Dit Webinar biedt een leidraad voor hoe de GO!stem op sociale media moet klinken, wat we ermee willen bereiken, en wat de rol van onze scholen daarin kan zijn.
Essentieel: GO! = open net+we begeleiden leerlingen in hun persoonlijke ontwikkeling dus het GO! kan niet achterblijven bij de nieuwe ontwikkelingen op vlak van sociale media. GO! Scholen hebben voorbeeldfunctie, we kunnen tonen aan leerlingen hoe je op een verantwoorde manier kan omgaan met sociale media, laten zien welke gevaren er in schuilen, maar ook welke mogelijkheden ze bieden. Het GO! wil op sociale media open communiceren op voet van gelijkheid met anderen, met aandacht en respect voor diversiteit, op een betrokken en verdraagzame manier. We vinden het belangrijk dat elke school zijn eigen verhaal vertelt, maar dat doorheen al die verschillende verhalen dezelfde stem weerklinkt. Elke school kiest zelf hoe ze naar buiten treedt: met een originele website, een persbericht, door een knappe speelplaats,… Naast die kanalen eisen ook sociale media hun plaats op. Sociale netwerken hebben eigen wetten en bieden mogelijkheden die andere communicatiemiddelen niet hebben. Het GO! waakt ook over de kwaliteit van zijn onderwijs, is een innovatief kenniscentrum, en moet dit ook op sociale media uitstralen. Sociale media zijn bij uitstek een kanaal om expertise op te tonen, en ook om voor de verspreiding van die expertise te zorgen, door interactie tussen mensen te bevorderen. En tot slot: mensen gaan niet meer bij de bakker raad vragen over welke school nu het meest geschikt is voor hun zoon of dochter. Ze gaan nu zelf op zoek op het internet, of vragen raad op Facebook. Willen we bij het GO! relevant blijven en aanwezig zijn in die zoektocht, dan moeten we ook actief worden op sociale media.
Waar zitten de kansen voor scholen? > alle sociale netwerken vertrekken van het idee van een ‘netwerk’, ofwel: individuen die met een ander individu of organisatie verbonden zijn. Op LinkedIn is dat een netwerk van ‘connecties’ (connections), op Facebook heten ze ‘vrienden’ (friends), op Twitter spreken we van ‘volgers’ (followers). Sociale netwerken bieden de mogelijkheid om heel breed maar toch gericht te communiceren naar de belanghebbenden. Het idee achter sociale media is dat doelgroepen zichzelf automatisch aanbieden om relevante informatie te bekomen. De praktijk wijst uit dat dit ook klopt. Voor scholen biedt dat een aantal interessante mogelijkheden. We gaan verder bij dit webinar dieper in op een paar concrete voorbeelden, maar het principe is altijd hetzelfde. De stappen die men moet doorlopen zijn: • kies een doelgroep • maak een kanaal op maat • biedt relevante informatie aan • bouw een netwerk uit • interageer met de doelgroep De meest voorkomende doelen: naambekendheid, netwerken, participatie stimuleren, rekruteren.
De belangrijkste sociale media kanalen vandaag zijn: Facebook, Twitter, LinkedIn en YouTube. Minder prominente sociale media zijn: Netlog (kampt met teruglopende gebruikers), Foursquare en Gowalla (locatie-gebaseerde sociale netwerken), Flickr (foto’s), enzovoort.
Tegenwoordig mogen we stilaan zeggen dat iedereen sociale media gebruikt. In alle demografische groepen neemt het gebruik van sociale media toe. In het algemeen is het gebruik van sociale media het meest verspreid onder jongeren (zo’n 90 % van de jongeren is actief op sociale netwerken, en zelfs 73 % van de jongeren tussen 12 en 17), al zijn oudere bevolkingsgroepen duidelijk aan een inhaalbeweging bezig. Volgens studies begeven oudere bevolkingsgroepen zich vooral op sociale netwerken om contact te houden met hun familie en de leefwereld van hun kleinkinderen. Men hoort wel eens spreken over de generaties XYZ 3 generaties: grootouders, ouders en de kinderen De gevestigde (maar oudere en behoudendere) generatie is geneigd om meer informatie bij zich te houden, de nieuwe generaties delen veel makkelijker informatie met elkaar en zien daar ook de voordelen van in. Generatie Z = geboren tussen begin van de jaren 90 en eind jaren 2000 Wie zijn de ‘digital natives’?
Nagaan wie jouw sociaal media kanaal gebruikt is bij sommige media mogelijk: Als je een facebookfanpagina hebt kan je bv meer te weten komen over je publiek. De beheerder kan de statistieken bekijken. Deze statistiek geeft informatie weer over de leeftijd en het geslacht van de fans van het GO! op facebook: blijkbaar voor 68% vrouwelijk en de grootste groep gebruikers zijn tussen 25 en 34 jaar oud.
Sociale media zijn een vast onderdeel van ons leven geworden. Groot deel van de bevolking ziet een belangrijke toegevoegde waarde in het gebruik van sociale netwerken. Sociale netwerken zijn ook een belangrijke motor van het mobiele internet – meer en meer mensen kiezen ervoor om constant online te zijn via hun smartphone of tablet. De trend naar mobiel is onomkeerbaar, deel vd bevolking zal binnenkort permanent online zijn.
Vooral jongeren zien hun aanwezigheid op sociale netwerken als een verlengstuk van hun echte leven: het is een plek waar ze contact houden met vrienden en vriendinnen, waar ze hun persoonlijkheid kunnen uiten. Omdat school een belangrijk onderdeel is van hun leefwereld, zou het dan ook vreemd zijn als de school volledig afwezig zou blijven van deze nieuwe platformen. Daarnaast is het mee de taak van de school om jongeren bewust te leren omgaan met deze nieuwe online wereld – die verraderlijk spontaan en intuïtief is, maar niet volkomen vrij van gevaar. Aan jongeren duidelijk te maken hoe belangrijk privacy is. +Waar kennis van het internet, de digitale wereld vandaag al belangrijk is om mee te tellen, zal dat in de toekomst nog veel meer zo zijn. Het is de taak van scholen om ervoor te zorgen dat kinderen en jongeren de ‘digitale kloof’ overbrugd krijgen. Net zoals er op school aandacht is voor ‘oude media’ als kranten en televisie, zullen jongeren moeten leren om nieuwe, sociale media te kaderen en te begrijpen. +Sociale media zijn een hulpmiddel om in contact te blijven met de gemeenschap rond de school, om het sociale weefsel rond de school hechter te maken. Contacten tussen ouders, leraars, ex-leraars, leerlingen en ex-leerlingen kunnen vergemakkelijkt en gecentraliseerd worden zonder grote financiële inspanningen – de meeste sociale media zijn gratis te gebruiken. Bovendien nodigen sociale netwerken inherent uit tot interactie: ouders die bv. geen tijd hebben om zich te engageren in de ouderraad, kunnen op deze manier toch deelnemen aan belangrijke discussies omtrent de school en de klas.
Jongeren en gebruik sociale media gelieerd aan school: Deze jongen uit groep 8 houdt een blog bij voor / over zijn klasgenoten, en alles wat ze op school hebben gedaan. Hij communiceert ook met zijn klasgenoten op Twitter
Jongeren en gebruik sociale media gelieerd aan school: een voorbeeld van een blog
We focussen onze aanwezigheid voornamelijk op 3 pijlers: COMMUNITY BUILDING Sociale media kunnen ons helpen bij het verder creëren van een groepsgevoel, ze kunnen de zin doen ontstaan om mee in ons verhaal te stappen, bij alle doelgroepen (medewerkers van GO!, leerkrachten en directeurs, leerlingen, ouders van leerlingen, …). We willen een gemeenschap uitbouwen waarin mensen zich thuis voelen, waarin ze ook vlot raad kunnen vragen, ervaringen uitwisselen,... EXPERTISE Sociale media zijn een uitgelezen kanaal om de reputatie van GO! als expert op het vlak van onderwijs verder uit te bouwen. Via Sociale media kunnen we ook om voor de verspreiding van die expertise te zorgen, door interactie tussen mensen te bevorderen. We kunnen er onze standpunten formuleren, en zo uitgroeien tot een aanspreekpunt voor onderwijskwesties. Aangezien het op sociale media belangrijk is om de mensen achter de organisatie te tonen, willen we onze afgevaardigd bestuurder Raymonda VerdIJck als opinieleider en gezicht van GO! naar voor schuiven. BRANDING Door consequent onze waarden uit te dragen via sociale media, kunnen we het imago van GO! mee ondersteunen. Op de sociale media moet duidelijk worden waar GO! voor staat: een breed en open onderwijsnet. Verder hebben we ook al bij het begin van het webinar al op een rijtje gezet: Het GO! wil een OPEN COMMUNICATIE voeren en een voorbeeldfunctie innemen Via sociale media beogen we meer NAAMBEKENDHEID te bereiken en NIEUWE LEERLINGEN AAN te TREKKEN
Het is belangrijk dat de centrale diensten en de scholen de waarden van het GO! Inbedden in hun sociale media communicatie. De waarden die het GO! wil uitstralen: Openheid: het GO! is een open net, met oog voor verschillende visies in de maatschappij. Laat ons daar ook op sociale media zonder schroom over communiceren. Omgekeerd is er geen beter kanaal om de vinger aan de pols te houden van wat er beweegt in de wereld rondom ons, en die kennis ook door te geven aan onze leerlingen, om zo de vorming van hun totale persoon te bevorderen. Respect: het GO! wil ook op sociale media communiceren op voet van gelijkheid met anderen, met aandacht en respect voor diversiteit, om zo op een betrokken en verdraagzame manier in dialoog te treden. Kwaliteit: het GO! waakt over de kwaliteit van zijn onderwijs, is een innovatief kenniscentrum, en moet dit ook op sociale media uitstralen.
Net zoals in klassiekere vormen van communicatie is er een wisselwerking tussen de communicatie vanuit GO! centraal en die van de individuele scholen: communicatie van het GO! zal afstralen op individuele scholen, maar omgekeerd krijgt het GO! ook vorm door wat individuele scholen doen en zeggen, en hoe ze omgaan met ouders, leerlingen en personeel. Op sociale netwerken is dit niet anders. Enerzijds zet GO! centraal een aantal kanalen op waarmee we communiceren met de buitenwereld. Zo hebben we op centraal niveau o.a. al een Facebook-pagina, LinkedIn-pagina en YouTube-kanaal aangemaakt: je mag daar als school gebruik van maken en naar verwijzen de centrale sociale mediakanalen verspreiden ook nieuws van de scholen omdat artikels van de nieuwe magazinesite www.g-o.be en een link naar de nieuwe nieuwsbrief een plaats krijgen op de fanpagina van GO! op Facebook en op twitter. Het is evenwel niet de bedoeling dat alle communicatie van de scholen via deze weg gebeurt: ten eerste zou dat praktisch onmogelijk zijn, ten tweede zou dat ingaan tegen de gedecentraliseerde en door de gebruiker gestuurde beleving van sociale netwerken. Scholen mogen dus zelf hun eigen sociale mediamix aanmaken en invullen. Gaat de school op Facebook, op Twitter, of liever op Tumblr aan de slag? Dat moeten scholen zelf bepalen, afhankelijk van hoe zij willen communiceren met hun ‘stakeholders’ (belanghebbenden: leerlingen, ouders, alumni, personeel en ex-personeel, mogelijke stagiairs en werkzoekenden...).
Wat kan doorslag geven bij keuzes? Bv Een school die kampt met een acuut tekort aan leerkrachten zou bv. een Facebook of LinkedIn-groep kunnen maken voor geïnteresseerde leerkrachten en toekomstige leerkrachten uit de buurt. Om de potentiële werknemers warm te maken, kan de school relevante informatie publiceren op het kanaal: teksten van het onderwijzend personeel over het pedagogische project van de school, projecten die de school organiseert, getuigenissen van ouders,… .
Mogelijkheden: Interviews lln Reportages Polls Persartikels over school
Kanalen? Facebook, twitter, youtube
Koninklijk Atheneum Oostende: oud-leerlingen Doel: band aanhouden met ex-leerlingen Wijze: advies, dienstverlening, community building Topics: Aankondiging event: voordracht studeren in Brussel Filmpje voor goede doel van lln Mogelijkheden: Foto’s events Interviews oud-lln die vertellen over job of herinnering Polls Wedstrijden
Kanalen? Voornamelijk facebook, linkedin
Dit is een lerares in NL (3 e jaar), die op Twitter contact houdt met de leerlingen
Facebook, twitter, youtube
Linked in en facebook
Enkel kort de fases opsommen
Fase 1: inbedding in communciatie. De GO! communicatiedienst zette een aantal sociale mediakanalen op. De opzet en uitbouw daarvan kadert in het stroomlijnen van de communicatie naar het brede publiek. De sociale mediakanalen worden gelinkt aan: -de vernieuwde GO! website - die een digitaal magazine geworden is, dit is onze PR site -de (nieuwe) professionele website Smartweb De belangrijkste kanalen om het grote publiek en professionelen te bereiken blijven deze websites. Onze sociale mediakanalen zijn een aanvulling en een verlenging daarop. De sites zijn de voornaamste vertrekpunten – content daarvan kan vertrekken naar sociale mediakanalen Conclusies inzake inbedding sociale media in de mix: Sociale media zetten we in om veel doelgroepen te bereiken: Directeurs, Leerkrachten, potentiële werknemers, leerlingen, ouders, pers, verenigingen gelieerd aan het GO!, breed publiek Facebook – twitter – youtube – linkedin – Tumblr zijn kanalen die we zullen gebruiken Belangrijkste kanaal om de professionelen te bereiken bv. algemeen directeurs/directeurs/management/communicatiecoördinatoren: professionele site De films op youtube richten zich ook naar directeurs en linked-in is een goed kanaal om de community op te bouwen. Onderste gedeelte: In het huidige plan van aanpak richt elk kanaal zich prioritair tot ofwel PR groep ofwel professioneel, met uitzondering van YouTube. Dit betekent niet dat er geen overlapping kan zijn. Ook op langere termijn kunnen bepaalde kanalen verder ontwikkeld of uitgesplitst worden om meerdere doelgroepen aan te spreken.
Deze tabel geeft schematisch weer welke (hoofd)doelgroepen met welk kanaal scholen kunnen benaderen.
Voornamelijk persberichten, aankondiging projecten en evenementen, nieuwe GO! Films, artikels digitaal magazine, nieuwsbrief
Krijgt nog als logo GO! Team, inhoud die enkel naar professionele groep gericht is. Het is een OPEN GROEP: iedereen kan je groep zien & lid worden Andere soorten groepen GESLOTEN GROEP: enkel leden kunnen de inhoud van je groep zien GEHEIME GROEP: kunnen niet gevonden worden via de zoekfunctie
Er werden een aantal algemene richtlijnen vooropgesteld die we de ‘GO! Social media code’ zouden kunnen noemen.
Do’s op sociale media
Don’ts
Het GO! heeft een specifieke huisstijl die je vandaag al in de bestaande dragers en kanalen (zoals website, briefwisseling, brochures, …) van jouw school hanteert. Deze huisstijl is het vertrekpunt voor het inkleden van de sociale media die je inzet. Hier alvast enkele raadgevingen hoe je dit aanpakt. -Het is belangrijk om het GO! als een samenhangend net te profileren. Zorg dan ook dat je herkenbaar bent als onderdeel van dat net. Dit kan door consequent eenzelfde stijl te hanteren in de profilering op sociale media. -Neem GO! of GO op in je benaming van kanalen, pagina’s en groepen. Zo ben je gemakkelijk vindbaar via zoekfuncties. Een pagina op Facebook krijgt idealiter als naam “GO! naam school” (bijv. GO! basisschool De Brug, GO! atheneum Gent-Brugge). Voor YouTube en Twitter geldt dat een accountnaam ook de extensie van het webadres is (bijvoorbeeld: www.twitter.com/GO_onderwijs). Het uitroepteken in GO! vormt soms een probleem: dit leesteken wordt niet altijd aanvaard. Voor het aanmaken van persoonlijke profielen op Facebook en LinkedIn gebruik je best gewoon je voornaam en naam. -Communiceer duidelijke en beknopte informatie: plaats op het profiel of de pagina de broodtekst van je school, idealiter in een verkorte versie. Als alternatief voor de broodtekst van je school, kan je ook de basistekst van het GO! plaatsen: -LAY-OUT VAN DE PAGINA: Het is aangewezen om als afbeelding het logo van je school of instelling te gebruiken: ofwel het beeldlogo, ofwel het volledig logo. Wanneer het mogelijk is om de pagina een kleuraccent te geven, zoals op YouTube, gebruik dan de huiskleur of -kleuren van je school. Zo mogelijk kan je de scholenhuisstijl doortrekken en een het logo van de school en de signering GO! beide gebruiken GO! Stijl foto’s: Misschien illustreer je je sociale mediapagina/kanaal met foto’s. Kies dan voor de GO! stijl: een strakke, sterke vormgeving met gevarieerd beeldmateriaal waarin leerlingen, cursisten en leerkrachten centraal staan.
GO! Basisschool De Wamp: Fout: opgelet na GO! geen hoofdletter Foto’s: neem beter foto’s waar één tot drie personen op de voorgrond staan en de achtergrond 'flou' is de personen in de camera kijken + foto's die actie en dynamiek uitstralen in een positieve sfeer
Enkele voorbeelden waarbij het logo gebruikt wordt GO! Geel: vrij goede foto’s
Het GO! is ook in gesprek met Child Focus over aspecten van zogenaamde ‘esafety’: de vraag hoe we kinderen en jongeren veilig kunnen leren omgaan met internet en sociale media. Op de site www.clicksafe.be staat veel informatie over de voordelen en risico’s van het gebruik van sociale media. Onder de button ‘voor professionelen’ zijn onder meer pasklare lespakketten te vinden.