5. Het “echte” verhaal van
Rotterdam
Gers! is geboren uit liefde voor de stad. En die liefde belijden
wij ongegeneerd. Rotterdam is leuk, gedurfd en vernieuwend.
Brutaal, rauw en nuchter. Ondernemend, energiek en
grensverleggend.Wij kiezen, zoveel mogelijk samen met jullie,
dus voor onderwerpen die daarbij passen. Natuurlijk,
Rotterdam heeft ook een dark side. Daar sluiten we onze ogen
niet voor. Maar die kloterigheid, die wordt al genoeg belicht
door andere media.Wij doen gewoon lekker ons eigen ding,
zoals dat heet anno 2014. Een doorwrocht stuk over drugs en
criminaliteit is niet echt des Gers!Wat niet wegneemt, dat er
genoeg ruimte is voor kritische meningen over de stad.
7. Overtuigen met je
verhaal
Hoe je publiek te overtuigen?
Belangrijk:
• De taak van de verteller (of de vertelvorm) is om
de motivaties van de belangrijkste mensen in het
publiek te koppelen aan de redenen zoals die in het
inhoudsdeel zijn vastgesteld
• Motivaties zijn o.a. persoonlijk voordeel, de
aansluiting op (eigen) overtuigingen en bijdragen aan
(verander)activiteiten
8. Het “marketingverhaal”
van Rotterdam
De haven als magneet voor bewoners op zoek
naar werk heeft haar aantrekkingskracht allang
verloren. Rotterdam moet net als alle steden
stevig concurreren om de drie B’s: bewoners,
bezoekers en bedrijven. Om dit goed te doen zal
Rotterdam op zoek moeten naar haar emotie.
10. Motiveren met je verhaal
Hoe je publiek te motiveren?
Belangrijk:
• Tijdens het luisteren naar een verhaal zal iedereen
reageren op een andere mix van boodschappen
die aansluiten op zijn of haar specifieke motivaties
• Iedere persoon zal de doelen achter het verhaal
anders afwegen en het verhaal beoordelen op
basis van eigen ervaringen en context
12. Opzet Corporate Story
1. Inhoud Waarom Hoe Wat
2. Publiek
Wie (belangrijkste publieksgroepen)Wie (belangrijkste publieksgroepen)Wie (belangrijkste publieksgroepen)
2. Publiek
Leer- en beslisstijlenLeer- en beslisstijlenLeer- en beslisstijlen
3. Verhaal Structuur (bedenken scenario)Structuur (bedenken scenario)Structuur (bedenken scenario)
4. Vertellen
Ontwerpen (uitwerken scenario)Ontwerpen (uitwerken scenario)Ontwerpen (uitwerken scenario)
4. Vertellen
Testen (vertalen scenario naar storyboard)Testen (vertalen scenario naar storyboard)Testen (vertalen scenario naar storyboard)
13. Publiek in kaart
brengen
Soorten publiek
Wat zijn de rollen van je publiek?:
• Primair publiek: mensen met wie je direct
wilt communiceren zijn betrokkenen die
gevolgen ondervinden
• Secundair publiek: mensen die het verhaal via
via horen en het vurig kunnen steunen
14. Publiek in kaart
brengen
Soorten publiek
Wat zijn de rollen van je publiek?:
• Primair publiek: mensen met wie je
direct wilt communiceren zijn
betrokkenen die gevolgen
ondervinden
• Secundair publiek: mensen die het verhaal via
via horen en het vurig kunnen steunen
16. Publiek in kaart
brengen
Soorten publiek
Wat zijn de rollen van je publiek?:
• Primair publiek: mensen met wie je direct wilt
communiceren zijn betrokkenen die gevolgen
ondervinden
• Secundair publiek: mensen die het
verhaal via via horen en het vurig
kunnen steunen
18. Oprdacht 3B deel 1
• Omschrijf je publieksgroepen
• Wat is hun rol en wat voor macht/invloed
hebben zij
• Koppel dit aan de relevante waarom, hoe
en wat met gewenst gedrag
• Zet dit in een matrix
19. Eenvoudige
voorbeeldmatrix (arq)
Publiek
Rol &
macht
Waarom Hoe Wat
Gewenste
acties
Mensen die het
gedachtengoed
van arq begrijpen
en ook inzien dat
het bedrijf wil
bijdragen aan een
betere wereld
Dit zijn de
mensen die
over het
algemeen
kunnen en
willen
investeren
Arq wil
d.m.v. een
vegetarische
lifestyle
bijdragen aan
een betere
wereld
Door
vegetarisch
voedsel
aantrekkelijk te
maken voor
een breed
publiek en het
niet op te
dringen
Invloed op
mensen
(verandering
van
eetgewoonten)
Investeren &
regelmatig
kopen van de
producten
plus het
verder
brengen van
het verhaal
21. Opzet Corporate Story
1. Inhoud Waarom Hoe Wat
2. Publiek
Wie (belangrijkste publieksgroepen)Wie (belangrijkste publieksgroepen)Wie (belangrijkste publieksgroepen)
2. Publiek
Leer- en beslisstijlenLeer- en beslisstijlenLeer- en beslisstijlen
3. Verhaal Structuur (bedenken scenario)Structuur (bedenken scenario)Structuur (bedenken scenario)
4. Vertellen
Ontwerpen (uitwerken scenario)Ontwerpen (uitwerken scenario)Ontwerpen (uitwerken scenario)
4. Vertellen
Testen (vertalen scenario naar storyboard)Testen (vertalen scenario naar storyboard)Testen (vertalen scenario naar storyboard)
22. Leerstijlen
Herken de leerstijlen van je publiek
Welke vier stijlen zijn er?:
• Betekenisgericht: mensen die betekenisgericht leren voelen een sterk
verlangen om verbanden te leggen en de redenen waarom te begrijpen
• Conceptueel: mensen die conceptueel leren geven de voorkeur aan
een analytische aanpak, waarbij ze van het grote geheel naar de details
gaan
• Vaardigheidsgericht: mensen die vaardigheidsheidsgericht leren, willen
weten hoe de verandering bereikt wordt
• Aanpassingsgericht: mensen die aanpassingsgericht leren zien zichzelf
mogelijk als pioniers of vernieuwers
23. Leerstijlen
Herken de leerstijlen van je publiek
Welke vier stijlen zijn er?:
• Betekenisgericht: mensen die betekenisgericht leren
voelen een sterk verlangen om verbanden te leggen en
de redenen waarom te begrijpen
• Conceptueel: mensen die conceptueel leren geven de voorkeur aan een
analytische aanpak, waarbij ze van het grote geheel naar de details gaan
• Vaardigheidsgericht: mensen die vaardigheidsheidsgericht leren, willen
weten hoe de verandering bereikt wordt
• Aanpassingsgericht: mensen die aanpassingsgericht leren zien zichzelf
mogelijk als pioniers of vernieuwers
25. Leerstijlen
Herken de leerstijlen van je publiek
Welke vier stijlen zijn er?:
• Betekenisgericht: mensen die
betekenisgericht leren voelen een sterk
verlangen om verbanden te leggen en de
redenen waarom te begrijpen
Aanpak: zorg dat de motieven van de personages en de
boodschap van het verhaal al vroeg duidelijk worden,
zodat je publiek tot het eind blijft luisteren.
26. Leerstijlen
Herken de leerstijlen van je publiek
Welke vier stijlen zijn er?:
• Betekenisgericht: mensen die betekenisgericht leren voelen een sterk
verlangen om verbanden te leggen en de redenen waarom te begrijpen
• Conceptueel: mensen die conceptueel leren geven de
voorkeur aan een analytische aanpak, waarbij ze van het
grote geheel naar de details gaan
• Vaardigheidsgericht: mensen die vaardigheidsheidsgericht leren, willen
weten hoe de verandering bereikt wordt
• Aanpassingsgericht: mensen die aanpassingsgericht leren zien zichzelf
mogelijk als pioniers of vernieuwers
28. Leerstijlen
Herken de leerstijlen van je publiek
Welke vier stijlen zijn er?:
• Conceptueel: mensen die conceptueel
leren geven de voorkeur aan een
analytische aanpak, waarbij ze van het
grote geheel naar de details gaan
Aanpak: verwerk belangrijke feiten in het verhaal en zorg
dat je zo nodig dieper kunt boren om de
geloofwaardigheid van de inhoud te staven.
29. Leerstijlen
Herken de leerstijlen van je publiek
Welke vier stijlen zijn er?:
• Betekenisgericht: mensen die betekenisgericht leren voelen een sterk
verlangen om verbanden te leggen en de redenen waarom te begrijpen
• Conceptueel: mensen die conceptueel leren geven de voorkeur aan een
analytische aanpak, waarbij ze van het grote geheel naar de details gaan
• Vaardigheidsgericht: mensen die
vaardigheidsheidsgericht leren, willen weten hoe de
verandering bereikt wordt
• Aanpassingsgericht: mensen die aanpassingsgericht leren zien zichzelf
mogelijk als pioniers of vernieuwers
31. Leerstijlen
Herken de leerstijlen van je publiek
Welke vier stijlen zijn er?:
• Vaardigheidsgericht: mensen die
vaardigheidsheidsgericht leren, willen
weten hoe de verandering bereikt wordt
Aanpak: som niet alleen op wat er veranderd moet
worden, maar leg ook de benodigde stappen, specifieke
vaardigheden en gedragingen uit.
32. Leerstijlen
Herken de leerstijlen van je publiek
Welke vier stijlen zijn er?:
• Betekenisgericht: mensen die betekenisgericht leren voelen een sterk
verlangen om verbanden te leggen en de redenen waarom te begrijpen
• Conceptueel: mensen die conceptueel leren geven de voorkeur aan
een analytische aanpak, waarbij ze van het grote geheel naar de details
gaan
• Vaardigheidsgericht: mensen die vaardigheidsheidsgericht leren, willen
weten hoe de verandering bereikt wordt
• Aanpassingsgericht: mensen die aanpassingsgericht
leren zien zichzelf mogelijk als pioniers of vernieuwers
34. Leerstijlen
Herken de leerstijlen van je publiek
Welke vier stijlen zijn er?:
• Aanpassingsgericht: mensen die
aanpassingsgericht leren zien zichzelf
mogelijk als pioniers of vernieuwers
Aanpak: wees duidelijk over de uitdagingen,
mogelijkheden en het thema waarop actie moet
worden ondernomen.
35. Opdracht 3B deel 2
• Stel vast wat de leerstijlen van het
publiek zijn
37. Beslisstijlen
Herken de beslisstijlen van je publiek
Welke vier stijlen zijn er?:
• Directief: mensen met een directieve beslisstijl vertrouwen op
gestructureerde feitelijke informatie en focussen zich vaak doelgericht
op concrete resultaten
• Conceptueel: mensen met een conceptuele beslisstijl zijn creatief
ingesteld en overwegen meerdere opties
• Analytisch: mensen met een analytische beslisstijl geven de voorkeur
aan details die ze kunnen naspeuren en waar ze in kunnen duiken
• Gedragsmatig: mensen met een gedragsmatige beslisstijl focussen op
impact op anderen en de organisatie waarbij ze zich vooral richten op
het welzijn en de mening van anderen
38. Beslisstijlen
Herken de beslisstijlen van je publiek
Welke vier stijlen zijn er?:
• Directief: mensen met een directieve beslisstijl
vertrouwen op gestructureerde feitelijke informatie en
focussen zich vaak doelgericht op concrete resultaten
• Conceptueel: mensen met een conceptuele beslisstijl zijn creatief
ingesteld en overwegen meerdere opties
• Analytisch: mensen met een analytische beslisstijl geven de voorkeur
aan details die ze kunnen naspeuren en waar ze in kunnen duiken
• Gedragsmatig: mensen met een gedragsmatige beslisstijl focussen op
impact op anderen en de organisatie waarbij ze zich vooral richten op
het welzijn en de mening van anderen
40. Beslisstijlen
Herken de beslisstijlen van je publiek
Welke vier stijlen zijn er?:
• Directief: mensen met een directieve
beslisstijl vertrouwen op gestructureerde
feitelijke informatie en focussen zich vaak
doelgericht op concrete resultaten
Aanpak: kom zo snel mogelijk met de belangrijke punten en
geef alleen ondersteunde details al dat noodzakelijk is. Leg uit
hoe de verandering zal plaatsvinden, beschrijf de belangrijkste
mijlpalen en geef aan hoe de resultaten zichtbaar zullen zijn.
41. Beslisstijlen
Herken de beslisstijlen van je publiek
Welke vier stijlen zijn er?:
• Directief: mensen met een directieve beslisstijl vertrouwen op
gestructureerde feitelijke informatie en focussen zich vaak doelgericht
op concrete resultaten
• Conceptueel: mensen met een conceptuele beslisstijl zijn
creatief ingesteld en overwegen meerdere opties
• Analytisch: mensen met een analytische beslisstijl geven de voorkeur
aan details die ze kunnen naspeuren en waar ze in kunnen duiken
• Gedragsmatig: mensen met een gedragsmatige beslisstijl focussen op
impact op anderen en de organisatie waarbij ze zich vooral richten op
het welzijn en de mening van anderen
43. Beslisstijlen
Herken de beslisstijlen van je publiek
Welke vier stijlen zijn er?:
• Conceptueel: mensen met een
conceptuele beslisstijl zijn creatief
ingesteld en overwegen meerdere opties
Aanpak: bedenk een of meerdere ruwe scenario’s en
ontwikkel ze in het verhaal. De focus moet meer op
concepten dan op actie liggen. Bespreek ideeën maar
vermijd details.
44. Beslisstijlen
Herken de beslisstijlen van je publiek
Welke vier stijlen zijn er?:
• Directief: mensen met een directieve beslisstijl vertrouwen op
gestructureerde feitelijke informatie en focussen zich vaak doelgericht op
concrete resultaten
• Conceptueel: mensen met een conceptuele beslisstijl zijn creatief ingesteld en
overwegen meerdere opties
• Analytisch: mensen met een analytische beslisstijl geven de
voorkeur aan details die ze kunnen naspeuren en waar ze in
kunnen duiken
• Gedragsmatig: mensen met een gedragsmatige beslisstijl focussen op impact
op anderen en de organisatie waarbij ze zich vooral richten op het welzijn en
de mening van anderen
46. Beslisstijlen
Herken de beslisstijlen van je publiek
Welke vier stijlen zijn er?:
• Analytisch: mensen met een analytische
beslisstijl geven de voorkeur aan details
die ze kunnen naspeuren en waar ze in
kunnen duiken
Aanpak: beantwoord vragen maar presenteer niet alles
in je verhaal. Zorg wel voor voldoende detaillering en
geloofwaardigheid.
47. Beslisstijlen
Herken de beslisstijlen van je publiek
Welke vier stijlen zijn er?:
• Directief: mensen met een directieve beslisstijl vertrouwen op
gestructureerde feitelijke informatie en focussen zich vaak doelgericht op
concrete resultaten
• Conceptueel: mensen met een conceptuele beslisstijl zijn creatief ingesteld
en overwegen meerdere opties
• Analytisch: mensen met een analytische beslisstijl geven de voorkeur aan
details die ze kunnen naspeuren en waar ze in kunnen duiken
• Gedragsmatig: mensen met een gedragsmatige beslisstijl
focussen op impact op anderen en de organisatie waarbij ze
zich vooral richten op het welzijn en de mening van anderen
49. Beslisstijlen
Herken de beslisstijlen van je publiek
Welke vier stijlen zijn er?:
• Gedragsmatig: mensen met een
gedragsmatige beslisstijl focussen op impact
op anderen en de organisatie waarbij ze zich
vooral richten op het welzijn en de mening
van anderen
Aanpak: beschrijf in je verhaal hoe de verandering de
personages beinvloedt. Laat zien hoe mensen intuïtief en
emotioneel reageren.
50. Opdracht 3B deel 3
• Stel vast wat de beslisstijlen van het publiek
zijn
52. Corporate Story publiek
Deel 1
• Breng goed je publiek in kaart (eventueel door persona’s te maken)
en maak een koppeling met de inhoudscomponenten (waarom, hoe
en wat) plus het gewenste gedrag
Deel 2
• Breng zoveel mogelijk de leerstijlen van de belangrijkste
publieksgroepen in kaart
Deel 3
• Breng zoveel mogelijk de beslisstijlen van de belangrijkste
publieksgroepen in kaart
• Op basis hiervan ga je nadenken over de aanpak van je verhaal