Op welke manier kan je werknemers beschermen tegen overmatige warmte? Warmte kan van klimatologische of technologische oorsprong zijn. Deze presentatie geeft een korte beschrijving van de nadelige gezondheidseffecten, beschrijft de wetgeving met de te hanteren normen, en weidt dan meer uit over de praktische toepassingen en metingen.
§ 1. In de gesloten en doorlopend bezette werklokalen worden minimum- en maximumtemperaturen bepaald, rekening houdend met de inspanning die de werkposten vergen. Deze minima en maxima worden als volgt vastgesteld: (1)1 kcal/h = 1.163 W De minimumtemperaturen worden gemeten met een droge thermometer. De maximumtemperaturen worden gemeten met een vochtige globethermometer of met enige andere methode die op het stok van effectieve temperatuur identieke consfusiemogelijkheden biedt. § 2. Na advies van de arbeidsgeneesheer en na akkoord van de vertegenwoordigers der werknemers in het comite voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen of, bij ontstentenis van dit comité, van de vakbondsafvaardiging van het personeel, mag worden afgeweken van de bepalingen van § 1 van dit artikel voor de werklokalen die slechts met tussenpozen door personeel zijn bezet. Deze afwijking is onderworpen aan de volgende voorwaarden: 1. De werknemers moeten de mogelijkheid krijgen om naargelang van het geval regelmatig in verwarmde of gekoelde lokalen te vertoeven; 2. De werknemers moeten met aangepaste beschermingsmiddelen zijn uitgerust. Artikels 65, 66, 67 en 68 volgens KB 25.3.1965 Artikel 65. Open werklokalen of werkplaatsen in open lucht Tijdens de penode tussen 1 november en 31 maart van het daaropvolgend jaar moeten de open werklokalen en de werkplaatsen in open lucht van een voldoend aantal verwarmingsinrichtingen ziin voorzien. Wanneer het ingevolge de weersomstandigheden nodig blijkt en in elk geval wanneer de buitentemperatuur lager is dan 5 °C, moeten deze verwarmingsinrichtingen in werking worden gesteld. Indien de vertegenwoordigers van de werknemers in het comite voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing der werkplaatsen of, bij ontstentenis van dit comité, de vakbondsafvaardiging van het personeel, vooral hun akkoord geven, mogen deze verwarmingstoestellen worden opgesteld in lokalen of in voorlopige constructies, ten einde het personeel de mogelijkheid te bieden zich bij tussenpozen te verwarmen. Artikel 66. Winkelbanken in open lucht Bij temperaturen van minder dan 5 °C is het de exploitanten van winkels voor detailverkoop verboden personeel tewerk te stellen aan toonbanken of winkelbanken die zich buiten en in de onmiddellijke nabijheid van de winkel bevinden. Bij een temperatuur van minder dan 10 °C moet het aan voornoemde banken tewerkgestelde personeel over een voldoende krachtige verwarmingsinrichting beschikken, tenzij maatregelen worden genomen waardoor deze werknemers zich geregeld en zo dikwijls als nodig kunnen verwarmen. Bovendien moet dat personeel over een plankenvloer beschikken, waardoor rechtstreeks contact met de grond wordt voorkomen, en moet het zoveel mogelijk tegen weer en wind worden beschermd. Dit personeel mag dergelijke arbeid niet verrichten voor 8 uur of na 19 uur, ook niet langer. Artikel 67. Gebruik van verwarmingstoestellen De verwarmingstoestellen die gebruikt worden in de werklokalen moeten gebruiksklaar worden gehouden, verbonden zijn met een goed trekkende schoorsteen en zo zijn gemaakt dat een volledige en regelmatige afvoer van de verbrandingsgassen verzekerd is, zelfs bij maximale sluiting van het regelwerk. Het gebruik van verwarmingstoestellen die niet met een dergelijke schoorsteen zijn verbonden kan worden toegestaan in gieterij-, constructie-, en montagehalls, in pakhuizen, garages voor voertuigen en andere werkplaatsen van grote afmetingen, op voorwaarde dat: 1. deze lokalen, zolang er wordt gewerkt, geregeld of althans dikwijls wijd naar buiten worden open gezet of zeer goed worden geventiteerd; de doelmatigheid van de luchtverversing moet in beide gevallen geregeld worden gecontroleerd door het bepalen van het gehalte van S02, CO en C02 in de atmosfeer; 2. als brandstof voor bedoelde verwarmingstoestellen uitsluitend aardgas of vloeibaar gemaakt petroleumgas wordt gebruikt en die toestellen speciaal ontworpen zijn met een schoorsteenpijp die de verbrandingsgassen naar buiten voert. Open vuren mogen enkel in open lucht worden gebruikt. Artikel 68. Zonnestraling De werknemers moeten tegen de zonnestraling kunnen worden beschermd door om het even welke installatie die zich daarvoor leent. Artikel 148decies Dit artikel is bij KB van 3.10.1973 vervangen en aangevuld met de volgende bepalingen. Artikel 148decies-1 § 2 (2de lid). In elk geval verhelpt hij de hinder van de werkposten door, onder meer, te trachten stoffen en preparaten te gebruiken die het minst schadelijk zijn voor de gezondheid van de mens en meteen door alle maatregelen te nemen om de ongemakken te verminderen en het arbeidsklimaat te verbeteren. § 3 (2de lid). Hij handelt op dezelfde wijze voor het ontstaan en de aanwezigheid van hinder te wijten aan overmatige warmte, koude of vochtigheid . § 4. Hij licht hem eveneens in omtrent ieder probleem met betrekking tot de toestand van het arbeidsklimaat. Artikel 148decies-4 4. Strijd tegen de overmatige warmte, koude en vochtigheid 4.1. Specifieke rol van de arbeidsgeneesheer De arbeidsgeneesheer bepaalt welke maatregelen moeten worden genomen om een juiste acclimatisering van de werknemer aan de warmte of de koude te verzekeren. Hij geeft een voorafgaand advies nopens de keuze en het gebruik van de collectieve of individuele beschermingsmiddelen, alsook nopens het toepassen van de toegestane rusttijden en het gebruiken van de ontspanningslokalen. Hij licht de werknemers eveneens in over de aard van de dranken die hun door de onderneming moeten worden verstrekt. 4.2. Overmatige warmte van technologische oorsprong § 1. Wanneer in de gesloten werklokalen de bron van hinder en ongemak voortkomt uit een overmatige temperatuur van technische oorsprong te wijten aan convectie, en van zodra de maximumtemperatuur, zoals deze is vastgesteld in artikel 64 van hetzelfde reglement, overschreden wordt op het niveau van de werkpost met de zwaarste last, plaatst de werkgever kunstmatige ventilatieinrichtingen, overeenkomstig de bepalingen van artikel 58 van dit reglement. 5 2. De overmatige warmte van technische oorsprong veroorzaakt door stralingen wordt gemeten op het niveau van iedere werkpost met een vochtige globethermometer of met enige andere methode die op het stuk van de effectieve temperatuur dezelfde resultaten oplevert. De hieronder gegeven schaa/ bepaalt de temperaturen waarvan het overschrijden tot de toepassing van bijzondere beschermingsmiddelen verplicht: licht werk (ongeveer 150 kcal/uur: 30 ° C; halfzwaar werk (ongeveer 250 kcal/uur): 26, 7°C; zwaar werk (ongeveer 350 kcal/uur): 25 °C. In geval van overschrijding van deze effectieve temperaturen moeten beveiligingsschermen en/of reflectorische beschermingskledij met ingebouwd koelsysteem worden gebruikt.