3. Je bent bewust van je referentiekader
en je houdt er rekening mee dat
anderen handelen vanuit hun
referentiekader
-Oefening
-Duiding
4. referentiekader
….. je gezondheid
Geschiedenis van je
land
Gezin van oorsprong
ben je de jongste,
of nu
oudste of één van de
Je hobby middelste in de familie
….
Lichamelijke
eigenschappen
man/vrouw
Normen en waarden
vanuit je opvoeding wat je persoonlijk
Etnische
meegemaakt hebt
afkomst …
status
van je familie gelovig /
de plaats waar niet gelovig
je woont of
gewoond hebt
Jouw talenten
…..
…..
…..
8. Het park door een andere bril
• Onderzoeken
• Voorbeelden
9. Je beschouwt de ander als een
uniek persoon en stopt mensen
niet in hokjes. Je bent bewust
van het gebruik van stereotypen
en vooroordelen
-Oefening
-Duiding
11. Je gaat zonder vooroordelen op
zoek naar de positieve redenen
van het gedrag van iemand.
Je zoekt het gemeenschappelijke
binnen een bepaalde context.
12. Metafoor van de ijsberg
Observeerbaar
gedrag
Wat je niet
kan
observeren
13. Enkele voorwaarden voor het slagen van
activiteiten
- Het proces:
° Leg contact met de doelgroep
° Gebruik wervende kanalen
- De inhoud:
° Sluit aan bij de belevingswereld van de
doelgroep
° Sluit aan bij de praktijk van de doelgroep
14. Je gaat in dialoog over
achterliggende motieven,
behoeften of belangen.
Je houdt geen
waarheidsgevechten.
16. • Je kent uw eigen communicatiestijl en hoe
die kan overkomen bij anderen.
• Tips om feedback te geven op een goede
manier.
• Communiceren van regels
• Taal als brug en barrière