11. 1
Zing, mijn ziel, voor God uw HERE,
zing die u het leven geeft.
Zing, mijn ziel, uw God ter ere,
zing voor Hem zolang gij leeft.
Ziel, gij zijt geboren tot
zingen voor den HEER uw God.
12. 2
Reken niet op mensenwaarde,
want bij mensen is geen baat.
Aarde wordt een mens tot aarde,
als zijn adem uit hem gaat.
Ligt niet alles wat hij wil
met zijn laatste adem stil?
14. 3
Heil wien Jakobs God wil bijstaan,
heil die God ter hulpe riep.
Want zijn heil zal niet voorbijgaan,
God is trouw aan wat Hij schiep.
Wat in hemel, zee of aard
woont, is in zijn hand bewaard.
34. Komt laat ons zingen (EL 348) t. H. Kingsbury; m. A.R. Steadman; v. J.v.d. Werken.
35. Komt laat ons zingen (EL 348) t. H. Kingsbury; m. A.R. Steadman; v. J.v.d. Werken.
36. Komt laat ons zingen (EL 348) t. H. Kingsbury; m. A.R. Steadman; v. J.v.d. Werken.
37. Komt laat ons zingen (EL 348) t. H. Kingsbury; m. A.R. Steadman; v. J.v.d. Werken.
38. Komt laat ons zingen (EL 348) t. H. Kingsbury; m. A.R. Steadman; v. J.v.d. Werken.
39. Komt laat ons zingen (EL 348) t. H. Kingsbury; m. A.R. Steadman; v. J.v.d. Werken.
40. Lezen 1 Korinthe 10 : 1 – 4 NBV
Israël als voorbeeld
101Broeders en zusters, ik wil graag dat u
weet dat onze voorouders allemaal door de
wolk werden beschermd en allemaal door de
zee trokken, 2dat ze zich allemaal in de naam
van Mozes lieten dopen in de wolk en in de
zee. 3En ze aten allemaal hetzelfde geestelijke
voedsel 4en dronken allemaal dezelfde
geestelijke drank. Ze dronken uit de
geestelijke rots die hen volgde – en die rots
was Christus.