst  Moderne kunst  Joodse kunst  Geen lid- geen werk
  • 123. Rassenleer  Arische/germaanse ras Űbermenschen Herrenvolk  Inferieure rassen Slavische ras Semitische ras Untermenschen Joden
  • 124. Maatregelen tegen Joden  Antisemitisme:  1933  Ontslagen uit overheidsdienst  1935  Neurenbergerwetten  geen gebruik van openbare voorzieningen  uit allerlei beroepen ontslagen  Duitse staatsburgerschap ontnomen  huwelijken tussen Joden en niet-Joden verboden  Doel:  Joden aanzetten tot emigratie  juridische basis jodenvervolging  voorbereiding op genocide. die Juden erhalten, was sie verdient haben
  • 125.
  • 126. Terreur SA: synagogen, joodse winkels Reichs- Kristallnacht 9/11/1938
  • 127. WAT HEB JE NODIG OM DIT ALLES GOED TE LATEN VERLOPEN? Voorwaarden
  • 128. SA SS  Knokploeg  partijvergaderingen beschermen  intimideren van politieke tegenstanders  Tegen grootkapitaal  Wil leger inlijven  1935: Nacht van de Lange Messen  Macht SA stelt weinig meer voor  Uitschakelen tegenstanders  Leiding concentratiekampen  Eigen leger: Waffen - SS 1.Terreur
  • 129. Terreur door de Gestapo  Geheime Staatspolizei  Herman Göring  Staatsvijanden opsporen  Vervolgen
  • 131. Indoctrina tie  “Een bommenwerper draagt 144 bommen, elke bom weegt 10 kilo. Het vliegtuig gaat naar Warschau, het hoofdkwartier van het jodendom. Het bombardeert de stad. Bij het opstijgen met alle bommen aan boord en een tank met 100 kilo aan brandstof, weegt het vliegtuig ongeveer 8000 kilo. Als het vliegtuig terugkeert van zijn geweldige werk is er nog 230 kilo over. Hoeveel weegt het vliegtuig als het leeg is?"
  • 132. 1 9 3 3 - 1 9 3 9 HOE BRACHT HITLER DE LEBENSRAUM IN PRAKTIJK EN WAT WAS DE REACTIE VAN HET BUITENLAND? Buitenlandse politiek
  • 133.
  • 134. Idealen  Ongedaan maken verdrag van Versailles  Lebensraum  Alle Duitstaligen Heim ins Reich De nazi's beweerden dat Duitsland vanwege de hoge bevolkingsdichtheid een groter grondgebied nodig had
  • 135. Fase 1: 1933-1936 Fase 2: 1937-1939  Doel:  Weg met het Verdrag van Versailles  Maatregelen  terugtrekking uit de Volkenbond  invoering dienstplicht  herbewapening  remilitarisatie Rijnland  Doel:  Expansie Duitse Rijk  Maatregelen  Saarland terug  1938 Anschluss Oostenrijk  1938 Sudetenland
  • 136. Sudetenland moet ‘heim ins Reich’ Conferentie van München 1938
  • 137. Daar moeten we het even over hebben! Wie is wie? Conferentie van München 1938
  • 142. Bezetting Rijnland 1936 Frankrijk valt niet aan God zij dank, want Duitse leger is nog lang niet op sterkte
  • 146. Appeasement  Toegeven of iemand toestaan iets te doen om hem tevreden te stellen.  Verzoeningspolitiek  Vrede bewaren door concessies te doen  Neville ChamberlainHistoricus
  • 147.
  • 148. Voorkomen tweefrontenoorlog Geheim: Polen en delen Oost- Europa worden verdeeld tussen Duitsland en de SU Non- agressiepact Molotov- Von Ribbentrop pact 1939
  • 149. Directe oorzaak  Aanval Polen  01-09-1939  Duitsland vanuit het westen  SU vanuit het oosten
  • 150. Blitzkrieg en Sitzkrieg  Snelle aanval op Polen  Tussen september 1939 en april 1940 geen strijd  Phoney War  Snelle verovering west- europa  Kusten verdedigen tegen Engeland  Frankrijk verdeeld  Vichy-Frankrijk  Petain  http://www.worldology.co m/Europe/world_war_2_i map.htm
  • 151. Battle of Britain juli-oktober 1940  Luchtoorlog  Churchill net premier  Bommen op engelse steden  September: Londen  Radar  Enigma-code gekraakt
  • 152. Operatie Barbarossa juni 1941  22 juni 1941  Blitzkrieg  Tactiek van verschroeide aarde  Slag om Stalingrad  1943 Keerpunt
  • 153. Keerpunten  Juli 40  Battle of Britain  7-12-41:  Japan valt Pearl Harbor aan  Jan 43  Slag om Stalingrad  6-6-44  D-Day
  • 155. Rascisme en discriminatie  Antisemitisme  Rassenleer  Anti-joodse maatregelen  Anti-joodse propaganda  Bouw concentratiekampen  Plannen voor definitieve oplossing
  • 156. Endlösung Genocide  Wannseeconferentie 1942  Uitroeien van joden in vernietigingskampen  Gaskamers  Verbrandingsovens  Kogel Werkkampen Combinatie  Bewaakt door SS