3. A.
Verschillende behandeling van arbeiders/bedienden op
het vlak van...
Opzeggingstermijnen
Carenzdag
Duur proeftijd
Vakantiegeld
Gewaarborgd loon bij ziekte
Economische werkloosheid
Willekeurig ontslag
Concurrentiebeding
Tijdstip betaling loon
Arbeidsduur
Sociale zekerheidsbijdragen
Paritaire comités
Sociale verkiezingen
Vakbondsafvaardiging
Samenstelling arbeidsgerechten
Aanvullende pensioenen
3
4. B.
Het arrest van het Grondwettelijk Hof van 7 juli 2011
“prejudicieel” arrest
verschil in behandeling tussen arbeiders en bedienden op vlak van:
• opzeggingstermijnen (art. 59 AOW)
• carenzdag (art. 52, 1, 2de-4de lid AOW)
strijdig met grondwettelijk gelijkheidsbeginsel (ongrondwettig)
IPA-wet van april 2011 slechts stap naar een verdere harmonisatie...
MAAR:
• gevolgen van beide ongrondwettige wetsbepalingen worden
gehandhaafd tot wetgever nieuwe bepalingen aanneemt
• uiterlijk tot 8 juli 2013
4
7. II.
De Wet van 26 december 2013
Herschrijving/herschikking van de Arbeidsovereenkomstenwet van
3 juli 1978
Overgangsbepalingen en begeleidende maatregelen
‘Work in progress’: - koninklijke besluiten
- ontslagmotivering
7
8. II.
De Wet van 26 december 2013
Overzicht
A. De nieuwe ontslagregels
B. De opzeggingstermijnen voor arbeidsovereenkomsten die vóór
2014 ingegaan zijn
C. Outplacementbegeleiding
D. Begeleidende maatregelen
E. Extra to do’s door de nieuwe ontslagwetgeving
8
9. A.
De nieuwe ontslagregels
1.
Anciënniteit
Enige criterium om opzeggingstermijn te bepalen
Verworven op het ogenblik dat de opzeggingstermijn ingaat
= periode gedurende welke de werknemer ononderbroken in
dienst is gebleven van dezelfde onderneming
Gelijkstelling periode van uitzendarbeid bij de WG-gebruiker
!
indien WG opzegt
identieke functie
gelijkstelling van periode van inactiviteit max. 7 dagen
aanwerving volgt op periode van uitzendarbeid
Opgelet: afwijkende regeling voor ‘anciënniteit’ in geval van aanwerving na uitzendarbeid in het kader van
het motief ‘instroom’ (Uitzendarbeidswet 24 juli 1987 en CAO nr. 108, sinds 1 september 2013) geldt
9
niet voor bepaling van de opzeggingstermijn
10. 2.
Aanvang opzeggingstermijn
Behoud van vormvereisten en verplichte vermeldingen in de
opzeggingsbrief
Aanvang opzeggingstermijn: maandag volgend op de week waarin
de opzeggingstermijn betekend werd
(dus: te verzenden ten laatste op woensdag (of dinsdag indien er een feestdag volgt))
Aanvang tegenopzegging door WN: idem
10
11. 3.
Opzegging door de werkgever
Met ingang van 1 januari 2014 (ook voor ‘oude contracten’)
Opzegging door de werkgever:
– Geleidelijke opbouw gedurende eerste vijf jaren
– Vanaf het 5e jaar: 3 weken per begonnen anciënniteitsjaar
– Op 20 jaar anciënniteit wordt de opbouw vertraagd (‘scharnierjaar’)
Nieuwe schijf zodra WN nieuw kwartaal/jaar aanvat
11
12. anciënniteit
opzeggingstermijn
< 3 maanden
2 weken
tussen 3 maanden en < 6 maanden
4 weken
tussen 6 maanden en < 9 maanden
6 weken
tussen 9 maanden en < 12 maanden
7 weken
tussen 12 maanden en < 15 maanden
8 weken
tussen 15 maanden en < 18 maanden
9 weken
tussen 18 maanden en < 21 maanden
10 weken
tussen 21 maanden en < 24 maanden
11 weken
tussen 2 jaar en < 3 jaar
12 weken
tussen 3 jaar en < 4 jaar
13 weken
tussen 4 jaar en < 5 jaar
15 weken
vanaf 5 jaar
+ 3 weken per begonnen jaar anciënniteit
tussen 20 jaar en < 21 jaar
+ 2 weken per begonnen jaar anciënniteit
vanaf 21 jaar
+ 1 week per begonnen jaar anciënniteit
12
14. 4.
Opzegging door de werknemer
½ opzegtermijn van de werkgever
-
afgerond op de laagste eenheid
maximum 13 weken
uitz.: ‘wedertewerkstellingsprogramma’ (max. 7 dagen)
Nieuwe schijf zodra WN nieuw kwartaal/jaar aanvat
14
15. anciënniteit
opzeggingstermijn
< 3 maanden
1 week
tussen 3 maanden en < 6 maanden
2 weken
tussen 6 maanden en < 12 maanden
3 weken
tussen 12 maanden en < 18 maanden
4 weken
tussen 18 maanden en < 24 maanden
5 weken
tussen 2 jaar en < 4 jaar
6 weken
tussen 4 jaar < 5 jaar
7 weken
tussen 5 jaar en < 6 jaar
9 weken
tussen 6 jaar en < 7 jaar
10 weken
tussen 7 jaar en < 8 jaar
12 weken
vanaf 8 jaar
13 weken
15
16. 5.
Tegenopzegging door de werknemer
Dezelfde termijnen als voor de opzegging door de WN
(maar: plafond max. 4 weken)
anciënniteit
opzeggingstermijn
< 3 maanden
1 week
tussen 3 maanden en < 6 maanden
2 weken
tussen 6 maanden en < 1 jaar
3 weken
vanaf 1 jaar
4 weken
16
17. 6.
Afwijkingen?
(1)
Pensioenleeftijd:
Einde AO onbepaalde tijd vanaf 1ste dag van de maand volgend op de
maand waarin de werknemer de wettelijke pensioenleeftijd bereikt
Dezelfde opzeggingstermijn als voor de opzegging door de werkgever
(zie hoger), maar plafond max. 26 weken
17
18. 6.
Afwijkingen?
(2)
SWT
In geval van opzegging door de WG met het oog op SWT: verkorting
opzeggingstermijn tot minimaal 26 weken indien:
onderneming erkend als:
onderneming in moeilijkheden of
onderneming in herstructurering
Modaliteiten en voorwaarden bij KB
18
19. 6.
Afwijkingen?
(3)
Tijdelijke werkloosheid
WN kan AO beëindigen zonder opzegging:
- gedurende periodes van volledige schorsing van de uitvoering
van de AO en van gedeeltelijke arbeid wegens economische
oorzaken
- Na schorsing wegens slecht weer > 1 maand
19
22. 6.
Afwijkingen?
(6)
Uitzondering voor bepaalde sectoren
Indien KB op 31 december 2013 met opzeggingstermijn voor WG <
CAO nr. 75
-
Opzeggingen door WG tussen 1 januari 2014 en 31 december 2017:
anciënniteit
opzeggingstermijn
< 3 maanden
2 weken
tussen 3 maanden en < 6 maanden
4 weken
tussen 6 maanden en < 5 jaar
5 weken
tussen 5 jaar en < 10 jaar
6 weken
tussen 10 jaar en < 15 jaar
8 weken
tussen 15 jaar en < 20 jaar
12 weken
minstens 20 jaar
16 weken
22
23. 6.
Afwijkingen?
(6)
Uitzondering voor bepaalde sectoren
-
Opzeggingen door WN tussen 1 januari 2014 en 31 december 2017:
anciënniteit
< 3 maanden
1 week
tussen 3 maanden en < 5 jaar
2 weken
tussen 5 jaar en < 10 jaar
3 weken
tussen 10 jaar en < 15 jaar
4 weken
tussen 15 jaar en < 20 jaar
6 weken
minstens 20 jaar
-
opzeggingstermijn
8 weken
Dit geldt niet:
- wanneer het KB enkel een lagere termijn bepaalt voor een anciënniteit
beperkt tot 1 jaar (bv. horeca)
- voor de bij KB vastgelegde opzeggingstermijnen in het kader van
herstructurering, met het oog op rustpensioen, of in het kader van SWT
23
24. 6.
Afwijkingen?
(6) Uitzondering voor bepaalde sectoren
-
Vanaf 1 januari 2018:
(1) Algemene opzeggingstermijnen (snellere evolutie naar algemene opzeggingstermijnen kan bij sector-CAO) voor arbeidsovereenkomsten vanaf 1 januari 2014
(2) Voor ‘oude’ arbeidsovereenkomsten: ‘dubbele foto’ (zie verder)
(3) Uitzondering: Voormelde termijnen blijven van toepassing op de werkgevers
en de werknemers, indien cumulatief aan de volgende voorwaarden is voldaan:
1.
2.
3.
Ze vallen op 31 december 2013 onder KB op basis van art. 61 of 65/3, 2 WAO dat in
lagere termijnen voorziet dan de hoger vermelde termijnen (slides 29 en 30)
de werknemer heeft geen vaste plaats van tewerkstelling
de werknemer voert gewoonlijk op tijdelijke en mobiele werkplaatsen één of meer
van volgende activiteiten uit:
a) graafwerken;
b) grondwerken;
c) funderings- en verstevigingswerken;
24
d) waterbouwkundige werken;
25. 6.
Afwijkingen?
(6)
Uitzondering voor bepaalde sectoren
e)
f)
g)
h)
i)
wegenwerken;
landbouwwerken;
plaatsing van nutsleidingen;
bouwwerken;
montage en demontage van, inzonderheid, geprefabriceerde elementen, liggers
en kolommen;
j) inrichtings- of uitrustingswerken;
k) verbouwingswerken;
l) vernieuwbouw;
m) herstellingswerken;
n) ontmantelingswerken;
o) sloopwerken;
p) instandhoudingswerken;
q) onderhouds-, schilder- en reinigingswerken;
r) saneringswerken;
s) afwerkingswerkzaamheden behorende bij 1 of meer werken bedoeld
25
in a) tot r)
26. 7.
Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd /
duidelijk omschreven werk
Behoud van de mogelijkheid tot verbreking:
- loon verschuldigd tot einde termijn
- maar maximum 2 x opzeggingstermijn indien AO voor onbepaalde tijd
Opzegging/verbreking tijdens eerste helft van de overeengekomen duurtijd
(maar maximum 6 maanden) + enkel voor de 1ste overeenkomst
26
27. Voorbeeld 1: AO bepaalde tijd 8 maanden
4 maanden
4 maanden
• Regel 1: normale opzeggingstermijn 1/2de duur = eerste 4 maanden
• Regel 2: normale opzeggingstermijn = 2 weken eerste 3 maanden/4 weken
tijdens de 4de maand
• Regel 3: ontslag na de eerste 4 maanden → sanctie = loon tot einde van de
8e maand met maximum dubbel normale opzeggingstermijn
Voorbeeld 2: AO bepaalde tijd 24 maanden
6 maanden
18 maanden
• Regel 1: normale opzeggingstermijn 1/2de duur, maar max. 6 maanden
• Regel 2: normale opzeggingstermijn = 2 weken eerste 3 maanden/4 weken
2de kwartaal
• Regel 3: ontslag na de eerste 6 maanden → sanctie = loon tot einde van de
24 maanden met maximum dubbel normale opzeggingstermijn
27
28. 8.
Ontslag en arbeidsongeschiktheid
(1) Arbeidsongeschiktheid na kennisgeving opzegging door de werkgever
Werkgever kan de AO tijdens opzeggingstermijn verbreken met een
verbrekingsvergoeding = saldo niet gepresteerde termijn, onder aftrek
van periode gedekt door gewaarborgd loon betaald in het begin van de
arbeidsongeschiktheid tijdens dewelke de WG overgaat tot onmiddellijk
ontslag
• ‘geldige reden?’
28
29. 8.
Ontslag en arbeidsongeschiktheid
(2) Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van minder dan drie
maanden
Indien arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval meer
dan 7 dagen duurt: WG mag de arbeidsovereenkomst zonder
vergoeding beëindigen nà verstrijken van periode waarin
opzegging mogelijk is (zie hoger)
29
30. 8.
Ontslag en arbeidsongeschiktheid
(3) Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van ten minste drie
maanden
Indien arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval van meer
dan 6 maanden: WG kan de arbeidsovereenkomst steeds
beëindigen met vergoeding:
- loon dat nog moest worden uitbetaald tijdens de overeengekomen tijd
- maximum 3 maanden loon
- onder aftrek van wat betaald werd sedert het begin van de arbeidsongeschiktheid
30
31. 9.
Sollicitatieverlof
- ½ dag per week
- tijdens laatste 26 weken van de opzeggingstermijn: 1 of 2 x /
week, max. 1 volledige arbeidsdag
Indien WN geniet van outplacement: tijdens volledige
opzeggingstermijn 1 of 2 x / week, max. 1 volledige arbeidsdag
Deeltijdse WN: afwezigheid in verhouding tot de duur van zijn
arbeidsprestaties
31
32. 10.
Opzeggingsvergoeding
Behoud van begrip ‘lopend loon’
Variabel loon: gemiddelde van de 12 voorafgaande maanden
• ‘recht op betaling eisbaar’
Omzetregel voor WN betaald met maandloon:
maandloon x 3 = weekloon
13
32
33. Art. 63 WAO houdt op van toepassing te zijn vanaf:
- inwerkingtreding van NAR-CAO (alg. verb. bij KB) betreffende de
motivering van het ontslag door de werkgever
- inwerkingtreding van vergelijkbare ‘regeling’ voor werkgevers die niet
onder het toepassingsgebied van de CAO-wet vallen (contractuele
tewerkstelling in publieke sector)
33
34. 12.
Proefbeding afgeschaft
-
Nieuwe arbeidsovereenkomsten vanaf 1 januari 2014: geen
proefbeding mogelijk
-
Uitzonderingen:
• studentenarbeid
• tijdelijke arbeid en uitzendarbeid
de eerste drie werkdagen = proeftijd (automatisch, dus geen
beding vereist)
eenmalige proef!
tijdens proeftijd mag elke partij de arbeidsovereenkomst
beëindigen zonder opzegging noch vergoeding
-
Gevolgen voor scholingsbeding en concurrentiebeding
maar quid gevolgen voor andere regelingen? (bv. bescherming
preventieadviseur, CAO’s werkzekerheid (ontslagprocedure))
34
35. B. De opzeggingstermijnen van arbeidsovereenkomsten die
vóór 2014 ingegaan zijn
1.
Opzeggingen betekend vóór 1 januari 2014
Behoud van al hun gevolgen
2.
Opzegclausule arbeiders < 6 maanden anciënniteit
Indien uitvoering AO is aangevangen vóór 1 januari 2014:
behoud van gevolgen van beding tot het verstrijken ervan
35
37. 4.
De regel van de ‘dubbele foto’
Principe: optellen opzegtermijn bepaald in stap 1 en in stap 2
Stap 1: berekend op basis van de anciënniteit verworven op 31
december 2013
• opzeggingstermijn vastgesteld op basis van de wettelijke,
reglementaire en conventionele regels die gelden op 31 december
2013
Dus: ‘foto’ op 31 december 2013 van:
- statuut arbeider of bediende
- loon: lagere of hogere bediende?
- anciënniteit
- ontslagregels alsof opzeggingstermijn berekend had moeten worden op
31 december 2013
37
38. 4.
De regel van de ‘dubbele foto’
•
Arbeider: toepassing van (sectorale) opzeggingstermijn
uitz.: arbeiders van bepaalde sectoren! (zie hoger slides 22 e.v.)
• Lagere bediende (loon op 31.12.2013 32.254 EUR):
indien WG opzegt: 3 maanden per begonnen periode van 5 jaar anciënniteit
indien WN opzegt: 1,5 maand < 5 jaar anciënniteit
3 maanden 5 jaar anciënniteit
38
39. 4.
De regel van de ‘dubbele foto’
• Hogere bediende (loon op 31 december 2013 > 32.254 EUR bruto):
indien WG opzegt: 1 maand per begonnen jaar anciënniteit, met een
minimum van drie maanden
•
Wat is het lot van de opzeggingsclausule?
indien WN opzegt:
- 1,5 maand per begonnen periode van 5 jaar
- max. 4,5 maand indien jaarloon op 31 december 2013 64.508 EUR
bruto
- max. 6 maand indien jaarloon op 31 december 2013 > 64.508 EUR
bruto
! Belang voor de WG om loonbedrag op 31 december 2013 bij te houden.
39
40. 4.
De regel van de ‘dubbele foto’
Stap 2: berekend op basis van de ononderbroken
dienstanciënniteit verworven vanaf 1 januari 2014 (‘nieuwe
anciënniteit’)
• opzeggingstermijn vastgesteld volgens de wettelijke of reglementaire
regels die gelden op ogenblik van de opzegging
• ! opzegging door bediende: stap 2 is niet van toepassing indien op 31
december 2013 plafond voor lagere bedienden (3 maanden) en
nieuwe maxima voor hogere bediende bereikt werden (zie slide 40)
Indien niet stap 1 + stap 2 = max. 13 weken
40
41. Voorbeelden
(1) - Bediende met jaarloon in 2013 32.254 EUR
- Aanvang arbeidsovereenkomst: 1 juli 2010
- Ontslag in september 2016
Stap 1: 3 maanden
Stap 2: 12 weken
(2) - Arbeider PC 116 (Chemie)
- In dienst op 1 januari 2010
- Ontslag in november 2017
Stap 1: 42 dagen
Stap 2: 13 weken
41
42. Voorbeelden:
(3) - Bediende met jaarloon in 2013 32.254 EUR
- Aanvang van de arbeidsovereenkomst: 1 juli 2004
- Neemt ontslag in september 2016
Stap 1: 3 maanden
Stap 2: / (want plafond voor lagere bediende is bereikt in stap 1)
(4) - Bediende met jaarloon in 2013 > 32.254 EUR maar < 64.508 EUR
- Aanvang van de arbeidsovereenkomst: 1 juli 2012
- Neemt ontslag in september 2016
Stap 1: 1,5 maand
Stap 2: 6 weken
(want nieuw plafond is niet bereikt in stap 1)
1,5 maand (= 6,5 weken?) en 6 weken < plafond van 13 weken
42
43. C.
Outplacement
Wijziging hoofdstuk V van de Wet 5 september 2001 tot de
verbetering van de werkgelegenheidsgraad.
Behoud regeling outplacement voor werknemers van minstens 45
jaar ( afdeling 2 Wet van 5 september 2001)
Nieuwe regels (afdeling 1) gelden voor:
- WN ontslagen door WG met opzeggingstermijn/-vergoeding van
minstens 30 weken (dus ongeacht de leeftijd)
- Niet voor: • WN onder toepassingsgebied van hoofdstuk V van titel IV
Wet van 23 december 2005 (Generatiepact)
• WN ontslagen wegens dringende reden
43
44. C.
Outplacement
Optie 1: WN ontslagen met een opzeggingsvergoeding van min. 30 weken:
- recht op ‘ontslagpakket’:
(1) 60 uren outplacementbegeleiding, waarde = 1/12 jaarloon van het kalenderjaar dat
het ontslag voorafgaat, min. 1.800 EUR en max. 5.500 EUR. Gewaardeerd op 4
weken loon (proratisering voor deeltijdsen).
(2) opzeggingsvergoeding = minstens 30 weken waarop vier weken worden
aangerekend
Tot 31 december 2015: WN heeft keuze
44
45. C.
Outplacement
Optie 1: WN ontslagen met een opzeggingsvergoeding van min. 30
weken:
- gedurende een maximumperiode van 12 maanden:
- 1ste fase: max. 2 maanden vanaf aanvangsdatum programma (20 uren)
- 2de fase: voortzetting gedurende daaropvolgende max. 4 maanden (20 uren)
- 3de fase: voortzetting gedurende daaropvolgende max. 6 maanden (20 uren)
- indien WN de WG verwittigd heeft, en nieuwe betrekking verliest binnen 3
maanden, wordt outplacement aangevat of hervat (maar max. 12 maanden
na aanvatting)
45
46. C.
Outplacement
Optie 1: WN ontslagen met een opzeggingsvergoeding van min. 30
weken:
- schriftelijk aanbod door WG binnen 15 dagen na uitdiensttreding (WN
beschikt over 4 weken om schriftelijk instemming met het aanbod te
geven; mag ten vroegste op tijdstip van ontslag; moet in document dat
enkel betrekking heeft op outplacement)
- kennisgevingen uitgaande van de WN: aangetekend of door de WG
ondertekend voor ontvangst; kennisgevingen uitgaande van de WG:
aangetekend (opgelet taalwetgeving!)
- WN herwint recht op de betaling van een volledige opzeggingsvergoeding
indien geen (geldig) aanbod ontvangen, of als WG aanbod niet uitvoert
46
47. C.
Outplacement
Optie 2: WN ontslagen met een opzeggingstermijn van min. 30 weken:
- recht op ‘ontslagpakket’:
(1) 60 uren outplacementbegeleiding, aangerekend op sollicitatieverlof
(2) opzeggingstermijn = minstens 30 weken
- indien WN de WG verwittigd heeft dat hij een nieuwe betrekking heeft, en
deze verliest binnen 3 maanden, wordt outplacement aangevat of hervat
(saldo uren, max. 12 maanden)
47
48. C.
Outplacement
Optie 2: WN ontslagen met een opzeggingstermijn van min. 30
weken:
- in geval van tegenopzegging: behoud tot 3 maanden na einde AO
(saldo, max. 12 maanden)
- schriftelijk aanbod door WG binnen 4 weken na aanvang
opzeggingstermijn (WN beschikt over 4 weken om schriftelijk
instemming met het aanbod te geven; mag ten vroegste na de
betekening van de opzeggingstermijn; moet in document dat enkel
betrekking heeft op outplacement)
- kennisgevingen uitgaande van de WN: aangetekend of door de WG
ondertekend voor ontvangst; kennisgevingen uitgaande van de WG:
aangetekend (opgelet taalwetgeving!)
48
49. D.
Begeleidende maatregelen
1.
Ontslagcompensatievergoeding voor arbeiders
RVA betaalt aan werknemers met een anciënniteit als arbeider
vóór 1 januari 2014 het verschil tussen de opzeggingsvergoeding
en het bedrag waarop de arbeider volgens de nieuwe wetgeving
recht heeft
Gelijkgesteld met een gewone opzeggingsvergoeding (opent recht
op werkloosheidsuitkering)
-
maar: niet cumuleerbaar met werkloosheidsuitkering noch
inschakelingsvergoeding
= nettobedrag zonder fiscale of sociale bijdragen of inhoudingen
49
50. D.
Begeleidende maatregelen
Modaliteiten bij KB:
• Werknemer voldoet gelijktijdig aan de volgende voorwaarden:
1) AO voor arbeider met begindatum vóór 1 januari 2014
2) Ontslag door de WG na 31 december 2013
3) Anciënniteit van de WN:
- minstens 20 jaar op 1 januari 2014
- minstens 15 jaar op 1 januari 2015
- minstens 10 jaar op 1 januari 2016
- minder dan 10 jaar op 1 januari 2017
• Berekeningsmodaliteiten
50
51. D.
Begeleidende maatregelen
2.
Geleidelijke afschaffing van de ontslaguitkering voor arbeiders
Arbeiders behouden het recht op de ontslaguitkering indien nog
geen recht op de ontslagcompensatieregeling
Niet voor de WN die voldoet aan één van de volgende
voorwaarden:
1) AO met begindatum na 31 december 2013
2) AO met begindatum vóór 1 januari 2014, ontslag na 31 december
2013, en de WN heeft de volgende anciënniteit:
-
minstens 20 jaar op 1 januari 2014
minstens 15 jaar op 1 januari 2015
minstens 10 jaar op 1 januari 2016
minder dan 10 jaar op 1 januari 2017
51
52. D.
Begeleidende maatregelen
3.
Bijzondere compenserende bijdrage op de verbrekingsvergoeding
Verschuldigd door de WG op de verbrekingsvergoeding (ontslag
door WG of beëindiging in onderling akkoord) die is opgebouwd op
basis van de geleverde prestaties vanaf 1 januari 2014 (in functie
van jaarloon):
bijdrage
jaarloon
1%
tussen 44.509 EUR en 54.508 EUR
2%
tussen 54.509 EUR en 64.508 EUR
3%
hoger dan 64.508 EUR
Specifieke berekening van het jaarloon (+ ook te bepalen bij KB)
Bestemd voor het Fonds voor Sluiting van Ondernemingen
52
53. E.
Extra to do’s door de nieuwe ontslagwetgeving
Overzicht van uw personeelsbestand op 31 december 2013
Aanpassing van uw standaard arbeidsovereenkomst: schrapping
proefbeding + aanpassing niet-concurrentiebeding en scholingsbeding
Nieuwe opzeggingsclausules: OK, indien termijnen niet lager dan de
nieuwe wettelijke termijnen
Aanpassing van uw arbeidsreglement (verwijzing naar ontslagregels)
Aanpassing van de ontslagbrieven en dadingen (‘weken’, ‘maanden’,
‘kalenderdagen’)
53