SlideShare una empresa de Scribd logo
1 de 8
Descargar para leer sin conexión
Oneindig veel     Browneyez


Maggie stopt achter een kleinere auto en kijkt Megan met een
brede glimlach aan.
‘We zijn er, lassie... welkom op McCormick House.’ Op de weg naar
het dorp toe, had Maggie een afslag genomen en was de oprit
opgereden dat naar een groot landhuis leidt. Maar ze staan nu
geparkeerd voor een klein huisje, omringd door een tuin en een
laag wit hekje. Megan stapt uit en kijkt om zich heen. Het is
inmiddels donker en afgezien van één straatlantaarn bij de ingang
van het pad is er verder geen verlichting. Achter het huis strekt een
omvangrijk bos zich uit tot ver voorbij het landhuis verderop. Het
geheel doet wat somber aan, maar Megan voelt zich toch meteen
thuis. Maggie is ondertussen naar de voordeur gelopen en
probeert zacht vloekend de sleutel in het slot te krijgen. De lamp
boven de deur brandt niet, dus het kost haar enige moeite het gat
te vinden. Op het moment dat Megan haar spullen uit de auto pakt,
is het Maggie dan toch gelukt de deur te openen en doet ze de
verlichting in de hal en boven de deur aan. Ze loopt direct door
naar de keuken en roept naar Megan dat ze maar rustig rond moet
kijken terwijl zij alvast een kop thee voor hun gaat maken. Megan
staat even stil in de hal en ziet links een trap naar boven met
daaronder twee deuren, vermoedelijk van een kast en het toilet.
Recht voor haar is de deur naar de keuken waar Maggie zacht
neuriënd de ketel op het vuur zet. Megan opent de deur aan haar
rechterhand en doet het licht aan. Voor haar verschijnt een ruime
woonkamer die een Victoriaanse sfeer ademt. De sofa en stoelen
zijn bekleed met oudroze velours en de kasten, het dressoir, de
secretaire en de tafel zijn van zwaar en donker ebbenhout
gemaakt. Naast het dressoir staat tot Megans grote vreugde een
prachtige schouw van ruw donker hout rond een open haard.
Boven de schouw reikt een antieke en hier en daar wat verweerde
spiegel tot aan het plafond.
‘Lass... er is geen verwarming in het huis, maar achter in de tuin ligt
voldoende haardhout. Dat wordt iedere maand aangevuld door
Oneindig veel     Browneyez


een houthakker uit het dorp. Je weet toch wel hoe je de haard aan
moet steken, hè? En boven zijn ook nog twee kamertjes, maar die
worden als rommelhok gebruikt. De deur naast de kasten leidt naar
je slaapkamer. Kijk maar even op je gemak en pak je spullen maar
uit. De thee is bijna klaar.’ In de slaapkamer hangt dezelfde sfeer
als in de woonkamer en Megan houdt haar adem in als ze het grote
ebbenhouten hemelbed ziet staan. Ze legt haar koffer op het bed
en gaat er naast zitten. Dat ze zich zo snel thuis zou voelen, had ze
nooit durven dromen. Ze besluit haar spullen later uit te pakken en
gaat naar de keuken via een derde deur in de woonkamer. Ook die
is weer even smaakvol ingericht als de rest van het huisje. Langs de
muur staat een donker aanrecht met een ouderwets blad van
okergeel steen. Boven het aanrecht hangt een rij kastjes met
glazen frontjes die in het midden gescheiden wordt door een raam.
Middenin de keuken staat een grote tafel met stoelen die bekleed
zijn met dezelfde stof als het gordijntje dat voor het raam hangt.
Maggie heeft de thee net op tafel gezet en is bezig kleine cakejes
op een bord te schikken. Ze gebaart met haar hoofd naar de
achterdeur.
‘Zo kom je achter in de tuin en aan de linkerkant staat een
overkapping waar het brandhout ligt. Okee, de thee is klaar, dus ga
lekker zitten dan schenk ik het in.’ Maggie neemt nog een paar
dingen door met Megan over het huis en de omgeving en vertelt
haar dat de andere auto waar ze achter parkeerden, van haar
oudste dochter is die voor twee jaar naar een dorpje in Afrika is
gegaan om daar te helpen met het opzetten van een kinderkliniek.
Megan heeft de beschikking over de auto tijdens haar verblijf op
het land van de McCormicks. Het is al na tienen als Maggie opstaat
en haar jas aantrekt.
‘Goed, als je geen vragen meer hebt, dan ga ik nu naar mijn
grootvader. Kan ik hem nog even vertellen dat je veilig bent geland
hier.’ Ze zucht even en kijkt Megan met een scheve grijns aan.
Oneindig veel    Browneyez


‘Hij heeft weinig vertrouwen in de rijprestaties van vrouwen. De
helft van mijn leven heb ik zijn gemopper aan moeten horen,
ondanks het feit dat ik nog steeds zonder schade heb gereden. Dat
kan ik van hem helaas niet zeggen. Nog altijd dankt hij de Heer dat
ik de rit naar hem toe weer overleefd heb. Maar je zult het zelf wel
merken dat hij soms een eigenwijze en koppige man kan zijn met
een hele eigen mening over vrouwenzaken.’ Ze pakt haar tas op en
loopt samen met Megan naar de voordeur. Daar geeft ze Megan
een papiertje met het adres en telefoonnummer van zichzelf en
van het McCormick Huis en benadrukt ze nogmaals dat Megan de
volgende morgen vooral niet te laat moet komen bij Sir Howard
voor een nadere kennismaking; dat zou zijn visie op vrouwen
alleen maar verergeren. Als Maggie weggereden is, sluit Megan de
voordeur en loopt naar de keuken om de theekopjes af te spoelen.
Meezingend met de muziek uit de radio die ze in een van de kasten
heeft ontdekt, pakt ze vervolgens haar spullen uit. Dit is de
komende tijd haar nieuwe gezellige thuis en ze vist haar telefoon
onder uit haar tas om Cindy te laten weten dat alles goed gaat.

In de donkere kamer klinkt gemompel vanaf de bank. Stan ligt te
slapen maar zijn lichaam maakt schokkende bewegingen en hij
draait zijn hoofd wild heen en weer.
"Nee... NEE... Laat haar gaan... niet Marianna... niet... Sethbe...
vervloekte duivel..." Met deze laatste schreeuw rukt Stan zich uit
zijn droom en zit zwaar hijgend rechtop. Hij slaat met een hand
tegen zijn hoofd om de nare herinnering te laten verdwijnen, maar
zoals altijd lukt dat niet. Even blijft hij met zijn armen over zijn
hoofd gebogen zitten op de bank, dan staat hij op en loopt de
kamer uit naar de aangrenzende keuken. Ook hier is het donker
want de luiken zijn gesloten. De ruimte is vuil en stinkt, maar Stan
merkt het niet, hij gebruikt de keuken toch amper. Hij loopt naar
het aanrecht en draait de kraan open waarna hij het koele water
over zijn hoofd laat stromen. Daarna laat hij de wasbak vollopen
Oneindig veel     Browneyez


om de bebloede doeken die erin liggen uit te spoelen. Stan staart
naar de doeken en ziet het bloed eruit trekken en zich vermengen
met het water. Hij rilt en schopt tegen het aanrechtkastje. Dan
draait hij zich om en loopt de keuken uit naar de hal om de
telefoon te pakken. Meade, de slager in het dorp, heeft zijn belofte
gehouden en bevestigt dat Stans bestelling op tijd buiten zal staan.
Langzaam loopt Stan terug naar de keuken om de doeken uit te
wringen. Hij hangt ze over een van de twee eetkamerstoelen
waarvan de rugleuning nog intact is en blijft peinzend staan kijken
met zijn ogen op de dichte ramen gericht. Hij voelt zich eenzaam
en moe. In zijn bleke gezicht lijken zijn donkere ogen nog dieper in
hun kassen weggedrukt dan anders en de schaduwen op zijn
wangen geven hem een bijna uitgemergeld uiterlijk. Stan weet
het... weet dat hij er doodziek uit ziet. Hij hoopt dan ook dat hij
vanavond niemand tegen zal komen onderweg naar Meade’s.
Hij wrijft in zijn ogen en gaat naar de woonkamer waar hij uit de
hoge kast naast de schouw een doos pakt. Hij steekt het vuur in de
haard aan en gaat met de doos op de grond voor de fauteuil zitten.
Even lijkt hij te twijfelen en staart naar de deksel, maar dan haalt hij
hem van de doos af en legt hem er bijna plechtig naast. De doos zit
vol met oude foto's en knipsels uit kranten en tijdschriften; zijn
belangrijkste bezit. Het vertelt over zijn leven, over zijn liefde en
zijn vrienden. Eén voor één pakt hij de knipsels en foto's eruit en
verspreidt ze op de vloer voor hem. Het oudste krantenknipsel dat
dateert uit 1835 uit een Zwitserse krant, bericht over een
mysterieuze moordzaak die onopgelost in de politie-archieven was
verdwenen. Maar voor Stan is het geen mysterie, hij kan zich nog
als de dag van gisteren herinneren wat er toen is gebeurd. Hij
proeft een nare smaak in zijn mond als hij terugdenkt aan het
monster dat voor de moorden verantwoordelijk was. Sethbe... zijn
schepper, zijn mentor. Stan laat zich achterover vallen tegen de
zitting van de fauteuil en sluit zijn ogen. In zijn hoofd spelen zich
weer de bloedstollende taferelen af van de moord op de
Oneindig veel     Browneyez


toenmalige bankdirecteur en zijn gezin. Hij hoort ze weer
schreeuwen van pijn en doodsangst en ziet hoe Sethbe en zijn
gevolg - waaronder hij zelf - zich vergrijpen aan de dames om zich
daarna met hun bloed te voeden. Het huis van de directeur is in
een mum van tijd veranderd in een ravage en alles is besmeurd met
het bloed van de slachtoffers. Stan herinnert zich de geur... die
allesverslindende, gekmakende, heerlijke zoete geur van menselijk
bloed. Hij hoort gelach... de honende lach van iemand zonder
mededogen, zonder een greintje respect en compassie... de lach
van de leider van hun clan, Sethbe. Stan opent zijn ogen en trapt
de doos grommend van zich af.
‘Nooit meer. Nooit zal ik weer in jouw klauwen terecht komen, jij
vervloekte vampier. Nooit zal ik weer voor je kruipen. Je hebt mijn
leven verwoest en mijn liefde vermoord.’
Dan valt zijn oog op een kleine afbeelding dat op een stuk
perkament geschilderd is en dat uit een stapeltje krantenknipsels
steekt. Heel voorzichtig pakt hij de broze beschildering op en een
waas van verdriet glijdt over zijn gezicht. Het is een afbeelding van
de mooie Marianna, zijn geliefde, die hij gemaakt heeft nadat hij
haar de eerste keer zag in de tuin van het landgoed waar zij
woonde... vóór haar transformatie. Marianna woonde toen in
Torino en stamde uit een adelijke Italiaanse familie. Maar haar
moeder kwam uit zijn geboorteland, Hongarije. Er verschijnt een
flauwe glimlach op Stans gezicht als hij terug denkt aan die avond
in de immense en fraaie tuin waar Marianna met haar zus toen een
balspel speelden. Zo jong en zo mooi had ze eruit gezien: de
donkere krullen rond een lief en open gezichtje, en haar
grijsblauwe ogen en volle mond hadden een onweerstaanbare
aantrekkingskracht op hem uitgeoefdend. Hij had haar dolgraag de
zijne willen maken... de zijne in onsterfelijkheid. Maar hij vond haar
nog iets te jong. Hoe oud zou ze toen zijn geweest? Een jaar of
zeventien? Nee, hij had liever nog een jaartje willen wachten
voordat hij haar benaderde. Bijna iedere avond was hij naar het
Oneindig veel     Browneyez


landhuis geslopen en haar balkon op gekropen. Hij had stilletjes al
haar bewegingen gevolgd en kleine tekeningetjes gemaakt met
een stuk houtskool. Een aantal maanden lang had hij zich heel
gelukkig gevoeld en gedacht dat er niets mis kon gaan. Maar
Sethbe was erachter gekomen en had Stan ten overstaan van de
clan uitgelachen en uitgedaagd. Korte tijd later toen Stan op een
avond weer naar het landhuis was gegaan, trof hij daar een
bloedbad aan. Als een razende was hij door het huis gevlogen op
zoek naar Marianna, maar kon haar lichaam nergens vinden.
Sethbe was hem te vlug af geweest. Wekenlang werd Marianna
gevangen gehouden door de vampier en wat Stan ook probeerde,
hij mocht haar alleen van een afstandje bekijken. Nooit zal hij de
avond vergeten dat Sethbe Marianna zijn kus des doods gaf. Stan
was razend geweest en zelfs nu, ruim een eeuw later, voelt hij nog
steeds de wanhoop en de onrechtvaardigheid. Sethbe en hij
hadden daarna een vreselijk gevecht gevoerd, maar Stan had zich
toch gewonnen moeten geven. Marianna transformeerde en
daarmee had Sethbe dan wel haar lichaam gevangen, maar op de
een of andere manier bleef haar ziel uit zijn grip. Marianna trok
meer en meer naar Stan toe, wat bij Sethbe een ziekmakende
jaloezie veroorzaakte.
Stan legt de afbeelding en de knipsels terug in de doos en staat op.
Hij wil er niet verder over nadenken, het is een te pijnlijke
herinnering. Hij draait zich om en loopt naar de gang waar hij zijn
lange zwarte jas aandoet. Hij gooit de deur achter zich dicht en
springt in de jeep die voor het huis staat. Het is hoog tijd zijn
bestelling bij Meade's op te halen.

Langzaam stuurt hij de wagen door de steeg naast de slagerij en
ziet dat de afgedekte emmers met bloed buiten het hek zijn gezet.
Hij weet nog hoe Meade hem had aangekeken toen hij een paar
weken geleden in de slagerij was gekomen en had gevraagd om
slachtveebloed. Meade had eerst geweigerd en gevraagd waar hij
Oneindig veel     Browneyez


dat bloed voor nodig had, maar Stan had gezwegen. Korte tijd
later waren allerlei geruchten door het dorp gegaan over die
mysterieuze donkere vreemdeling die in het bos woont op het
landgoed van Sir Howard. Mary, de huishoudster van de
McCormicks, had hem de verhalen verteld die over hem rond
gingen en velen daarvan hadden Stan in lachen doen uitbarsten.
Maar Mary had hem zwaarmoedig aangekeken en gezegd dat het
zo vreemd niet was wat de dorpelingen dachten. En natuurlijk had
ze gelijk. Het was al een wonder dat zij hem zo snel had
geaccepteerd. De meeste mensen die ooit in aanraking waren
geweest met vampieren, waren niet zo tolerant, als ze die
ontmoeting al hadden overleefd. Toen hij haar op een dag had
bedankt voor haar ruimdenkendheid en vooral voor haar
vertrouwen, had ze dat weggewuifd en gezegd dat zij voelde dat
de man in hem sterker was dan de vampier. Sir Howard had
ondertussen ingepraat op Meade en nu kon hij eindelijk zijn
voeding halen. Stan voelt zich opgelucht in de wetenschap dat hij
voorlopig niet meer in het bos naar dieren hoeft te zoeken; de
jacht had hem al die weken vreselijk tegen gestaan en ziek
gemaakt.
Terwijl hij de emmers achter in de jeep zet, ruikt hij opeens een
heerlijke geur. Zonnig, zoet en warm dringt het langzaam zijn neus
binnen en hij sluit even zijn ogen om er van te genieten. Dan ziet hij
aan het eind van het steegje op het voetpad een vrouw staan en ze
draait zich naar hem toe.
‘Meneer, kunt u mij even helpen? Ik ben op zoek naar de
bibliotheek... die zou tot negen uur open moeten zijn, maar...’ De
vrouw komt zijn kant uit gelopen en Stan moet hevig zijn drang
onderdrukken om naar haar toe te rennen en haar te proeven. Na
al die jaren voelt hij weer de klauwen van de vampier in zich, zijn
lichaam die schreeuwt om vers en warm menselijk bloed. Maar
tegelijkertijd walgt hij van zichzelf, van dat gevoel en wil alleen nog
maar vluchten. Zijn ziel is weer in gevecht met zijn natuur en hij kan
Oneindig veel     Browneyez


zich niet meer herinneren hoe lang het is geleden dat hij die strijd
zo heftig heeft gevoeld. Als de naderende vrouw in het licht stapt,
voelt Stan zijn hele wezen verstarren. Vol ongeloof kijkt hij naar
haar. Dat haar, die mond, haar gestalte... ze lijken zo bekend, ze
lijkt op... Maar dat is onmogelijk, Marianna was vampier en tot as
verbrand. Secondenlang staat hij als verlamd te kijken naar de
vrouw die inmiddels ook is blijven staan. Dan slaat hij de achterklep
van de jeep dicht en springt in de auto, de vrouw volledig
verbijsterd in het steegje achter latend.

Más contenido relacionado

La actualidad más candente

La actualidad más candente (19)

3dagenkijken
3dagenkijken3dagenkijken
3dagenkijken
 
Update 71
Update 71Update 71
Update 71
 
Update 79
Update 79Update 79
Update 79
 
Vrijewil1dag
Vrijewil1dagVrijewil1dag
Vrijewil1dag
 
Vrijewilchall
VrijewilchallVrijewilchall
Vrijewilchall
 
Update 78
Update 78Update 78
Update 78
 
10 g. verwijk 31
10 g. verwijk 3110 g. verwijk 31
10 g. verwijk 31
 
Pleasantview 1
Pleasantview 1Pleasantview 1
Pleasantview 1
 
VW: Happy Family?
VW: Happy Family?VW: Happy Family?
VW: Happy Family?
 
2dagenkijken
2dagenkijken2dagenkijken
2dagenkijken
 
10 G. Slijper
10 G. Slijper10 G. Slijper
10 G. Slijper
 
Happyhappy
HappyhappyHappyhappy
Happyhappy
 
VW
VWVW
VW
 
Wk hoofdstuk 34b
Wk hoofdstuk 34bWk hoofdstuk 34b
Wk hoofdstuk 34b
 
VW: Happy Family?
VW: Happy Family?VW: Happy Family?
VW: Happy Family?
 
10gc3.18
10gc3.1810gc3.18
10gc3.18
 
Update 85
Update 85Update 85
Update 85
 
10gc Bruijn 3.6 B
10gc Bruijn 3.6 B10gc Bruijn 3.6 B
10gc Bruijn 3.6 B
 
10.G Rozenbloem - deze keer wél 10 bloeiende generaties ~ Hoofdstuk 6
10.G Rozenbloem - deze keer wél 10 bloeiende generaties ~ Hoofdstuk 610.G Rozenbloem - deze keer wél 10 bloeiende generaties ~ Hoofdstuk 6
10.G Rozenbloem - deze keer wél 10 bloeiende generaties ~ Hoofdstuk 6
 

Similar a Oneindig veel fragment

Similar a Oneindig veel fragment (20)

The Smith Family!
The Smith Family!The Smith Family!
The Smith Family!
 
Update 81
Update 81Update 81
Update 81
 
Winterklanken fragment
Winterklanken fragmentWinterklanken fragment
Winterklanken fragment
 
1.1 HF Mallford
1.1 HF Mallford1.1 HF Mallford
1.1 HF Mallford
 
Thuis fragment
Thuis fragmentThuis fragment
Thuis fragment
 
Pleasantview 2
Pleasantview 2Pleasantview 2
Pleasantview 2
 
Update 70
Update 70Update 70
Update 70
 
10 g. verwijk 23
10 g. verwijk 2310 g. verwijk 23
10 g. verwijk 23
 
10 g. verwijk 5.1
10 g. verwijk 5.110 g. verwijk 5.1
10 g. verwijk 5.1
 
Update 9
Update 9Update 9
Update 9
 
10gc Bruijn 3.9 Deel B
10gc Bruijn 3.9 Deel B10gc Bruijn 3.9 Deel B
10gc Bruijn 3.9 Deel B
 
Update 3
Update 3Update 3
Update 3
 
Donkere wolken #1
Donkere wolken #1Donkere wolken #1
Donkere wolken #1
 
Lovestory Update 1
Lovestory Update 1Lovestory Update 1
Lovestory Update 1
 
Pleasantview 1
Pleasantview 1Pleasantview 1
Pleasantview 1
 
10 g robeyn 1.1
10 g robeyn 1.110 g robeyn 1.1
10 g robeyn 1.1
 
10G 1.7
10G 1.710G 1.7
10G 1.7
 
Presentatie2
Presentatie2Presentatie2
Presentatie2
 
10 G. Slijper 23
10 G. Slijper 2310 G. Slijper 23
10 G. Slijper 23
 
Update 8
Update 8Update 8
Update 8
 

Oneindig veel fragment

  • 1. Oneindig veel Browneyez Maggie stopt achter een kleinere auto en kijkt Megan met een brede glimlach aan. ‘We zijn er, lassie... welkom op McCormick House.’ Op de weg naar het dorp toe, had Maggie een afslag genomen en was de oprit opgereden dat naar een groot landhuis leidt. Maar ze staan nu geparkeerd voor een klein huisje, omringd door een tuin en een laag wit hekje. Megan stapt uit en kijkt om zich heen. Het is inmiddels donker en afgezien van één straatlantaarn bij de ingang van het pad is er verder geen verlichting. Achter het huis strekt een omvangrijk bos zich uit tot ver voorbij het landhuis verderop. Het geheel doet wat somber aan, maar Megan voelt zich toch meteen thuis. Maggie is ondertussen naar de voordeur gelopen en probeert zacht vloekend de sleutel in het slot te krijgen. De lamp boven de deur brandt niet, dus het kost haar enige moeite het gat te vinden. Op het moment dat Megan haar spullen uit de auto pakt, is het Maggie dan toch gelukt de deur te openen en doet ze de verlichting in de hal en boven de deur aan. Ze loopt direct door naar de keuken en roept naar Megan dat ze maar rustig rond moet kijken terwijl zij alvast een kop thee voor hun gaat maken. Megan staat even stil in de hal en ziet links een trap naar boven met daaronder twee deuren, vermoedelijk van een kast en het toilet. Recht voor haar is de deur naar de keuken waar Maggie zacht neuriënd de ketel op het vuur zet. Megan opent de deur aan haar rechterhand en doet het licht aan. Voor haar verschijnt een ruime woonkamer die een Victoriaanse sfeer ademt. De sofa en stoelen zijn bekleed met oudroze velours en de kasten, het dressoir, de secretaire en de tafel zijn van zwaar en donker ebbenhout gemaakt. Naast het dressoir staat tot Megans grote vreugde een prachtige schouw van ruw donker hout rond een open haard. Boven de schouw reikt een antieke en hier en daar wat verweerde spiegel tot aan het plafond. ‘Lass... er is geen verwarming in het huis, maar achter in de tuin ligt voldoende haardhout. Dat wordt iedere maand aangevuld door
  • 2. Oneindig veel Browneyez een houthakker uit het dorp. Je weet toch wel hoe je de haard aan moet steken, hè? En boven zijn ook nog twee kamertjes, maar die worden als rommelhok gebruikt. De deur naast de kasten leidt naar je slaapkamer. Kijk maar even op je gemak en pak je spullen maar uit. De thee is bijna klaar.’ In de slaapkamer hangt dezelfde sfeer als in de woonkamer en Megan houdt haar adem in als ze het grote ebbenhouten hemelbed ziet staan. Ze legt haar koffer op het bed en gaat er naast zitten. Dat ze zich zo snel thuis zou voelen, had ze nooit durven dromen. Ze besluit haar spullen later uit te pakken en gaat naar de keuken via een derde deur in de woonkamer. Ook die is weer even smaakvol ingericht als de rest van het huisje. Langs de muur staat een donker aanrecht met een ouderwets blad van okergeel steen. Boven het aanrecht hangt een rij kastjes met glazen frontjes die in het midden gescheiden wordt door een raam. Middenin de keuken staat een grote tafel met stoelen die bekleed zijn met dezelfde stof als het gordijntje dat voor het raam hangt. Maggie heeft de thee net op tafel gezet en is bezig kleine cakejes op een bord te schikken. Ze gebaart met haar hoofd naar de achterdeur. ‘Zo kom je achter in de tuin en aan de linkerkant staat een overkapping waar het brandhout ligt. Okee, de thee is klaar, dus ga lekker zitten dan schenk ik het in.’ Maggie neemt nog een paar dingen door met Megan over het huis en de omgeving en vertelt haar dat de andere auto waar ze achter parkeerden, van haar oudste dochter is die voor twee jaar naar een dorpje in Afrika is gegaan om daar te helpen met het opzetten van een kinderkliniek. Megan heeft de beschikking over de auto tijdens haar verblijf op het land van de McCormicks. Het is al na tienen als Maggie opstaat en haar jas aantrekt. ‘Goed, als je geen vragen meer hebt, dan ga ik nu naar mijn grootvader. Kan ik hem nog even vertellen dat je veilig bent geland hier.’ Ze zucht even en kijkt Megan met een scheve grijns aan.
  • 3. Oneindig veel Browneyez ‘Hij heeft weinig vertrouwen in de rijprestaties van vrouwen. De helft van mijn leven heb ik zijn gemopper aan moeten horen, ondanks het feit dat ik nog steeds zonder schade heb gereden. Dat kan ik van hem helaas niet zeggen. Nog altijd dankt hij de Heer dat ik de rit naar hem toe weer overleefd heb. Maar je zult het zelf wel merken dat hij soms een eigenwijze en koppige man kan zijn met een hele eigen mening over vrouwenzaken.’ Ze pakt haar tas op en loopt samen met Megan naar de voordeur. Daar geeft ze Megan een papiertje met het adres en telefoonnummer van zichzelf en van het McCormick Huis en benadrukt ze nogmaals dat Megan de volgende morgen vooral niet te laat moet komen bij Sir Howard voor een nadere kennismaking; dat zou zijn visie op vrouwen alleen maar verergeren. Als Maggie weggereden is, sluit Megan de voordeur en loopt naar de keuken om de theekopjes af te spoelen. Meezingend met de muziek uit de radio die ze in een van de kasten heeft ontdekt, pakt ze vervolgens haar spullen uit. Dit is de komende tijd haar nieuwe gezellige thuis en ze vist haar telefoon onder uit haar tas om Cindy te laten weten dat alles goed gaat. In de donkere kamer klinkt gemompel vanaf de bank. Stan ligt te slapen maar zijn lichaam maakt schokkende bewegingen en hij draait zijn hoofd wild heen en weer. "Nee... NEE... Laat haar gaan... niet Marianna... niet... Sethbe... vervloekte duivel..." Met deze laatste schreeuw rukt Stan zich uit zijn droom en zit zwaar hijgend rechtop. Hij slaat met een hand tegen zijn hoofd om de nare herinnering te laten verdwijnen, maar zoals altijd lukt dat niet. Even blijft hij met zijn armen over zijn hoofd gebogen zitten op de bank, dan staat hij op en loopt de kamer uit naar de aangrenzende keuken. Ook hier is het donker want de luiken zijn gesloten. De ruimte is vuil en stinkt, maar Stan merkt het niet, hij gebruikt de keuken toch amper. Hij loopt naar het aanrecht en draait de kraan open waarna hij het koele water over zijn hoofd laat stromen. Daarna laat hij de wasbak vollopen
  • 4. Oneindig veel Browneyez om de bebloede doeken die erin liggen uit te spoelen. Stan staart naar de doeken en ziet het bloed eruit trekken en zich vermengen met het water. Hij rilt en schopt tegen het aanrechtkastje. Dan draait hij zich om en loopt de keuken uit naar de hal om de telefoon te pakken. Meade, de slager in het dorp, heeft zijn belofte gehouden en bevestigt dat Stans bestelling op tijd buiten zal staan. Langzaam loopt Stan terug naar de keuken om de doeken uit te wringen. Hij hangt ze over een van de twee eetkamerstoelen waarvan de rugleuning nog intact is en blijft peinzend staan kijken met zijn ogen op de dichte ramen gericht. Hij voelt zich eenzaam en moe. In zijn bleke gezicht lijken zijn donkere ogen nog dieper in hun kassen weggedrukt dan anders en de schaduwen op zijn wangen geven hem een bijna uitgemergeld uiterlijk. Stan weet het... weet dat hij er doodziek uit ziet. Hij hoopt dan ook dat hij vanavond niemand tegen zal komen onderweg naar Meade’s. Hij wrijft in zijn ogen en gaat naar de woonkamer waar hij uit de hoge kast naast de schouw een doos pakt. Hij steekt het vuur in de haard aan en gaat met de doos op de grond voor de fauteuil zitten. Even lijkt hij te twijfelen en staart naar de deksel, maar dan haalt hij hem van de doos af en legt hem er bijna plechtig naast. De doos zit vol met oude foto's en knipsels uit kranten en tijdschriften; zijn belangrijkste bezit. Het vertelt over zijn leven, over zijn liefde en zijn vrienden. Eén voor één pakt hij de knipsels en foto's eruit en verspreidt ze op de vloer voor hem. Het oudste krantenknipsel dat dateert uit 1835 uit een Zwitserse krant, bericht over een mysterieuze moordzaak die onopgelost in de politie-archieven was verdwenen. Maar voor Stan is het geen mysterie, hij kan zich nog als de dag van gisteren herinneren wat er toen is gebeurd. Hij proeft een nare smaak in zijn mond als hij terugdenkt aan het monster dat voor de moorden verantwoordelijk was. Sethbe... zijn schepper, zijn mentor. Stan laat zich achterover vallen tegen de zitting van de fauteuil en sluit zijn ogen. In zijn hoofd spelen zich weer de bloedstollende taferelen af van de moord op de
  • 5. Oneindig veel Browneyez toenmalige bankdirecteur en zijn gezin. Hij hoort ze weer schreeuwen van pijn en doodsangst en ziet hoe Sethbe en zijn gevolg - waaronder hij zelf - zich vergrijpen aan de dames om zich daarna met hun bloed te voeden. Het huis van de directeur is in een mum van tijd veranderd in een ravage en alles is besmeurd met het bloed van de slachtoffers. Stan herinnert zich de geur... die allesverslindende, gekmakende, heerlijke zoete geur van menselijk bloed. Hij hoort gelach... de honende lach van iemand zonder mededogen, zonder een greintje respect en compassie... de lach van de leider van hun clan, Sethbe. Stan opent zijn ogen en trapt de doos grommend van zich af. ‘Nooit meer. Nooit zal ik weer in jouw klauwen terecht komen, jij vervloekte vampier. Nooit zal ik weer voor je kruipen. Je hebt mijn leven verwoest en mijn liefde vermoord.’ Dan valt zijn oog op een kleine afbeelding dat op een stuk perkament geschilderd is en dat uit een stapeltje krantenknipsels steekt. Heel voorzichtig pakt hij de broze beschildering op en een waas van verdriet glijdt over zijn gezicht. Het is een afbeelding van de mooie Marianna, zijn geliefde, die hij gemaakt heeft nadat hij haar de eerste keer zag in de tuin van het landgoed waar zij woonde... vóór haar transformatie. Marianna woonde toen in Torino en stamde uit een adelijke Italiaanse familie. Maar haar moeder kwam uit zijn geboorteland, Hongarije. Er verschijnt een flauwe glimlach op Stans gezicht als hij terug denkt aan die avond in de immense en fraaie tuin waar Marianna met haar zus toen een balspel speelden. Zo jong en zo mooi had ze eruit gezien: de donkere krullen rond een lief en open gezichtje, en haar grijsblauwe ogen en volle mond hadden een onweerstaanbare aantrekkingskracht op hem uitgeoefdend. Hij had haar dolgraag de zijne willen maken... de zijne in onsterfelijkheid. Maar hij vond haar nog iets te jong. Hoe oud zou ze toen zijn geweest? Een jaar of zeventien? Nee, hij had liever nog een jaartje willen wachten voordat hij haar benaderde. Bijna iedere avond was hij naar het
  • 6. Oneindig veel Browneyez landhuis geslopen en haar balkon op gekropen. Hij had stilletjes al haar bewegingen gevolgd en kleine tekeningetjes gemaakt met een stuk houtskool. Een aantal maanden lang had hij zich heel gelukkig gevoeld en gedacht dat er niets mis kon gaan. Maar Sethbe was erachter gekomen en had Stan ten overstaan van de clan uitgelachen en uitgedaagd. Korte tijd later toen Stan op een avond weer naar het landhuis was gegaan, trof hij daar een bloedbad aan. Als een razende was hij door het huis gevlogen op zoek naar Marianna, maar kon haar lichaam nergens vinden. Sethbe was hem te vlug af geweest. Wekenlang werd Marianna gevangen gehouden door de vampier en wat Stan ook probeerde, hij mocht haar alleen van een afstandje bekijken. Nooit zal hij de avond vergeten dat Sethbe Marianna zijn kus des doods gaf. Stan was razend geweest en zelfs nu, ruim een eeuw later, voelt hij nog steeds de wanhoop en de onrechtvaardigheid. Sethbe en hij hadden daarna een vreselijk gevecht gevoerd, maar Stan had zich toch gewonnen moeten geven. Marianna transformeerde en daarmee had Sethbe dan wel haar lichaam gevangen, maar op de een of andere manier bleef haar ziel uit zijn grip. Marianna trok meer en meer naar Stan toe, wat bij Sethbe een ziekmakende jaloezie veroorzaakte. Stan legt de afbeelding en de knipsels terug in de doos en staat op. Hij wil er niet verder over nadenken, het is een te pijnlijke herinnering. Hij draait zich om en loopt naar de gang waar hij zijn lange zwarte jas aandoet. Hij gooit de deur achter zich dicht en springt in de jeep die voor het huis staat. Het is hoog tijd zijn bestelling bij Meade's op te halen. Langzaam stuurt hij de wagen door de steeg naast de slagerij en ziet dat de afgedekte emmers met bloed buiten het hek zijn gezet. Hij weet nog hoe Meade hem had aangekeken toen hij een paar weken geleden in de slagerij was gekomen en had gevraagd om slachtveebloed. Meade had eerst geweigerd en gevraagd waar hij
  • 7. Oneindig veel Browneyez dat bloed voor nodig had, maar Stan had gezwegen. Korte tijd later waren allerlei geruchten door het dorp gegaan over die mysterieuze donkere vreemdeling die in het bos woont op het landgoed van Sir Howard. Mary, de huishoudster van de McCormicks, had hem de verhalen verteld die over hem rond gingen en velen daarvan hadden Stan in lachen doen uitbarsten. Maar Mary had hem zwaarmoedig aangekeken en gezegd dat het zo vreemd niet was wat de dorpelingen dachten. En natuurlijk had ze gelijk. Het was al een wonder dat zij hem zo snel had geaccepteerd. De meeste mensen die ooit in aanraking waren geweest met vampieren, waren niet zo tolerant, als ze die ontmoeting al hadden overleefd. Toen hij haar op een dag had bedankt voor haar ruimdenkendheid en vooral voor haar vertrouwen, had ze dat weggewuifd en gezegd dat zij voelde dat de man in hem sterker was dan de vampier. Sir Howard had ondertussen ingepraat op Meade en nu kon hij eindelijk zijn voeding halen. Stan voelt zich opgelucht in de wetenschap dat hij voorlopig niet meer in het bos naar dieren hoeft te zoeken; de jacht had hem al die weken vreselijk tegen gestaan en ziek gemaakt. Terwijl hij de emmers achter in de jeep zet, ruikt hij opeens een heerlijke geur. Zonnig, zoet en warm dringt het langzaam zijn neus binnen en hij sluit even zijn ogen om er van te genieten. Dan ziet hij aan het eind van het steegje op het voetpad een vrouw staan en ze draait zich naar hem toe. ‘Meneer, kunt u mij even helpen? Ik ben op zoek naar de bibliotheek... die zou tot negen uur open moeten zijn, maar...’ De vrouw komt zijn kant uit gelopen en Stan moet hevig zijn drang onderdrukken om naar haar toe te rennen en haar te proeven. Na al die jaren voelt hij weer de klauwen van de vampier in zich, zijn lichaam die schreeuwt om vers en warm menselijk bloed. Maar tegelijkertijd walgt hij van zichzelf, van dat gevoel en wil alleen nog maar vluchten. Zijn ziel is weer in gevecht met zijn natuur en hij kan
  • 8. Oneindig veel Browneyez zich niet meer herinneren hoe lang het is geleden dat hij die strijd zo heftig heeft gevoeld. Als de naderende vrouw in het licht stapt, voelt Stan zijn hele wezen verstarren. Vol ongeloof kijkt hij naar haar. Dat haar, die mond, haar gestalte... ze lijken zo bekend, ze lijkt op... Maar dat is onmogelijk, Marianna was vampier en tot as verbrand. Secondenlang staat hij als verlamd te kijken naar de vrouw die inmiddels ook is blijven staan. Dan slaat hij de achterklep van de jeep dicht en springt in de auto, de vrouw volledig verbijsterd in het steegje achter latend.