SYNTRA-WEST, BRUGGE OPLEIDING RESTAURATIE VAN SCHILDERIJEN OP ANDERE DAN GEWEVEN DRAGERS Voorbeeld van schriftelijk eindexamen 1. Beschrijf drager en schildertechniek van de Fayoem portretten. 2. Onder welke vorm worden Christus en Maria (als alleenstaande beeltenis) voorgesteld in de Iconen kunst? Geef de verschillende benamingen. 3. Is er beïnvloeding van de iconen kunst op de vroeg Italiaanse schilderkunst? Beschrijf en geef, zo mogelijk, voorbeelden. 4. 4. Welke “ontdekking” deed Brunelleschi in 1413? Welke invloed had deze op de schilderkunst? Geef en omschrijf één kenmerkend voorbeeld uit zowel Italië als uit de Zuidelijke Nederlanden. 5. Vergelijk opbouw en schildertechniek in Italië en in de Zuidelijke Nederlanden in de 15de eeuw. 6. Een klant brengt een schilderij binnen voor oppervlaktereiniging. Hij beweert dat het een “Vlaamse primitief” is uit de 15de eeuw. Onderzoek het schilderij en trek op basis van dit onderzoek uw conclusies. 7. Duidt de kenmerkende verschillen aan tussen werken geschilderd in ei-tempera en in olieverf. 8. Wat is: Een mandorla; typologie ; een antependium ; een trompe l’oeil een sacra conversatione ; een sfumato ; een allegorie ; een vanitas symboliek; églomisé ; geef, zo mogelijk, telkens hiervan een voorbeeld. 9. Aan welke kenmerken, resp. Attributen herkennen wij volgende heiligen: Johannes de Doper; Johannes de apostel; Judocus; Joris; Michaël; Barbara; Ursula; Catharina; Elisabeth; Margaretha; de Apostelen (algemeen kenmerk) 10. Van een paneelschilderij zijn de planken gekromd en van mekaar los gekomen; onderzoek dit schilderij en stel oplossingen voor met beschrijving van de techniek met daarbij de vermelding welke methodes u niet zou toepassen (en waarom). 11. U stelt vast dat een werk op paneel is aangetast door houtworm. Stel een behandelingsmethode voor en vermeldt ook de methodes die, volgens u, niet geschikt zijn (en waarom). 12. Maak een voorstel van restauratie van een paneelschilderij op, met vermelding van de verschillende onderzoeksmethodes en de voorgestelde oplossingen. SYNTRA-WEST, BRUGGE OPLEIDING RESTAURATIE VAN SCHILDERIJEN OP ANDERE DAN GEWEVEN DRAGERS Voorbeeld vragen voor het schriftelijk eindexamen theoretische kennis 1. Beschrijf drager en schildertechniek van de Fayoemportretten 2. Is er beïnvloeding van de ikonenkunst op de vroeg Italiaanse schilderkunst? Beschrijf en geef, zo mogelijk, voorbeelden. 3. Welke “ontdekking” deed Bruneleschi in 1413? Welke invloed had deze op de schilderkunst? Geef en omschrijf één kenmerkend voorbeeld uit zowel Italië als uit de Zuidelijke Nederlanden. 4. Vergelijk opbouw en schildertechniek in Italië en in de Zuidelijke Nederlanden in de 15de eeuw. 5. Een klant brengt een schilderij binnen voor oppervlaktereiniging. Hij beweert dat het een “Vlaamse primitief” is uit de 15de eeuw. Onderzoek het schilderij en trek op basis van dit onderzoek uw
SYNTRA-WEST, BRUGGE OPLEIDING RESTAURATIE VAN SCHILDERIJEN OP ANDERE DAN GEWEVEN DRAGERS Voorbeeld van schriftelijk eindexamen 1. Beschrijf drager en schildertechniek van de Fayoem portretten. 2. Onder welke vorm worden Christus en Maria (als alleenstaande beeltenis) voorgesteld in de Iconen kunst? Geef de verschillende benamingen. 3. Is er beïnvloeding van de iconen kunst op de vroeg Italiaanse schilderkunst? Beschrijf en geef, zo mogelijk, voorbeelden. 4. 4. Welke “ontdekking” deed Brunelleschi in 1413? Welke invloed had deze op de schilderkunst? Geef en omschrijf één kenmerkend voorbeeld uit zowel Italië als uit de Zuidelijke Nederlanden. 5. Vergelijk opbouw en schildertechniek in Italië en in de Zuidelijke Nederlanden in de 15de eeuw. 6. Een klant brengt een schilderij binnen voor oppervlaktereiniging. Hij beweert dat het een “Vlaamse primitief” is uit de 15de eeuw. Onderzoek het schilderij en trek op basis van dit onderzoek uw conclusies. 7. Duidt de kenmerkende verschillen aan tussen werken geschilderd in ei-tempera en in olieverf. 8. Wat is: Een mandorla; typologie ; een antependium ; een trompe l’oeil een sacra conversatione ; een sfumato ; een allegorie ; een vanitas symboliek; églomisé ; geef, zo mogelijk, telkens hiervan een voorbeeld. 9. Aan welke kenmerken, resp. Attributen herkennen wij volgende heiligen: Johannes de Doper; Johannes de apostel; Judocus; Joris; Michaël; Barbara; Ursula; Catharina; Elisabeth; Margaretha; de Apostelen (algemeen kenmerk) 10. Van een paneelschilderij zijn de planken gekromd en van mekaar los gekomen; onderzoek dit schilderij en stel oplossingen voor met beschrijving van de techniek met daarbij de vermelding welke methodes u niet zou toepassen (en waarom). 11. U stelt vast dat een werk op paneel is aangetast door houtworm. Stel een behandelingsmethode voor en vermeldt ook de methodes die, volgens u, niet geschikt zijn (en waarom). 12. Maak een voorstel van restauratie van een paneelschilderij op, met vermelding van de verschillende onderzoeksmethodes en de voorgestelde oplossingen. SYNTRA-WEST, BRUGGE OPLEIDING RESTAURATIE VAN SCHILDERIJEN OP ANDERE DAN GEWEVEN DRAGERS Voorbeeld vragen voor het schriftelijk eindexamen theoretische kennis 1. Beschrijf drager en schildertechniek van de Fayoemportretten 2. Is er beïnvloeding van de ikonenkunst op de vroeg Italiaanse schilderkunst? Beschrijf en geef, zo mogelijk, voorbeelden. 3. Welke “ontdekking” deed Bruneleschi in 1413? Welke invloed had deze op de schilderkunst? Geef en omschrijf één kenmerkend voorbeeld uit zowel Italië als uit de Zuidelijke Nederlanden. 4. Vergelijk opbouw en schildertechniek in Italië en in de Zuidelijke Nederlanden in de 15de eeuw. 5. Een klant brengt een schilderij binnen voor oppervlaktereiniging. Hij beweert dat het een “Vlaamse primitief” is uit de 15de eeuw. Onderzoek het schilderij en trek op basis van dit onderzoek uw