2. Drie rijken
Heilige Roomse
Rijk
Middeleeuwen tot
1806
Tweede Duitse
keizerrijk
1871-1918
Derde Rijk
1933-1945
3. Het Rijk tot 1815
Heilige Roomse Rijk
ontbonden in 1806
Duitse Bond
38 staten en stadstaten
Oostenrijk en Pruissen
de grootste
Samenwerking
Oostenrijk en Pruissen
Congres van Wenen
1815
Geen Duitse nationale
staat
6. Frankrijk Pruissen
Frankrijk leidende natie
Napoleon III wil VS van
Europa o.l.v. Fr.
Middel: vorming natiestaten
Verliest gezag door
Autoritair bestuur
Napoleon wil vertrouwen
terugwinnen met
internationaal succes
Wilhelm I wil
versterking Pruissen
Middel: versterking
militaire macht
Liberale oppositie
verzet zich
Bismarck kanselier
Doel: grootmacht
Middel: Blut und Eisen
Pruissen en Frankrijk
7. Oorzaak 1:nationalisme
Duitsland
Wie is de baas?
Oostenrijk of Pruisen?
1848 : idee van
nationale staat
Oostenrijk zei nee.
Otto von Bismarck
premier van Pruisen.
"Om de Duitse staten
te verenigen zal ik
ijzer en bloed
gebruiken".
De ijzeren kanselier
8. Oorzaak 2: De agressieve
buitenlandse politiek van Frankrijk
Napoleon III wilde VS
van Europa olv Frankrijk
Middel:
Afschaffen van
multinationale rijken
(OH)
Bedreiging:
Minder gezag
Pruissen
9. Oorzaak 3: Agressieve politiek van
Pruissen
Ideaal: Duitse eenheid onder leiding van
Pruissen
Noord-Duitse bond
Alle staten ten noorden van de Main (
Blut und Eisen)
Frankrijk voelt zich bedreigd
Bismarck geeft geen krimp
10. Oorzaak 4: spanningen in Pruisen
en Frankrijk
Industriële Revolutie
zorgt voor spanningen
Uitbuiting
Geen algemeen
kiesrecht
Gevolg: opkomst
socialisme
Karl Marx
k
11. Verloop Frans-Duitse oorlog 1870
Pruissen superieur
Slag bij Sedan sept
Napoleon III gevangen
Capitulatie
Oorzaken nederlaag
Slechte organisatie leger
‘Pruissen goed getraind
12. Einde van de oorlog
Wilhelm roept zich uit
tot keizer
Vrede van Frankfurt
Elzas-Lotharingen
aan D
Schadevergoeding
van 5 miljard francs
13.
14. Kaiser Wilhelm II
Kleinzoon Wilhelm I
Autocraat
Bu pol, opperbevelhebber
Rijksdag weinig inbreng
Liberalen en socialisten
weinig kans
Nationalisme
Wijd verbreid
Minder macht deelstaten
Nationalistische rituelen
chauvinisme
15. Militarisme
Overwaardering
militaire macht en wat
daarmee samenhangt
Grote invloed militairen op
regering
Conflicten oplossen met
geweld
Grote en sterke land-/zee-
/luchtmacht
Economie in dienst van
leger
Militaire waarden
Vaderlandsliefde
Strijdvaardigheid
Gehoorzaamheid
Militairen in hoog aanzien
16. Binnenlandse politiek Otto von Bismarck:
de katholieken
Doel:
autocratische, conservati
eve staatsvorm
beschermen
Middel: bestrijden
binnenlandse vijanden
Kulturkampf
Katholieke zuiden is
bedreiging voor
protestantse noorden
Paus annuleert alle anti-
katholieke maatregelen
Bismarck kiest eieren voor
zijn geld
17. Binnenlandse politiek Otto von Bismarck:
de socialisten
Socialisten
Socialisten gevaar voor
eenheid
Angst voor revolutie
Socialistenwet 1878
Verbod op soc en comm
organisaties
Socialisten ondergronds
Verdubbeling zetels rijksdag
Sociaal verzekeringsstelsel
Gevolg: meer invloed
socialisten
18. Buitenlandse politiek Bismarck
Voorzichtige politiek
Angst voor coalities
Fr, Rusl, O-H, Eng
Angst voor
revanchegedachte
Angst voor twee
frontenoorlog
Fr isoleren
Goede betrekkingen met
O-H en Rusland
Modern imperialisme
19. Keerpunt: tijdperk Wilhelm 1890-1918
Weltpolitik
Vloot
Expansie
Afrika
Invloed legerleiding
bu pol
Gevolg:
Isolement
Triple Entente:
F, R, E
23. Geallieerden Centralen
Rusland: Nicolaas II
Engeland: George V
Frankrijk: Poincaré
Italië: Victor Emmanuel
II
Duitsland: Wilhelm II
Turkije: Enver Pasha
O-H: Franz Josef
Hoofdrolspelers
24. D I E P E R L I G G E N D E O O R Z A K E N
Indirecte oorzaken
31. 3. Engels-Duitse wapenwedloop
Engeland heer en
meester op zee.
Rond 1900 nieuw
slagschip:
‘Dreadnought’.
Concurrentie van
Duitsland
Weltpolitik.
Gevolg:
wapenwedloop
32. 4. Militarisme
Hele samenleving in
dienst van leger
Militaire normen en
waarden
Nicolaas II van
Rusland:
‘Ontwapening is een
idee van
Joden, Socialisten en
hysterische vrouwen
33. Militarisme en
bewapeningswedloop
Defensie uitgaven van de grote Mogendheden [Dld., O-
H, It., Fr., Eng., Rus.]
in miljoenen engelse ponden.
1870 1880 1890 1900 1910 1914
94 130 154 268 289 398
1910-1914 Toename van uitgaven voor
Defensie
France 10%
Britain 13%
Russia 39%
Germany 73% begint aan het bouwen
van een vloot
34. Iedereen had zijn plannen klaar….
Het bekendste plan is het
Duitse Von
Schlieffenplan, ontwor
pen tussen 1894 en 1905
43. Enthou
siasme
Aanvankelijk was er zeer veel
enthousiasme voor de oorlog
Miljoenen jongemannen meldden zich
vol enthousiasme aan
Iedereen verwachtte dat ze vóór
kerstmis 1914 weer thuis zouden zijn
44. Kenmerken
Enthousiast de oorlog in
Wrede manier van oorlogvoeren
Meer soldaten, meer volken, op meer
plaatsen
Meer frontenoorlog
Loopgravenoorlog
Propaganda en censuur
Actieve betrokkenheid thuisfront
47. Slag bij de Marne
le miracle de la Marne
Duitse opmars
vertraagd door:
Belgisch verzet
Duitse troepen naar
oostfront
Engelsen en Franse
vallen aan
Verslaan de Duitsers
taxi’s
Duitsers trekken zich
terug en graven zich in
51. Alle offensieven mislukten
De slag bij Verdun: 378.000 Franse
slachtoffers, waarvan 163.000 doden / 330.000
Duitse slachtoffers, waarvan 143.000 doden.
De slag bij de Somme: 420.000 Britse
slachtoffers en 200.000 Franse slachtoffers /
500.000 Duitse slachtoffers.
De slag bij Passchendaele (derde slag bij
Ieper): 508.800 Franse en Britse slachtoffers /
348.300 Duitse slachtoffers.
53. Onbeperkte duikbotenoorlog
De Engelse marine
blokkeerde de Duitse
havens.
Het Duitse opperbevel
probeerde de
blokkade te
doorbreken met een
nieuw wapen: De U-
Boot oftewel de
onderzeeër
Onbeperkte
duikbotenoorlog
54. 1917: keerpunt
Russische revolutie.
Lenin wil steun
Einde aan de oorlog
Vrede van Brest-
Litovsk
Onvoordelig voor Rusland
Duitse troepen naar
westfront
VS doet mee aan de
oorlog
Onbeperkte
duikbotenoorlog
Tank wordt
geïntroduceerd
55. Het laatste jaar
Iedereen uitgeput
Groot Duits offensief
begin 1918
Amerika stuurt vele
verse troepen
Amerikaanse tanks
superieur
Duitsers hebben
tekort aan alles
Legerleiding wil
wapenstilstand
Ein blaues Auge mit
heiler Haut
56. Op naar een wapenstilstand
Legerleiding installeert
nieuwe regering
SPD, DDP, Zentrum
Opdracht:
Wapenstilstand
Vredesaanbod
In ruil voor democratie
Revolutie van boven af
Geallieerden enthousiast
Maar: weg met de keizer
57. De novemberdagen
Duitse volk onrustig
Opstanden en
stakingen
Muiterij
Leger wil niet meer
voor keizer vechten
Keizer treedt af
9/11/18
Overal linkse revolutie
58. Begin november 1918
Leiding
opstand:
extreem links
Spartakisten
Enorme kloof
sociaal-
democraten
en
Spartakisten
(comm)
Karl
Liebknecht
Rosa
Luxemburg
59. 9 november: Duitsland wordt een republiek
Der Kaiser geht
Die Generäle blieben
Spartakisten willen
republiek van
arbeiders en soldaten
SPD: oeps, liever niet
Voorzitter SPD roept
republiek uit
Philip Scheidemann
60. 10 november
SPD- Ebert wordt
rijkskanselier
SPD sluit verbond
met restant leger
om linkse revolutie
neer te slaan
61. 11 november
Wapenstilstand wordt
getekend
Compiègne
Onvoorwaardelijke
capitulatie
Reactie nationalisten
niet verslagen op het
slagveld
Verslagen door de
regering
62. De Spartakusopstand
Januari 1919
Extreem links ( KPD ) wil
macht overnemen
Socialistische revolutie
Macht aan het volk
Arbeiders- en soldatenraden
Geen democratische
verkiezingen voor parlement
Neergeslagen door
regeringstroepen
Luxemburg en Liebknecht
vermoord
65. Het ontstaan van de Weimarrepubliek
Oktober: nieuwe
regering 0.l.v. von Baden
Verantwoordelijk voor
nederlaag
Verantwoordelijk voor
wapenstilstand
SPD ruikt kansen
Onrust en revolutie
Muiterij
Radenrepubliek
Obere Heeresleitung: von Hindenburg
Wilhelm, Ludendorff
66. Begin november 1918
Leiding
opstand:
extreem links
Spartakisten
Enorme kloof
sociaal-
democraten
en
Spartakisten
(comm)
Karl
Liebknecht
Rosa
Luxemburg
67. 9 november: Duitsland wordt een republiek
Der Kaiser geht
Die Generäle blieben
Spartakisten willen
republiek van
arbeiders en soldaten
SPD: oeps, liever niet
Voorzitter SPD roept
republiek uit
Philip Scheidemann
68. 10 november
Von Baden treedt af
SPD- Ebert wordt
rijkskanselier
SPD sluit verbond
met restant leger
om linkse revolutie
neer te slaan
69. 11 november
Wapenstilstand wordt
getekend
Compiègne
Onvoorwaardelijke
capitulatie
Reactie nationalisten
niet verslagen op het
slagveld
Verslagen door de
regering
70. Van december 1918 tot januari 1919
Hevige strijd tussen
Socialisten
Spartakisten en
communisten
Aanhangers van de
keizer
Oud-soldaten
Spartakusbond wordt
KPD
71. De Spartakusopstand
Januari 1919
Extreem links ( KPD ) wil
macht overnemen
Socialistische revolutie
Macht aan het volk
Arbeiders- en soldatenraden
Geen democratische
verkiezingen voor parlement
Neergeslagen door
regeringstroepen
Luxemburg en Liebknecht
vermoord
72. Burgeroorlog en verkiezingen
Arbeiders- en
soldatenraden door SPD
en leger uit de weg
geruimd
19 januari Verkiezingen
1e vrije, demokratische
1e vergadering in
Weimar
Ebert: rijkspresident
Grondwet
Nieuwe regering
Weimar-coalitie
74. Dolkstootlegende
Geallieerden willen
Vrede
Democratie
Aftreden keizer
Duitse legerleiding wil geen
gezichtsverlies:
Wapenstilstand
Vredesaanbod
Door parlement
Dolkstootlegende: niet
leger heeft het
opgegeven, maar de
democratische partijen.
76. Verdrag van Versailles juni 1919
Duitsland enige schuldige
Herstelbetalingen: 132
miljard goudmark
Verlies 13% van zijn
grondgebied en 10%
procent van zijn bevolking
Verlies koloniën.
Leger verkleind tot
100.000 leden, geen zware
wapens.
Het Rijnland bezet.
Republiek
Democratie
Geen lid Volkenbond
De grote vier:(v.l.n.r): Lloyd George
(Eng), Orlando (Italie), Clemenceau
(Fr) and Woodrow Wilson (USA)
80. De Republiek von Weimar 1918-1933
Politiek:
Democratie werd opgelegd
Republiek met president
Grondwet:
Algemeen kiesrecht
Scheiding der machten
Grondrechten
President:
Rechtstreeks gekozen door volk
Benoemt en ontslaat ministers.
Mag Rijksdag ontbinden
Opperbevelhebber
Kan met noodverordeningen
regeren (art.48)
81. Artikel 48
Doel: prille democratie
beschermen tegen oproer of
revolutie
Noodtoestand uitroepen.
openbare veiligheid en orde
in aanzienlijke mate
verstoord of in gevaar
gebracht worden,
zo nodig met hulp van de
gewapende macht ingrijpen.’
enkele grondrechten geheel
of gedeeltelijk buiten
werking.
Grote macht rijkspresident
82. De Republiek von Weimar 1918-1933
Economie
Vrede:
verlies van
grondstoffen, kapitaal
industrie, arbeidskrach
ten
Herstelbetalingen
132 miljard
Inflatie
83. Economische crisis: oorzaak en gevolg
1922: Duitsland kan
herstelbetalingen niet
meer voldoen
Frankrijk bezet het
Ruhrgebied
Arbeiders gaan in staking
regering betaalt lonen
door
moet geld bijdrukken
waarde van de goudmark
daalt
prijzen stijgen
hyperinflatie
84.
85. Dawesplan 1924
Doel: herstelbetalingen
afdwingen
Ontruimen Ruhrgebied;
Algemene staking wordt
beëindigd;
Hoogte van de
herstelbetaling aangepast
Grondige sanering van de
Duitse munt: 1 biljoen
‘papiermarken’ wordt 1
‘Rentenmark’
Leningen aan Duitsland
86. Gevolgen Dawesplan
Stabiele munt
Positieve gevolgen op
korte termijn
Betere verhoudingen met
Frankrijk
Lid van de Volkenbond
Economie leeft op
Sterk afhankelijk van
buitenland
Gevoelig voor crisis
Economische crisis 1929
Extra getroffen
Gustav Stresemann min van bu za
87. Weimar wordt bedreigd
Door uiterst rechts:
Teleurgesteld over val
monarchie
Gewelddadige
staatsgreepjes
Bedenkers
dolksttootlegende
Angst voor communisme
Veteranen
Rechtse partijen
Monarchisten
Nationalisten
89. Weimar wordt bedreigd
Door iedereen
Onbekend met democratie
Geen ervaring met
democratie
Zwakke partijen
Verdeelde partijen
Verlangen naar keizer
Wraak gevoelens voor
Versailles
Hitler pleegt staatsgreep
Bierkellerputsch 9/11/1923
Republiek zonder
republikeinen
92. 1. De NSDAP
Nationaal-socialistische
duitse arbeiderspartij
Nationalisme
Socialistisch
Klassenstrijd is
rassenstrijd
Arbeiders
Veel aanhang
1920
Een van vele extreme
partijen
93. Waar stonden de nazi’s voor in de jaren
‘20
Weg met Das Diktat
Gebiedsuitbreiding
Sterke regering
Herbewapening
Weg met de joden
Vernietigen van het
communisme
Lebensraum
Vernietigen van Weimar
Republiek
94. Waarom waren deze ideeën populair
Onredelijk
Dolkstootlegende
Vernedering
Herstelbetalingen
NSDAP
Propaganda tegen
Versailles
Duitsland weer groot
maken
We vernietigen het
95. Sterke
centrale
regering
Democratie in Weimar zwak
Partijen kakelen maar doen niks
Regering niet populair
Crisis wordt niet opgelost
NSDAP
1 man
1 partij
1 rijk
96. Meer
grondge
bied
Veel gebied verloren
Niet alle Duitsers in Duitsland
Duitsprekenden buiten Duitsland
NSDAP
Lebensraum
Anschluss
Duitsers verenigen
Duitse volk superieur
Afgepakte gebieden terughalen
Herbewapenen
97. Weg met
joden en
communi
sten
Schuld aan de economische crisis
Verantwoordelijk voor stakingen
Willen klasseloze maatschappij
Het zijn communisten
NSDAP
Zondebok
Verantwoordelijk voor alle problemen
Uitroeien
98. 2. Bierkellerputsch 1923
München
Mislukt
Veel sympathie
Gevangen
Mein Kampf
Les:
Het moet legaal!
Meer aanhang
99. 3. Economische crisis 1929
Wall Street Crash
Einde steun VS
Werkloosheid
Inflatie
Toenemende
dreiging
communisme
Weimar-regering
kan niet tot daden
komen
100. 4. Hitlers redenaarstalent
Wist van het volk wilde
horen
Maakte daar gebruik van
Goed stemgebruik
http://www.youtube.co
m/watch?v=JSeh9sq3bv
4
103. N A T I O N A A L - S O C I A L I S M E
ONTSTAAN EN KENMERKEN
Totalitarisme
104. Anti-democratische stroming
Ontstaan
In landen met korte/geen democratische traditie
In tijden van economische achteruitgang
Uit teleurstelling over
uitblijven roem/welvaart
gekissebis politici
wel woorden, geen daden
Bij groepen die zich achtergesteld voelen
Combinatie van 1 of meer factoren
105. Totalitarisme
Bijna volledige controle van de staat op dagelijks
leven op het gebied van
politiek
cultuur
godsdienst
sociale zaken
economie
Heersende ideologie is de enig mogelijke weg naar
een betere toekomst.
106. Ideologie
Heilsleer/ideeënleer
Brengt heil/het goede op
aarde
Biedt mensheid definitieve
oplossing voor alle
problemen
Pseudo-religie
Grote overeenkomsten
met christendom
Heiland-leider
Symbolen
Martelaren en heiligen
10 geboden
Eredienst/rituelen
Biecht en boetedoening
107. Totalitaire Kenmerken
Individu is onbelangrijk
Grote waarde van groep
Magische rol Leider
Overheersing 1 partij
Monopolie
massacommunicatie-
middelen
Indoctrinatie
Systeem van terreur en
controle
Veel aandacht voor
onderwijs
108. Fascisme/nationaal-socialisme
Duitsland en Italië
1918-1945
Kenmerken:
Negatief
Leidersbeginsel
Ongelijkheid van de mensen
Gevoel boven verstand
Nationalisme
Verheerlijking geweld
Vrouw ondergeschikt aan
man
Hogeren moeten lageren
leiden
Lebensraum
Rassenleer
112. Rijksdagbrand
27-2-1933
Rinus van der Lubbe
Communisten kregen de
schuld
Veiligheid in gevaar
Artikel 48
Intrekken grondrechten
Verbod politieke partijen
Communisten en
socialisten gevangen
113. Machtigingswet
5-3-1933 verkiezingen
Geen absolute meerderheid
Wel met rechtse partijen
2/3 meerderheid
MACHTIGINGSWET
Regeren zonder
parlementaire goedkeuring
Wetgevende macht bij
regering
Democratisch afschaffen van
de democratie
23-3-1933 einde van de
republiek van Weimar,
einde aan de democratie
114. Hoe werd het nationaal-
socialisme in praktijk gebracht in
het Derde Rijk?
Het nationaal-socialisme in
de praktijk
115. Politiek
Alle democratische
organisaties verboden
1 partij aan de macht
1 leider
Hele maatschappij
doordringen van
nationaal-socialisme
door:
Indoctrinatie
Propaganda
Censuur
Geweld
121. Reichskulturkammer 1933
Joseph Goebbels
Kunst
Door Ariërs
Bijdragen aan Duitse volk
Bijdragen aan Germaanse
ras
Entartete Kunst
Moderne kunst
Joodse kunst
Geen lid- geen werk
124. Maatregelen tegen Joden
Antisemitisme:
1933
Ontslagen uit overheidsdienst
1935
Neurenbergerwetten
geen gebruik van openbare
voorzieningen
uit allerlei beroepen
ontslagen
Duitse staatsburgerschap
ontnomen
huwelijken tussen Joden en
niet-Joden verboden
Doel:
Joden aanzetten tot emigratie
juridische basis jodenvervolging
voorbereiding op genocide.
die Juden erhalten, was sie verdient
haben
127. WAT HEB JE NODIG OM
DIT ALLES GOED TE
LATEN VERLOPEN?
Voorwaarden
128. SA SS
Knokploeg
partijvergaderingen
beschermen
intimideren van politieke
tegenstanders
Tegen grootkapitaal
Wil leger inlijven
1935:
Nacht van de Lange
Messen
Macht SA stelt weinig
meer voor
Uitschakelen
tegenstanders
Leiding
concentratiekampen
Eigen leger: Waffen -
SS
1.Terreur
129. Terreur door de Gestapo
Geheime
Staatspolizei
Herman Göring
Staatsvijanden
opsporen
Vervolgen
131. Indoctrina
tie
“Een bommenwerper draagt 144
bommen, elke bom weegt 10 kilo.
Het vliegtuig gaat naar
Warschau, het hoofdkwartier van
het jodendom. Het bombardeert
de stad. Bij het opstijgen met alle
bommen aan boord en een tank
met 100 kilo aan brandstof, weegt
het vliegtuig ongeveer 8000 kilo.
Als het vliegtuig terugkeert van
zijn geweldige werk is er nog 230
kilo over. Hoeveel weegt het
vliegtuig als het leeg is?"
132. 1 9 3 3 - 1 9 3 9
HOE BRACHT HITLER DE LEBENSRAUM
IN PRAKTIJK EN WAT WAS DE REACTIE
VAN HET BUITENLAND?
Buitenlandse politiek
133.
134. Idealen
Ongedaan maken
verdrag van Versailles
Lebensraum
Alle Duitstaligen Heim
ins Reich
De nazi's beweerden dat
Duitsland vanwege de hoge
bevolkingsdichtheid een
groter grondgebied nodig
had
135. Fase 1: 1933-1936 Fase 2: 1937-1939
Doel:
Weg met het Verdrag
van Versailles
Maatregelen
terugtrekking uit de
Volkenbond
invoering dienstplicht
herbewapening
remilitarisatie Rijnland
Doel:
Expansie Duitse Rijk
Maatregelen
Saarland terug
1938 Anschluss
Oostenrijk
1938 Sudetenland
146. Appeasement
Toegeven of iemand
toestaan iets te doen
om hem tevreden te
stellen.
Verzoeningspolitiek
Vrede bewaren door
concessies te doen
Neville ChamberlainHistoricus
149. Directe oorzaak
Aanval Polen
01-09-1939
Duitsland vanuit
het westen
SU vanuit het
oosten
150. Blitzkrieg en Sitzkrieg
Snelle aanval op Polen
Tussen september 1939
en april 1940 geen strijd
Phoney War
Snelle verovering west-
europa
Kusten verdedigen tegen
Engeland
Frankrijk verdeeld
Vichy-Frankrijk
Petain
http://www.worldology.co
m/Europe/world_war_2_i
map.htm
151. Battle of Britain juli-oktober 1940
Luchtoorlog
Churchill net
premier
Bommen op
engelse steden
September: Londen
Radar
Enigma-code
gekraakt
152. Operatie Barbarossa juni 1941
22 juni 1941
Blitzkrieg
Tactiek van
verschroeide
aarde
Slag om
Stalingrad
1943 Keerpunt
153. Keerpunten
Juli 40
Battle of Britain
7-12-41:
Japan valt Pearl
Harbor aan
Jan 43
Slag om Stalingrad
6-6-44
D-Day