2024 jan 21 - Dhr Pasterkamp (Thema: Hij deed het niet)
van kleine en en grote dingen
1. Fijn dat u er bent. Vanavond zal dhr Kamphuis ons voorgaan met als thema: ”Kleine mensen en grote dingen” Organist is dhr Joh. de Vries Een gezegende samenkomst.
2. Lied voor de dienst ELB 232 Is hier een hart, door vrees benard, vermoeid door 's levens strijd?
3. Is hier een hart, door vrees benard, vermoeid door 's levens strijd? Twijfel drukt u neer; gij struikelt telkens weer;
4. o, vat weer moed, want God is goed en steeds tot hulp bereid! Zo gij slechts kunt geloven, ziet gi,j zijn heerlijkheid.
5. Refrein: Daar zijn geen grenzen aan Jezus' macht voor elk die wond'ren van Hem verwacht. Ja, wie Hem aanraakt ervaart zijn kracht. Daar zijn geen grenzen aan Jezus' macht.
6. Elb. 232 : 2 Gaat gij gebukt, door zorg gedrukt? Leg dan uw lasten neer! Tob niet langer voort, vertrouw op 's Heren woord!
7. Hij hoort uw bee en schenkt u vree in liefde eind'loos teer. Zo gij slechts kunt geloven, niets is onmooglijk meer!
8. Refrein: Daar zijn geen grenzen aan Jezus' macht voor elk die wond'ren van Hem verwacht. Ja, wie Hem aanraakt ervaart zijn kracht. Daar zijn geen grenzen aan Jezus' macht.
9. Fijn dat u er bent. Vanavond zal dhr Kamphuis ons voorgaan met als thema: ”Kleine mensen en grote dingen” Organist is dhr Joh. de Vries Een gezegende samenkomst.
10. Opw. 58 Vrede zij u, vrede zij u, gelijk Mij de Vader zond, zend Ik ook u. Vrede zij u, vrede zij u, gelijk Mij de Vader zond, zend Ik ook u.
11. Blijft in mijn vrede, blijft in Mij. Mijn woord moet in u zijn, dat maakt u vrij. Blijft in mijn vrede, blijft in Mij. Mijn woord moet in u zijn, dat maakt u vrij.
12. Ontvangt mijn Geest, heilige Geest. Hij zal u leiden, weest niet bevreesd. Ontvangt mijn Geest, heilige Geest. Hij zal u leiden, weest niet bevreesd.
13. Vrede zij u, vrede zij u, gelijk Mij de Vader zond, zend Ik ook u. Vrede zij u, vrede zij u, gelijk Mij de Vader zond, zend Ik ook u.
15. Refrein: Jezus leeft in eeuwigheid, zijn sjaloom wordt werkelijkheid. Alle dingen maakt Hij nieuw. Hij is de Heer van mijn leven.
16. Straks als er een nieuwe dag begint, en het licht het van het duister wint, mag ik bij Hem binnengaan, voor zijn troon gaan staan. Hef ik daar mijn loflied aan
17. (refrein) Jezus leeft in eeuwigheid, zijn sjaloom wordt werkelijkheid. Alle dingen maakt Hij nieuw. Hij is de Heer van mijn leven.
18. Straks wanneer de grote dag begint, en het licht voor altijd overwint, zal de hemel opengaan, komt de Heer er aan. Heffen wij dit loflied aan:
19. Jezus komt in heerlijkheid, zijn sjaloom wordt wereldwijd. Alle dingen maakt Hij nieuw. Hij is de Heer van ons leven.
21. Heer ik kom tot U; neem mijn hart, verander mij, als ik U ontmoet vind ik rust bij U. Want Heer ik heb ontdekt, dat als ik aan uw voeten ben, trots en twijfel wijken voor de kracht van uw liefde.
22. Houd mij vast, laat uw liefde stromen. Houd mij vast, heel dichtbij uw hart. Ik voel uw kracht en stijg op als een arend; dan zweef ik op de wind, gedragen door uw Geest en de kracht van uw liefde.
23. Heer, kom dichterbij dan kan ik uw schoonheid zien en uw liefde voelen, diep in mij. En Heer, leer mij uw wil, zodat ik U steeds dienen kan en elke dag mag leven door de kracht van uw liefde
24. 1. Houd mij vast, laat uw liefde stromen. Houd mij vast, heel dichtbij uw hart. Ik voel uw kracht en stijg op als een arend; dan zweef ik op de wind, gedragen door uw Geest en de kracht van uw liefde.
25. 2. Houd mij vast, laat uw liefde stromen. Houd mij vast, heel dichtbij uw hart. Ik voel uw kracht en stijg op als een arend; dan zweef ik op de wind, gedragen door uw Geest en de kracht van uw liefde.
26. dan zweef ik op de wind, gedragen door uw Geest en de kracht van uw liefde.
27. We lezen uit Johannes 6 : 1 t/m 15 De spijziging van de vijfduizend
28. 1 Daarna vertrok Jezus naar de overzijde van de zee van Tiberias in Galilea. 2 En Hem volgde een grote schare, omdat zij de tekenen zagen, die Hij aan zieken verrichtte. 3 En Jezus ging de berg op en zat daar neder met zijn discipelen.
29. 4 En het Pascha, het feest der Joden, was nabij. 5 Toen Jezus dan de ogen opsloeg en zag, dat een grote schare tot Hem kwam, zeide Hij tot Filippus: Waar zullen wij broden kopen, dat dezen kunnen eten? 6 Maar dit zeide Hij om hem op de proef te stellen,
30. want Hij wist zelf, wat Hij doen zou. 7 Filippus antwoordde Hem: Tweehonderd schellingen brood is voor dezen niet genoeg, als ieder een kleine hoeveelheid zal krijgen. 8 Een van zijn discipelen, Andreas, de broeder van Simon Petrus, zeide tot Hem:
31. 9 Hier is een jongen, die vijf gerstebroden en twee vissen heeft; maar wat betekent dit voor zovelen? 10 Jezus zeide: Laat de mensen gaan zitten. Nu was er veel gras op die plaats. De mannen gingen dus zitten, ten getale van omstreeks vijfduizend.
32. 11 Jezus dan nam de broden, dankte en verdeelde ze onder hen, die daar zaten, evenzo van de vissen, zoveel zij wensten. 12 En toen zij verzadigd waren, zeide Hij tot zijn discipelen: Verzamelt de overgebleven brokken, opdat niets verloren ga.
33. 13 Zij verzamelden die dus en vulden twaalf korven met brokken van de vijf gerste-broden, die overgeschoten waren, nadat men gegeten had. 14 Toen dan de mensen zagen, welk teken Hij verricht had, zeiden zij: Deze is waarlijk de profeet,
34. die in de wereld komen zou. 15 Daar Jezus bemerkte, dat zij zouden komen en Hem met geweld meevoeren om Hem koning te maken, trok Hij Zich weder terug in het gebergte, geheel alleen.
41. Mijn Jezus, ik hou van U, ik noem U mijn Vriend. Want U nam de straf op U die ik had verdiend. De grote Verlosser, mijn Redder bent U; 'k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu.
42. Mijn Jezus, ik hou van U, want U hield van mij. Toen U aan het kruis hing, een wond in uw zij. Voor mij de genade, een doornenkroon voor U; 'k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu.
43. Ik zal van U houden in leven en dood. En ik wil U prijzen, zelfs dan in mijn nood. Als ik kom te sterven, dan roep ik tot U: 'k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu.
45. Als ik in uw glorie, uw eeuwigheid kom, dan buig ik mij vóór U, in uw heiligdom. Gekroond met uw heerlijkheid, zal 'k zingen voor U: 'k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu, 2x