Meervoudig gebruik van de dijk en het buitendijkse gebied: wie durft? Het blauwe inspiratieboekje is een product van H+N+S landschapsarchitecten, ontwikkeld in samenwerking met TNO in opdracht van WINN, het waterinnovatieprogramma van Rijkswaterstaat. ISBN nummer 978-90-369-0016-4. Uitgever Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Utrecht november 2007.
4. WINN: innovatieve ideeën en pilots
Het innovatieprogramma WaterINNovatiebron (WINN) van
Rijkswaterstaat wil toekomstvaste impulsen geven aan
nieuwe combinaties van ruimtegebruik en veiligheid bij de
herinrichting van onze infrastructuur en ruimte. Dat doet zij
door samenspraak en samenwerking te zoeken met externe
partners, gekend en ongekend. Het programma ontwikkelt
nieuwe ideeën en oplossingen en wil deze gerealiseerd krijgen
4
in concrete pilotprojecten.
Inspirerende voorbeelden
In dit boekje geeft WINN een overzicht van ideeën en projec-
ten waarin op praktische wijze vanuit de relatie mens-rivier
invulling gegeven wordt aan de nieuwe veiligheidsstrategie.
De voorbeelden zijn systematisch geclusterd. De selectie is tot
stand gekomen tijdens een aantal discussies met de leden van
WINN. De voorbeelden hebben voor het grootste deel betrek-
king op het rivierengebied. Zo ook de twee projecten, Inspira-
tieatlas Waalweelde en EMAB locaties, die uitgebreid worden
beschreven en verbeeld. Daarnaast zijn ook voorbeelden uit
het buitenland opgenomen die kansrijk lijken voor toepassing
in het rivierengebied. WINN wil een breed publiek aanspreken.
Van de eigen organisatie tot gemeenten tot bewoners en ge-
bruikers van het rivierengebied.
6. Verder: wie durft?
In dit boekje worden uiteenlopende strategieën gepresenteerd
voor het gebruik van de dijk en het buitendijkse gebied.
Natuurlijk vormen de voorbeelden geen volledig overzicht. Er
is meer bedacht en er is nog veel meer denkbaar. WINN heeft
dit boekje ook niet bedoeld als eindproduct, maar als startsein
voor een brede discussie over de verzoening van mens en ri-
vier. Bovendien moet het niet blijven bij plannen maken alleen.
Er is dringend behoefte aan aansprekende gerealiseerde voor-
6
beelden. Op weg naar Nederland als veiligste én mooiste delta
van de wereld. WINN wil optreden als katalysator en daagt u
uit. Wie durft?
Uitdaging 1
Dit boek is bedoeld als continu vernieuwend overzicht. Zijn er,
naast de in dit boek gepresenteerde strategieën voor de ver-
zoening van mens en rivier, nog andere strategieën denkbaar?
Kent u voorbeelden die niet in dit overzicht mogen ontbreken?
Uitdaging 2
Hoe kunnen we komen tot realisatie van innovaties in het ri-
vierengebied? Heeft u suggesties voor een realisatiestrategie?
Uitdaging 3
WINN wil graag een bijdrage leveren aan de realisatie van een
aantal aansprekende ideeën. Dit boekje geeft een overzicht
van inspirerende pilotprojecten.
7. FT ? 7
D UR
WIE
Contact
Neem voor reacties op dit boekje, ideeën voor een realisatiestrategie en voor aandragen
van kansrijke pilots contact op met WINN.
Jan Dirk van Duijvenbode : jandirk.van.duijvenbode@rws.nl
9. Inhoudsopgave
De watersnood .............................................................................. 10
Introductie .................................................................................... 13
Innovatie ....................................................................................... 31
De meervoudige dijk 41
9
Hoog en droog 59
Meebewegen 79
Accepteren en anticiperen 97
Snel en flexibel in de uiterwaarden 127
Van dijk naar netwerk 143
Van dijk naar superdijk 153
Integrale projecten .................................................................... 167
Experimenteren Met Aangepast Bouwen (EMAB locaties) 171
Inspiratie Atlas Waalweelde 239
Bronvermelding .......................................................................... 279
Colofon ............................................................................................ 281
10. De watersnood
De storm jaagt door de lage landen
En ‘t woelend water der rivier
Bespringt de sidderende dijken
10
En brult als een bloedgierig dier
En als dan zwart de nacht gaat vallen
En ‘t alom kreunt en kraakt en gromt
Weerklinkt opeens een rauwe angstkreet
Het water komt - het water komt
Duo Hofmann, 1962
14. Het wordt steeds spannender in de delta’s
New Orleans, Roemenië, de Elbe regio. Gebieden waar het hoge
water zich de afgelopen jaren nadrukkelijk deed gelden. Met
vaak grote gevolgen.
Wie vanuit de Nederlandse situatie deze rampen beziet, krijgt
te maken met een ambivalent gevoel. Allereerst is er natuur-
lijk medeleven met de slachtoffers. Aan de andere kant kan
14
een gevoel van trots moeilijk onderdrukt worden: wij hebben
onze hoogwaterbescherming beter op orde, wij hanteren stren-
gere normen, hier gebeurt zoiets niet.
De beheersing van het watersysteem is een belangrijke, zo
niet de belangrijkste voorwaarde voor het leven in de Delta
Nederland. Tot in de vroege Middeleeuwen was hoogwaterbe-
scherming nog een opgave voor individuele burgers en dorps-
gemeenschappen. Vanaf de late Middeleeuwen is eeuwenlang
gebouwd aan de dijken. Hoogwaterbescherming werd een
collectief belang en een collectieve opgave. Het resultaat is
een systeem van dijkringen met verschillende beschermings-
niveaus. Trots is zeker op zijn plaats, maar er is geen reden om
genoegzaam achterover te leunen.
16. De grote rampen dreigen langzaam uit het collectieve
geheugen te verdwijnen. De Zeeuwse en Zuid-Hollandse
watersnood in 1953 is velen nog bekend, maar wie weet van
de watersnood in het gehele rivierengebied in de jaren ’20? In
deze eeuw begint de klimaatverandering zijn tol te eisen. De
zeespiegel stijgt, het zal vaker en heviger gaan regenen en de
grote rivieren moeten steeds meer water verwerken. Leven in
de Nederlandse Delta zal nooit vanzelfsprekend zijn.
16
18. Hoogwaterbescherming in Nederland:
dijkringen en overstromingskans
In de jaren ‘70 is een systeem ingesteld met 53 dijkringen. De
dijkringen kennen elk een ander veiligheidsniveau, uitgedrukt
in overstromingskans. Deze kansen zijn bepaald aan de hand
van de gevolgschade (risico) bij overstroming. De dichtbe-
volkte delen van het laag gelegen West Nederland (waaronder
dijkring 14) hebben een normfrequentie van 1 / 10.000 per jaar.
18
De IJsseldelta heeft te maken met 1 / 2.000 per jaar. Het grootste
gedeelte van het rivierengebied 1 / 1.250 per jaar.
Sinds de instelling van dit systeem is het hoogwaterbeleid
gericht op handhaving van de overstromingskans. Extreme
waterstanden moeten verwerkt kunnen worden. In het rivie-
rengebied gebeurde dat eerst nog vooral door dijkverhoging
(verticale ruimte). Het project Ruimte voor de Rivier laat een
omslag zien. Het vergraven van de uiterwaarden (horizontale
ruimte) is een manier om de waterstanden in een extreme situ-
atie niet verder te laten stijgen. Ook zijn de eerste projecten in
voorbereiding waarbij echt nieuwe ruimte aan het rivierenge-
bied wordt toegevoegd, bijvoorbeeld de aanleg van een nieuwe
rivierloop bij Kampen.
20. De kans in realiteit
de eurocode 7.1 schrijft faalkans voor kleiner dan 1/50.000
Door Rijkswaterstaat is een studie uitgevoerd naar de vei-
ligheid van Nederland. De eerste uitkomsten zijn opmerke-
lijk. Iedereen in het rivierengebied dacht dat de overschrij-
dingskans van 1 / 1.250 (kans om 4 zessen te gooien) die nu
per dijkvak als norm wordt gehanteerd, ook de kans was op
20
een watersnoodramp. Uit de berekeningen van VNK (Veilig-
heid Nederland in Kaart, www.projectvnk.nl), volgens een
geheel andere methodiek, blijkt dat de overstromingskans
voor dijkring 43 (Betuwe en de Tieler- en Culemborgerwaar-
den) met wat slagen om de arm groter kan zijn dan 1 / 200
(kans om 3 zessen te gooien)! Verklaarbaar, omdat naar een
groter scala aan faalmechanismen voor het gehele dijkring-
gebied is gekeken.
Uit de PKB Ruimte voor de Rivier blijkt dat de veiligheid
die nodig is om een rivierafvoer van 16.000 m3/s naar zee te
laten stromen pas in 2015 wordt bereikt. Klimaatscenario’s
laten zien dat de afvoer toeneemt aan het eind van deze
eeuw als gevolg van een temperatuurstijging. Moeten we de
Wet op de Waterkering niet aanpassen voor onze dijkringen
aan de nieuwe Eurocode?
Er blijft een zekere kans op risico…
21. ~ kans 1 / 1.250
= wettelijke overschrijdingskans
21
~ kans 1 / 200
= overstromingskans dijkring 43 (Betuwe en de Tieler- en Culemborgerwaarden)
= Faalkans volgens Eurocode 7.1 voor primaire waterkeringen in 2010
~ kans 1 / 50.000
22. Een omslag in het veiligheidsdenken lijkt gewenst
De maatregelen die op dit moment in beeld zijn, bevinden zich
allemaal binnen het speelveld van de vastgestelde dijkringen
en hun veiligheidsniveaus. Terwijl het risico door de groei
van de bevolking en de grotere investeringen binnen de dijk-
ringen is toegenomen. Daarnaast is op de lange termijn, naast
de maatregelen van Ruimte voor de Rivier, veel extra ruimte
nodig. Het uitnutten van de mogelijkheden in het bestaande
22
buitendijkse gebied en het voortbouwen op bekende strate-
gieën bieden op termijn onvoldoende ruimte voor water.
Innovaties zijn nodig, maar tegen welke achtergrond?
24. Perspectief: geef de samenleving haar rivierengebied terug!
Veiligheid is te veel het domein geworden van de overheid en
te weinig van de burger. Het veiligheidsdenken in een samen-
leving is altijd gerelateerd aan een aanwezige reële (tijdelijke)
dreiging. Wanneer die dreiging niet meer zichtbaar is, ver-
dwijnt het gevoel van noodzaak te investeren in veiligheids-
maatregelen.
De volgende stap in het veiligheidsdenken kan daarom alleen
24
gezet worden wanneer nadrukkelijk wordt nagedacht over de
sociaal-culturele verankering. Het ‘hoogwaterbewustzijn’ van
de inwoners van het rivierengebied moet hoog op de agenda
staan. Het is tijd voor een herbezinning op de rol van de over-
heid als rivierbeheerder. Niet langer kan de overheid volstaan
met het opleggen van beperkingen. Er moet meer ruimte komen
voor de eigen verantwoordelijkheid van de gebruikers. Geef de
samenleving haar waterkering en uiterwaarden terug!
Er zijn nieuwe gebruiksperspectieven voor de dijk en de
uiterwaarden nodig. In het toekomstige rivierengebied zijn nut
en schoonheid onlosmakelijk met elkaar verbonden. Mens en
rivier worden opnieuw met elkaar verzoend met als resultaat:
‘Nederland in enkele jaren als veiligste én mooiste delta van
de wereld’
26. Waterveiligheid 21e eeuw: kans én gevolg
Middels het project ‘Waterveiligheid 21e eeuw’ verkent het
ministerie van Verkeer en Waterstaat of het huidige bescher-
mingsbeleid tegen overstromingen en de wettelijke veranke-
ring hiervan nog adequaat zijn. Van verschillende alterna-
tieven worden de maatschappelijke, financiële en juridische
consequenties bepaald. De doelstelling is om te komen tot een
geactualiseerd beschermingsbeleid tegen overstromingen,
26
waarin nieuwe kennis en inzichten centraal staan. Een
belangrijk thema is de veiligheidsketen. Deze kent vijf fasen:
• pro-actie
• preventie
• preparatie
• respons
• nazorg
Het overstromingsrisico is te omschrijven als de overstro-
mingskans x het gevolg. Op dit moment is het veiligheidsden-
ken in Nederland sterk gericht op preventie, het beperken
van de overstromingskans. In Waterveiligheid 21e eeuw wordt
onderzocht hoe elke fase in de veiligheidsketen kan bijdragen
aan het beperken van het overstromingsrisico. Het verkleinen
van de gevolgschade komt daarbij veel nadrukkelijker in beeld.
28. Hoogwaterverzekering
Op basis van de rapportage van Veiligheid Nederland in Kaart
is een top 53 gemaakt van alle dijkringen in NL. Hierbij is
de overschrijdingskans vermenigvuldigd met de maximale
schade die kan optreden. Eigenlijk is dit een hoogwaterverze-
keringspremie die ieder jaar apart moet worden gelegd! Als
we dit bedrag delen door het aantal huishoudens krijgen we
de jaarlijkse hoogwaterverzekeringspremie. Maar natuurlijk
28
kan deze premie ook worden gebruikt om te investeren in een
grotere veiligheid tegen overstromingen!
33. Dit hoofdstuk geeft een overzicht van concrete ideeën,
plannen en (gerealiseerde) projecten waarin op innovatieve
wijze gepoogd is de mens en het water opnieuw met elkaar te
verzoenen. De voorbeelden hebben voor het grootste deel
betrekking op het rivierengebied. Ideeën van elders die
perspectiefrijk lijken voor het rivierengebied zijn ook opgeno-
men. Dat geldt ook voor buitenlandse voorbeelden.
Het begrip ‘innovatie’ is ruim opgevat. Het gaat niet alleen
om nieuwe ideeën en technieken, maar ook om herontdekte 33
strategieën die in onbruik zijn geraakt of nu gewoon niet meer
toegepast worden als gevolg van de nu gangbare praktijk van
rivierbeheer.
Twee groepen
De ideeën, plannen en projecten in dit hoofdstuk zijn ingedeeld
in twee groepen:
A. Geef de samenleving haar rivierengebied terug
B. Herbezinning op de dijkring
34. A. Leven met water Groep A
De uiterwaarden en de waterkering worden steeds meer het
terrein van de rivierbeheerder. Natuurontwikkeling vervangt
het agrarische gebruik steeds vaker. Het beheer komt in
handen van enkele grote organisaties (Staatsbosbeheer/
Natuurmonumenten). De ecologische kwaliteit neemt toe,
maar de gebieden worden ook anoniemer voor de bewoners
van het rivierengebied. De moderne dijk is vrij van bebouwing
34
en beplanting. Andere vormen van gebruik zijn binnen de
huidige beleidsruimte onmogelijk. Een omslag naar een meer-
voudig gebruik is nu gewenst.
In groep A worden meerdere strategieën voor het
(mede)gebruik in en rond een dynamisch riviermilieu beschre-
ven. De lagere overheden en inwoners kunnen als initiator
optreden voor ontwikkeling van een mooie en veilige woon-,
werk-, en leefomgeving. Het motto is: ‘geef de samenleving
haar rivierengebied terug!’
De volgende strategieën worden onderscheiden:
• meervoudige dijk
• hoog en droog
• meebewegen
• accepteren en anticiperen
• flexibel (en snel) in de uiterwaarden
35. Nee, tenzij
Geef de samenleving 35
haar rivierengebied terug
Ja, mits
36. B. Alternatieven voor de dijkring
Nederland is opgebouwd uit 53 dijkringen. Omdat het risico
binnen de dijkringen (door de groei van de bevolking en de
investeringen) is toegenomen, is het tijd voor een herbezin-
ning. In deze groep worden een aantal alternatieven voor de
huidige dijkringen gepresenteerd. Het gaat om plannings-
concepten op het hogere schaalniveau waarvoor de overheid
verantwoordelijk is. De volgende twee strategieën worden
36 onderscheiden:
• van dijk naar netwerk
• van dijk naar superdijk
Groep B
37. elk een eigen dijkring
37
gemeenschappelijke dijkring
Herbezinning op de dijkring
van dijk naar superdijk van dijk naar netwerk
38. Categorieën
A
38
Meervoudige dijk Hoog en droog Meebewegen Accepteren en
anticiperen
39. B
39
Snel en flexibel in Van dijk naar Van dijk naar superdijk
de uiterwaarden netwerk
41. Als gevolg van de dijkverzwaringen is de dijk de afge-
lopen 50 jaar steeds monofunctioneler geworden. Wie
opnieuw aan en op de dijk wil bouwen stuit op grote be-
perkingen. Datzelfde geldt voor andere vormen van me-
degebruik en de aanleg van beplantingen. De dijk is het
exclusieve domein van de waterbeheerder geworden.
41
De meervoudige dijk
Met een uitgekiend ontwerp moet meer mogelijk
zijn. De waterkering kan immers het hoogste,
veiligste en mooiste woonmilieu in het rivie-
rengebied zijn.
Motto: geef de samenleving letterlijk haar zicht
op het rivierengebied terug!
52. Ontwerper : Jan Dirk van Duijvenbode, Richard Kuijpers, 2006
Plaats : -
Status : concept
52
De glazen dijk
De gekende dijk van klei en zand wordt vervangen door een doorzichtig
dijklichaam.
Hierdoor verandert de monofunctionaliteit (waterkeren) van de dijk naar
een multifunctioneel object. In de dijk is er onder andere plaats voor
recreatie, aquateelt en bedrijvigheid. Vanuit de dijk heeft men spectaculair
uitzicht op /in het water.
54. Ontwerper : Ab Hans, 2004
Plaats : Ooijpolder, Nederland
Status : planstudie
54
Wonen in Waterland
In het project ‘wonen in [water]land’ wordt een voorstel gedaan voor de inrich-
ting van een leefbaar noodoverloopgebied. In de rapporten van de commissie
Luteijn wordt verwacht dat noodoverloopgebieden eens in de 1250 jaar onder
water zullen worden gezet. Een ongrijpbare periode waarop moeilijk ruimte-
lijk beleid kan worden gemaakt.
Voorkomen moet worden dat de door ringdijken beschermde dorpskernen ge-
isoleerde eilandjes in verder uitgestorven polders worden. Het plan is gericht
op de toekomst van het grondgebruik in de Ooijpolder als overloopgebied en
introduceert daarom een nieuw type gebouw.
De basis wordt gevormd door een modulair skelet dat dermate duurzaam,
functioneel en flexibel is, dat het als drager van alle vervangingsnieuwbouw
kan dienen en minstens 1250 jaar zal bestaan. De invulling van het skelet zal
mede afhankelijk zijn van de mogelijkheden van de aanwezige natuur en zijn
gebruikers. Een invulling als agrarisch bedrijfsgebouw is mogelijk. Het skelet
zal verschillende malen ‘afsterven’, waarna opnieuw kolonisatie zal plaats-
vinden.
“Het skelet symboliseert niet alleen het einde, maar ook het begin; het houdt
het lichaam bij elkaar”
56. Ontwerper : Wingender Hovenier Architecten, Jan Peter Wingender, Joost Hovenier, 1996
Plaats : Nieuwaal, Nederland
Status : planstudie
56
Aan de dijk gezet
Het huis is hoog aan de dijk geplaatst en wordt rechtstreeks vanaf de dijk
ontsloten. Hierdoor worden ingrepen in het dijkprofiel, waar al veel afritten
en aanbermingen aanwezig zijn, tot een minimum beperkt.
Het bestaande ritme van uitzicht tussen de huizen door, over het achterland,
wordt door de naar voren geschoven positie van het huis gecontinueerd.
Het hoofdvolume bestaat uit een lange en smalle, ‘eenvoudige’ betonnen doos.
Doordat de hoofdentree zich op de middelste verdieping bevindt, heeft het
huis een flexibele indeling.
59. De terp is hét symbool van de individuele verant-
woordelijkheid bij hoogwaterbescherming. Na de ont-
wikkeling van de dijken vanaf de late Middeleeuwen
is de terp als bewoningsstrategie in onbruik geraakt.
In het kader van de verzoening van mens en water
verdient de terp een nieuwe kans.
59
Hoog en droog
Bovendien kan grond die vrijkomt als gevolg van
graafwerkzaamheden elders in de uiterwaarden in de
vorm van een terp een herbestemming vinden. Laat
het water maar komen, niets is veiliger dan je
eigen terp!
74. Ontwerper : NEXT architects i.s.m. INNOVADERS, 2005
Plaats : Lingewaard in de Waalsprong, Nederland
Status : WINN ideëenwedstrijd
74
Hoog Doornenburg
Hoog Doornenburg betreft het voorstel voor een nieuw type woonwijk
bestaande uit een serie van 10 baggerterpen. De essentie van het plan
bestaat uit twee paradigma-shifts:
- We bouwen onze woningen niet langer binnen de dijken maar schuiven
de dijken onder de woningen!
- De terp is geen natuurlijk maar een bouwkundig element. De betonnen
bak is de fundering voor de woningen. De woonterpen krijgen door hun
betonnen hoogte een kasteelachtig karakter; ze rijzen
majestueus op uit het open landschap.
76. Ontwerper : ucxarchitects, 2005
Plaats : Nederland
Status : WINN ideëenwedstrijd
76
Dutch Highlands
Dutch highlands combineert twee uitdagingen: het geven van een bestem-
ming aan de bagger die uit onze waterwegen komt en het treffen van extra
maatregelen om de bescherming tegen water blijvend te garanderen. Het plan
stelt voor Nederland te voorzien van een reeks verschillende terpen, varië-
rend in grootte, maat, functie en reagerend op de omgeving. Door deze diverse
identiteiten fungeren ze als landmarks. Ze accentueren de diverse soorten
landschappen die Nederland rijk is en benadrukken daarmee de differenti-
atie.
79. Meebewegen betekent leven met water op ultieme
wijze. Er lijkt sprake van een contradictie: wie zich
aanpast aan het waterpeil maakt zich er in feite
onafhankelijk van. Opvallend genoeg zijn er in
Nederland nauwelijks voorbeelden van grootschalige
woonvormen in een dynamisch watermilieu.
79
Meebewegen
De aanleg van collectieve toegangswegen en steigers
is waarschijnlijk een grote opgave. Maar de buiten-
landse voorbeelden laten een wenkend perspectief
zien. Een bijkomend voordeel is dat er geen aan-
spraak wordt gedaan op het waterbergingsvolume
in het rivierbed.
88. Ontwerper : Architectuurstudio Herman Hertzberger, 1998-2005
Plaats : Middelburg, Nederland
Status : uitgevoerd plan
88
Waterwoning
De waterwoningen die Architectuurstudio Herman Hertzberger ontwierp
hebben een compacte enigszins cilindrische vorm. Het eerste ontwerp dateert
uit 1986 en is sindsdien verder ontwikkeld. Voor de gemeente Middelburg heeft
dit geresulteerd in een drijvende en vrij indeelbare watervilla.
Op het water wonen betekent vrijheid en onafhankelijkheid. Je kunt je huis
altijd verplaatsen en zelf bijdraaien, zodat je invloed hebt op je uitzicht, op
hoe het zonlicht naar binnen schijnt en op de gunstige energiebalans.
90. Ontwerper : Dura Vermeer
Plaats : Nederland
Status : uitgewerkt concept
90
Drijvende kassen
De ‘Drijvende Kas’ staat voor een volledig nieuwe kijk op glastuinbouw. Een
vorm van glastuinbouw die anticipeert op toekomstige ontwikkelingen in
Nederland op het gebied van ruimtelijke ordening. Ontwikkelingen waar
meervoudig ruimtegebruik, waterberging, glastuinbouw en wellicht recreatie
en wonen een dominante rol zullen gaan spelen.
De innovativiteit van de Drijvende Kas is onder andere gelegen in:
- het drijflichaam (speciaal ontwikkeld voor gebruik in grote waterop-
pervlakten) met een geïntegreerd gebruik van zoveel mogelijk relevante
bedrijfsfuncties
- een flexibele kas, die het mogelijk maakt afhankelijk van de behoefte het
bedrijfsareaal te vergroten, te verkleinen of zelfs te verplaatsen
- een aanzienlijk lager energieverbruik
- het creëren van waterberging in (toekomstige) glastuinbouwgebieden
92. Ontwerper : MG architecten, Tom Mossel, Esther Gongazazel Aurignac, Bert Fraza, 2000
Plaats : Nederland
Status : Amfibisch wonen ideëenwedstrijd
92
Wetland
De woningen voor polders (met een vast grondwaterpeil), uiterwaarden (die
twee keer per jaar overstromen) en kreken (die dagelijks onder water komen
te staan) hebben geen van alle paalfundering nodig. De infrastructuur be-
staat uit grasbanen, wegen van stelconplaat en drijvende steigers. Omdat
het water niet wordt bevochten maar omarmd, zijn nieuwe woningtypen en
verkavelingen mogelijk. Een deel van de woningen is drijvend: ze draaien,
afhankelijk van de wind en de stroming, rond de meerpaal waaraan ze zijn
vastgelegd. De woningen zuiveren hun eigen water via het dak en de gevels.
94. Ontwerper : DN Urbland, 2006
Plaats : Rivierengebied
Status : prijsvraag Kribben van de Toekomst
94
Jack the Kribber
De kribben zijn beeldbepalende elementen in ons rivierenlandschap, toch
worden zij veronachtzaamd. Het is gestolde techniek die noch op mens noch
op dier veel aantrekkingskracht uitoefent.
Jack the Kribber stelt hiertegenover een innovatief kribontwerp, waarmee
verscheidene doelstellingen gehaald worden.
De rivierkundige doelstellingen zijn gericht op rivierregime, begrenzing van
de vaargeul bij laagwater en het verlagen van de weerstand bij hoogwater.
Daarnaast zijn er ook ontwerpdoelstellingen: het leveren van een bijdrage
aan de verhoging van de veiligheid en de identiteit van de rivier en het creë-
ren van meerwaarden voor de beleving, de bezoeker en de natuur. Het innova-
tieve ontwerp bestaat uit een afbuiging van de kribkop, een verbrede kribwor-
tel, een lichte taludverflauwing aan de kribkop en enkele verlagingen in het
kriblichaam. Inkrimpbare modules tussen de verlagingen zijn een optionele
mogelijkheid om nog meer veiligheid te bereiken op plekken waar dat noodza-
kelijk is. De gebogen vorm en de reeks eilanden die in het kribconcept worden
voorgesteld, leiden tot een sierlijke oplossing. Het grootste gedeelte van de
nieuwe krib wordt uit standaardmaterialen opgebouwd, waardoor hergebruik
van de materialen in de huidige kribben mogelijk is.
97. Het watersysteem verdeelt Nederland in veilig
(binnendijks) en onveilig (buitendijks) gebied.
De tussencategorie bestaat, met uitzondering van
een aantal rivierkades, eigenlijk niet. De gemiddelde
Nederlander weet daardoor niet meer wat het
betekent je tijdelijk aan te moeten passen aan het
water. In Venetië bijvoorbeeld is dat wel anders. 97
Accepteren en
anticiperen
Op de begane grond ligt natuurlijk geen parket.
En de vlonders en de laarzen staan klaar.
Bij hoogwater gaat het dagelijkse leven gewoon door.
108. Ontwerper : Kees Christiaanse (leider stedenbouwkunig plan), diverse architecten
Plaats : Hamburg, Duitsland
Status : uitgevoerd plan
108
Hafencity
Hafencity omvat de transformatie van een verlaten havengebied naar een
nieuw bruisend stedelijk gebied met als doel de ligging van de stad aan het
water te versterken. Doordat het eiland buitendijks gelegen is, wordt er op een
vernieuwende manier met niveaus en ontsluitingen omgegaan. Vloeddeuren
beschermen de gebouwen tegen hoogwater.
Hoger gelegen vluchtroutes ontsluiten het gebied bij hoogwater.
112. Ontwerper : Keihin Work Office, Kanto Regional Development Bureau, MLIT
Plaats : Yokohama, Japan
Status : uitgevoerd plan
112
Tsurumi river
Multipurpose retarding basin
Het stroomgebied van de Tsurumi rivier is de afgelopen 50 jaar voor 85%
verstedelijkt en verhard. Om bij extreem hoge waterstanden lager gelegen ge-
bieden te beschermen tegen overstroming is er een retentiebekken aangelegd
dat maximaal 3,9 miljoen kubieke meter water kan vasthouden. In normale
omstandigheden doet het dienst als recreatie- en natuurgebied. Centraal in
het retentiegebied ligt het grootste sportstadion van Japan. Dit stadion is op 5
meter hoge pijlers gebouwd en kan in geval van nood in 15 minuten ontruimd
worden. De belangrijkste aan- en afvoerwegen liggen ook op hoogwatervrije
niveaus. Er is veel aandacht besteed aan het communiceren van de beteke-
nis en de werking van het gebied. Zo kan men informatie verkrijgen via eigen
mobiele telefoon of internet. Langs de rivier staan camera’s opgesteld om
informatie door te kunnen geven.
114. Ontwerper : Ronald Rietveld, 2002
Plaats : Over-Betuwe, regio Nijmegen, Nederland
Status : planstudie
114
Deltawerken 2.0
Van dijk naar liniepark
Om dreigende piekafvoeren van de Rijn en Waal op te vangen stelt
Deltawerken 2.0 voor een bypass te maken in het stadslandschap tussen
Arnhem en Nijmegen. De waterkerende dijk van deze groene rivier is een
42 km lang landschapspark en vormt met 50.000 iepen de monumentale
omlijsting van een indrukwekkend grote leegte van 3.000 ha. Het
dijkpark is de nieuwe voorkant voor de stedelijke ontwikkelingen in de
Over-Betuwse regio.
116. Ontwerper : Pascalle Hannetel, 1993
Plaats : Le Pecq nabij Saint Germain en Laye
Status : uitgevoerd plan
116
Park Corbière
Het park Corbière is gemaakt op het alluviale land langs de Seine. Met hoog-
water overstroomt de rivier de lager gelegen delen van het park. Hierdoor
komen de inwoners van Le Pecq in contact met het water zonder vrees te
hebben voor overstromingen.
Het contrast hoog – laag bepaalt het karakter van het park. Hoog bestaat uit
strakke lijnen zoals een boulevard en bomenrijen. De lagere gedeeltes krijgen
een landschappelijk, losser karakter
118. Ontwerper : Pascale Hannetel, Anouk Debarre, 1987
Plaats : Les Ponceaux, route de Sargè
Status : Uitgevoerd plan
118
Petit Gironde
De behoefte aan retentiebekkens voor de buitenwijken van Le Mans heeft ge-
leid tot een openbaar park. Dit is opgedeeld in vier zones verbonden door een
watergeul. Samen kunnen ze 35.000 m3 bergen. Bij hoogwater stroomt het wa-
ter stapsgewijs in het park. Als eerste in het laagst gelegen bekken, wanneer
dit vol is stroomt het over naar het tweede bekken. De inrichting van de bek-
kens is geënt op de frequentie van overstroming. In de laagst gelegen zone,
die het meest overstroomt, beperkt de ontwerper de beplanting tot eilandjes.
120. Ontwerper : Vista landscape and urban design, 2004
Plaats : Deventer, Nederland
Status : planstudie
120
Bypass Deventer
Het motto van de twee voorgestelde modellen ‘Tuinen van de stad’ zijn
geïnspireerd op historisch geografisch onderzoek van de stad Deventer
(Hanzestad).
Het eerste model, rivierpark Deventer-Twello, is vormgegeven als een
compact residentieel parklandschap. De bypass is relatief smal gehouden
en de bebouwing concentreert zich op het centrale eiland.
Het stroomruggenlandschap, het tweede model, heeft een natuurlijk ri-
vierlandschap als karakter. In de brede bypass bevinden zich verspreide
stroomruggen waarop de bebouwing staat. De stroomruggen zijn geënt op
reeds bestaande hoogteverschillen.
122. Ontwerper : Rijkswaterstaat bureau Noordwaard, 2004
Plaats : Brabantse Biesbosch, Nederland
Status : planstudie
122
Noordwaard
De Noordwaard is in de Planologische Kern Beslissing Ruimte voor de Rivier
aangewezen als een van de locaties waar ingrijpende maatregelen ruimte
zullen maken voor de rivier. Hier zal de dijk verlaagd worden en het rivier-
water zal bij hoogwater via de polder de Noordwaard worden afgevoerd
richting het Hollandsch diep.
Samen met de huidige bewoners wordt gezocht naar de mogelijkheden om
in het gebied te kunnen blijven wonen. De hoogteligging van de bestaande
huizen (veelal van oorsprong reeds op terpen) en de mogelijkheden om bij
overstroming te kunnen evacueren spelen hierbij een belangrijke rol.
123. Evacuatieroutes als onderdeel van het ontwerp
123
Verschillende opties om te blijven wonen worden onderzocht
Mogelijke nieuwe situatie onder normale omstandigheden
124. Ontwerper : -
Plaats : rivierpark aan de rivier de Yangtse, Wuhan, China
Status : uitgevoerd plan
124
Park Wuhan
Na de bijna-overstroming van de stad in 1998 is het rivierfront van Wuhan
grondig aangepakt. Een nieuwe waterkering is gecombineerd met een stads-
park dat Wuhan een nieuw gezicht geeft naar de rivier. Het buitendijkse park
heeft twee niveaus. Het laagste niveau wordt regelmatig overstroomd bij
hoogwater. Dit deel is opgebouwd uit robuuste materialen en beplanting, die
een overstroming kunnen doorstaan.
Het hogerliggende deel overstroomt zelden (minder dan eens in de 50 jaar),
is veel fijner en minder robuust qua inrichting, materiaal en beplanting. Na
overstroming zal dit deel heringericht moeten worden.
127. Het Nederlandse uiterwaardengebied is permanent
ingericht voor een hoogwatersituatie die maar af en
toe voorkomt: enkele dagen per jaar, 1 keer per 10 jaar
of soms zelfs maar 1 keer per honderd jaar. Gezien
de ruimtedruk zijn monofunctionele bestemmingen
moeilijk vol te houden. En dat hoeft ook niet. Het is
goed mogelijk om bij lage waterstanden tijdelijk an-
dere vormen van gebruik toe te laten. 127
Snel en flexibel in
de uiterwaarden
Voorbeelden van tijdelijk gebruik elders zijn: de
strandtenten langs de kust of het zomerstrand langs
de Seine in Parijs. Stijgt het waterpeil, dan wordt er
snel plaats voor het water gemaakt.
138. Ontwerper : Martijn Schoots, 2000
Plaats : Tiel, Nederland
Status : inzending prijsvraag ‘Breng Tiel naar de Waal’
138
Breng Tiel naar de Waal
In de Waal bij Tiel ligt een eiland. Op het eiland wordt samengeleefd met het
water. Wanneer het water in het voorjaar zakt, vallen delen van het eiland
droog en kunnen de containers met behulp van een kraan worden verplaatst.
De containers herbergen functies als een kiosk, een winkel, een café of een
hotel. In de loop van het jaar komt steeds meer land vrij, zomers is het hele
eiland in gebruik totdat het weer winter wordt. Dan worden alle containers
ingepakt en opgestapeld op het hoogst gelegen deel. Het eiland verandert met
het zakken van het rivierwater van vorm en functie.
140. Ontwerper : Martijn Schoots, 2000
Plaats : Gouda, Nederland
Status : inzending voor de prijsvraag ‘Amfibisch wonen’
140
Tuinieren in de
uiterwaarden
Met behulp van een kraan en enkele containers kan de tuinder het hele jaar
door in de uiterwaarden tuinieren. ’s Winters stapelt hij de containers tot
een toren, bovenop de container met boerenkool en spruitjes. In het voorjaar
zakt het water en installeert de tuinder zijn kweekkas zodat hij later in het
voorjaar de stekjes kan uitpoten in de volle uiterwaardengrond. Wanneer de
rivier binnen de zomerdijken stroomt, plaatst de tuinder al zijn containers in
de uiterwaarden. In deze periode moet hij zoveel mogelijk eten produceren. De
schaapjes grazen in de uiterwaarden.
143. Met opschalen van de waterbeheersingsgebieden
zijn de polderdijken in het rivierengebied ontman-
teld. Ze zijn immers overbodig geworden. Hoewel,
overbodig? Mocht ergens de dijk het begeven, dan
krijgt een groot gebied met de gevolgen te maken.
Compartimentering verdient opnieuw aandacht
om de gevolgschade bij dijkdoorbraak te beperken. 143
Van dijk naar
netwerk
Het voorbeeld is een opblaasboot of een luchtbed
met meerdere luchtkamers. De grond die vrijkomt
als gevolg van graafwerkzaamheden elders in de
uiterwaarden kan in de vorm van een compartimen-
teringsdijk een herbestemming vinden. Er ontstaat
een nieuw landschappelijk netwerk met diverse mo-
gelijkheden voor gebruik.
150. Ontwerper : Alterra, Dura Vermeer, Robbert de Koning en DIN-architecten
Plaats : Rivierengebied, Nederland
Status : ideëenwedstrijd ‘terpen van baggerspecie’
150
Watervast
Watervast is een idee om de risico’s van overstromingen te beperken en
tegelijkertijd ruimte te bieden aan nieuwe ontwikkelingen in het landschap.
Hiervoor wordt gebruik gemaakt van vrijkomende baggerspecie bij uitvoering
van maatregelen in het kader van Ruimte voor de Rivier.
Door lage compartimenteringsdijken aan te leggen zal het rivierengebied
bij calamiteiten langzamer volstromen. Dit levert een belangrijke bijdrage
aan de veiligheid van het gebied. De kaden kunnen door lokale overheden en
burgers naar eigen wens worden ingericht. Bijvoorbeeld met nieuwe kade-
woningen, fietspaden of andere recreatievoorzieningen. Op die manier zal de
betrokkenheid bij het gebied sterk worden vergroot. Dit is vooral belangrijk
omdat mensen in het rivierengebied moeten beseffen dat zij in een gebied
wonen dat een kans heeft om te overstromen.
153. De dijk vormt de dunne scheidslijn tussen buiten-
dijks (onveilig) en binnendijks (veilig) gebied.
Van dijk naar
superdijk 153
Hoewel aan de normen voldaan wordt, is de vraag
of deze enkelvoudige strategie op termijn nog ge-
wenst is. De veiligheid van een auto is bijvoorbeeld
gebaseerd op meerdere samenhangende systemen:
gordel+kreukelzone+airbags. Een ander voorbeeld is
de dubbelwandige mammoettanker. Wat als we deze
benadering toepassen op de dijk? Een pleidooi voor
de superdijk.
154. 154
Van dijk naar
superdijk
Referentiebeelden
160. Ontwerper : Vof. The Dutch Mountain i.s.m FUGRO
Plaats : Rivierengebied, Nederland
Status : ideëenwedstrijd ‘terpen van baggerspecie’
160
Dijkterpen
Droge baggerspecie wordt ingezet voor de bouw van zogenoemde ‘dijk-terpen’.
Samen met de tussengelegen dijkdelen vormen ze een nieuwe calamiteiten-
dijk die achter de huidige dijk wordt aangelegd. Er ontstaat als het ware een
dubbele dijk die extra bescherming biedt tegen hoogwater. Tussen de beide
dijken is ruimte voor nieuwe natuur. In tegenstelling tot het reguliere uiter-
waardengebied mag hier rijke opgaande beplanting tot ontwikkeling komen.
De dijkterpen vormen een geschikt vestigingsmilieu voor kleine buurtschap-
pen met een uniek uitzicht.
162. Ontwerper : Jan Dirk van Duijvenbode
Plaats : Nederland
Status : concept
162
Klimaatdijk
Nederland wordt nu beschermd door zomerdijken en winterdijken. Is de
volgende stap niet een klimaatdijk? Deze kan buitendijks worden gelegd maar
ook binnendijks, bijvoorbeeld parallel aan bestaande infrastructuur. De hoe-
veelheid grond die bij het project Ruimte voor de Rivier vrijkomt is qua orde
van grootte vergelijkbaar. De bestaande winterdijk blijft in gebruik voor ge-
motoriseerd verkeer. De klimaatdijk kan voor allerlei nieuwe functies worden
gebruikt. Voordelen van de aanleg van de klimaatdijk zijn:
- Geen aanleg van noodoverloopgebieden.
- Anticiperen op een hogere maatgevende afvoer.
- Kans om nieuwe ruimtelijke kwaliteit te creëren.
- Meer verkeersveiligheid voor omwonenden.
- Meer veiligheid voor weinig extra investeringen.
164. Ontwerper : Europees project Com Coast
Plaats : Noordzee oeverstaten
Status : uitgewerkt concept
164
Com Coast
De Nederlanders zijn van plan om in hun land te blijven wonen. Dat kun je wel
zeggen en dat is ook zo als de zeespiegel verder omhoog komt maar moet het
beeld dat we hebben van de kust in de toekomst van één verhoogde en ver-
sterkte dijk of duin niet worden herzien?
Het land voor de dijk kan worden aangevuld en verzwaard. Of - zoals hier op
de afbeelding - kan er achter de dijk nog een dijk worden aangelegd terwijl de
oude dijk gewoon blijft liggen, al dan niet met openingen er in.
De overgang van zee naar land blijft een barrière waar de golven bij storm-
vloed per sé niet langs komen. Die overgang wordt hier alleen een gebied in
plaats van één lijnelement. Een strook die van groot belang kan zijn voor
natuur en recreatie. Een aantrekkelijke kust voor zijn bewoners en veel meer
dan voorheen een trekpleister voor bezoekers.
169. Inleiding integrale projecten
In dit hoofdstuk wordt stil gestaan bij de recente
ontwikkelingen van 2006-2007. Twee integrale projecten worden
toegelicht: Experimenteren Met Aangepast Bouwen (EMAB) en
Inspiratieatlas Waalweelde.
Deze projecten hanteren beide (combinaties van) de verschil-
lende hoogwaterstrategieën die zijn toegelicht in voorgaand
hoofdstauk. 169
A. EMAB locaties
Het door VROM en Verkeer en Waterstaat gelanceerde project
EMAB is op de meeste van de 15 locaties opgepakt.
Hoe vernieuwend en inspirerend zijn de projecten?
Vanuit innovatie is het tijd voor een overzicht en tussenstand!
B. Inspiratieatlas Waalweelde
Het project Waalweelde is van start gegaan met het uitbrengen
van een inspiratieatlas. Hierin worden aansprekende voorbeel-
den gepresenteerd waarin op een innovatieve manier hoog-
watermaatregelen worden gekoppeld aan strategieën ter verbe-
tering van de ruimtelijke kwaliteit.
171. A. EMAB projecten 171
De EMAB locaties zijn door de Ministeries van VROM en V&W in overleg met de
provincies vastgesteld om een ontwikkelingsimpuls te geven aan gewenste
economische en ruimtelijke ontwikkelingen in buitendijkse gebieden van de
grote rivieren. Het gaat om een limitatieve lijst van 15 locaties in buitendijks
gebied die van verbod op buitendijkse ontwikkeling uitgezonderd worden.
Hier kan geëxperimenteerd worden met technische innovaties om te zoeken
naar bebouwing die bestand is tegen water, en geen belemmering vormt
voor de loop van de rivier en waterkeringen. Het uitgangspunt vormt ‘Meer
kwaliteit en meer ruimte’. De experimenten met aangepast bouwen liepen
daarmee vooruit op de evaluatie van de Beleidslijn Ruimte voor de Rivier en
de aanpassing van de Beleidslijn om onder voorwaarden meer mogelijkheden
voor ruimtelijke ontwikkeling in het rivierbed toe te staan, waar dat onder de
Beleidslijn Ruimte voor de Rivier niet mogelijk was. Inmiddels is de beleids-
lijn herzien en is de nieuwe beleidslijn grote rivieren van kracht.
172. De 15 locaties
1 IHC-terrein Krimpen aan de Lek, gemeente Nederlek
2 Voormalig steenfabrieksterrein Vuren, gemeente Lingewaal
3 Waalfront Zaltbommel, gemeente Zaltbommel
172
4 Zandmeren Kerkdriel, gemeente Maasdriel
5 Lithse Ham, gemeente Lith
6 Recreatiegebied De Gouden Ham Maasbommel, gemeente
West Maas en Waal
7 Stadsfront Tiel, gemeente Tiel
8 Steenfabriek De Plasserwaard Wageningen, gemeente Wageningen
9 Stadsblokken – Meinerswijk Arnhem, gemeente Arnhem
10 Steenfabriek De Koppenwaard Angerlo, gemeente Zevenaar
11 Steenfabriek De Bunswaard Beuningen, gemeente Beuningen
12 Koniginnedijk Grave, gemeente Grave
13 Recreatiegebied ’t Leuken, gemeente Bergen
14 Uitplaatsing glastuinbouw Hout-Blerick/Baarlo, gemeenten Venlo
en Maasbree
15 Maasplassen, gemeenten Thorn, Heel, Haelen, Roggel en Neer,
Swalmen, Roermond en Maasbracht
174. 174
Projecttypering
Om een neutraal en helder beeld te scheppen van de stand van zaken van de
EMAB projecten is een projecttypering opgesteld. De werkwijze is als volgt:
1. Plantypering
Gaat het om een integraal plan of wordt enkel woningbouw toegepast?
Wordt de EMAB locatie in een groter geheel gekaderd (contextueel) of vat
men het op als eiland (locatiegebonden)?
Aangezien het uitwerkingsniveau heel uiteenlopend is bij de 15 locaties,
onderscheiden we drie niveaus: visie of concept, masterplan, inrichtings-
voorstel.
175. 2. Inhoudelijke toetsing
De inhoudelijke toetsing gebeurt aan de hand van vier aspecten.
- Bijdrage aan de waterstandsverlaging of rivierstrategie.
- Techniek en veiligheid, bouwstrategie, worden er aangepaste bouwvormen
toegepast?
- Architectonische aspecten, is er een bewuste koppeling tussen de opgave
en de plek? Welke impact heeft het voorgestelde plan in zijn omgeving.
- Procesinrichting, zijn er in het project nog innovatieve samenwerkingen
aangegaan? 175
De aangereikte oplossingen per aspect kunnen in twee groepen verdeeld
worden namelijk: eerder toegepast en innovatief.
De referentie voor eerder toegepast of standaardoplossing zijn bijvoorbeeld
de drijvende bungalows van Maasbommel, ooit ‘state of the art’, maar nu
alomgekend en niet vernieuwend meer.
Bij innovatie durft men de gebaande paden te verlaten om echt te experimen-
teren. Aan de oplossingen wordt een waarde toegekend door ze te quoteren
met een “-”, “+” of NB. Indien er voor een aspect een interessante oplossing is
voorgesteld wordt deze kort toegelicht en gequoteerd met “+”. De quotatie “-”
wordt toegekend als een bepaald aspect geen oplossing heeft gekregen of als
de aangereikte oplossing niet als innovatief bestempeld wordt. Is een aspect
nog niet relevant voor de fase waarin het project is, of is over dit aspect niets
bekend dan is de quotatie NB.
Onderaan bij de projecttypering wordt ook de verwijzing naar het voorgaande
hoofdstuk gemaakt. Dit gebeurt door het icoon van de toegepaste categorie op
te laten lichten.
176. Gemeente : Nederlek
Ontwerper : -
Initiatiefnemer : gemeente Nederlek, Dura Vermeer, IHC Onroerend Goed BV, beleggingsmaatschappij Noach BV
Status : -
1. IHC-terrein
176
Het IHC-terrein is ruim 9 ha groot en deed tot en met de jaren ’60 dienst als
scheepswerf. Het naastgelegen stoommolenterrein is circa 2 ha groot. Plan-
nen zijn er nu om het terrein integraal te ontwikkelen voor woondoeleinden,
recreatie, natuur en mogelijk ook cultuur. Als eerste wil de gemeente door
een particulier bureau stedenbouwkundige randvoorwaarden laten opstel-
len om zo een goede inpassing in het dorp Krimpen aan de Lek te verzekeren.
Er zullen ook gesprekken plaatsvinden met de eigenaar van het naastge-
legen stoommolenterrein om ook dit terrein in de planontwikkeling mee te
nemen. Projectontwikkelaar Dura Vermeer speelt een belangrijke rol in het
project en heeft reeds aangekondigd hun ervaring met bouwen op en aan het
water in te zetten om een project van allure neer te zetten.
Vooralsnog is er geen informatie beschikbaar gesteld.
178. Gemeente : Lingewaal
Ontwerper : HSRO, Workmatch
Initiatiefnemer : -
Status : inrichtingsschets, nog niet vastgesteld
2. Voormalig
178
Steenfabrieksterrein
Het inrichtingsvoorstel voor het steenfabrieksterrein stelt een nieuwe
woningbouwontwikkeling met aangepaste bouwvormen voor. Door het
vergraven en ophogen van grond ontstaat een waternetwerk waarbij
ruimte is voor het aanmeren van boten.
De plek ligt contextueel gezien op een interessante locatie, in de nabije
omgeving liggen fort Vuren, natuurgebied de Hondswaard, slot
Loevestein en de kern van Vuren. De contextuele gegevens komen echter
niet terug in het voorstel.
Bestuurlijk is er nog geen besluit genomen over het voorgestelde plan.
182. Gemeente : Zaltbommel
Ontwerper : BRO, H&S adviseurs
Initiatiefnemer : gemeente Zaltbommel
Status : visie binnenstad, vastgesteld
3. Waalfront
182
De gemeente heeft onlangs de richting voor de uiteindelijk vast te
stellen ontwikkelingsvisie op de binnenstad Zaltbommel goedgekeurd.
Deze studie is mede opgesteld om de toekomstige positie van de EMAB-
locatie t.o.v. de binnenstad te verkennen. Hieruit zijn twee varianten
naar voren gekomen, namelijk “consolideren” of “ontwikkelen”.
De relatie van de locatie met zijn omgeving verschilt per variant.
In de variant “consolideren” ontwikkelt de plek zich als geïsoleerde
woningbouwlocatie. De variant “ontwikkelen” zet in om de EMAB-locatie
als verlengstuk van de binnenstad te laten fungeren en voegt ook een
nieuw programma toe. De keuze van de raad was een combinatie van
beide modellen.
184. Inhoudelijke aspecten Eerder toegepast Innovatief
Bijdrage aan NB NB
waterstandsverlaging
Techniek en veiligheid NB NB
184
Architectonische aspecten + afhankelijk van model -
model “ontwikkelen”
= duidelijke samenhang
met de binnenstad
Procesinnovatie bottum up: -
+ interviews
+ inloopavond bewoners
+ werksessie actoren
+ jongeren project
+ sterk betrekken van
bewoners bij het proces
186. Gemeente : Maasdriel
Ontwerper : Groenplanning Maastricht BV
Initiatiefnemer : NIBA projecten BV
Status : integrale gebiedsvisie, planconcept, vastgesteld inrichtingsvoorstel, MER onderzoek is lopende
4. Zandmeren
186
De integrale gebiedsvisie “Ruimte voor MAASdriel” voor de Maasui-
terwaarden en de gemeente Maasdriel heeft als doel om middels een
herschikking van functies en een verbetering van de doorstroming van
de Maas, stedenbouwkundige, ecologische en recreatief toeristische
ontwikkelingen mogelijk te maken. De EMAB-locatie wordt integraal
benaderd en in zijn omgeving onderzocht. Deze studie geeft een nadere
inkadering van de EMAB-locatie zandmeren Kerkdriel. Het inrichtings-
voorstel voor het waterfront van Kerkdriel is hier een uitkomst van.
Momenteel is een haalbaarheidsstudie voor de gebiedsontwikkeling
lopende.
188. Inhoudelijke aspecten Eerder toegepast Innovatief
Bijdrage aan - + het maken van
waterstandsverlaging hoogwatergeulen
en laten mee-
stromen van het
plassengebied
188 levert een
waterstandsdaling
op van ± 22cm
Techniek en veiligheid + (semi)drijvende woningen -
Architectonische aspecten + ruimtelijke relatie tussen -
te ontwikkelen locatie,
Maasfront en centrum
+ re-activering van de
Oude Maas
Procesinnovatie - + vroegtijdig afstem-
men met overheids-
partners
+ actieve samenwer-
king met RWS, DLG,
VROM-Inspectie en
provincie
190. Gemeente : Lith
Ontwerper : -
Initiatiefnemer : -
Status : -
5. Lithse ham
190
Er is nog weinig inhoudelijk bekend over de voortgang van dit project.
De gemeente Lith heeft reeds bij de start van de EMAB-projecten aange-
geven zich te zullen beraden of men gebruik wil maken van de EMAB-
status. Inmiddels heeft de nieuwe gemeenteraad bekend gemaakt dat
ze verder wil met de EMAB-status en dit via een ontwikkelcompetitie
wil oppakken waartoe bedrijven uitgenodigd zullen worden.
Hiervoor is een eerste voorzet opgezet door de streekmanager.
192. Gemeente : West Maas en Waal
Ontwerper : -
Initiatiefnemer : gemeente West Maas en Waal
Status : -
6. Recreatiegebied
192
de Gouden Ham
Twaalf individuele plannen worden in het masterplan “Emab Gouden
Ham” gebundeld en als één samenhangend en integraal geheel gepre-
senteerd. Er wordt gekeken naar de ruimtelijke, rivierkundige, economi-
sche en productsamenhang. Centraal in het concept staat het aanbod
van een mix van voorzieningen met de Maas als verbindend element. De
inrichtingsvoorstellen van de 12 projecten worden getoetst aan een voor
elk van de vijf deelgebieden beschreven gewenste ruimtelijke structuur.
194. Inhoudelijke aspecten Eerder toegepast Innovatief
Bijdrage aan + nevengeul -
waterstandsverlaging + weerdverlaging
+ natuurvriendelijke
oevers
194 Techniek en veiligheid + verschillende + drijvende potstal
hoogwatervrije + paalbungalettes
technieken + nieuwe woorden-
worden toegepast schat passend bij
+ functies worden hoogwatervrije
afgestemd op risico begrippen
op hoogwater
Architectonische aspecten - -
Procesinnovatie - + actieve samenwer
king en afstem -
ming met RWS en
VROM aan het
proces
+ bundeling en
samenhang van 12
afzonderlijke
projecten
196. Gemeente : Tiel
Ontwerper : OKRA landschapsarchitecten, SAB Arnhem
Initiatiefnemer : gemeente Tiel
Status : Vastgesteld gemeentelijk beleid
7. Stadsfront
196
Het onderscheid binnendijks – buitendijks en de ordening centrum en
groene flanken vormen de basis voor het Masterplan Tiel. De dijk wordt
ingezet als ruggengraat die de deelgebieden aan elkaar verbindt.
De deelgebieden hebben verschillende inrichtingsprincipes en sferen.
We onderscheiden: Hertogenwijk, wonen aan de dijk, Waalkade, histo-
risch stadsfront en groen stadsplein, Willemspolder, recreatiegebied
en buitendijks wonen, wetlands, natuurontwikkeling, Ophemertse dijk,
lappendeken van stadsgerelateerde landbouw en Echteldsedijk/Vijver-
berg, cultureel kuuroord in het groen.
Door het Waalfront programmatisch veelzijdig te maken wordt het een
levendige plek die de stad en de rivier aan elkaar verknoopt.
198. Inhoudelijke aspecten Eerder toegepast Innovatief
Bijdrage aan + afgraven grond -
waterstandsverlaging
Techniek en veiligheid + drijvende woningen + flexibel program-
ma afhankelijk
198 van risico op
hoogwater
+ dijk als verbindend
element binnen- en
buitendijks; Oost-
West
Architectonische aspecten + principes voor + benoemen van
ruimtelijke inpassing architectonische
per deelgebied beeldkwaliteit
binnen- en
buitendijks
Procesinnovatie + uitgebreid participatie-
proces met de lokale
bevolking en overheden
-
202. Gemeente : Wageningen
Ontwerper : Braaksma en Roos architecten, Taken
Initiatiefnemer : eigenaar Henri de Jonge
Status : -
8. Plasserwaard
202
De eigenaar van de steenfabriek, Henri de Jonge, vecht al enkele jaren
voor de renovatie van het pand en de mogelijkheid om er woningen te
bouwen. Sinds het EMAB statuut heeft het rijksmonument een nieuwe
toekomst gekregen. Echter de voorwaarden van het EMAB statuut eisen
het boeken van ‘rivierkundige winst’. De rivierwinst kon niet gevonden
worden op het 15ha grote terrein. De kwantificering van de eis kwam
heel voorzichtig naar voren door middel van doorberekening van effec-
ten van afgravingen bij buren en het inleveren van rivierwetvergunnin-
gen door de eigenaar. Van de weerbarstige materie kon in 2006 gelukkig
weer afscheid genomen worden, doordat de beleidslijn die langdurig
dingen onmogelijk maakte, werd aangepast. De EMAB status is gebleven,
maar het regime van de nieuwe beleidslijn was vanaf nu bepalend.
Het inrichtingsvoorstel is een eerste ideeschets, de ontwikkeling
gebeurt heel locatiegebonden.
206. Gemeente : Arnhem
Ontwerper : H+N+S landschapsarchitecten ism VDVDV Ontwerpers en MVRDV Ontwerpers
Initiatiefnemer : St. Mandelabrug, particuliere marktpartijen
Status : integraal inrichtingsplan
9. Stadsblokken
206
Het voorgestelde Centraal Park vormt een nieuwe verbinding tussen de
noord- en zuidzijde van de stad Arnhem. De Rijn wordt hierdoor weer een
beeldbepalende drager van het centrum, een nieuwe ontmoetingsplaats.
Het Centraal Park krijgt een blauw-groen karakter. Voorzieningen zoals
een evenemententerrein, een aantrekkelijke haven en een openbaar
stadsgolfterrein geven een impuls aan de stedelijke kwaliteit.
Het plan Centraal Park Arnhem sluit aan bij eerdere initiatieven zoals
de Floriade.
De nieuwe dijkwoningen, die ook geluidswerend zijn, staan tijdens hoog-
water met hun voeten in het water. Via een balustrade boven dijkhoogte
zijn de bovenste woonlagen altijd bereikbaar. De twee onderste etages
zijn bij hoogwater van buitenaf ontoegankelijk en hebben daarom een
aangepaste bestemming, bijvoorbeeld garage.
210. Gemeente : Zevenaar
Ontwerper : -
Initiatiefnemer : -
Status : -
10. Steenfabriek de
210
Koppenwaard
Er is nog weinig inhoudelijk bekend over de voortgang van dit
project. De gemeente heeft onlangs het bureau Kuipercompagnons
opdracht gegeven om de visie voor het gebied op te stellen.
De eigenaar van de Steenfabriek, Van Benthum Recycling Centrale,
heeft de steenfabriek en de omliggende grond een paar jaar geleden
gekocht. Tegen zijn plan om de fabriek te restaureren en natuur te
ontwikkelen in ruil voor ontzanding en berging van licht vervuild
slib, is steeds meer verzet bij lokale politiek en bevolking gerezen.
Was men eerst gevoelig voor een mooie opgeknapte steenfabriek, de
nadelen van ontzanding en de zorg om het vervuilde slib voeren nu
de boventoon.
Vooralsnog is het onduidelijk of uiteindelijk gebruik wordt gemaakt
van de mogelijkheden die de EMAB status biedt.
212. Gemeente : Beuningen
Ontwerper : architect Roza
Initiatiefnemer : BOEi
Status : ruimtelijke visie
11. Steenfabriek
212
de Bunswaard
Het project de Bunswaard bevindt zich op het voormalige steenfabriek-
terrein. Het ensemble aan bebouwing dat in de hoogtijdagen (20-er jaren)
van de steenfabriek aanwezig was, vormt de basis voor de herontwikke-
ling. Deze herontwikkeling concentreert zich op het behoud van de cul-
tuurhistorische elementen op de (hoogwatervrije) zandrug aan de Waal.
Hier staan nog de rijksmonumentale veldoven, steenoven en schoorsteen.
Tot voor kort stonden hier ook een vormelingenloods en enkele haaghut-
ten en was het smalspoor nog zichtbaar. Om de rijksmonumenten in stand
te kunnen houden is middels de EMAB-status beleidsruimte gecreëerd
om een duurzame herontwikkeling van het steenfabriekencomplex te
kunnen realiseren.
De beleidslijn ‘Grote rivieren’ biedt de ruimte om voor bestaande bebou-
wing functieverandering toe te staan waardoor herontwikkeling van
deze gebouwen mogelijk wordt. Rivierverruimende maatregelen zijn niet
nodig.
214. Inhoudelijke aspecten Eerder toegepast Innovatief
Bijdrage aan - Waterstandsdalende -
waterstandsverlaging maatregelen niet nodig
Techniek en veiligheid NB NB
214
Architectonische aspecten + Inpassing nieuwe -
bebouwing in bestaande
contouren
Procesinnovatie NB NB
216. Gemeente : Grave
Ontwerper : Dana Ponec architecten
Initiatiefnemer : samenwerkingsovereenkomst Grond en BouwBureau en gemeente Grave
Status : conceptplan, nog niet vastgesteld
12. Koninginnedijk Grave
216
Het bedrijventerrein Wisseveld wordt de komende jaren herontwikkeld
tot een aantrekkelijke woon- en werklocatie voor diverse doelgroepen.
Onderdeel van de herontwikkeling is het realiseren van de nieuwbouw
voor Zorgcentrum Maaszicht. De zijde van het water en de dijk is voor-
zien voor woningen, waarbij de relatie met het rivierenlandschap een
belangrijk ontwerpthema is.
Het havengebied en het terrein van de betoncentrale worden betrokken
in de plannen. Rond de haven zal een nieuw verblijfsgebied ontstaan
waar ruimte is voor wonen en recreatie. De nieuwe ontwikkelingen
zullen aansluiten op de bebouwing aan de Havenstraat en verwijzen
naar de historische vestigingsstructuur van Grave.
De gebiedsvisie is reeds goedgekeurd door bevoegden.
218. Inhoudelijke aspecten Eerder toegepast Innovatief
Bijdrage aan - + actieve samen-
waterstandsverlaging werking RWS ivm
model- en reken-
faciliteiten voor
waterstandsver-
lagende effecten
218
+ zoektocht naar
waterstandver-
laging buiten eigen
locatie
Techniek en veiligheid + paalwoningen + vroegtijdig
+ hoogwatervrije betrekken van nuts-
ontsluitingen via een bedrijven voor
vlondernetwerk buitendijkse
huisaansluitingen
+ onderzoek naar
mogelijke gevaren
(kruiend ijs, parkeren
tegen palen,...)
Architectonische aspecten + hist. vestigings-
structuur als onder-
grond voor plaatsing
van bebouwing
Procesinnovatie - + actieve samenwer-
king met RWS en
VROM
220. Gemeente : Bergen
Ontwerper : Groenplanning Maastricht BV
Initiatiefnemer : recreatiecentrum Leukermeer BV, NIBA projecten BV
Status : bestemmingsplan in procedure, MER in opmaak
13. Recreatiegebied
220
‘t Leuken
Voor de Maasuiterwaarden tussen Well en Ayen, waarin de EMAB-
locatie valt, is een integrale gebiedsvisie opgesteld. Dit met als doel
om middels een herschikking van functies en een verbetering van
de doorstroming van de Maas, stedenbouwkundige-, ecologische- en
recreatief toeristische ontwikkelingen mogelijk te maken.
Het projectgebied als katalysator voor de omgeving.
Uit deze visie zijn reeds ruimtelijke ontwikkelingsconcepten
voortgevloeid.
222. Inhoudelijke aspecten Eerder toegepast Innovatief
Bijdrage aan + vergroten van doorgang -
waterstandsverlaging door maken van neven-
geulen
Techniek en veiligheid + drijvende woningen -
222
Architectonische aspecten + creëren van -
verschillende types
woonmilieus
Procesinnovatie - + particulier
initiatief dat
anticipeert
op tracébesluit
van het gebied
224. Gemeenten : Venlo en Maasbree
Ontwerper : -
Initiatiefnemer : Provincie Limburg
Status : -
14. Uitplaatsing
224
glastuinbouw
Het project Uitplaatsing glastuinbouw Hout-Blerick voert de pro-
vincie uit in samenspraak met de betrokken tuinders, de gemeenten
Venlo en Maasbree, de LLTB (Limburgse Land-en Tuinbouwbond) en
het Rijk. In het ongeveer 60 ha grote gebied verwerft de provincie 34
ha grond. Binnen enkele jaren zal er 26 ha glas gesloopt worden. Het
doel hiervan is de transformatie van het glastuinbouwgebied tot een
hoogwaardig, groen woongebied, waarin ruimte voor de rivier (per
saldo), natuurontwikkeling en hoge ruimtelijke kwaliteit worden
gerealiseerd. Om de aankoopinvestering opnieuw inzetbaar te maken
gaat de provincie marktpartijen aantrekken die willen deelnemen
aan een of andere vorm van publiek - private samenwerking. Het
project bevindt zich nog in de aanloopfase. De aankoopafspraken zijn
gemaakt en planvorming is in voorbereiding.
226. Gemeenten : Thorn, Heel, Haelen, Roggel en Neer, Swalmen, Roermond en Maasbracht
Ontwerper : Engelman architecten, Groenplanning Maastricht BV
Initiatiefnemer : Maasplassen Roermond BV
Status : Vastgesteld inrichtingsplan, bestemmingsplan in procedure
15. Maasplassen
226
Het project River Residence Roermond bestaat uit twee deelgebieden
namelijk de plassen Donckere Nack en Douvesbeemd. Hierbij worden
97 kleine jachthavens op een verantwoorde wijze ingepast in beide
plassen.
De ontwikkeling van de locatie beoogt ook een stimulans te zijn voor
het project Roermond Waterfront.
230. Conclusie inhoudelijke aspecten
Inhoudelijke aspecten Eerder toegepast
Bijdrage aan Het meest gebruikte voorstel om aan de eis van water-
waterstandsverlaging standsverlaging te voldoen is het vergraven van het
maaiveld en het maken van extra nevengeulen.
230
Techniek en veiligheid Drijvende woningen en paalwoningen zijn alom
vertegenwoordigd. Maasbommel is en blijft ‘de moeder
van de EMAB’. Het “kopiëren en plakken” van deze
drijvende– en paalwoningen, hetzij in een andere
configuratie, gebeurt bij veel projecten.
Architectonische aspecten Bij de meeste projecten ontbreekt een bewuste koppeling
tussen de EMAB-locatie en de omgeving. De plek wordt
ontworpen als identiteitloos eiland. Een aantal projecten
(Grave, Tiel) reikt interessante cultuurhistorische
gegevens aan waarop het nieuwe project is geënt.
De projecten waarbij het enkel gaat om een functie-
verandering van de steenfabriek houden zich meestal
aan de bestaande contouren.
Procesinnovatie In twee projecten (stadsfront TIel, Waalfront Zaltbommel)
wordt intensief samengewerkt met lokale bevolking om
draagkracht te creëren.
231. Innovatie
De intensieve zoektocht naar extra waterstandsverlaging is een opmerkelijk
gegeven dat bij veel projecten terugkeert. Hierbij wordt niet teruggedeinsd om
een gesprek of samenwerking buiten de EMAB-locatie aan te gaan. Hiervan is
Maasdriel een mooi voorbeeld. RWS speelt hierin voor sommige projecten ook een
belangrijke rol, door het aanbieden van hun technische kennis aan de gemeente.
231
Geen tot weinig projecten gaan de uitdaging aan om echt te experimenteren met
nieuwe technieken. Er is een aantal verfrissende ideeën zoals het gebruiken van
een nieuwe woordenschat (paalbungalette). In Tiel gaat men de uitdaging aan om
nieuwe tijdelijke functies buitendijks te brengen . De dijk krijgt hier een vernieu-
wend concept, waarbij ze niet meer een scheidende maar een bindende rol wordt
toegekend.
In de aangereikte oplossingen worden geen vernieuwende ideeën aangereikt in
verband met de architectonische inpassing van het gebied. Een interessant
aspect in Tiel is het opstellen van spelregels voor de beeldkwaliteit in binnen-
en buitendijks gebied.
In de innovatie van het proces scoren veel projecten goed. De reden hiervoor is dat
er een intensieve en vroegtijdige afstemming is met de overheidspartners. RWS en
VROM leveren een constructieve bijdrage aan de gemeente of initiatiefnemers.
232. Algemene conclusie
232
De EMAB-locaties als buitendijkse experimenteertuin voor nieuwe bouw-
vormen waren en zijn een mooie kans voor 15 locaties. We constateren echter
dat innovatieve elementen onderbelicht blijven. De aangereikte oplossingen
houden voorzichtig vast aan de drijvende woningen van Maasbommel, “de
moeder van de EMAB”. De energie wordt vooral ingezet op het halen van de
harde EMAB voorwaarden (waterstandsverlaging) en het rendabel maken van
de ontwikkeling. Hierdoor schiet de ruimtelijke inpassing erbij in en lijkt een
nieuwe vorm van VINEX te ontstaan, al dan niet drijvend of op palen, die tekort
doet aan het identiteitsvolle rivierenlandschap.
233. 233
Nu er een totaaloverzicht van de 15 locaties is gegeven wordt ook duidelijk
dat veel plannen ontworpen worden als eiland en er op een aantal plaatsen
dezelfde moeilijkheden voordoen. Het is tijd voor een uitwisseling van
ervaringen en ideeën.
Desalniettemin hebben de EMAB-projecten tot groot enthousiasme geleid.
Dit blijkt uit het feit dat de gemeenten de EMAB-status ervaren als het winnen
van ‘een speciale prijs’ en hier trots op zijn. Ook is er nauwe samenwerking tussen
de initiatiefnemers en overheidsdiensten. Daarnaast krijgt ook de bevolking in
veel projecten de kans om aan hun rivierengebied “werken”.
234. Wij zijn op zoek na
234
Geen vinex
buitendijks
!
235. naar mensen die echt durven!
235
13
Na het eerste overzicht van de EMABlocaties en hun
uitwerking zijn we opzoek naar de nieuwe toplocaties
met innovatieve voorwaarden.
Grijp nu je kans!
236. Randvoorwaarden EMAB status
236
Om tot ontwikkeling van een EMAB-locatie te komen moeten de
initiatiefnemers aan een aantal voorwaarden voldoen:
a) Het project moet zijn gelegen op een locatie die is opgenomen in de
‘limitatieve lijst met locaties voor experimenten met aangepaste
bouwvormen’, zoals vastgesteld door de minister van VROM en de
staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat.
b) De bouwactiviteit
Bouwactiviteit: een activiteit voor het oprichten van alle soorten
bouwwerken waarvoor een vergunning vereist is (bouwvergunning,
ongrondingenvergunning, Wbr-vergunning e.d.)
237. 1. De bouwactiviteit mag niet in strijd zijn met overige bestaande wet- en
regelgeving (1).
2. De bouwactiviteit dient een uitvoering te zijn van een opgave voor de
ruimtelijke ordening, die past binnen het nationaal en provinciaal
ruimtelijk beleid en die de steun van het rijk en de provincie heeft.
3. De gemeente coördineert en steunt de vergunningsaanvraag.
4. De bouwactiviteit moet op de locatie van de bouwactiviteit en als gevolg
van een genomen rivierverruimende maatregel (zie c.) een netto water-
standsverlagend effect hebben.
5. De mate waarin de ruimtelijke doelstelling wordt gerealiseerd moet in
verhouding staan tot de rivierkundige winst die wordt behaald.
6. De bouwactiviteit en het resultaat ervan mogen geen belemmering vormen
voor toekomstige rivierkundige ontwikkelingen (2).
237
7. Het resultaat van de bouwactiviteit dient zodanig te zijn dat de aanwezig-
heid van het rivierwater hieraan een meerwaarde geeft en dat het is aange-
past aan de aanwezigheid van het rivierwater.
c ) De rivierverruimde maatregel
1. De rivierverruimende maatregel dient op kosten van de initiatiefnemer
uitgevoerd te worden.
2. De rivierverruimende maatregel moet gelijktijdig met het resultaat van de
bouwactiviteit gerealiseerd worden.
3. De rivierverruimende maatregel moet op de locatie van de bouwactiviteit
een zodanig waterstandsverlagend effect hebben, dat met inbegrip van het
resultaat van de bouwactiviteit nog altijd een netto waterstandsverlagend
effect optreedt.
(1) Toelichting: zoals de Wet beheer rijkswaterstaat (Wbr), Woningwet, Wet Verontreiniging Oppervlaktewater,
Wet Ruimteljike Ordening.
(2) Toekomstige rivierkundige ontwikkelingen: o.a. geplande activiteiten in het kader van de PKB Ruimte voor
de Rivier of Integrale Verkenning Maas, Maaswerken, Lange- Termijn-visie Ruimte voor de Rivier.
239. B. Waalweelde 239
De Waal mooier maken, de kans op overstromingen verkleinen en tegelijkertijd
meer kans bieden aan ruimtelijke ontwikkelingen; dat is de doelstelling van
Waalweelde. In de inspiratieatlas wordt een beeld van de Waal geschetst, waarin
visie wordt gekoppeld aan een sterk haalbaarheidsgevoel. De nieuwe hoogwater-
strategie bestaat uit het graven van hoogwatergeulen langs de gehele lengte van
de Waal. Samen vormen ze een structuur van dynamische waterrijke natuurge-
bieden. Tussen de hoogwatergeulen ontstaat ruimte voor eilanden, waarop een
ander gebruiksperspectief mogelijk is. Het nieuwe landschap biedt ruimte en
flexibiliteit voor de inpassing van ontwikkelingswensen van de streek. Dit beeld
valt daadwerkelijk te realiseren als bestaande plannen en concepten slim aan
elkaar worden gekoppeld. Nieuw is de integrale benadering die wordt toegepast.
Er zijn vijf ‘motoren’ die gezamenlijk moeten worden ingezet om het ‘nieuwe’
rivierenlandschap te realiseren, nl: De kleimotor, zandmotor, de groene motor
(natuurontwikkeling), de blauwe motor (rivierverruiming) en de rode motor
(woningbouw).