SlideShare una empresa de Scribd logo
1 de 22
T.R. Riemersma School of Law


Afgebroken onderhandelingen
2-11-2003/ 20-09-2010

   1. Uitgangspunt bij de vraag naar de totstandkoming v ovkn is de schematische
      voorstelling v aanbod en aanvaarding. Een simpel model dat evenwel ziet op
      de totstandkoming vd meeste ovkn. 6:217
   2. De maatschappelijke realiteit is een stuk complexer en diverser, waardoor er
      bij de vraag naar de totstandkoming ve ovk een aantal problemen kunnen
      ontstaan.
   3. Een aantal van die problemen hebben we al besproken in het voorgaande (in
      de colleges)
          a. aanbod en aanvaarding kunnen soms nauwelijks van elkaar worden
              onderscheiden
                   i. de wet geeft geen omschrijving zoals gezegd
          b. niet altijd is duidelijk welke partij heeft een aanbod gedaan en wie
              heeft er nu eigenlijk aanvaard
          c. Veelal wordt er onderhandeld over de exacte invulling van een
              contract. PP doen alles om elkaar te overtuigen. Mn als de financiële
              belangen groter zjin wordt er meer onderhandeld. Allerlei onderzoeken
              om de kans op een mislukking, met alle verliezen van dien te
              verkleinen. Dat wil overigens niet zeggen dat een ovk dan uiteindelijk
              niet tot stand zal kunnen komen via aanbod en aanvaarding, maar
              veelal zal er, net als bij grote verdragen tussen staten, een ovk worden
              getekend. De ceremoniële functie vh contracteren. Onduidelijk is dan
              dus wanneer nu eigenlijk het exacte moment is geweest wanneer de
              ovk tot stand is gekomen. Dat zal dan al eerder zijn geweest. Denk aan
              grote bouwprojecten, fusies zoals onlangs tussen KLM en Air France.

   4. een ander probleem is dat pp in een fase van praten blijven steken. Men komt
      niet verder en gaat uiteen. Vaak heeft dat evenwel geresulteerd in lange
      onderhandelingen en zijn er over en weer handelingen verricht. Met is elkaar
      wellicht enigszins tegemoet gekomen en heeft getracht met voorstellen te
      komen waar een ander een zeker vertrouwen op kon baseren. Wellicht zijn er
      onderzoeken gedaan om de wdp gerust te stellen over aantallen clienten,
      bezettingsgraden in hotels, haalbaarheidsonderzoeken voor dagbladen,
      statistische analysisches, empirisches onderzoekingen, schaalmodellen
      gemaakt van hotels, kortom alles waar de wdp mee overtuigd kan worden dat
      er voldoende markt is om een ‘deal’ te sluiten.

   5. de onderhandelingsfase noemen we ook wel de precontractuele fase. De
      precontractuele fase heeft invloed op

          a. de vraag naar de totstandkoming v ovk – is er al sprake geweest v
             aanbod en aanvaarding
          b. De vraag naar de inhoud vd ovk
          c. als er een contract tot stand komt, zal datgene wat in de precontractuele
             fase verklaard is, van invloed zijn op de contractuele inhoud, zal zelf
             inhoud kunnen zijn, kan van invloed zijn op de prestaties die dienen te
             worden verricht. Da t blijkt uit een tweetal standaardarresten.
          d. Invloed op de vraag naar sv ogv afbreken v onderhandelingen.


                                                                                     1
T.R. Riemersma School of Law



   6. Als er is onderhandeld, kunnen er na het afbreken, uit elkaar gaan v pp, twee
      vragen worden gesteld
         a. De eerste rechtsvraag is, of, ondanks het afbreken van
              onderhandelingen, er toch een ovk tot stand is gekomen. In dat geval
              kan nakoming en eventueel ontbinding worden gevorderd met sv. Of
              wp en nakoming.
         b. Of, ten tweede, of zonder dat er een ovk tot stand is gekomen, een toch
              een verbintenis is ontstaan ogwv pp verwachtingen tegenover elkaar
              kunnen afdwingen. En daarmede dan samenhangend, welke schade
              dient te worden vergoed.

   7. De eerste vraag zal dienen te worden uitgelegd adhv de criteria ex 3:33 jo 3:35
      en de vertrouwensproblematiek die daarbij geldt. Overigens zien we dat pp de
      vragen combineren. Voor meerdere ankers gaan liggen.

   8. De tweede vraag gaat daadwerkelijk over de vraag of het afbreken in de
      precontractuele fase toch verbintenisrechtelijke repercussies dient te hebben
      voor pp.
   9. Daarbij geldt dan wel als uitgangspunt dat er een aantal contractuele
      beginselen een rol spelen en met elkaar kunnen botsen. Vertrouwen en
      vrijheid, zorgvuldigheid en redelijkheid.
          a. Het rechtsverkeer heeft in beginsel geen behoefte aan forse
              winstcompensatieclaims, mede vanuit het oogpunt van contractvrijheid

   10. Beantwoording vd problematiek vindt niet plaats ogv de wet, maar adhv een
       open norm die is gevormd in de jurisprudentie
          a. Wat houdt die norm in? Lastig in een zin te beantwoorden.
          b. Rechtersrecht derhalve
          c. grote discretionaire bvh rtr
          d. rtr baseert zich op abstracte noties – alle beginselen die een rol spelen
              en met elkaar kunnen botsen
          e. termen: quasi-contract; gerechtvaardigde verwachtingen ; positief en
              negatief contractsbelang ;
          f. toenemend aantal uitspraken – toenemend belang vh onderwerp

   11. ontwikkeling vd problematiek adhv jurisprudentie, waardoor er vrij complex
       leerstuk is komen te ontstaan. De moeite waard om te bestuderen vanwege
       praktische waarde. De inzichtverschaffende kennis. Veel ondernemingsrecht.

   12. HR Baris Riezenkamp NJ 58/67
   13. basisarrest dat aangeeft dat al door het aangaan v onderhandelingen, pp jegens
       elkaar in een bijzondere rvh komen te staan, die wordt beheerst door de reb.
   14. de consequentie van die bijz rvh is, er bij het bepalen vh eigen gedrag mede
       rekening moet worden gehouden met de gerechtvaardigde belangen vd wdp
           a. dat betekent dat als een partij bepaalde info heeft waarover de wdp niet
               beschikt, dat er dan gesproken dient te worden, indien het zwijgen
               negatieve consequenties heeft of kan hebben voor de wdp. Zag in het
               arrest op de dwalingproblematiek.



                                                                                         2
T.R. Riemersma School of Law


           b. arrest heeft evenwel een bredere strekking en ziet ook op de
                onderhandelingsfase
   15. uit het woordje ‘mede’ volgt dat pp evenwel prima hun eigen belang voorop
       mogen stellen in de precontractuele fase
   16. onderhandelingen staan het teken vh eigenbelang
   17. onderhandelen betekent optimaal gebruik maken vd contractsvrijheid
   18. uit die vrijheid volgt dus dat er ook kan worden afgebroken
   19. in dit arrest werd wel een ovk aangenomen (ook al werd die achteraf betwist
       ogv dwaling)
   20. obv dit arrest wordt de precontractuele fase dus wel gezien als een
       rechtsverhouding – een door het recht beheerste verhouding, hoewel er
       feitelijk dus geen ovk is ontstaan.
           a. dus geen feitelijk vrije verhouding waar alles kan. Geen wild west
                waar alles mag om deals te sluiten en af te breken
   21. het afbreken kan onder omstandigheden leiden tot schadeplichtigheid ogv een
       vb tot het betalen v sv
           a. deze conclusie is niet alleen gewettigd ogv B/R. Er zijn vele andere
                arresten nadien gevolgd die het leerstuk nader invullen

   22. HR Plas Bouw Ondernemening – Gem Valburg NJ 83/723
   23. GR v Valburg wil overdekt zwembad. Besluit wordt bestuursrechtelijk
       goedgekeurd
   24. geen aanbesteding – rageb naar prijsopgaven om zo te vgl. Er is gewacht op
       interessante aannemers. Er was alleen een programma van eisen.
   25. PBO heeft op verzoek vd gemeenstesecretaris een gesprek waarna een offerte
       wordt ingediend
   26. offerte wordt door een commissie onderzocht samen met 3 andere
   27. PBO wint op verzoek vd G allerlei adviezen in, op eigen kosten
   28. verv wordt er door de G een ‘kleine zwembadcie’ ingesteld die de aanbieders
       verzoekt hun programma’s aan te passen aan het programma v eisen vd G en
       vervolgens prijsopgave te doen
           a. dit aanpassen dient te geschieden omdat alle aannemers met eigen
               plannen kwamen die niet uniform van opzet waren
   29. maw de eerste offerte wordt aagepast en er volgt een tweede
   30. 9/1 er volgt een vergadering – PBO is de laagste inschrijver, haar plan was
       aanvaardbaar maar G moest nog nadenken
   31. Uiteindelijk gaat de opdracht naar Arns BV die 156 minder vraagt. Dat wordt
       een dikke maand later in vergadering aangenomen.
   32. PBO stapt naar de rtr
   33. primair nakoming gevorderd – op 10/1 zou de ovk tot stnd gekomen zijn
   34. subs -- na afbreken sv gevorderd.
           a. Voorbereidingskosten (60) en gederfde winst (70)
   35. verschillende grondslagen
   36. subs – ontbinding
   37. meer subs – od ex 162 of wp
   38. verweer – er is altijd gesteld dat het goedkoopste plan de job zou krijgen. Igv
       kwalitatief gelijkwaardige offertes zou de prijs de doorslag geven.
   39. RB
   40. wijst volledig toe – totstandkoming wordt door PBO ingetrokken. Het gaat
       nog om de schade.


                                                                                         3
T.R. Riemersma School of Law


   41. stelt dat op 9/1 er voor de G de verplichting bestond na 9/1 om latere
       aanbiedingen terug te sturen. Het zou immers niet ondenkbeeldig zijn dat
       anderen zouden profiteren vh plan v PBO en daar net onder gaan zitten,
       zonder allerlei kosten te maken voor wijziging vd plannen
   42. heeft raadslid Honcoop gelekt?
   43. Vgls Rb waren de onderhandelingen niet langer vrijblijvend, zoals de G stelde
   44. Rb stelt dat over de hoofdzaken overeenstemming was bereikt
   45. Rb stelt dat door uiteindelijk de bouw niet aan PBO te gunnen handelde zij
       ism de GT, noch daargelaten in hoeverre er strijd met de abbb’s bestond
   46. Hof vernietigt
   47. de svverplichting ziet niet op de gederfde winst
   48. 9/1 wordt gezien als omslagpunt in de onderhandelingen. Kosten die daarna
       werden gemaakt, zijn vergoedbaar
   49. cassatiemiddelen
   50. er is toch een ovk tot stan gekomen
   51. AG stelt vernietiging arrest hof voor
   52. HR
   53. herhaling vd term rvh in de onderhandelingen – pp staan in een
       rechtsbetrekking
   54. hier kwam evenwel geen ovk tot stand
   55. Grote belang vh arrest was dat er een onderscheid lijkt te zijn gemaakt tussen
       fasen die nader aangeven wanneer afbreken nog gerechtvaardigd is en
       wanneer niet. Maw er werd verbintenisrechtelijk invulling gegeven aan de
       rechtsbetrekking die ontstond door in onderhandeling te treden.
   56. Bovendien maakt het arrest duidelijk dat er vershil kan bestaan in de schade
       die vergoed dient te worden door de afbrekende partij. Er
   57. kan de fase waarin pp verkeren nog een reden zijn om bepaalde schade ook te
       vergoeden of juist niet. Naarmate pp verder in onderhandeling zijn komen te
       verkeren, kan er meer soorten van schade worden gevorderd.
   58. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de fasen:

          a. fase 1 waar afbreken zondermeer mag
                 i. uitgp is immers de contractuele vrijheid als kernbeginsel
          b. fase 2 waar er te goeder trouw is onderhandeld, geen resultaat is
             bereikt dat heeft geleid tot het sluiten ve contract, maar er toch
             bepaalde kosten dienen te worden vergoed, geheel of gedeeltelijk
                 i. het niet vergoeden is ism de reb
          c. fase 3 het afbreken zal niet meer te goeder trouw kunnen geschieden.
             Pp hebben wetenschap dat de gevolgen v afbreken ernstige gevolgen
             heeft voor de wdp. In een dergelijk geval is het afbreken zelf ism de r
             en b.
                 i. in deze fase is de schending ernstiger en dat heeft als gevolg dat
                     er ook meer schade vergoed kan worden. Het zgn positieve
                     contractsbelang komt dan (naast de gemaakte kosten als
                     negatief belang) voor vergoeding in aanmerking. Dwz de
                     gederfde winst. Het resultaat als de ovk gewoon zou zijn
                     gesloten
          d. Bovendien is de conclusie nav dit arrest dat een partij kan worden
             veroordeeld tot dooronderhandelen



                                                                                    4
T.R. Riemersma School of Law


   59. Over de indeling van de fasen wordt wel getwist. Volgens Bollen is er slechts
       sprake van twee fasen.
           a. Een fase dat afbreken mag, al dan niet met vergoeden van kosten
           b. Een fase waarin afbreken niet meer mag, want er is sprake v
              gerechtvaardigd vertrouwen in de totstandkoming ve ovk, dan wel het
              afbreken is onaanvaardbaar ivm de overige omstandigheden vh geval.

   60. Wat is de grondslag ogwv een vb tot het betalen v schade wordt aangenomen?
       Er bestaat wel enige twijfel, die veroorzaakt wordt door het onderscheid tussen
       fase 2 en 3.
           a. In fase drie zal het een od ex 6:162 kunnen zijn. Onzorgvuldig gedrag.
           b. Ook wordt de r en b als bron v een vb genoemd door v R, ‘bij wijze
               van analogie’ ?? De OU noemt ook de reb als de bron voor de vb. Dat
               zal dan de aanvullende werking vd reb zijn die de rechtsbetrekking
               aanvult ex 6:248.
           c. Probleem is het vaststellen vd rechtsbron ihgv fase 2. Geen kwade
               trouw. Wat is dan de basis? Dan kan het feitelijk de od niet meer zijn,
               want er is geen schuld.
                    i. Theoretisch kun je dan wellicht nog stellen dat de
                       toerekenbaarheid plaatsvindt ogv de verkeersopvatting?
           d. De redelijkheid zou op zichzelf ook kunnen. Er bestaat geen
               theoretisch groot verschil tussen de redelijkheid en de
               maatschappelijke zorgvuldigheid, aldus vR.
           e. in feite ziet de redelijkheid in zijn algemeenheid op het gedrag en is de
               schending vd zorgvuldigheid in 6:162 schending ve deelregel vd
               redelijkheid. Zorgvuldigheid gaat op in de redelijkheid.
                    i. In feite is er sprake ve vorm v gevaarzetting door af te breken?
   61. De basis is dat rekening dient te worden gehouden met elkaars
       gerechtvaardigde verwachtingen en dat schending ve dergelijke verwachting
       verplichtingen meebrengt jegens elkaar
           a. de Kluiver: de belangen van rechtszekerheid en continuïteit vullen de
               verwachtingen in
   62. Hoe bewijs je de schade in de zin vh positief contractsbelang? Erg moeilijk.
       Vandaar dat wordt bepleit een niet al te zware bewijslast op te leggen.

   63. Welke kosten komen eigenlijk voor vergoeding in aanmerking??
   64. onderscheid tussen de eerste en de tweede fase.
   65. Zie de noot v Brunner onder het arrest die een onderscheid maakt tussen
       verschillende situaties
   66. Situatie 1: de wdp heeft kosten gemaakt, nadat de afbrekende partij al had
       besloten niet door te gaan, maar dat niet kenbaar heeft gemaakt. Maw de wdp
       is niet te goeder trouw.
           a. deze kosten zijn zondermeer vergoedbaar, dan had maar eerder dienen
                te worden afgebroken
           b. bewijsprobleem: er dient dan te worden aangetoond dat er al een
                intentie bestond om af te breken.
           c. een wdp die wordt aangesproken voor de kosten zal stellen dat het niet
                hij is die de onderhandelingen heeft afgebroken, maar de kostenmaker
                zelf



                                                                                       5
T.R. Riemersma School of Law


                    i. er kan een dilemma ontstaan. Wie geeft als eerste toe dat er
                       afgebroken wordt! De partij die toegeeft zal schade dienen te
                       vergoeden
                   ii. als bewezen wordt dat er sprake is van fase 3 zijn de kosten
                       voor vergoeding mogelijk.
                  iii. Is er sprake van afbreken van fase 2 dan vgls Brunner minder
                       snel vergoeding
                  iv. Die kosten waarvan de wdp een nuttig gebruik heeft gemaakt
                   v. Die kosten waarvan de aannemer mag aannemen dat zijn kans
                       op gunning groot genoeg is om het maken van kosten te
                       rechtvaardigen
   67. Situatie 2: er zijn kosten gemaakt, voordat de onderhandelingen onrechtmatig
       zijn afgebroken.
           a. In deze situatie kan het wellicht best zijn dat er al eerder de intentie tot
               afbreken bestond en dat de kosten feitelijk na het afbreken zijn
               gemaakt
           b. de kosten zijn dan gemaakt in fase 2, en het afbreken vindt plaats in
               fase 3
           c. er is dan een causaliteitsprobleem, want de kosten zijn niet gemaakt
               ogv de onrechtmatige daad
           d. trr: nou en, zou je zeggen. Je dient goed te kijekn wanneer die kosten
               zijn gemaakt. Las vaststaat dat het in F2 was, dan toch vergoeding sin
               duda.
   68. Aan welke kosten valt dan te denken?
           a. maken van ontwerpen
           b. research naar mogelijkheden
           c. welke kosten kun je nog meer maken in fase 2? Inhuren van
               deskundigen?
           d. oplossing
                    i. Is er sprake van afbreken van fase 2 dan minder snel
                       vergoeding
                   ii. Die kosten waarvan de wdp een nuttig gebruik heeft gemaakt
                  iii. Die kosten waarvan de aannemer mag aannemen dat zijn kans
                       op gunning groot genoeg is om het maken van kosten te
                       rechtvaardigen

   69. Wetsvoorstel in 1985 – na de ‘klassieke’ arresten
         a. Neem de letterlijke tekst maar over!
         b. enkele afwijkingen vd arrest B/R en P/V
         c. beperkte regeling om de ontwikkeling in de rechtspraak niet te
             belemmeren
         d. contractuele beginsel van contractsvrijheid als uitgp
         e. beroep op GV bij de vraag of er een recht op sv bestaat
         f. afwijkingen van 3:35
                  i. het gaat dus duidelijk om een ander GV dan in 3:35 wordt
                     genoemd
                 ii. er komt juist geen rh (!) tot stand, maar wel een vb, zijnde geen
                     ovk. Zie noot onder HR MBO/De Ruiterij, verderop besproken
                iii. het over en weer criterium werd niet overgenomen



                                                                                         6
T.R. Riemersma School of Law


                 iv. reden: het gaat bij het afbreken eigenlijk niet zozeer om de
                      tussen pp ontstane band, maar om de vraag of voor het
                      verbreken vd ontstane band bij de wdp voldoende
                      gerechtvaardigd vertrouwen is ontstaan, dat hij rechten zou
                      kunnen ontlenen aan datgene dat tot nog toe bereikt is
                  v. het gaat om het vertrouwen op zeker moment dat op een later
                      moment een rh tot stand zal komen
                 vi. bij afbreken is het vertrouwen ook niet zozeer gericht op de wil
                      die bij een verklaring geacht wordt te horen. Er hoeft niet
                      daadwerkelijk een bepaalde verklaring te zijn gedaan waaraan
                      het vertrouwen wordt ontleend. Het vertrouwen mag ook uit
                      andere objectieve bronnen worden geput, aldus HJS.
                          1. overige omstandigheden
                                  a. Te denken valt aan gedragingen v derden en de
                                      marktsituatie; de aard vd onderhandelingen, bijv
                                      CAO
                          2. onvoorziene omst
                          3. gerechtvaarigde belangen vd wdp
                vii. deze invulling is van later datum. Mn MBO/R – HJS merkt op
                      dat de invulling in het arrest recht doet aan de behoefte aan
                      evenwicht in de rechtsbescherming tussen pp
          g. er wordt een aanvulling gegeven op 3:35:
                   i. alle omstandigheden vh geval zijn v belang
                  ii. dus ook zonder gerechtvaardigd vertrouwen bij de wdp zou het
                      afbreken toch onaanvaardbaar kunnen zijn ogv de redelijkheid
                      en billijkheid
          h. kritiek
                   i. wanneer bestaat er een verplichting tot dooronderhandelen?
                  ii. verwijzing naar de ‘andere omstandigheden’ is in de praktijk
                      slechts uitzondering
                iii. geen eenduidige grondslag – het vertrouwen kan niet altijd de
                      basis zijn voor het ontstaan ve vb. Ook met vertrouwen moet er
                      ruimte zijn om af te breken, zo luidt de kritiek.
          i. Voorstel ingetrokken met verwijzing naar ontwikkeling id
             jurisprudentie

   70. Er zijn sinds de eerste arresten en na het wetsvoorstel ontwikkelingen geweest
       in de jurisprudentie die aanleiding geven tot een nadere beschouwing. Die
       arresten bespreek ik alvorens opnieuw te concluderen.


   71. VSH-Shell NJ 88/1017
   72. V-S Kunststofassemblage maakt kunststofverpakkingen tbv
       levensmiddelenindustrie
   73. Grondstoffen worden gekocht voor een deel bij Shell chemie, waarbij VSK
       gebruik maakt ve octrooilicentie
   74. er worden besprekingen gevoerd tussen VSH (de houdstermaatschappij en
       enig adh v VSK) en Shell over de mogelijkheid v deelneming v Shell in het
       kapitaal v VSK. Joint venture ex 2:409. Fusiebesprekingen die moeten leiden
       tot totstandkoming ve fusie-ovk. Voorzien in kapitaalbehoefte van VSK.


                                                                                     7
T.R. Riemersma School of Law


   75. Ogv Fusiebesluit de vakbonden ingelicht en daarna nog een persbericht naar
       buiten gebracht
   76. bovendien een telex aan VSH door Shell in juli 77
           a. voorbehoud v goedkeuring door board v Shell (“Shell board approval”)
   77. Shell breekt bijna een maand later de onderhandelingen af
           a. reden is dat VSH niet de middelen heeft om ook te voorzien in de
               kapitaalbehoefte van VSK
           b. beter was het om te kijken naar een 100% overname mogelijkheid
   78. VSH start onderhandelingen met Wavin waarin Shell okk ad heeft
   79. er volgt een deal, overdracht vd ad aan Wavin
   80. VSH wil toch sv. Grondslag
           a. Primair: er is een fusie-ovk tot stand gekomen die dient te worden
               nagekomen
           b. door nakoming te weigeren diende VSH een andere partner te zoeken
           c. de overdracht vd ad is tegen een gedwongen lagere prijs. vandaar zo’n
               3.5 miljoen te weinig gekregen voor die ad
   81. Shell verweert zich
           a. Geen fusie - ovk
           b. Afbreken mocht ogv contractvrijheid
           c. Geen schade bij VSH
   82. zowel Rb als hof verwerpen het beroep v VSH
   83. HR
   84. het gaat alleen om de vraag naar de vergoeding vh pos contractbelang –
       immers, als de deal door zou zijn gegaan, zou voor de 60% 6.6 miljoen zijn
       betaald, wat meebrengt dat de gehele waarde dan 100/60 * 6.6 ou bedragen en
       hoger zou zijn dan de prijs waartegen nu is overgedragen.
   85. wanneer dient het positieve contractsbelang als vorm van schadevergoeding te
       worden betaald?
   86. aannemelijk dient te zijn dat bij voortzetting vd onderhandelingen een
       dergelijke ovk tot stand zou zijn gekomen
           a. trr aanvulling – waarbij ihgv van niet nakoming van die ovk, deze
               schade ook zou dienen te worden vergoed ?? antw: ja. Het arrest ziet
               juist uitsluitend op de vraag wanneer het pos cbl dient te worden
               vergoed.
           b. door van aannemelijk te spreken is het arrest dus soepeler dan P/V
   87. herhaling vd formule in het wetsontwerp – verwijzing naar het
       gerechtvaardigde vertrouwen als bron voor het ontstaan ve vb.
   88. invulling vh arrest P/V voor wanneer dit vertrouwen dat dan meebrengt.
   89. afwijking v P/V: ‘dergelijke ovk’ ipv ‘een ovk’
   90. uitbreiding P/V: ook andere omst kunnen het afbreken ongerechtvaardigd
       maken
   91. in casus konden alle omstandigheden evenwel niet rechtvaardigen dat Shell
       aan VSH de schade vergoedde. Er was te weinig vertrouwen ogv de
       omstandigheden
           a. Maw niet aannemelijk was dat bij voortzetting vd onderhandelingen
               een dergelijke ovk tot stand zou komen
           b. Het hof stelt dat al voor het afbreken pp het standpunt hadden verlaten
               dat er een JV tot stand zou komen
           c. Maw tt het afbreken waren er geen gerechtvaardigde verwachtingen bij
               VSH


                                                                                   8
T.R. Riemersma School of Law


     92. afwijking v P/V: het gaat niet om het wederzijds vertrouwen, maar het
         vertrouwen vd wdp die niet op afbreken had gerekend
     93. kritiek op het arrest:
             a. CJHB
I. Erg strenge eis geformuleerd door hof – immers, onderhandelingen zijn altijd
onzeker vwb het resultaat
                       i. De mitigatie ziet op de aannemelijkheid
                      ii. Inhoudelijk hoeft de ovk niet exact/precies te zijn bepaald;
                          voldoende is een ovk vd soort waarover pp onderhandelen.
                          Maw de ovk hoeft niet exact bepaalbaar te zijn ex 227. In dit
                          geval ‘enige JV’
                    iii. Reeds het missen ve reële kans op een geambieerd contract zou
                          bij afbreken nmv B recht geven op sv
                     iv. De waarde van zo’n kans dient door de rtr te worden
                          vastgesteld
                      v. In dit arrest wordt tav die kans eigenlijk gesteld dat de
                          waarschijnlijkheid v verwezenlijking vrij groot dient te zijn
                     vi. B maakt het vergelijk met het verloren gegane lot uit de loterij,
                          waarbij de kans op winnen vrij klein is
                    vii. door op het vertrouwen vd wdp te focussen is het arrest wat
                          eenzijdig
                   viii. in de praktijk zullen deze gevallen betrekkelijk excentriek zijn
                          – MBO/Ruiterij??
II. In praktijk zal belangrijker zijn de fase 2 situaties dat wel afgebroken mag worden.
                              1. Bijv dmv contractuele clausules
                     ix. Die gevallen zullen niet vallen onder het GV dat in het
                          wetsvoorstel wordt genoemd! De andere omstandigheden in het
                          voorstel zullen die schade moeten kunnen dragen. Het
                          vertrouwen is derhalve niet het enige criterium dat van belang
                          is!
                      x. Er is immers geen GV. We bevinden ons dan in fase 2. Het
                          wetsvoorstel ziet daar dus wel op. Er wordt gebruik gemaakt ve
                          nevenstelling in het artikel tussen GV en de OO.
                     xi. Wat is het criterium dan?
                    xii. MvA – dat, hoewel de kansen dat de onderhandelingen zullen
                          slagen niet al te hoog moeten worden aangeslagen, toch wegens
                          het belang dat met de totstandkoming gemoeid is, geen
                          mogelijkheid tot succes mag worden veronachtzaamd.
                   xiii. NB zie de eerdere criteria die CJHB noemde onder P/V
                   xiv. Voor beantwoording vd casus v belang.

           b. van Dunne – maakt bezwaar tegen de nevenstelling tussen
              gerechtvaardigd vertrouwen en de andere omst. Het zijn juist de
              bijkomende omst die moeten rechtvaardigen dat de goede trouw
              (redelijkheid en billijkheid) een nieuwe vb scheppen.
                   i. maw GV is voor vergoeding v pos contractsbelang slechts een
                      voorvereiste en niet een hoofdvereiste dat door die formule vh
                      hof ‘aannemelijk’ kan worde aangenomen. Er dienen
                      aanvullende factoren te izjn
                  ii. mee eens.


                                                                                        9
T.R. Riemersma School of Law


          c. van Rossum, evenwel niet mee eens, GV en de overige omst zijn
             communicerende vaten die elkaar kunnen aanvullen

   94. Vogelaar/Skil NJ 91/647
          a. bevestiging v aspecten uit andere arresten
                  i. het gaat om het vertrouwen vd wdp en niet om vertrouwen v
                     beide pp
          b. aanvulling op eerder arresten:
                  i. ook als pp anders dan door onderhandelingen betrokken zijn
                     bij het voorbereiden ve tussen hen te sluiten ovk geldt de
                     genoemde maatstaf
                 ii. uitleg: Maw er wordt niet direct onderhandel met elkaar maar
                     samen gericht op zoek naar een derde. Een Sponsor. Ook n een
                     dergelijk geval kan er een verplichting tot sv bestaan ogv de r
                     en b, zonder dat er gerecht vertrouwen hoeft te zijn dat er een
                     ovk tussen pp tot stand komt.
          c. Overigens is er geen recht op sv voor Vogelaar. Te weinig GV

   95. Belien/Staat NJ 97/569
          a. herhaling v Vogelaar – ook de situatie dat er feitelijk nog niet
              onderhandeld wordt over de totstandkoming ve ovk, maar er wordt
              gehandeld in een voorbereidingsfase, in dit geval goedkeuringsfase,
              betekent niet dat de goede trouw nie kan meebrengen dat er recht op sv
              bestaat.
          b. Ook een goedkeuringsfase gelden de ‘maatstaven die zijn ontwikkeld
              ter beoordeling wanneer afbreken onaanvaardbaar zijn’ gelden ook in
              de goedkeuringsfase
          c. leidde dit ook tot aansprakelijkheid?

   96. Shell/Van Esta NJ 95/705
          a. voortzetting vd verhuur v vergunningen
          b. onderhandeling met gemaakte afspraken
          c. S legt afspraken vast in brieven met verzoek voor akkoord te
              ondertekenen
          d. Schaap stuurt conceptovk
          e. S regeert met wijzigingsvoorstellen
          f. Schaap sterft, erfopvolger vE wil niet verder
          g. VE sluit met concurrent Mobil een ovk
          h. S vordert nakoming vd ovk
          i. S vordert subsid VE tot dooronderhandelen over de geschilpunten en
              sv
          j. RB neemt geen GRTV vertrouwen aan
          k. RB sluit aan bij P/V – er dient bij de teleurgestelde partij vertrouwen te
              zijn dat enigerlei ovk tot stand zou komen uit de onderhandelingen.
                   i. Er dient dus voor het afbreken sprake te zijn van een geschil op
                      ondergeschikte punten?
                  ii. Ja, als het beroep tenminste wordt gedaan ogv GRTV. Er
                      kunnen oook ander omst zijn. Toch? Ja, maar mi zien die op de
                      vraag naar de onaanvaardbaarhied vh afbreken.



                                                                                    10
T.R. Riemersma School of Law


          l. HR verwerpt het beroep van Shell – er was te weinig vertrouwen dat er
             inderdaad tussen Schaap en Shell een ovk tot stand zou komen. Geen
             geschil op ondergeschikte punten.
          m. Bovendien geen andere omstandigheden die een afbreken
             onaanvaardbaar aken

   97. Van Engen/Mirror Group NJ 96/162
         a. Belang:
                   i. gaat vnl over de functie vh voorbehoud
         b. feiten:
                   i. onderhandelen over de oprichting ve nieuw NL
                      kwaliteitsochtendblad
                  ii. Britse MG overwoog met een financiële deelneming te
                      participeren
                iii. Haalbaarheidsonderzoek geweest – feasability study
                 iv. Ovk gesloten
                  v. Toezegging kosten te betalen – 30.000 pond
                 vi. Veroordeling volgt na afbraak tot hoogte in ovk
                vii. Hoger beroep vE - eisen
               viii. In ovk zou optie tot deelname in project liggen besloten, dat de
                      Mirror heeft aanvaard door een brief van 27/4/90voor akkoord
                      te tekenen – maw tweede ovk tot stand gekomen
                 ix. Daarnaast onaanvaardbare afbreking onderhandelingen
         c. Hof:
                   i. Geen aanvaarding door brief
                  ii. Voorbehoud gemaakt in eerder brief in 1989 –
                           1. alleen door beide pp ondertekende ovk is bindend.
                           2. recht tot terugtrekking t.a.t
                iii. brief is geen ovk
                 iv. bovendien toont de brief slechts een bereidheid
         d. Cassatiemiddel
                   i. In hoeverre mocht M zich nog terugtrekken ogv het
                      voorbehoud dat ze had gemaakt? Is het een gerechtvaardigde
                      ontsnappingsclausule?
                  ii. Voorkomt een dergelijk voorbehoud dat afbreken
                      onaanvaardbaar wordt geacht
         e. HR Ja, in beginsel wel. Het mag, en het voorkomt onaanvaardbaarheid
             vh afbreken.
         f. Door het voorbehoud kon vE begrijpen dat er niet zondermeer
             aannemelijk was dat een ovk tot stand zou komen.Er kon nog worden
             afgezien aan deelname ah definitieve project.
         g. Maw ah criterium v Shell/VSH is niet voldaan!
         h. Het expliciete voorbehoud legt een bijzonder gewicht in de shaal
             waardor ogv de ovhg niet snel voldoende GV vertrouwen bestaat.
         i. Er behoeven overigens geen bijzondere gronden te zijn om een beroep
             te doen op het voorbehoud.
         j. Voorbehoud was schriftelijk en door beide pp ondertekend
         k. Voorbehoud bestond uit een aantal elementen
         l. Vgls het hof was nog niet aan alle elementen voldaan die in het
             voorbehoud waren genoemd


                                                                                   11
T.R. Riemersma School of Law


          m. Bovendien was ook het recht op terugtrekking in het voorbehoud
             opgenomen
                  i. maw dat is zinvol
          n. Hoe kan dat geschieden, een voorbehoud?
                  i. Goedkeuring bedingen -- subject to board approval – zie VSH/
                     Shell
                 ii. schriftelijke vastlegging vd gehele ovk bedingen – waarna die
                     pas na goedkeuring ve derde, interne raad tot stand komt
          o. Hartkamp
          p. het maken ve voorbehoud belet niet dat er toch sprake kan zjn van
             onaanvaardbaar afbreken
          q. het voorbehoud kan door de feiten worden achterhaald als wordt
             dooronderhandeld
          r. het beroep zou in strijd kunnen komen met de reb
          s. in het onderhavige geval is daar geen sprake van


   98. Ruiterij/MBO NJ 97/481
          a. Hotelproblematiek – uitbreidingsplannen HM, onderdeel vd
              Bilderberggroep
          b. gefaseerde ‘turn key’ bouwopdrachtfasering wordt niet gehaald door
              projectontwikkelaar MBO
          c. pp hebben zelf de rechtsgevolgen van afbreken geregeld in een ovk. De
              ovk mbt fase 1. De in de ovk opgenomen termijnen werden niet
              gehaald.
          d. onderhandelingen voortgezet –
                   i. termijn wordt verschoven
                  ii. voorbehoud wordt gemaakt – toestemming nodig van
                      topholding -QMH
                 iii. nieuw voorstel per 4/94, waardoor gat in onderhandelingen
                      wordt teruggebracht tot 4 ton
                 iv. nieuw plan door architect gemaakt
                  v. toestemming gegeven tot aanvraag bouwvergunning
                 vi. toezegging omtrent bouw jegens omwonenden
          e. na weigeren toestemming wordt afgebroken
          f. redenen van afbreken worden gegeven – alle liggend op het
              economisch vlak
                   i. verstrijken van eerste fase
                  ii. alg econ malaise iha en ihb in de hotelbranche in M
                 iii. afgenomen bezettingsgraad in Hotel M
                 iv. investeringsstop in het concern
          g. RB en hof stellen dat afbreken onaanvaardbaar is
          h. Hof stelt dat vrijwel alleen de financiering nog nader overleg behoefde
          i. Bovendien heeft MBO alternatieve financiering (off balance)
              voorgesteld en later zelfs aangeboden het hotel zelf dan maar te kopen,
              als de ovk maar gerealiseerd zou kunnen worden
                   i. Voor die financieringsvorm zou geen toestemming vh
                      moederconcern vereist zijn
          j. Daaruit concludeert het hof dat er geen serieuze medewerking is
              verleend door de Ruiterij en het afbreken onaanvaardbaar is.


                                                                                  12
T.R. Riemersma School of Law


         k. HR casseert niet
         l. GV bij de wdp vd afbrekende partij hoeft niet altijd te worden
            beschermd
         m. de mate waarin en de wijze waarop de afbrekende p, tot het ontstaan
            van dat vertrouwen heeft bijgedragen spelen een rol
         n. de gerechtvaardigde belangen vd afbrekende p bij het afbreken
            spelen ook een rol
         o. de vraag of er zich ttv de onderhandelingen onvoorziene omst hebben
            voorgedaan die afbreken rtv is van belang bij de vraag naar de
            gerechtvaardigde belangen vd wdp. De HR stelt dat het hof die omst
            wel mee heeft genomen in haar beslissing
         p. het beroep op het ontbreken v toestemming zoals het voorbehoud stelt
            kan niet worden beoordeeld omdat het in cassatie voor het eerst wordt
            gebezigd. Da’s te laat.
         q. welke schade wordt nu vergoed?
         r. Ook het positief contractsbelang? Lijkt me wel, gezien de claim van 6
            miljoen.
                 i. Ja, zie de noot. Rb en hof concluderen tot vergoeding v
                    gederfde winst. Fase 3 geval derhalve
                ii. Nee, zegt Bollen. Het was slechts een uitspraak in kort geding
                    waarbij een cons beslag werd opgeheven. Voorlopig oordeel.
         s. Conclusie
         t. HR relativeert het sinds P/V ingenomen standpunt mbt de basis voor
            het ontstaan vd vb. Niet alleen het GV is doorslaggevend.
         u. de positie vd afbreker dient ook in ogenschouw te worden genomen
         v. het belang van dit arrest is derhalve tweeledig: het gaat niet alleen om
            GV bij de vraag naar de onaanvaardbaarheid maar ook om andere
            factoren die bij de wdp een rol spelen en rt kunnen geven op sv
         w. de onvoorz omst zijn belangrijke omst die tgv de afbreker kunnen
            werken
         x. anotators conclusie
                 i. betwijfelt anotator HJS of de situatie v GV die niet wordt
                    gehonoreerd, zich snel voor zal doen
                ii. HJS merkt op dat de invulling in het arrest recht doet aan de
                    behoefte aan evenwicht in de rechtsbescherming tussen pp
               iii. Geen behoefte aan forse winstcompensatieclaims, mede vanuit
                    het oogpunt van contractvrijheid
         y. De bodemprocedure van deze zaak loopt nog? In die zin, wat is de rol
            vh voorbehoud waarin de toestemming als hangijzer werd gehanteerd.
            Zie van Engen – nog lezen.

   99. HR ABB/Staat NJ 97/65
   100.door de Rijksgebouwendienst RGD is een aanbesteding uitgevaardigd voor de
       bouw ve krachtwarmtestation
   101.een aantal bedrijven zijn geselecteerd en benaderd om een offerte uit te
       brengen
   102.Uit een viertal aanbieders heeft de RGD de Combinatie geselecteerd om
       exclusief onderhandelingen te voeren
          a. die exclusiviteit heeft wel waarde, omdat er toch een verwachting
              vanuit gaat


                                                                                  13
T.R. Riemersma School of Law


   103.Pp ondertekenen een intentieverklaring – letter of intent
   104.gedurende de onderhandelingen wordt het project meerdere malen gewijzigd
   105.pp worden het tevens niet een s over een aantal kosten
   106.na afbreken wordt opnieuw obv exclusiviteit de onderhandelingen hervat
   107.RGD wijst project ae derde toe
   108.ABB vordert SV – pos belang
   109.grondslag:
          a. GV bij ABB
          b. Ook het ‘niet weten wat men wil’, zonder dat er voldoende overtuiging
              aanwezig is voor GV, is voldoende voor het aannemen ve claim
   110.HR stelt mbt de vraag of afbreken onaanvaardbaar is vanwege GV,
      doorslaggevend is hoe daaromtrent, op het moment van afbreken moet worden
      geoordeeld, tegen de achtergrond vh gehele verloop.
   111.Het tweede verweermiddel moet worden begrepen ook te zien op het GV
   112.Belang vh arrest:
          a. fasen kunnen verschuiven – op gegeven moment kon ABB er bijna van
              uitgaan dat zij de klus zou krijgen, maar bij het daadwerkelijk afbreken
              door de Staat was er al weer zoveel gebeurd, dat er teruggevallen was
              naar fase 1.
                   i. voortduren vd onderhandelingen
                  ii. voortwoekeren vh geschil over de kosten
                 iii. ongewisheid vh project
          b. bovendien dient expliciet een beroep te worden gedaan op ‘overige
              omstandigheden’ die rechtvaardigen dat ondanks geen GV in
              totstandkoming ovk, toch svplicht bestaat
   113.mbt het GV kan worden opgemerkt dat de aanwezigheid hiervan dient te
      worden gesitueerd in het licht vh gehele verloop vd onderhandelingen.
   114.sheet wissink
   115.›Principle entails balancing of interests of parties: a party should take into
       acount the reasonable interests of the other party, without being required to
       neglect its own interests
   116.Pervasiveness of the principle may vary among legal systems which acknowledge
       the principle
   117.›Principle is applied to performing the contract in good faith, but (in some
       systems) also to negotiations
   118.›Remedy: damages (usually reliance interest)
   119.

      Onderhandelen onder Engels recht

   120.Parallel negotiations - Walford v Miles
   121.geen verplichting om te onderhandelen in good faith
   122.dus geen implied term
   123.bovendien is een overeenkomst die partijen dwingt om te onderhandelen niet
      afdwingbaar. Dergelijke overeenkomst lacks certainty omdat de rechter neit
      kan bepalen of de onderhandelingen waren geeindigd in good faith
   124.verplichting om te onderhandeln in good faith is onwerkbaar omdat het
      inconsistent is met de positei vd onderhandelende partij, die juist de vrijheid
      meot hebben om af te breken
   125.parties are at arm’s length in the sense that each has to look at their own rights



                                                                                      14
T.R. Riemersma School of Law


    126.wat neit mag is bewust de boel belemmeren door onderhandelingen aan te
       gaan met concurrent om zo de boel te vertragen. Dat is ism fair dealing
    127.evenwel Petromec v Petromeo Brasileiro – daarin geeft Court of appeal een
       afwijkende regel v Walford v Miles
    128.hier was de clausule of comparatively narrow scope – het was ook een
       verplichting om te onderhandelen . Volgens lord Justice Longmore diende er
       hier wel betekenis te worden gegeven aan de clausule, omdat eht heir om een
       express clause ging. Niet duidelijk hoever dit liep.
    129.een andere zaak was Pitt v PHH – ook daarin een lock out agreement, dus
       exclusieve recht op onderhandelingen, maa r hier gedurende twee weken. Hier
       voldeed de lock out wel aan eht agreement v voldoende certainty.
    130.onder civil law zou dit zondermeer onder good faith vallen en dat mag neit
       worden geschonden – dus maw in beide systemen kan een situatie v parallel
       negotiations leiden tot claim voor damages.
    131.In beide systemen bestaat er overigens geen verplichting om de wederpartij te
       vertellen dat men ook met anderen onderhandelt.
    132.Breaking off
    133.mag in engeland in beginsel
    134.geen verplichting tot handelen in good faith
    135.in civil law
    136.negotiation must have come to a point dat er redelijekrwijsmocht worden
       verwacht dat contract zou worden gelsoten
    137.ten tweede dat er geen goede reden was om af te breken
    138.in engeland zal in een dergelijke situatie misrepresentation voor dehand
       liggen. Dat is een tort. De eindoplossing is dus in beide systemen wel
       hetzelfde,maar de weg er naar toe verschilt.
    139.Walford v Miles zou in civil law dus waarschijnlijk via good faith zjn
       gelopen.
    140.Negotiations resulted in contract – violation of pre-contractual duty to
       inform ?
    141.in NL wel – baris Riezenkamp – fair development of negotiations – zit dus in
       de good faith opgesloten
    142.maar alle systemen werken achteraf met vernietigbaarheid ogv bedrog of
       misrepresentation
    143.maar verschil met commonlaw over de spreekplicht. Als iets neitis gezegd en
       er is een contract gesloten, dan neit snel sprake v misrepresentation onder
       engels recht. Mere non-disclosure doesnt constitute misrepresentation. Je hoeft
       in engeland geen nfo te geven waardoor eht voor de wdp duideliker wordt om
       te beslissen of hijwel of neit een cotract sluit. In europa zou dat eerder wel
       moeten. Uitgezonderd fiduciare relaties, dwz met vertrouwen, zoals
       bjivoorbeeld partnershipagreement. Nog wel een paar andee
       uitzonderingssituaties.

    144.Wissink beschrijft een timeline waarin de onderhandelingsfase wordt
       beschreven
    145.eerst financiele gegevens analyseren – confidentiality
    146.dan letter of intent maken en due diligence doen
    147.wat kun je zoal in die letter zetten ?
•exclusivity of negotiations
•confidentiality



                                                                                   15
T.R. Riemersma School of Law

•conditions precedent to definitive agreement
•subject to board approval-clause
•subject to contract-clause
•duration of negotiations
•termination events
•costs of negotiations
•choice of law/forum
•remedies (e.g. damages, penalties)
   148.
   149.dan doe je een afronde due diligence en vervolgens sluit je de deal
   150.vervolgens een onoverzichtelijke balkenbrij

   151.Principles of European Contract Law (PECL) en de Unidroit principles
      (PICC)
   152.2 :301 PECL en 2.15 UP
   153.good faith en bad faith
   154.contractsvrijheid is uitgp
   155.a party is free to negotiate and not liable for failure to reach an agreement
   156.comment: ook als een p twijfelt over de totstandkoming ve ovk mag aan
      onderhandelingen worden begonnen. Functioneren vd markteconomie.
      Voorkomen dat de dreiging v ‘liability’ voorkomt dat pp gaan ‘dealen’.
          a. Dit is de Engelse invloed meen ik. In Engeland hoeft er neit te worden
              gedealed in good faith
   157.Het onderhandelen an sich kan evenwel wel leiden tot aansprakelijkheid. OP
      twee wijzen:
          a. als er is onderhandeld ism ‘ good faith and fair dealing’
          b. als er is afgebroken ism ‘gf an fd’.
   158.Inhoud ad open norm ‘gf and fd’ wordt gegeven in lid 3
          a. ‘it is contrary to good faith and fd ..’
          b. als er sprake is van ‘no real intention’ – misrepresentation -- die regel
              dient niet te streng worden uitgelegd
                    i. eerste reactie: dan ziet het dus mn op de eerste mogelijkheid v
                       ah
          c. ook liability : als onderhandelingen worden voortgezet indien er geen
              intentie meer is om een ovk te sluiten. Wanneer zal daar sprake van
              kunnen zijn? Comment noemt 2 factoren:
                    i. misrepresentation
                   ii. opgewekt vertrouwen
                           1. gedane beloftes
   159.Waarvoor dient schade te worden betaald? ‘Losses’
          a. gemaakte kosten, verrichtte werkzaamheden en eventueel gemiste
              kansen (lost opportunitie)
          b. Lost opportunities behoort wel tot het pos contractsbelang

   160.Conclusie mbt verhouding NL regeling en die vd PECL en PICC
         a. de principles betreffen een ruimere regeling want zien ook op het
             aangaan en voortgaan vd onderhandelingen
         b. de norm vd principles dient beperkt te worden uitgelegd aldus het
             comment
         c. de principles spreken alleen over het vergoeden vd losses, en daar valt
             strikt genomen het positief belang niet onder


                                                                                    16
T.R. Riemersma School of Law



   161.Onderhandelen onder Engels recht
   162.
   163.Voorlopige conclusie
   164.in 1987 gaf de wtg de ‘opdracht’ ad HR om recht te ontwikkelen
   165.is der rechtspraak er in geslaagd om aan onderhandelings pp meer houvast te
      bieden
           a. teleurstellend, aldus de conclusie vanuit de wetenschap
   166.mn een teleurstelling tav de tweede grondslag, de ‘overige omstandigheden’
   167.maar ook mbt de vraag naar onaanvaardbaarheid ogv het GV zijn geen
      duidelijk aanknopingspunten gegeven door de HR
   168.Hadden er geen deelregels kunnen worden geformuleerd zoals in HR Saladin
      (dwaling) en Offringa (onderzoek en mededeling)
   169.vRossum somt een aantal aspecten op die in een deelregeling op hadden
      kunnen worden genoemd. Daarbij goed gekeken naar deelregels die p andere
      terreinen een rol spelen.
           a. uitzicht op resultaat
           b. feitelijke handelwijze v pp
                    i. mate v toedoen
                   ii. in hoeverre zijn signalen afgegeven
           c. aard vd belangen die op het spel staan
           d. aard vd gevolgen
           e. reden van afbreken
           f. aard vd gemaakte kosten
                    i. voorbereiding
           g. verloop onderhandelingen – faseringen, terugvallen, onzekerheden
           h. aard vd pp –
                    i. klein vs groot
                   ii. afhankelijk vs machtig
   170.bovendien is het jargon vd HR niet vast
           a. moet het nu aannemelijk zijn bij de wdp dat een ovk tot stand komt,
               of zekerheid bestaan, om er voor te zorgen dat er voldoende
               gerechtvaardigd vertrouwen is om afbreken onaanvaardbaar te maken.
               Of kan beide en is de aannemelijkheid de ondergrens. Meen zelf het
               laatste.
           b. de onv omst die een uitz maken zijn niet helder uitgewerkt
           c. het zou vgls VR de voorkeur verdienen af te wegen tussen vertrouwen
               n ‘eigen belang’
           d. de scheiding tussen GV en ‘overige omst’ is niet zuiver – in feite zijn
               het communicerende vaten die elkaar aanvullen, zo meent v Rossum
               althans.
                    i. Wat de HR deed in ABB/Staat is dan ook ‘uit den boze’ vgls
                        vR
   171.vergoeding van positief contractsbelang komt in NL weliswaar sporadisch
      voor, maar NL is toch het enige Europese land dat het toekent
   172.wellicht alleen in die gevallen va apert onrechtmatig handelen zal er een basis
      voor te vinden zijn. Willens en wetens de boel frustreren.




                                                                                   17
T.R. Riemersma School of Law


   173.Overigens zijn er wel een aantal gezichtspunten te formuleren. VRossum
      formuleert er (knap) tien. Heb ze hier een daar een beetje aangepast obv
      commentaar v anderen
   174.Er bestaan fasen in de onderhandelingsprocedure die v belang zijn te
      onderscheiden
          a. Niet geheel duidelijk zijn of er nu twee of drie fasen zijn
          b. Indien we drie aannemen dan is wel duidelijk dat die fasen kunnen
              fluctueren. Dit kan er toe leiden dat hoewel het afbreken op enig
              moment ongeoorloofd was, dat na het voortduren vd onderhandelingen
              bij het afbreken niet meer zo is. In HR ABB/De Staat, stelt de HR dat
              het proces neit lineair is.
   175.Er bestaan twee grondslagen voor het betalen van schadevergoeding bij het
      afbreken v onderhandelingen
   176.Het gerechtvaardigd vertrouwen brengt mee dat afbreken onaanvaardbaar is
      en derhalve dat schadevergoeding dient te worden betaald.
   177.Naast het GV als maatstaf voor het ten onrechte afbreken van
      onderhandelingen kunnen andere omstandigheden het afbreken onrechtmatig
      (en dus onaanvaardbaar) maken. Vogelaar/Skill. Bollen noemt als vb
          a. Bollen noemt cao-onderhandelingen waarbij grote maatsschappelijke
              belangen op het spel kunnen staan
          b. Duurovkn, waarin een heronderhandelingsverplichting is opgenomen
   178.GV bij de wdp op het tot stand komen ve ovk wordt niet snel aangenomen
   179.Bovendien kan ook in het geval dat er wel GV is soms toch worden
      afgebroken, omdat dit afbreken niet onaanvaardbaar is. Het bestaan v GV
      brengt niet onder alle omstandigheden mee dat afbreken onaanvaardbaar is.
      Afgewogen dient te worden het ontstaansaandeel vd afbrekende partij en haar
      gerechtvaardigde belangen.
          a. Hierbij kunnen de onvoorziene omstandigheden (OO) een rol spelen.
          b. Wanneer er dan kosten dienen te worden vergoed is niet duidelijk, zie
              ook Bollen. De gegeven omstandigheden dienen dat mee te brengen.
              Zie de situatie die Brunner beschrijft in de noot onder P/V.
          c. Wat ook mogelijk lijkt is dat er sprake is v ongerechtvaardigde
              verrijking omdat de afbreker verdergaat met een derde en dan gebruik
              maakt vd kennis uit de onderhandelingen.
          d. Wat een factor is lijkt is of er verzocht is om bepaald onderzoek te
              doen of niet. Indien een partij dit zelf aanbiedt, waarna vervolgens
              wordt afgehaakt, dan niet zondermeer kostenvergoeding. Sommige
              kosten komen voor het ‘ondernemersrisico’. Zie de gunningprocedures
              in de bouw. Wat de bouw betreft zou dan wellicht een ondershcied
              dienen te worden gemaakt tussen kosten die zijn gemaakt in het kader
              ve prijsaanbieding en kosten in de volgende fase ter uitvoering of
              voorbereiding ve ovk.
          e. Ook een mogelijkheid is dat pp een afspraak maken over vergoeding
              van kosten indien geen overeenkomst wordt gesloten.
   180.Belangen van beide partijen spelen een rol bij de beoordeling of er kan
      worden afgebroken
   181.Sv wordt slechts in beperkte mate toegewezen
          a. Negatief belang vergoed in P/V
          b. Positief belang alleen in MBO/de Ruiterij? Slechts voorlopig oordeel
              uitgesproken


                                                                                18
T.R. Riemersma School of Law


           c. Bollen: indien afbreken onaanvaardbaar is, wil dat nog niet zeggen dat
              ook het positief contractsbelang dient te worden vergoed.
   182.de maatstaf v P/V geldt niet alleen bij het afbreken v onderhandelingen, maar
      ook als pp anders dan door onderhandelingen betrokken zijn bij het
      voorbereiden vh sluiten ve ovk. Vogelaar en HR Belien/Staat
           a. er wordt daarbij een ruime maatstaf gehanteerd
           b. het gaat om een vergelijkbare precontractuele situatie
   183.Onderhandelen onder voorbehoud kan zinvol zijn – V Engelen/Mirror
   184.Indien een beroep wordt gedaan op onrechtmatig afbreken dat tevens of
      geheel is gebaseerd op OO dan dienen die criteria v VSH/Shell beide te
      worden genoemd. Anders geen beroep op OO en GV. Huh?
   185.Is de grondslag vh afbreken, mede ivm de vraag naar sv v belang?
   186.Waar het mi om draait is de vraag om de verplaatsing van de kosten indien er
      geen ovk is gesloten. Dan dient er een verbintenis te ontstaan obwv schade kan
      worden geclaimd. De grondslag vd vb in het systeem vd wet maakt daarbij
      niet zoveel uit. Billijkheid, redelijkheid, zorgvuldigheid, vertrouwen zijn
      beginselen die alle een fundament leggen onder het verbintenissenrecht. Ie ook
      de beginselen die hartkamp noemt. Soms zal het accent meer liggen op
      onzorgvuldigheid, wanneer bruut en hard de onderhandelingen worden
      afgebroken. Onrechtmatige daad en daarmede onaanvaardbaar en dus sv.
      Soms lijkt het niet meer dan redelijkheid dat gemaakte kosten worden vergoed
      en is er geen sprake v onbetamelijk handelen.
   187. v Mierlo stelde eens dat dit niet zo is. Zei het zelf eerder ook tegen Jill de
      Cuba tijdens scriptiebegeleiding.


   188.Laatste ontwikkelingen brengen veranderingen? Volgens Bollen niet.
   189.HR CBB/JPO NJ 2005/ 467
   190.feiten – uit de concl v Hartkamp
   191.JPO en CBB onderhandelen over de ontwikkeling ve kantoorgebouw voor
      CBB te Arnhem
   192.JPO doet het aanbod te bemiddelen bij de koop v grond waarop gebouwd
      wordt. JPO zal een goede prijs regelen voor CBB en bovendien voldoende
      grond regelen. Beide pp stellen een concept “vaststellingsovk”op, die niet
      wordt ondertekend. De constructie is dan nmm dat JPO koopt vd gemeente en
      dan doorverkoopt tegen een vooraf vastgestelde prijs aan CBB. (volgt uit
      verhaal Hartkamp). Maw JPO zou de grondaanbieding regelen.
   193.JPO is een projectontwikkelaar
   194.3750 BVO – bruto vloeroppervlak tegen max 405,- per m2
           a. Snap niet helemaal wat de 1:1 norm nu te maken heeft met de
              verkoopprijs
   195.v belang is dat er nog gesproken wordt over een nog te realiseren tweede pand
   196.CBB stelt een deadline v 1/9/99 v levering vd bouwgrond door de gemeente
   197.JPO bemiddelt met de gemeente. Gemeente stelt voorwaarden in bijzondere
      bepalingen behorend bij een conceptvoorstel tot verkoop vd grond.
      Bestemmingsplan moet worden gewijzigd, terrein is niet bestemd voor
      kantoorruimte.
   198.JPO schakelt architect in.
   199.levering v grond wordt uitgesteld waardoor kosten stijgen
   200.er volgt een briefwisseling tussen CBB en JPO die leidt tot escalatie


                                                                                   19
T.R. Riemersma School of Law


   201.er volgt briefwisseling tussen gemeente en CBB waarin CBB gemeente
      informeert geen zaken te doen met JPO
   202.Gemeente brieft naar JPO dat niet meer aan voorwaarde is voldaan en vraagt
      bewijs v ovk
   203.JPO legt cons leveringsbeslag bij gemeente dat in kg wordt opgeheven
   204.CBB vordert sv v JPO
   205.JPO vordertin reconventie sv v CBB
   206. primair – er is een ovk – wp v CBB
   207.secundair – onrechtmatige afbrekeing vd onderhandelingen
   208.rb wijst vord v JPO volledig toe ogv od
   209.Hof wijst vord JPO ogv od toe, maar slechts voor de helft vanwege eigen
      schuld ex 6:101
   210.Hartkamp
   211.pp bevonden zich in een fase waarin een der partijen zich niet meer eenzijdig
      uit de onderhandelingen mocht terugtrekken zonder vergoewding vh positief
      contractsbelang. Bij JPO bestond de gerechtvaardigde verwachting dat een
      contract tot stand zou komen en dat CBB schadeplichtig zou worden bij
      eenzijdig terugtrekken.
   212.Waarom nou het positief contractsbelang?
   213.RB: CBB hield te weinig rekening met het eigen belang dat JPO had bij de
      totstandkoming vd ovk tussen CBB en de gemeente. JPO was afhankelijk van
      CBB, want de vestiging v CBB op de locatie was een voorwaarde voor
      totstandkoming. Door buiten JPO de gemeente benaderen verzwakte CBB de
      positie v JPO aanzienlijk.
   214.maw volstrekt helder was dat er geen ovk tot stand was gekomen tussen JPO
      en de gemeente, noch tussen JPO en CBB, maar toch sv want CBB handelde
      onrechtmatig (en volgens Hartkamp daarmede onaanvaardbaar door af te
      breken).
   215.Het hof halveert vervolgens de claim door te stellen dat JPO eigen schuld
      heeft door niet adequaat te reageren op de brief v CBB. Pas daarna is CBB
      naar de gemeente gestapt.
   216.Hartkamp verwerpt de cassatiemiddelen
   217. ook andere omstandigheden dan het GV kunnen meebrengen dat een partij
      niet meer kan terugtreden uit onderhandelingen zonder schadeplichtig te zijn
   218.CBB onderhandelde door met JPO nadat de deadline v 9/99 al was verstreken
   219.CBB liet JPO ook dooronderhandelen met gemeente en met architect praten
   220.CBB wist bovendien dat de grondaanbieding niet aanstaande was omdat het
      bestemmingsplan nog moest wordneg gewijzigd
   221.JPO gaf aan dat grondaanbieding op korte termijn gerealiseerd kon worden
      terwijl CBB bot afbrak op dat moment
   222.onderhandelingen verliepen weliswaar stroef tussen CBB en JPO, maar
      weldegelijk nog ruimte gelaten om tot overeenstemming te komen.
   223.CBB had JPO ook vrij gelaten om met gemeente in overeenstemming te
      komen. Zij had slechts minimumeisen gesteld aan haar eigen deal met JPO.
   224.nog wel meer aanknopingspunten te vinden waardoor ándere
      omstandigheden meebrengen dat afbreken onaanvaardbaar was en dus sv
      dient te worden betaald.
   225.TRR: is het overigens niet zo dat het in feite ook vertrouwen is dat dan de sv
      vb doet ontstaan? Je mag er dan op vertrouwen dat de kosten en een deel vd
      winstbelangen worden vergoed indien wordt afgebroken. Is alleen anders dan


                                                                                   20
T.R. Riemersma School of Law


      GV in de zin v 3:35, maar dat was al eerder geconcludeerd, dat dit GV een
      ander vertrouwen is dan het vertrouwen dat corrigeert bij de totstandkoming
      ver h igv wilsontbreken.
   226.HR casseert vervolgens toch. Hof dient beter te motiveren waarom. Hartkamp
      is een stuk soepeler dan de HR bij de eisen die hij stelt aan de
      motiveringsplicht vh hof. Hij leest er gewoon veel meer in dan de HR.
      Waarschijnlijk dus een pyrrhusoverinning voor CBB.
   227.Bollen
   228.interpreteert het arrest anders dan Hartkamp
   229.zal toch draaien om de vraag naar GV, want de andere omstandigheden
      moeten eng worden geïnterpreteerd en geven geen ruimte in dit geval
   230.verder acht hij het niet dat er sprake kan zijn v GV in totstandkoming ve ovk.
      Hij ziet weinig reden tot vergoeding v positief contractsbelang
   231.dat is dan wel in strijd met wat zowel Rb als hof concluderen. En bovendien
      Hartkamp niet te vergeten.
   232.Obv zijn artikel kan ik de volgende indeling maken
   233.Afbreken onaanvaardbaar ivm GV op totstandkoming ovk
   234.Afbreken onaanvaardbaar ivm andere omstandigheden
   235.Afbreken niet onaanvaardbaar, ondanks GV in totstandkoming ovk – mede
      ivm onvoorziene omst.
   236.Positief contractsbelang alleen igv GV in totstandkoming ovk. Maar niet
      zondermeer in ieder geval dat GV bestaat int totstandkoming. Dat is nog open
   237.negatief belang, kosten, ook mogelijk als afbreken niet onaanvaardbaar is
   238.indien afbreken niet onaanvaardbaar, dan (waarschijnlijk) alleen negatief
      belang
   239.onderscheid maken tussen de aanvaardbaarheid vh afbreken en de
      (on)zorgvuldigheid vh afbreken? Soms mag afbreken, maar is het weldegelijk
      onzorgvuldig. In dat geval zal er een claim uit onrechtmatige daad resteren.
      Onduidelijk is dan welke schade moet worden vergoed. Alleen het negatieve
      belang zoals Bollen stelt, of ook het positieve belang?
   240.Hartkamp lijkt de vraag naar de aanvaardbaarheid en de zorgvuldigheid v
      handelen samen te nemen. Hij lijkt te stellen dat indien er geen GV bestaat,
      dan kunnen ‘andere omstandigheden’ meebrengen dat afbreken
      onaanvaardbaar is, zoals het geval v onzorgvuldig handelen jegens de wdp.
   241.Waar haalt Bollen dat onderscheid eigenlijk vandaan? Hij lijkt wel gelijk te
      hebben. Het gaat hier niet om GV en bovendien ook niet om die andere
      omstandigheden. Het gaat hier om de vraag naar de onbetamelijkheid vh
      afbreken in een situatie dat er geen GV is op totstandkoming.
   242.Waarom hecht B zoveel waarde aan dat GV in de totstandkoming vd ovk?
      Omdat voor vergoeding vh positieve belang de HR dat als uitgp lijkt te nemen
      bij onaanvaardbaar afbreken.
   243.Is dit in feite niet een typisch geval waarin er sprake is ve grove schending vd
      Baris/Riesenkamp-norm die meebrengt dat er een onrechtmatige daad is
      gepleegd?
   244.grote winst vh arrest: aangeven dat de onrechtmatige daad een rol speelt bij
      afbreken. In wezen is er een derde poot bijgekomen, naast GV en ‘andere
      omstandigheden’, die recht geven op sv. Het is en blijft een ‘open systeem’,
      dat vbrt.
   245.afbreken mag dus waarschijnlijk wel als de verhoudingen ernstig verstoord
      zijn. Is het ook v belang dat het hier ging om een typische situatie waarbij er


                                                                                    21
T.R. Riemersma School of Law


      een derde, de Gemeente, een belangrijke rol speelde. Is het niet zo dat het
      doen v uitlatingen jegens die derde onzorgvuldig is in de onderlinge
      verhouding? Onbetamelijke uitlatingen doen. Hoedanigheid v
      contractspartijen speelt ook een rol. JPO is in zekere zin afhankelijk v CBB.




                                                                                      22

Más contenido relacionado

Similar a Afgebroken onderhandelingen

Gemeentedagen 2014 - Bestuursrecht & grondbeleid
Gemeentedagen 2014 - Bestuursrecht & grondbeleidGemeentedagen 2014 - Bestuursrecht & grondbeleid
Gemeentedagen 2014 - Bestuursrecht & grondbeleidAKD
 
Contractmanagement als must (ag juli 2010)
Contractmanagement als must (ag juli 2010)Contractmanagement als must (ag juli 2010)
Contractmanagement als must (ag juli 2010)Advocatenkantoor-Legalz
 
Opleiding ICT & Recht (contractenrecht)
Opleiding ICT & Recht (contractenrecht)Opleiding ICT & Recht (contractenrecht)
Opleiding ICT & Recht (contractenrecht)Robert Grandia
 
Juridische handvatten voor ketenintegratie (1)
Juridische handvatten voor ketenintegratie (1)Juridische handvatten voor ketenintegratie (1)
Juridische handvatten voor ketenintegratie (1)Ferry van Wilgenburg
 
Presentatie seminar destil & hpla 27 mrt 08
Presentatie seminar destil & hpla 27 mrt 08Presentatie seminar destil & hpla 27 mrt 08
Presentatie seminar destil & hpla 27 mrt 08Frank van der Kruis
 
Gemeentedagen 2019 De Vlammen van Scheveningen
Gemeentedagen 2019 De Vlammen van Scheveningen                        Gemeentedagen 2019 De Vlammen van Scheveningen
Gemeentedagen 2019 De Vlammen van Scheveningen AKD
 
Zorgplicht en declaraties (beursbengel, 2011)
Zorgplicht en declaraties (beursbengel, 2011)Zorgplicht en declaraties (beursbengel, 2011)
Zorgplicht en declaraties (beursbengel, 2011)Silvia Janssen
 
Actualiteiten overeenkomstenrecht
Actualiteiten overeenkomstenrechtActualiteiten overeenkomstenrecht
Actualiteiten overeenkomstenrechtAKD
 
Aan en verkoop onroerend goed
Aan  en verkoop onroerend goedAan  en verkoop onroerend goed
Aan en verkoop onroerend goedARAG_nl
 
Garanties in ICT-contracten
Garanties in ICT-contractenGaranties in ICT-contracten
Garanties in ICT-contractenguestfe9f3f
 
Welkegeschillen lenen zich tot mediation?
Welkegeschillen lenen zich tot mediation?Welkegeschillen lenen zich tot mediation?
Welkegeschillen lenen zich tot mediation?Willem Meuwissen
 
Energy Contracting Stichting Phoe 17062010 Ppt (Final)
Energy Contracting Stichting Phoe 17062010 Ppt (Final)Energy Contracting Stichting Phoe 17062010 Ppt (Final)
Energy Contracting Stichting Phoe 17062010 Ppt (Final)weerokoster
 
Een waterdicht contract voor de vastgoedmakelaar
Een waterdicht contract voor de vastgoedmakelaarEen waterdicht contract voor de vastgoedmakelaar
Een waterdicht contract voor de vastgoedmakelaarNic Clijmans
 
Presentatieitrechtcursusdag3 versie-14-november-2011
Presentatieitrechtcursusdag3 versie-14-november-2011Presentatieitrechtcursusdag3 versie-14-november-2011
Presentatieitrechtcursusdag3 versie-14-november-2011Advocatenkantoor LEGALZ
 
Blunderboek Outsourcing
Blunderboek OutsourcingBlunderboek Outsourcing
Blunderboek OutsourcingLydian
 
Overeenkomst overdracht aandelen
Overeenkomst overdracht aandelenOvereenkomst overdracht aandelen
Overeenkomst overdracht aandelenLeave Your Marks
 

Similar a Afgebroken onderhandelingen (20)

Reasonable Expectations
Reasonable ExpectationsReasonable Expectations
Reasonable Expectations
 
Gemeentedagen 2014 - Bestuursrecht & grondbeleid
Gemeentedagen 2014 - Bestuursrecht & grondbeleidGemeentedagen 2014 - Bestuursrecht & grondbeleid
Gemeentedagen 2014 - Bestuursrecht & grondbeleid
 
Contractmanagement als must (ag juli 2010)
Contractmanagement als must (ag juli 2010)Contractmanagement als must (ag juli 2010)
Contractmanagement als must (ag juli 2010)
 
Opleiding ICT & Recht (contractenrecht)
Opleiding ICT & Recht (contractenrecht)Opleiding ICT & Recht (contractenrecht)
Opleiding ICT & Recht (contractenrecht)
 
Juridische handvatten voor ketenintegratie (1)
Juridische handvatten voor ketenintegratie (1)Juridische handvatten voor ketenintegratie (1)
Juridische handvatten voor ketenintegratie (1)
 
Presentatie seminar destil & hpla 27 mrt 08
Presentatie seminar destil & hpla 27 mrt 08Presentatie seminar destil & hpla 27 mrt 08
Presentatie seminar destil & hpla 27 mrt 08
 
Contractmanagement als must
Contractmanagement als mustContractmanagement als must
Contractmanagement als must
 
Gemeentedagen 2019 De Vlammen van Scheveningen
Gemeentedagen 2019 De Vlammen van Scheveningen                        Gemeentedagen 2019 De Vlammen van Scheveningen
Gemeentedagen 2019 De Vlammen van Scheveningen
 
Zorgplicht en declaraties (beursbengel, 2011)
Zorgplicht en declaraties (beursbengel, 2011)Zorgplicht en declaraties (beursbengel, 2011)
Zorgplicht en declaraties (beursbengel, 2011)
 
Actualiteiten overeenkomstenrecht
Actualiteiten overeenkomstenrechtActualiteiten overeenkomstenrecht
Actualiteiten overeenkomstenrecht
 
Aan en verkoop onroerend goed
Aan  en verkoop onroerend goedAan  en verkoop onroerend goed
Aan en verkoop onroerend goed
 
Overnames in het MKB
Overnames in het MKBOvernames in het MKB
Overnames in het MKB
 
Garanties in ICT-contracten
Garanties in ICT-contractenGaranties in ICT-contracten
Garanties in ICT-contracten
 
Welkegeschillen lenen zich tot mediation?
Welkegeschillen lenen zich tot mediation?Welkegeschillen lenen zich tot mediation?
Welkegeschillen lenen zich tot mediation?
 
Winnen met innen
Winnen met innenWinnen met innen
Winnen met innen
 
Energy Contracting Stichting Phoe 17062010 Ppt (Final)
Energy Contracting Stichting Phoe 17062010 Ppt (Final)Energy Contracting Stichting Phoe 17062010 Ppt (Final)
Energy Contracting Stichting Phoe 17062010 Ppt (Final)
 
Een waterdicht contract voor de vastgoedmakelaar
Een waterdicht contract voor de vastgoedmakelaarEen waterdicht contract voor de vastgoedmakelaar
Een waterdicht contract voor de vastgoedmakelaar
 
Presentatieitrechtcursusdag3 versie-14-november-2011
Presentatieitrechtcursusdag3 versie-14-november-2011Presentatieitrechtcursusdag3 versie-14-november-2011
Presentatieitrechtcursusdag3 versie-14-november-2011
 
Blunderboek Outsourcing
Blunderboek OutsourcingBlunderboek Outsourcing
Blunderboek Outsourcing
 
Overeenkomst overdracht aandelen
Overeenkomst overdracht aandelenOvereenkomst overdracht aandelen
Overeenkomst overdracht aandelen
 

Afgebroken onderhandelingen

  • 1. T.R. Riemersma School of Law Afgebroken onderhandelingen 2-11-2003/ 20-09-2010 1. Uitgangspunt bij de vraag naar de totstandkoming v ovkn is de schematische voorstelling v aanbod en aanvaarding. Een simpel model dat evenwel ziet op de totstandkoming vd meeste ovkn. 6:217 2. De maatschappelijke realiteit is een stuk complexer en diverser, waardoor er bij de vraag naar de totstandkoming ve ovk een aantal problemen kunnen ontstaan. 3. Een aantal van die problemen hebben we al besproken in het voorgaande (in de colleges) a. aanbod en aanvaarding kunnen soms nauwelijks van elkaar worden onderscheiden i. de wet geeft geen omschrijving zoals gezegd b. niet altijd is duidelijk welke partij heeft een aanbod gedaan en wie heeft er nu eigenlijk aanvaard c. Veelal wordt er onderhandeld over de exacte invulling van een contract. PP doen alles om elkaar te overtuigen. Mn als de financiële belangen groter zjin wordt er meer onderhandeld. Allerlei onderzoeken om de kans op een mislukking, met alle verliezen van dien te verkleinen. Dat wil overigens niet zeggen dat een ovk dan uiteindelijk niet tot stand zal kunnen komen via aanbod en aanvaarding, maar veelal zal er, net als bij grote verdragen tussen staten, een ovk worden getekend. De ceremoniële functie vh contracteren. Onduidelijk is dan dus wanneer nu eigenlijk het exacte moment is geweest wanneer de ovk tot stand is gekomen. Dat zal dan al eerder zijn geweest. Denk aan grote bouwprojecten, fusies zoals onlangs tussen KLM en Air France. 4. een ander probleem is dat pp in een fase van praten blijven steken. Men komt niet verder en gaat uiteen. Vaak heeft dat evenwel geresulteerd in lange onderhandelingen en zijn er over en weer handelingen verricht. Met is elkaar wellicht enigszins tegemoet gekomen en heeft getracht met voorstellen te komen waar een ander een zeker vertrouwen op kon baseren. Wellicht zijn er onderzoeken gedaan om de wdp gerust te stellen over aantallen clienten, bezettingsgraden in hotels, haalbaarheidsonderzoeken voor dagbladen, statistische analysisches, empirisches onderzoekingen, schaalmodellen gemaakt van hotels, kortom alles waar de wdp mee overtuigd kan worden dat er voldoende markt is om een ‘deal’ te sluiten. 5. de onderhandelingsfase noemen we ook wel de precontractuele fase. De precontractuele fase heeft invloed op a. de vraag naar de totstandkoming v ovk – is er al sprake geweest v aanbod en aanvaarding b. De vraag naar de inhoud vd ovk c. als er een contract tot stand komt, zal datgene wat in de precontractuele fase verklaard is, van invloed zijn op de contractuele inhoud, zal zelf inhoud kunnen zijn, kan van invloed zijn op de prestaties die dienen te worden verricht. Da t blijkt uit een tweetal standaardarresten. d. Invloed op de vraag naar sv ogv afbreken v onderhandelingen. 1
  • 2. T.R. Riemersma School of Law 6. Als er is onderhandeld, kunnen er na het afbreken, uit elkaar gaan v pp, twee vragen worden gesteld a. De eerste rechtsvraag is, of, ondanks het afbreken van onderhandelingen, er toch een ovk tot stand is gekomen. In dat geval kan nakoming en eventueel ontbinding worden gevorderd met sv. Of wp en nakoming. b. Of, ten tweede, of zonder dat er een ovk tot stand is gekomen, een toch een verbintenis is ontstaan ogwv pp verwachtingen tegenover elkaar kunnen afdwingen. En daarmede dan samenhangend, welke schade dient te worden vergoed. 7. De eerste vraag zal dienen te worden uitgelegd adhv de criteria ex 3:33 jo 3:35 en de vertrouwensproblematiek die daarbij geldt. Overigens zien we dat pp de vragen combineren. Voor meerdere ankers gaan liggen. 8. De tweede vraag gaat daadwerkelijk over de vraag of het afbreken in de precontractuele fase toch verbintenisrechtelijke repercussies dient te hebben voor pp. 9. Daarbij geldt dan wel als uitgangspunt dat er een aantal contractuele beginselen een rol spelen en met elkaar kunnen botsen. Vertrouwen en vrijheid, zorgvuldigheid en redelijkheid. a. Het rechtsverkeer heeft in beginsel geen behoefte aan forse winstcompensatieclaims, mede vanuit het oogpunt van contractvrijheid 10. Beantwoording vd problematiek vindt niet plaats ogv de wet, maar adhv een open norm die is gevormd in de jurisprudentie a. Wat houdt die norm in? Lastig in een zin te beantwoorden. b. Rechtersrecht derhalve c. grote discretionaire bvh rtr d. rtr baseert zich op abstracte noties – alle beginselen die een rol spelen en met elkaar kunnen botsen e. termen: quasi-contract; gerechtvaardigde verwachtingen ; positief en negatief contractsbelang ; f. toenemend aantal uitspraken – toenemend belang vh onderwerp 11. ontwikkeling vd problematiek adhv jurisprudentie, waardoor er vrij complex leerstuk is komen te ontstaan. De moeite waard om te bestuderen vanwege praktische waarde. De inzichtverschaffende kennis. Veel ondernemingsrecht. 12. HR Baris Riezenkamp NJ 58/67 13. basisarrest dat aangeeft dat al door het aangaan v onderhandelingen, pp jegens elkaar in een bijzondere rvh komen te staan, die wordt beheerst door de reb. 14. de consequentie van die bijz rvh is, er bij het bepalen vh eigen gedrag mede rekening moet worden gehouden met de gerechtvaardigde belangen vd wdp a. dat betekent dat als een partij bepaalde info heeft waarover de wdp niet beschikt, dat er dan gesproken dient te worden, indien het zwijgen negatieve consequenties heeft of kan hebben voor de wdp. Zag in het arrest op de dwalingproblematiek. 2
  • 3. T.R. Riemersma School of Law b. arrest heeft evenwel een bredere strekking en ziet ook op de onderhandelingsfase 15. uit het woordje ‘mede’ volgt dat pp evenwel prima hun eigen belang voorop mogen stellen in de precontractuele fase 16. onderhandelingen staan het teken vh eigenbelang 17. onderhandelen betekent optimaal gebruik maken vd contractsvrijheid 18. uit die vrijheid volgt dus dat er ook kan worden afgebroken 19. in dit arrest werd wel een ovk aangenomen (ook al werd die achteraf betwist ogv dwaling) 20. obv dit arrest wordt de precontractuele fase dus wel gezien als een rechtsverhouding – een door het recht beheerste verhouding, hoewel er feitelijk dus geen ovk is ontstaan. a. dus geen feitelijk vrije verhouding waar alles kan. Geen wild west waar alles mag om deals te sluiten en af te breken 21. het afbreken kan onder omstandigheden leiden tot schadeplichtigheid ogv een vb tot het betalen v sv a. deze conclusie is niet alleen gewettigd ogv B/R. Er zijn vele andere arresten nadien gevolgd die het leerstuk nader invullen 22. HR Plas Bouw Ondernemening – Gem Valburg NJ 83/723 23. GR v Valburg wil overdekt zwembad. Besluit wordt bestuursrechtelijk goedgekeurd 24. geen aanbesteding – rageb naar prijsopgaven om zo te vgl. Er is gewacht op interessante aannemers. Er was alleen een programma van eisen. 25. PBO heeft op verzoek vd gemeenstesecretaris een gesprek waarna een offerte wordt ingediend 26. offerte wordt door een commissie onderzocht samen met 3 andere 27. PBO wint op verzoek vd G allerlei adviezen in, op eigen kosten 28. verv wordt er door de G een ‘kleine zwembadcie’ ingesteld die de aanbieders verzoekt hun programma’s aan te passen aan het programma v eisen vd G en vervolgens prijsopgave te doen a. dit aanpassen dient te geschieden omdat alle aannemers met eigen plannen kwamen die niet uniform van opzet waren 29. maw de eerste offerte wordt aagepast en er volgt een tweede 30. 9/1 er volgt een vergadering – PBO is de laagste inschrijver, haar plan was aanvaardbaar maar G moest nog nadenken 31. Uiteindelijk gaat de opdracht naar Arns BV die 156 minder vraagt. Dat wordt een dikke maand later in vergadering aangenomen. 32. PBO stapt naar de rtr 33. primair nakoming gevorderd – op 10/1 zou de ovk tot stnd gekomen zijn 34. subs -- na afbreken sv gevorderd. a. Voorbereidingskosten (60) en gederfde winst (70) 35. verschillende grondslagen 36. subs – ontbinding 37. meer subs – od ex 162 of wp 38. verweer – er is altijd gesteld dat het goedkoopste plan de job zou krijgen. Igv kwalitatief gelijkwaardige offertes zou de prijs de doorslag geven. 39. RB 40. wijst volledig toe – totstandkoming wordt door PBO ingetrokken. Het gaat nog om de schade. 3
  • 4. T.R. Riemersma School of Law 41. stelt dat op 9/1 er voor de G de verplichting bestond na 9/1 om latere aanbiedingen terug te sturen. Het zou immers niet ondenkbeeldig zijn dat anderen zouden profiteren vh plan v PBO en daar net onder gaan zitten, zonder allerlei kosten te maken voor wijziging vd plannen 42. heeft raadslid Honcoop gelekt? 43. Vgls Rb waren de onderhandelingen niet langer vrijblijvend, zoals de G stelde 44. Rb stelt dat over de hoofdzaken overeenstemming was bereikt 45. Rb stelt dat door uiteindelijk de bouw niet aan PBO te gunnen handelde zij ism de GT, noch daargelaten in hoeverre er strijd met de abbb’s bestond 46. Hof vernietigt 47. de svverplichting ziet niet op de gederfde winst 48. 9/1 wordt gezien als omslagpunt in de onderhandelingen. Kosten die daarna werden gemaakt, zijn vergoedbaar 49. cassatiemiddelen 50. er is toch een ovk tot stan gekomen 51. AG stelt vernietiging arrest hof voor 52. HR 53. herhaling vd term rvh in de onderhandelingen – pp staan in een rechtsbetrekking 54. hier kwam evenwel geen ovk tot stand 55. Grote belang vh arrest was dat er een onderscheid lijkt te zijn gemaakt tussen fasen die nader aangeven wanneer afbreken nog gerechtvaardigd is en wanneer niet. Maw er werd verbintenisrechtelijk invulling gegeven aan de rechtsbetrekking die ontstond door in onderhandeling te treden. 56. Bovendien maakt het arrest duidelijk dat er vershil kan bestaan in de schade die vergoed dient te worden door de afbrekende partij. Er 57. kan de fase waarin pp verkeren nog een reden zijn om bepaalde schade ook te vergoeden of juist niet. Naarmate pp verder in onderhandeling zijn komen te verkeren, kan er meer soorten van schade worden gevorderd. 58. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de fasen: a. fase 1 waar afbreken zondermeer mag i. uitgp is immers de contractuele vrijheid als kernbeginsel b. fase 2 waar er te goeder trouw is onderhandeld, geen resultaat is bereikt dat heeft geleid tot het sluiten ve contract, maar er toch bepaalde kosten dienen te worden vergoed, geheel of gedeeltelijk i. het niet vergoeden is ism de reb c. fase 3 het afbreken zal niet meer te goeder trouw kunnen geschieden. Pp hebben wetenschap dat de gevolgen v afbreken ernstige gevolgen heeft voor de wdp. In een dergelijk geval is het afbreken zelf ism de r en b. i. in deze fase is de schending ernstiger en dat heeft als gevolg dat er ook meer schade vergoed kan worden. Het zgn positieve contractsbelang komt dan (naast de gemaakte kosten als negatief belang) voor vergoeding in aanmerking. Dwz de gederfde winst. Het resultaat als de ovk gewoon zou zijn gesloten d. Bovendien is de conclusie nav dit arrest dat een partij kan worden veroordeeld tot dooronderhandelen 4
  • 5. T.R. Riemersma School of Law 59. Over de indeling van de fasen wordt wel getwist. Volgens Bollen is er slechts sprake van twee fasen. a. Een fase dat afbreken mag, al dan niet met vergoeden van kosten b. Een fase waarin afbreken niet meer mag, want er is sprake v gerechtvaardigd vertrouwen in de totstandkoming ve ovk, dan wel het afbreken is onaanvaardbaar ivm de overige omstandigheden vh geval. 60. Wat is de grondslag ogwv een vb tot het betalen v schade wordt aangenomen? Er bestaat wel enige twijfel, die veroorzaakt wordt door het onderscheid tussen fase 2 en 3. a. In fase drie zal het een od ex 6:162 kunnen zijn. Onzorgvuldig gedrag. b. Ook wordt de r en b als bron v een vb genoemd door v R, ‘bij wijze van analogie’ ?? De OU noemt ook de reb als de bron voor de vb. Dat zal dan de aanvullende werking vd reb zijn die de rechtsbetrekking aanvult ex 6:248. c. Probleem is het vaststellen vd rechtsbron ihgv fase 2. Geen kwade trouw. Wat is dan de basis? Dan kan het feitelijk de od niet meer zijn, want er is geen schuld. i. Theoretisch kun je dan wellicht nog stellen dat de toerekenbaarheid plaatsvindt ogv de verkeersopvatting? d. De redelijkheid zou op zichzelf ook kunnen. Er bestaat geen theoretisch groot verschil tussen de redelijkheid en de maatschappelijke zorgvuldigheid, aldus vR. e. in feite ziet de redelijkheid in zijn algemeenheid op het gedrag en is de schending vd zorgvuldigheid in 6:162 schending ve deelregel vd redelijkheid. Zorgvuldigheid gaat op in de redelijkheid. i. In feite is er sprake ve vorm v gevaarzetting door af te breken? 61. De basis is dat rekening dient te worden gehouden met elkaars gerechtvaardigde verwachtingen en dat schending ve dergelijke verwachting verplichtingen meebrengt jegens elkaar a. de Kluiver: de belangen van rechtszekerheid en continuïteit vullen de verwachtingen in 62. Hoe bewijs je de schade in de zin vh positief contractsbelang? Erg moeilijk. Vandaar dat wordt bepleit een niet al te zware bewijslast op te leggen. 63. Welke kosten komen eigenlijk voor vergoeding in aanmerking?? 64. onderscheid tussen de eerste en de tweede fase. 65. Zie de noot v Brunner onder het arrest die een onderscheid maakt tussen verschillende situaties 66. Situatie 1: de wdp heeft kosten gemaakt, nadat de afbrekende partij al had besloten niet door te gaan, maar dat niet kenbaar heeft gemaakt. Maw de wdp is niet te goeder trouw. a. deze kosten zijn zondermeer vergoedbaar, dan had maar eerder dienen te worden afgebroken b. bewijsprobleem: er dient dan te worden aangetoond dat er al een intentie bestond om af te breken. c. een wdp die wordt aangesproken voor de kosten zal stellen dat het niet hij is die de onderhandelingen heeft afgebroken, maar de kostenmaker zelf 5
  • 6. T.R. Riemersma School of Law i. er kan een dilemma ontstaan. Wie geeft als eerste toe dat er afgebroken wordt! De partij die toegeeft zal schade dienen te vergoeden ii. als bewezen wordt dat er sprake is van fase 3 zijn de kosten voor vergoeding mogelijk. iii. Is er sprake van afbreken van fase 2 dan vgls Brunner minder snel vergoeding iv. Die kosten waarvan de wdp een nuttig gebruik heeft gemaakt v. Die kosten waarvan de aannemer mag aannemen dat zijn kans op gunning groot genoeg is om het maken van kosten te rechtvaardigen 67. Situatie 2: er zijn kosten gemaakt, voordat de onderhandelingen onrechtmatig zijn afgebroken. a. In deze situatie kan het wellicht best zijn dat er al eerder de intentie tot afbreken bestond en dat de kosten feitelijk na het afbreken zijn gemaakt b. de kosten zijn dan gemaakt in fase 2, en het afbreken vindt plaats in fase 3 c. er is dan een causaliteitsprobleem, want de kosten zijn niet gemaakt ogv de onrechtmatige daad d. trr: nou en, zou je zeggen. Je dient goed te kijekn wanneer die kosten zijn gemaakt. Las vaststaat dat het in F2 was, dan toch vergoeding sin duda. 68. Aan welke kosten valt dan te denken? a. maken van ontwerpen b. research naar mogelijkheden c. welke kosten kun je nog meer maken in fase 2? Inhuren van deskundigen? d. oplossing i. Is er sprake van afbreken van fase 2 dan minder snel vergoeding ii. Die kosten waarvan de wdp een nuttig gebruik heeft gemaakt iii. Die kosten waarvan de aannemer mag aannemen dat zijn kans op gunning groot genoeg is om het maken van kosten te rechtvaardigen 69. Wetsvoorstel in 1985 – na de ‘klassieke’ arresten a. Neem de letterlijke tekst maar over! b. enkele afwijkingen vd arrest B/R en P/V c. beperkte regeling om de ontwikkeling in de rechtspraak niet te belemmeren d. contractuele beginsel van contractsvrijheid als uitgp e. beroep op GV bij de vraag of er een recht op sv bestaat f. afwijkingen van 3:35 i. het gaat dus duidelijk om een ander GV dan in 3:35 wordt genoemd ii. er komt juist geen rh (!) tot stand, maar wel een vb, zijnde geen ovk. Zie noot onder HR MBO/De Ruiterij, verderop besproken iii. het over en weer criterium werd niet overgenomen 6
  • 7. T.R. Riemersma School of Law iv. reden: het gaat bij het afbreken eigenlijk niet zozeer om de tussen pp ontstane band, maar om de vraag of voor het verbreken vd ontstane band bij de wdp voldoende gerechtvaardigd vertrouwen is ontstaan, dat hij rechten zou kunnen ontlenen aan datgene dat tot nog toe bereikt is v. het gaat om het vertrouwen op zeker moment dat op een later moment een rh tot stand zal komen vi. bij afbreken is het vertrouwen ook niet zozeer gericht op de wil die bij een verklaring geacht wordt te horen. Er hoeft niet daadwerkelijk een bepaalde verklaring te zijn gedaan waaraan het vertrouwen wordt ontleend. Het vertrouwen mag ook uit andere objectieve bronnen worden geput, aldus HJS. 1. overige omstandigheden a. Te denken valt aan gedragingen v derden en de marktsituatie; de aard vd onderhandelingen, bijv CAO 2. onvoorziene omst 3. gerechtvaarigde belangen vd wdp vii. deze invulling is van later datum. Mn MBO/R – HJS merkt op dat de invulling in het arrest recht doet aan de behoefte aan evenwicht in de rechtsbescherming tussen pp g. er wordt een aanvulling gegeven op 3:35: i. alle omstandigheden vh geval zijn v belang ii. dus ook zonder gerechtvaardigd vertrouwen bij de wdp zou het afbreken toch onaanvaardbaar kunnen zijn ogv de redelijkheid en billijkheid h. kritiek i. wanneer bestaat er een verplichting tot dooronderhandelen? ii. verwijzing naar de ‘andere omstandigheden’ is in de praktijk slechts uitzondering iii. geen eenduidige grondslag – het vertrouwen kan niet altijd de basis zijn voor het ontstaan ve vb. Ook met vertrouwen moet er ruimte zijn om af te breken, zo luidt de kritiek. i. Voorstel ingetrokken met verwijzing naar ontwikkeling id jurisprudentie 70. Er zijn sinds de eerste arresten en na het wetsvoorstel ontwikkelingen geweest in de jurisprudentie die aanleiding geven tot een nadere beschouwing. Die arresten bespreek ik alvorens opnieuw te concluderen. 71. VSH-Shell NJ 88/1017 72. V-S Kunststofassemblage maakt kunststofverpakkingen tbv levensmiddelenindustrie 73. Grondstoffen worden gekocht voor een deel bij Shell chemie, waarbij VSK gebruik maakt ve octrooilicentie 74. er worden besprekingen gevoerd tussen VSH (de houdstermaatschappij en enig adh v VSK) en Shell over de mogelijkheid v deelneming v Shell in het kapitaal v VSK. Joint venture ex 2:409. Fusiebesprekingen die moeten leiden tot totstandkoming ve fusie-ovk. Voorzien in kapitaalbehoefte van VSK. 7
  • 8. T.R. Riemersma School of Law 75. Ogv Fusiebesluit de vakbonden ingelicht en daarna nog een persbericht naar buiten gebracht 76. bovendien een telex aan VSH door Shell in juli 77 a. voorbehoud v goedkeuring door board v Shell (“Shell board approval”) 77. Shell breekt bijna een maand later de onderhandelingen af a. reden is dat VSH niet de middelen heeft om ook te voorzien in de kapitaalbehoefte van VSK b. beter was het om te kijken naar een 100% overname mogelijkheid 78. VSH start onderhandelingen met Wavin waarin Shell okk ad heeft 79. er volgt een deal, overdracht vd ad aan Wavin 80. VSH wil toch sv. Grondslag a. Primair: er is een fusie-ovk tot stand gekomen die dient te worden nagekomen b. door nakoming te weigeren diende VSH een andere partner te zoeken c. de overdracht vd ad is tegen een gedwongen lagere prijs. vandaar zo’n 3.5 miljoen te weinig gekregen voor die ad 81. Shell verweert zich a. Geen fusie - ovk b. Afbreken mocht ogv contractvrijheid c. Geen schade bij VSH 82. zowel Rb als hof verwerpen het beroep v VSH 83. HR 84. het gaat alleen om de vraag naar de vergoeding vh pos contractbelang – immers, als de deal door zou zijn gegaan, zou voor de 60% 6.6 miljoen zijn betaald, wat meebrengt dat de gehele waarde dan 100/60 * 6.6 ou bedragen en hoger zou zijn dan de prijs waartegen nu is overgedragen. 85. wanneer dient het positieve contractsbelang als vorm van schadevergoeding te worden betaald? 86. aannemelijk dient te zijn dat bij voortzetting vd onderhandelingen een dergelijke ovk tot stand zou zijn gekomen a. trr aanvulling – waarbij ihgv van niet nakoming van die ovk, deze schade ook zou dienen te worden vergoed ?? antw: ja. Het arrest ziet juist uitsluitend op de vraag wanneer het pos cbl dient te worden vergoed. b. door van aannemelijk te spreken is het arrest dus soepeler dan P/V 87. herhaling vd formule in het wetsontwerp – verwijzing naar het gerechtvaardigde vertrouwen als bron voor het ontstaan ve vb. 88. invulling vh arrest P/V voor wanneer dit vertrouwen dat dan meebrengt. 89. afwijking v P/V: ‘dergelijke ovk’ ipv ‘een ovk’ 90. uitbreiding P/V: ook andere omst kunnen het afbreken ongerechtvaardigd maken 91. in casus konden alle omstandigheden evenwel niet rechtvaardigen dat Shell aan VSH de schade vergoedde. Er was te weinig vertrouwen ogv de omstandigheden a. Maw niet aannemelijk was dat bij voortzetting vd onderhandelingen een dergelijke ovk tot stand zou komen b. Het hof stelt dat al voor het afbreken pp het standpunt hadden verlaten dat er een JV tot stand zou komen c. Maw tt het afbreken waren er geen gerechtvaardigde verwachtingen bij VSH 8
  • 9. T.R. Riemersma School of Law 92. afwijking v P/V: het gaat niet om het wederzijds vertrouwen, maar het vertrouwen vd wdp die niet op afbreken had gerekend 93. kritiek op het arrest: a. CJHB I. Erg strenge eis geformuleerd door hof – immers, onderhandelingen zijn altijd onzeker vwb het resultaat i. De mitigatie ziet op de aannemelijkheid ii. Inhoudelijk hoeft de ovk niet exact/precies te zijn bepaald; voldoende is een ovk vd soort waarover pp onderhandelen. Maw de ovk hoeft niet exact bepaalbaar te zijn ex 227. In dit geval ‘enige JV’ iii. Reeds het missen ve reële kans op een geambieerd contract zou bij afbreken nmv B recht geven op sv iv. De waarde van zo’n kans dient door de rtr te worden vastgesteld v. In dit arrest wordt tav die kans eigenlijk gesteld dat de waarschijnlijkheid v verwezenlijking vrij groot dient te zijn vi. B maakt het vergelijk met het verloren gegane lot uit de loterij, waarbij de kans op winnen vrij klein is vii. door op het vertrouwen vd wdp te focussen is het arrest wat eenzijdig viii. in de praktijk zullen deze gevallen betrekkelijk excentriek zijn – MBO/Ruiterij?? II. In praktijk zal belangrijker zijn de fase 2 situaties dat wel afgebroken mag worden. 1. Bijv dmv contractuele clausules ix. Die gevallen zullen niet vallen onder het GV dat in het wetsvoorstel wordt genoemd! De andere omstandigheden in het voorstel zullen die schade moeten kunnen dragen. Het vertrouwen is derhalve niet het enige criterium dat van belang is! x. Er is immers geen GV. We bevinden ons dan in fase 2. Het wetsvoorstel ziet daar dus wel op. Er wordt gebruik gemaakt ve nevenstelling in het artikel tussen GV en de OO. xi. Wat is het criterium dan? xii. MvA – dat, hoewel de kansen dat de onderhandelingen zullen slagen niet al te hoog moeten worden aangeslagen, toch wegens het belang dat met de totstandkoming gemoeid is, geen mogelijkheid tot succes mag worden veronachtzaamd. xiii. NB zie de eerdere criteria die CJHB noemde onder P/V xiv. Voor beantwoording vd casus v belang. b. van Dunne – maakt bezwaar tegen de nevenstelling tussen gerechtvaardigd vertrouwen en de andere omst. Het zijn juist de bijkomende omst die moeten rechtvaardigen dat de goede trouw (redelijkheid en billijkheid) een nieuwe vb scheppen. i. maw GV is voor vergoeding v pos contractsbelang slechts een voorvereiste en niet een hoofdvereiste dat door die formule vh hof ‘aannemelijk’ kan worde aangenomen. Er dienen aanvullende factoren te izjn ii. mee eens. 9
  • 10. T.R. Riemersma School of Law c. van Rossum, evenwel niet mee eens, GV en de overige omst zijn communicerende vaten die elkaar kunnen aanvullen 94. Vogelaar/Skil NJ 91/647 a. bevestiging v aspecten uit andere arresten i. het gaat om het vertrouwen vd wdp en niet om vertrouwen v beide pp b. aanvulling op eerder arresten: i. ook als pp anders dan door onderhandelingen betrokken zijn bij het voorbereiden ve tussen hen te sluiten ovk geldt de genoemde maatstaf ii. uitleg: Maw er wordt niet direct onderhandel met elkaar maar samen gericht op zoek naar een derde. Een Sponsor. Ook n een dergelijk geval kan er een verplichting tot sv bestaan ogv de r en b, zonder dat er gerecht vertrouwen hoeft te zijn dat er een ovk tussen pp tot stand komt. c. Overigens is er geen recht op sv voor Vogelaar. Te weinig GV 95. Belien/Staat NJ 97/569 a. herhaling v Vogelaar – ook de situatie dat er feitelijk nog niet onderhandeld wordt over de totstandkoming ve ovk, maar er wordt gehandeld in een voorbereidingsfase, in dit geval goedkeuringsfase, betekent niet dat de goede trouw nie kan meebrengen dat er recht op sv bestaat. b. Ook een goedkeuringsfase gelden de ‘maatstaven die zijn ontwikkeld ter beoordeling wanneer afbreken onaanvaardbaar zijn’ gelden ook in de goedkeuringsfase c. leidde dit ook tot aansprakelijkheid? 96. Shell/Van Esta NJ 95/705 a. voortzetting vd verhuur v vergunningen b. onderhandeling met gemaakte afspraken c. S legt afspraken vast in brieven met verzoek voor akkoord te ondertekenen d. Schaap stuurt conceptovk e. S regeert met wijzigingsvoorstellen f. Schaap sterft, erfopvolger vE wil niet verder g. VE sluit met concurrent Mobil een ovk h. S vordert nakoming vd ovk i. S vordert subsid VE tot dooronderhandelen over de geschilpunten en sv j. RB neemt geen GRTV vertrouwen aan k. RB sluit aan bij P/V – er dient bij de teleurgestelde partij vertrouwen te zijn dat enigerlei ovk tot stand zou komen uit de onderhandelingen. i. Er dient dus voor het afbreken sprake te zijn van een geschil op ondergeschikte punten? ii. Ja, als het beroep tenminste wordt gedaan ogv GRTV. Er kunnen oook ander omst zijn. Toch? Ja, maar mi zien die op de vraag naar de onaanvaardbaarhied vh afbreken. 10
  • 11. T.R. Riemersma School of Law l. HR verwerpt het beroep van Shell – er was te weinig vertrouwen dat er inderdaad tussen Schaap en Shell een ovk tot stand zou komen. Geen geschil op ondergeschikte punten. m. Bovendien geen andere omstandigheden die een afbreken onaanvaardbaar aken 97. Van Engen/Mirror Group NJ 96/162 a. Belang: i. gaat vnl over de functie vh voorbehoud b. feiten: i. onderhandelen over de oprichting ve nieuw NL kwaliteitsochtendblad ii. Britse MG overwoog met een financiële deelneming te participeren iii. Haalbaarheidsonderzoek geweest – feasability study iv. Ovk gesloten v. Toezegging kosten te betalen – 30.000 pond vi. Veroordeling volgt na afbraak tot hoogte in ovk vii. Hoger beroep vE - eisen viii. In ovk zou optie tot deelname in project liggen besloten, dat de Mirror heeft aanvaard door een brief van 27/4/90voor akkoord te tekenen – maw tweede ovk tot stand gekomen ix. Daarnaast onaanvaardbare afbreking onderhandelingen c. Hof: i. Geen aanvaarding door brief ii. Voorbehoud gemaakt in eerder brief in 1989 – 1. alleen door beide pp ondertekende ovk is bindend. 2. recht tot terugtrekking t.a.t iii. brief is geen ovk iv. bovendien toont de brief slechts een bereidheid d. Cassatiemiddel i. In hoeverre mocht M zich nog terugtrekken ogv het voorbehoud dat ze had gemaakt? Is het een gerechtvaardigde ontsnappingsclausule? ii. Voorkomt een dergelijk voorbehoud dat afbreken onaanvaardbaar wordt geacht e. HR Ja, in beginsel wel. Het mag, en het voorkomt onaanvaardbaarheid vh afbreken. f. Door het voorbehoud kon vE begrijpen dat er niet zondermeer aannemelijk was dat een ovk tot stand zou komen.Er kon nog worden afgezien aan deelname ah definitieve project. g. Maw ah criterium v Shell/VSH is niet voldaan! h. Het expliciete voorbehoud legt een bijzonder gewicht in de shaal waardor ogv de ovhg niet snel voldoende GV vertrouwen bestaat. i. Er behoeven overigens geen bijzondere gronden te zijn om een beroep te doen op het voorbehoud. j. Voorbehoud was schriftelijk en door beide pp ondertekend k. Voorbehoud bestond uit een aantal elementen l. Vgls het hof was nog niet aan alle elementen voldaan die in het voorbehoud waren genoemd 11
  • 12. T.R. Riemersma School of Law m. Bovendien was ook het recht op terugtrekking in het voorbehoud opgenomen i. maw dat is zinvol n. Hoe kan dat geschieden, een voorbehoud? i. Goedkeuring bedingen -- subject to board approval – zie VSH/ Shell ii. schriftelijke vastlegging vd gehele ovk bedingen – waarna die pas na goedkeuring ve derde, interne raad tot stand komt o. Hartkamp p. het maken ve voorbehoud belet niet dat er toch sprake kan zjn van onaanvaardbaar afbreken q. het voorbehoud kan door de feiten worden achterhaald als wordt dooronderhandeld r. het beroep zou in strijd kunnen komen met de reb s. in het onderhavige geval is daar geen sprake van 98. Ruiterij/MBO NJ 97/481 a. Hotelproblematiek – uitbreidingsplannen HM, onderdeel vd Bilderberggroep b. gefaseerde ‘turn key’ bouwopdrachtfasering wordt niet gehaald door projectontwikkelaar MBO c. pp hebben zelf de rechtsgevolgen van afbreken geregeld in een ovk. De ovk mbt fase 1. De in de ovk opgenomen termijnen werden niet gehaald. d. onderhandelingen voortgezet – i. termijn wordt verschoven ii. voorbehoud wordt gemaakt – toestemming nodig van topholding -QMH iii. nieuw voorstel per 4/94, waardoor gat in onderhandelingen wordt teruggebracht tot 4 ton iv. nieuw plan door architect gemaakt v. toestemming gegeven tot aanvraag bouwvergunning vi. toezegging omtrent bouw jegens omwonenden e. na weigeren toestemming wordt afgebroken f. redenen van afbreken worden gegeven – alle liggend op het economisch vlak i. verstrijken van eerste fase ii. alg econ malaise iha en ihb in de hotelbranche in M iii. afgenomen bezettingsgraad in Hotel M iv. investeringsstop in het concern g. RB en hof stellen dat afbreken onaanvaardbaar is h. Hof stelt dat vrijwel alleen de financiering nog nader overleg behoefde i. Bovendien heeft MBO alternatieve financiering (off balance) voorgesteld en later zelfs aangeboden het hotel zelf dan maar te kopen, als de ovk maar gerealiseerd zou kunnen worden i. Voor die financieringsvorm zou geen toestemming vh moederconcern vereist zijn j. Daaruit concludeert het hof dat er geen serieuze medewerking is verleend door de Ruiterij en het afbreken onaanvaardbaar is. 12
  • 13. T.R. Riemersma School of Law k. HR casseert niet l. GV bij de wdp vd afbrekende partij hoeft niet altijd te worden beschermd m. de mate waarin en de wijze waarop de afbrekende p, tot het ontstaan van dat vertrouwen heeft bijgedragen spelen een rol n. de gerechtvaardigde belangen vd afbrekende p bij het afbreken spelen ook een rol o. de vraag of er zich ttv de onderhandelingen onvoorziene omst hebben voorgedaan die afbreken rtv is van belang bij de vraag naar de gerechtvaardigde belangen vd wdp. De HR stelt dat het hof die omst wel mee heeft genomen in haar beslissing p. het beroep op het ontbreken v toestemming zoals het voorbehoud stelt kan niet worden beoordeeld omdat het in cassatie voor het eerst wordt gebezigd. Da’s te laat. q. welke schade wordt nu vergoed? r. Ook het positief contractsbelang? Lijkt me wel, gezien de claim van 6 miljoen. i. Ja, zie de noot. Rb en hof concluderen tot vergoeding v gederfde winst. Fase 3 geval derhalve ii. Nee, zegt Bollen. Het was slechts een uitspraak in kort geding waarbij een cons beslag werd opgeheven. Voorlopig oordeel. s. Conclusie t. HR relativeert het sinds P/V ingenomen standpunt mbt de basis voor het ontstaan vd vb. Niet alleen het GV is doorslaggevend. u. de positie vd afbreker dient ook in ogenschouw te worden genomen v. het belang van dit arrest is derhalve tweeledig: het gaat niet alleen om GV bij de vraag naar de onaanvaardbaarheid maar ook om andere factoren die bij de wdp een rol spelen en rt kunnen geven op sv w. de onvoorz omst zijn belangrijke omst die tgv de afbreker kunnen werken x. anotators conclusie i. betwijfelt anotator HJS of de situatie v GV die niet wordt gehonoreerd, zich snel voor zal doen ii. HJS merkt op dat de invulling in het arrest recht doet aan de behoefte aan evenwicht in de rechtsbescherming tussen pp iii. Geen behoefte aan forse winstcompensatieclaims, mede vanuit het oogpunt van contractvrijheid y. De bodemprocedure van deze zaak loopt nog? In die zin, wat is de rol vh voorbehoud waarin de toestemming als hangijzer werd gehanteerd. Zie van Engen – nog lezen. 99. HR ABB/Staat NJ 97/65 100.door de Rijksgebouwendienst RGD is een aanbesteding uitgevaardigd voor de bouw ve krachtwarmtestation 101.een aantal bedrijven zijn geselecteerd en benaderd om een offerte uit te brengen 102.Uit een viertal aanbieders heeft de RGD de Combinatie geselecteerd om exclusief onderhandelingen te voeren a. die exclusiviteit heeft wel waarde, omdat er toch een verwachting vanuit gaat 13
  • 14. T.R. Riemersma School of Law 103.Pp ondertekenen een intentieverklaring – letter of intent 104.gedurende de onderhandelingen wordt het project meerdere malen gewijzigd 105.pp worden het tevens niet een s over een aantal kosten 106.na afbreken wordt opnieuw obv exclusiviteit de onderhandelingen hervat 107.RGD wijst project ae derde toe 108.ABB vordert SV – pos belang 109.grondslag: a. GV bij ABB b. Ook het ‘niet weten wat men wil’, zonder dat er voldoende overtuiging aanwezig is voor GV, is voldoende voor het aannemen ve claim 110.HR stelt mbt de vraag of afbreken onaanvaardbaar is vanwege GV, doorslaggevend is hoe daaromtrent, op het moment van afbreken moet worden geoordeeld, tegen de achtergrond vh gehele verloop. 111.Het tweede verweermiddel moet worden begrepen ook te zien op het GV 112.Belang vh arrest: a. fasen kunnen verschuiven – op gegeven moment kon ABB er bijna van uitgaan dat zij de klus zou krijgen, maar bij het daadwerkelijk afbreken door de Staat was er al weer zoveel gebeurd, dat er teruggevallen was naar fase 1. i. voortduren vd onderhandelingen ii. voortwoekeren vh geschil over de kosten iii. ongewisheid vh project b. bovendien dient expliciet een beroep te worden gedaan op ‘overige omstandigheden’ die rechtvaardigen dat ondanks geen GV in totstandkoming ovk, toch svplicht bestaat 113.mbt het GV kan worden opgemerkt dat de aanwezigheid hiervan dient te worden gesitueerd in het licht vh gehele verloop vd onderhandelingen. 114.sheet wissink 115.›Principle entails balancing of interests of parties: a party should take into acount the reasonable interests of the other party, without being required to neglect its own interests 116.Pervasiveness of the principle may vary among legal systems which acknowledge the principle 117.›Principle is applied to performing the contract in good faith, but (in some systems) also to negotiations 118.›Remedy: damages (usually reliance interest) 119. Onderhandelen onder Engels recht 120.Parallel negotiations - Walford v Miles 121.geen verplichting om te onderhandelen in good faith 122.dus geen implied term 123.bovendien is een overeenkomst die partijen dwingt om te onderhandelen niet afdwingbaar. Dergelijke overeenkomst lacks certainty omdat de rechter neit kan bepalen of de onderhandelingen waren geeindigd in good faith 124.verplichting om te onderhandeln in good faith is onwerkbaar omdat het inconsistent is met de positei vd onderhandelende partij, die juist de vrijheid meot hebben om af te breken 125.parties are at arm’s length in the sense that each has to look at their own rights 14
  • 15. T.R. Riemersma School of Law 126.wat neit mag is bewust de boel belemmeren door onderhandelingen aan te gaan met concurrent om zo de boel te vertragen. Dat is ism fair dealing 127.evenwel Petromec v Petromeo Brasileiro – daarin geeft Court of appeal een afwijkende regel v Walford v Miles 128.hier was de clausule of comparatively narrow scope – het was ook een verplichting om te onderhandelen . Volgens lord Justice Longmore diende er hier wel betekenis te worden gegeven aan de clausule, omdat eht heir om een express clause ging. Niet duidelijk hoever dit liep. 129.een andere zaak was Pitt v PHH – ook daarin een lock out agreement, dus exclusieve recht op onderhandelingen, maa r hier gedurende twee weken. Hier voldeed de lock out wel aan eht agreement v voldoende certainty. 130.onder civil law zou dit zondermeer onder good faith vallen en dat mag neit worden geschonden – dus maw in beide systemen kan een situatie v parallel negotiations leiden tot claim voor damages. 131.In beide systemen bestaat er overigens geen verplichting om de wederpartij te vertellen dat men ook met anderen onderhandelt. 132.Breaking off 133.mag in engeland in beginsel 134.geen verplichting tot handelen in good faith 135.in civil law 136.negotiation must have come to a point dat er redelijekrwijsmocht worden verwacht dat contract zou worden gelsoten 137.ten tweede dat er geen goede reden was om af te breken 138.in engeland zal in een dergelijke situatie misrepresentation voor dehand liggen. Dat is een tort. De eindoplossing is dus in beide systemen wel hetzelfde,maar de weg er naar toe verschilt. 139.Walford v Miles zou in civil law dus waarschijnlijk via good faith zjn gelopen. 140.Negotiations resulted in contract – violation of pre-contractual duty to inform ? 141.in NL wel – baris Riezenkamp – fair development of negotiations – zit dus in de good faith opgesloten 142.maar alle systemen werken achteraf met vernietigbaarheid ogv bedrog of misrepresentation 143.maar verschil met commonlaw over de spreekplicht. Als iets neitis gezegd en er is een contract gesloten, dan neit snel sprake v misrepresentation onder engels recht. Mere non-disclosure doesnt constitute misrepresentation. Je hoeft in engeland geen nfo te geven waardoor eht voor de wdp duideliker wordt om te beslissen of hijwel of neit een cotract sluit. In europa zou dat eerder wel moeten. Uitgezonderd fiduciare relaties, dwz met vertrouwen, zoals bjivoorbeeld partnershipagreement. Nog wel een paar andee uitzonderingssituaties. 144.Wissink beschrijft een timeline waarin de onderhandelingsfase wordt beschreven 145.eerst financiele gegevens analyseren – confidentiality 146.dan letter of intent maken en due diligence doen 147.wat kun je zoal in die letter zetten ? •exclusivity of negotiations •confidentiality 15
  • 16. T.R. Riemersma School of Law •conditions precedent to definitive agreement •subject to board approval-clause •subject to contract-clause •duration of negotiations •termination events •costs of negotiations •choice of law/forum •remedies (e.g. damages, penalties) 148. 149.dan doe je een afronde due diligence en vervolgens sluit je de deal 150.vervolgens een onoverzichtelijke balkenbrij 151.Principles of European Contract Law (PECL) en de Unidroit principles (PICC) 152.2 :301 PECL en 2.15 UP 153.good faith en bad faith 154.contractsvrijheid is uitgp 155.a party is free to negotiate and not liable for failure to reach an agreement 156.comment: ook als een p twijfelt over de totstandkoming ve ovk mag aan onderhandelingen worden begonnen. Functioneren vd markteconomie. Voorkomen dat de dreiging v ‘liability’ voorkomt dat pp gaan ‘dealen’. a. Dit is de Engelse invloed meen ik. In Engeland hoeft er neit te worden gedealed in good faith 157.Het onderhandelen an sich kan evenwel wel leiden tot aansprakelijkheid. OP twee wijzen: a. als er is onderhandeld ism ‘ good faith and fair dealing’ b. als er is afgebroken ism ‘gf an fd’. 158.Inhoud ad open norm ‘gf and fd’ wordt gegeven in lid 3 a. ‘it is contrary to good faith and fd ..’ b. als er sprake is van ‘no real intention’ – misrepresentation -- die regel dient niet te streng worden uitgelegd i. eerste reactie: dan ziet het dus mn op de eerste mogelijkheid v ah c. ook liability : als onderhandelingen worden voortgezet indien er geen intentie meer is om een ovk te sluiten. Wanneer zal daar sprake van kunnen zijn? Comment noemt 2 factoren: i. misrepresentation ii. opgewekt vertrouwen 1. gedane beloftes 159.Waarvoor dient schade te worden betaald? ‘Losses’ a. gemaakte kosten, verrichtte werkzaamheden en eventueel gemiste kansen (lost opportunitie) b. Lost opportunities behoort wel tot het pos contractsbelang 160.Conclusie mbt verhouding NL regeling en die vd PECL en PICC a. de principles betreffen een ruimere regeling want zien ook op het aangaan en voortgaan vd onderhandelingen b. de norm vd principles dient beperkt te worden uitgelegd aldus het comment c. de principles spreken alleen over het vergoeden vd losses, en daar valt strikt genomen het positief belang niet onder 16
  • 17. T.R. Riemersma School of Law 161.Onderhandelen onder Engels recht 162. 163.Voorlopige conclusie 164.in 1987 gaf de wtg de ‘opdracht’ ad HR om recht te ontwikkelen 165.is der rechtspraak er in geslaagd om aan onderhandelings pp meer houvast te bieden a. teleurstellend, aldus de conclusie vanuit de wetenschap 166.mn een teleurstelling tav de tweede grondslag, de ‘overige omstandigheden’ 167.maar ook mbt de vraag naar onaanvaardbaarheid ogv het GV zijn geen duidelijk aanknopingspunten gegeven door de HR 168.Hadden er geen deelregels kunnen worden geformuleerd zoals in HR Saladin (dwaling) en Offringa (onderzoek en mededeling) 169.vRossum somt een aantal aspecten op die in een deelregeling op hadden kunnen worden genoemd. Daarbij goed gekeken naar deelregels die p andere terreinen een rol spelen. a. uitzicht op resultaat b. feitelijke handelwijze v pp i. mate v toedoen ii. in hoeverre zijn signalen afgegeven c. aard vd belangen die op het spel staan d. aard vd gevolgen e. reden van afbreken f. aard vd gemaakte kosten i. voorbereiding g. verloop onderhandelingen – faseringen, terugvallen, onzekerheden h. aard vd pp – i. klein vs groot ii. afhankelijk vs machtig 170.bovendien is het jargon vd HR niet vast a. moet het nu aannemelijk zijn bij de wdp dat een ovk tot stand komt, of zekerheid bestaan, om er voor te zorgen dat er voldoende gerechtvaardigd vertrouwen is om afbreken onaanvaardbaar te maken. Of kan beide en is de aannemelijkheid de ondergrens. Meen zelf het laatste. b. de onv omst die een uitz maken zijn niet helder uitgewerkt c. het zou vgls VR de voorkeur verdienen af te wegen tussen vertrouwen n ‘eigen belang’ d. de scheiding tussen GV en ‘overige omst’ is niet zuiver – in feite zijn het communicerende vaten die elkaar aanvullen, zo meent v Rossum althans. i. Wat de HR deed in ABB/Staat is dan ook ‘uit den boze’ vgls vR 171.vergoeding van positief contractsbelang komt in NL weliswaar sporadisch voor, maar NL is toch het enige Europese land dat het toekent 172.wellicht alleen in die gevallen va apert onrechtmatig handelen zal er een basis voor te vinden zijn. Willens en wetens de boel frustreren. 17
  • 18. T.R. Riemersma School of Law 173.Overigens zijn er wel een aantal gezichtspunten te formuleren. VRossum formuleert er (knap) tien. Heb ze hier een daar een beetje aangepast obv commentaar v anderen 174.Er bestaan fasen in de onderhandelingsprocedure die v belang zijn te onderscheiden a. Niet geheel duidelijk zijn of er nu twee of drie fasen zijn b. Indien we drie aannemen dan is wel duidelijk dat die fasen kunnen fluctueren. Dit kan er toe leiden dat hoewel het afbreken op enig moment ongeoorloofd was, dat na het voortduren vd onderhandelingen bij het afbreken niet meer zo is. In HR ABB/De Staat, stelt de HR dat het proces neit lineair is. 175.Er bestaan twee grondslagen voor het betalen van schadevergoeding bij het afbreken v onderhandelingen 176.Het gerechtvaardigd vertrouwen brengt mee dat afbreken onaanvaardbaar is en derhalve dat schadevergoeding dient te worden betaald. 177.Naast het GV als maatstaf voor het ten onrechte afbreken van onderhandelingen kunnen andere omstandigheden het afbreken onrechtmatig (en dus onaanvaardbaar) maken. Vogelaar/Skill. Bollen noemt als vb a. Bollen noemt cao-onderhandelingen waarbij grote maatsschappelijke belangen op het spel kunnen staan b. Duurovkn, waarin een heronderhandelingsverplichting is opgenomen 178.GV bij de wdp op het tot stand komen ve ovk wordt niet snel aangenomen 179.Bovendien kan ook in het geval dat er wel GV is soms toch worden afgebroken, omdat dit afbreken niet onaanvaardbaar is. Het bestaan v GV brengt niet onder alle omstandigheden mee dat afbreken onaanvaardbaar is. Afgewogen dient te worden het ontstaansaandeel vd afbrekende partij en haar gerechtvaardigde belangen. a. Hierbij kunnen de onvoorziene omstandigheden (OO) een rol spelen. b. Wanneer er dan kosten dienen te worden vergoed is niet duidelijk, zie ook Bollen. De gegeven omstandigheden dienen dat mee te brengen. Zie de situatie die Brunner beschrijft in de noot onder P/V. c. Wat ook mogelijk lijkt is dat er sprake is v ongerechtvaardigde verrijking omdat de afbreker verdergaat met een derde en dan gebruik maakt vd kennis uit de onderhandelingen. d. Wat een factor is lijkt is of er verzocht is om bepaald onderzoek te doen of niet. Indien een partij dit zelf aanbiedt, waarna vervolgens wordt afgehaakt, dan niet zondermeer kostenvergoeding. Sommige kosten komen voor het ‘ondernemersrisico’. Zie de gunningprocedures in de bouw. Wat de bouw betreft zou dan wellicht een ondershcied dienen te worden gemaakt tussen kosten die zijn gemaakt in het kader ve prijsaanbieding en kosten in de volgende fase ter uitvoering of voorbereiding ve ovk. e. Ook een mogelijkheid is dat pp een afspraak maken over vergoeding van kosten indien geen overeenkomst wordt gesloten. 180.Belangen van beide partijen spelen een rol bij de beoordeling of er kan worden afgebroken 181.Sv wordt slechts in beperkte mate toegewezen a. Negatief belang vergoed in P/V b. Positief belang alleen in MBO/de Ruiterij? Slechts voorlopig oordeel uitgesproken 18
  • 19. T.R. Riemersma School of Law c. Bollen: indien afbreken onaanvaardbaar is, wil dat nog niet zeggen dat ook het positief contractsbelang dient te worden vergoed. 182.de maatstaf v P/V geldt niet alleen bij het afbreken v onderhandelingen, maar ook als pp anders dan door onderhandelingen betrokken zijn bij het voorbereiden vh sluiten ve ovk. Vogelaar en HR Belien/Staat a. er wordt daarbij een ruime maatstaf gehanteerd b. het gaat om een vergelijkbare precontractuele situatie 183.Onderhandelen onder voorbehoud kan zinvol zijn – V Engelen/Mirror 184.Indien een beroep wordt gedaan op onrechtmatig afbreken dat tevens of geheel is gebaseerd op OO dan dienen die criteria v VSH/Shell beide te worden genoemd. Anders geen beroep op OO en GV. Huh? 185.Is de grondslag vh afbreken, mede ivm de vraag naar sv v belang? 186.Waar het mi om draait is de vraag om de verplaatsing van de kosten indien er geen ovk is gesloten. Dan dient er een verbintenis te ontstaan obwv schade kan worden geclaimd. De grondslag vd vb in het systeem vd wet maakt daarbij niet zoveel uit. Billijkheid, redelijkheid, zorgvuldigheid, vertrouwen zijn beginselen die alle een fundament leggen onder het verbintenissenrecht. Ie ook de beginselen die hartkamp noemt. Soms zal het accent meer liggen op onzorgvuldigheid, wanneer bruut en hard de onderhandelingen worden afgebroken. Onrechtmatige daad en daarmede onaanvaardbaar en dus sv. Soms lijkt het niet meer dan redelijkheid dat gemaakte kosten worden vergoed en is er geen sprake v onbetamelijk handelen. 187. v Mierlo stelde eens dat dit niet zo is. Zei het zelf eerder ook tegen Jill de Cuba tijdens scriptiebegeleiding. 188.Laatste ontwikkelingen brengen veranderingen? Volgens Bollen niet. 189.HR CBB/JPO NJ 2005/ 467 190.feiten – uit de concl v Hartkamp 191.JPO en CBB onderhandelen over de ontwikkeling ve kantoorgebouw voor CBB te Arnhem 192.JPO doet het aanbod te bemiddelen bij de koop v grond waarop gebouwd wordt. JPO zal een goede prijs regelen voor CBB en bovendien voldoende grond regelen. Beide pp stellen een concept “vaststellingsovk”op, die niet wordt ondertekend. De constructie is dan nmm dat JPO koopt vd gemeente en dan doorverkoopt tegen een vooraf vastgestelde prijs aan CBB. (volgt uit verhaal Hartkamp). Maw JPO zou de grondaanbieding regelen. 193.JPO is een projectontwikkelaar 194.3750 BVO – bruto vloeroppervlak tegen max 405,- per m2 a. Snap niet helemaal wat de 1:1 norm nu te maken heeft met de verkoopprijs 195.v belang is dat er nog gesproken wordt over een nog te realiseren tweede pand 196.CBB stelt een deadline v 1/9/99 v levering vd bouwgrond door de gemeente 197.JPO bemiddelt met de gemeente. Gemeente stelt voorwaarden in bijzondere bepalingen behorend bij een conceptvoorstel tot verkoop vd grond. Bestemmingsplan moet worden gewijzigd, terrein is niet bestemd voor kantoorruimte. 198.JPO schakelt architect in. 199.levering v grond wordt uitgesteld waardoor kosten stijgen 200.er volgt een briefwisseling tussen CBB en JPO die leidt tot escalatie 19
  • 20. T.R. Riemersma School of Law 201.er volgt briefwisseling tussen gemeente en CBB waarin CBB gemeente informeert geen zaken te doen met JPO 202.Gemeente brieft naar JPO dat niet meer aan voorwaarde is voldaan en vraagt bewijs v ovk 203.JPO legt cons leveringsbeslag bij gemeente dat in kg wordt opgeheven 204.CBB vordert sv v JPO 205.JPO vordertin reconventie sv v CBB 206. primair – er is een ovk – wp v CBB 207.secundair – onrechtmatige afbrekeing vd onderhandelingen 208.rb wijst vord v JPO volledig toe ogv od 209.Hof wijst vord JPO ogv od toe, maar slechts voor de helft vanwege eigen schuld ex 6:101 210.Hartkamp 211.pp bevonden zich in een fase waarin een der partijen zich niet meer eenzijdig uit de onderhandelingen mocht terugtrekken zonder vergoewding vh positief contractsbelang. Bij JPO bestond de gerechtvaardigde verwachting dat een contract tot stand zou komen en dat CBB schadeplichtig zou worden bij eenzijdig terugtrekken. 212.Waarom nou het positief contractsbelang? 213.RB: CBB hield te weinig rekening met het eigen belang dat JPO had bij de totstandkoming vd ovk tussen CBB en de gemeente. JPO was afhankelijk van CBB, want de vestiging v CBB op de locatie was een voorwaarde voor totstandkoming. Door buiten JPO de gemeente benaderen verzwakte CBB de positie v JPO aanzienlijk. 214.maw volstrekt helder was dat er geen ovk tot stand was gekomen tussen JPO en de gemeente, noch tussen JPO en CBB, maar toch sv want CBB handelde onrechtmatig (en volgens Hartkamp daarmede onaanvaardbaar door af te breken). 215.Het hof halveert vervolgens de claim door te stellen dat JPO eigen schuld heeft door niet adequaat te reageren op de brief v CBB. Pas daarna is CBB naar de gemeente gestapt. 216.Hartkamp verwerpt de cassatiemiddelen 217. ook andere omstandigheden dan het GV kunnen meebrengen dat een partij niet meer kan terugtreden uit onderhandelingen zonder schadeplichtig te zijn 218.CBB onderhandelde door met JPO nadat de deadline v 9/99 al was verstreken 219.CBB liet JPO ook dooronderhandelen met gemeente en met architect praten 220.CBB wist bovendien dat de grondaanbieding niet aanstaande was omdat het bestemmingsplan nog moest wordneg gewijzigd 221.JPO gaf aan dat grondaanbieding op korte termijn gerealiseerd kon worden terwijl CBB bot afbrak op dat moment 222.onderhandelingen verliepen weliswaar stroef tussen CBB en JPO, maar weldegelijk nog ruimte gelaten om tot overeenstemming te komen. 223.CBB had JPO ook vrij gelaten om met gemeente in overeenstemming te komen. Zij had slechts minimumeisen gesteld aan haar eigen deal met JPO. 224.nog wel meer aanknopingspunten te vinden waardoor ándere omstandigheden meebrengen dat afbreken onaanvaardbaar was en dus sv dient te worden betaald. 225.TRR: is het overigens niet zo dat het in feite ook vertrouwen is dat dan de sv vb doet ontstaan? Je mag er dan op vertrouwen dat de kosten en een deel vd winstbelangen worden vergoed indien wordt afgebroken. Is alleen anders dan 20
  • 21. T.R. Riemersma School of Law GV in de zin v 3:35, maar dat was al eerder geconcludeerd, dat dit GV een ander vertrouwen is dan het vertrouwen dat corrigeert bij de totstandkoming ver h igv wilsontbreken. 226.HR casseert vervolgens toch. Hof dient beter te motiveren waarom. Hartkamp is een stuk soepeler dan de HR bij de eisen die hij stelt aan de motiveringsplicht vh hof. Hij leest er gewoon veel meer in dan de HR. Waarschijnlijk dus een pyrrhusoverinning voor CBB. 227.Bollen 228.interpreteert het arrest anders dan Hartkamp 229.zal toch draaien om de vraag naar GV, want de andere omstandigheden moeten eng worden geïnterpreteerd en geven geen ruimte in dit geval 230.verder acht hij het niet dat er sprake kan zijn v GV in totstandkoming ve ovk. Hij ziet weinig reden tot vergoeding v positief contractsbelang 231.dat is dan wel in strijd met wat zowel Rb als hof concluderen. En bovendien Hartkamp niet te vergeten. 232.Obv zijn artikel kan ik de volgende indeling maken 233.Afbreken onaanvaardbaar ivm GV op totstandkoming ovk 234.Afbreken onaanvaardbaar ivm andere omstandigheden 235.Afbreken niet onaanvaardbaar, ondanks GV in totstandkoming ovk – mede ivm onvoorziene omst. 236.Positief contractsbelang alleen igv GV in totstandkoming ovk. Maar niet zondermeer in ieder geval dat GV bestaat int totstandkoming. Dat is nog open 237.negatief belang, kosten, ook mogelijk als afbreken niet onaanvaardbaar is 238.indien afbreken niet onaanvaardbaar, dan (waarschijnlijk) alleen negatief belang 239.onderscheid maken tussen de aanvaardbaarheid vh afbreken en de (on)zorgvuldigheid vh afbreken? Soms mag afbreken, maar is het weldegelijk onzorgvuldig. In dat geval zal er een claim uit onrechtmatige daad resteren. Onduidelijk is dan welke schade moet worden vergoed. Alleen het negatieve belang zoals Bollen stelt, of ook het positieve belang? 240.Hartkamp lijkt de vraag naar de aanvaardbaarheid en de zorgvuldigheid v handelen samen te nemen. Hij lijkt te stellen dat indien er geen GV bestaat, dan kunnen ‘andere omstandigheden’ meebrengen dat afbreken onaanvaardbaar is, zoals het geval v onzorgvuldig handelen jegens de wdp. 241.Waar haalt Bollen dat onderscheid eigenlijk vandaan? Hij lijkt wel gelijk te hebben. Het gaat hier niet om GV en bovendien ook niet om die andere omstandigheden. Het gaat hier om de vraag naar de onbetamelijkheid vh afbreken in een situatie dat er geen GV is op totstandkoming. 242.Waarom hecht B zoveel waarde aan dat GV in de totstandkoming vd ovk? Omdat voor vergoeding vh positieve belang de HR dat als uitgp lijkt te nemen bij onaanvaardbaar afbreken. 243.Is dit in feite niet een typisch geval waarin er sprake is ve grove schending vd Baris/Riesenkamp-norm die meebrengt dat er een onrechtmatige daad is gepleegd? 244.grote winst vh arrest: aangeven dat de onrechtmatige daad een rol speelt bij afbreken. In wezen is er een derde poot bijgekomen, naast GV en ‘andere omstandigheden’, die recht geven op sv. Het is en blijft een ‘open systeem’, dat vbrt. 245.afbreken mag dus waarschijnlijk wel als de verhoudingen ernstig verstoord zijn. Is het ook v belang dat het hier ging om een typische situatie waarbij er 21
  • 22. T.R. Riemersma School of Law een derde, de Gemeente, een belangrijke rol speelde. Is het niet zo dat het doen v uitlatingen jegens die derde onzorgvuldig is in de onderlinge verhouding? Onbetamelijke uitlatingen doen. Hoedanigheid v contractspartijen speelt ook een rol. JPO is in zekere zin afhankelijk v CBB. 22