2. Daar stond ze dan. Lis Lagos, ze zal haar leven hier gaan veranderen. Rustig liep ze haar huisje binnen. Het was erg klein maar je kon er in leven.
3. Binnen stond ze stil, ze had het anders verwacht. Wat minder meubels, en lelijker. Dan ziet ze de badkamer, ze maakt er meteen gebruik van.
4. Haar maag rammelt. “Eens kijken of hier wat lekkers te vinden is” mompelt Lis. Al snel vind ze yoghurt met muesli.
5. Snel eet ze het op, als ze het bakje dan in de vaatwasser zet ziet ze dat de postbode er is.
6. Snel begroet ze hem, Lis maakt een praatje maar dan moet de postbode toch veder. Lis pakt de krant en loopt weer naar binnen. “Op zoek naar een baan!”
7. Al snel vind ze een baan; Bij de beveiliging. Van de politie. Ze klapt de krant dicht en gaat buiten zitten dromen.
8. Snel droomt ze verder over vroeger… Maar dat was vroeger en niet nu! Dan hoort Lis stemmen, ze kijkt op en ziet mensen staan en rent er snel heen.
9. Eerst maakt Lis wat praatjes met de jongens, maar al snel gaat dat over in flirten.
10. “Rob!, Wat heb jij een mooie ogen!” zegt Lis slijmend. “Bedankt Lis, maar ik moet gaan.” “Nou geen van deze jongens is dus geschikt.” Mompelt Lis.