3. De bosuil (Strix aluco) is een vogel uit de orde van uilen (Strigiformes). Bosuilen worden 35
tot 40 centimeter groot. Ze komen algemeen voor in bossen, parken en tuinen. Meestal jagen
ze 's nachts. Toch zijn ze soms ook overdag te zien als ze geplaagd worden door kleine vogels
die hen proberen te verjagen. De kleur van de bosuil varieert van bruin tot grijs. Ze zijn
gestreept, hebben zwarte ogen, een enigszins gedrongen vorm en beschikken niet over
oorpluimen.
Bosuilen komen in vrijwel geheel Europa het hele jaar voor, met uitzondering van Ierland en
Noord-Scandinavië.
jonge bosuil
4. Bosuil ( Strix aluco )
Inhoud:
Afmeting
Leefwijze
Voortplanting
Voedsel en jacht
Leefomgeving
Veldwaarnemingen
Verspreiding
Soortbescherming
Roep
Bosuil - Strix aluco
Afmeting
Lengte: 37-39 cm
Gewicht: 360-650 gram
Vleugelspanwijdte: 94-104 cm
Leefwijze
Gedrag: meestal nogal honkvast; normaal gesproken monogaam
Voedsel: kleine zoogdieren, vogels, amfibieen, wormen en kevers
Levensverwachting: de oudst bekende wilde vogel werd 18 jaar oud
Voortplanting
Geslachtsrijp: met 1-2 jaar
Broedtijd: maart tot mei
Legsel: 2-5 witte eieren
Broedduur: 28-30 dagen
Nestverblijf: 32-37 dagen
5. Bosuil - Eieren
Bosuilen paren in de herfst en een paartje blijft een leven lang samen.
Het wijfje kiest de nestplaats, meestal in een boomholte van een oude boom.
Er worden ook wel leegstaande nesten van andere roofvogels of spleten in muren en
rotsen genomen.
Het mannetje laat als territoriumroep een korte 'oe' horen, gevolgd door een vibrerend
'oe-oehoe-hoehoehoe'.
Het wijfje broedt de 2-5 eieren alleen uit.
Ze begint direct na het leggen, wat betekent dat de jongen met enige afstand van elkaar
uit het ei komen.
De moeder neemt de jongen onder haar vleugels, terwijl de vader voedsel komt brengen.
De jongen verlaten na ongeveer vijf weken het nest. Ze worden dan nog wel door hun
ouders bijgevoerd tot ze circa 2-3 maanden oud zijn.
Tenslotte worden ze uit de nestomgeving verdreven en moeten ze een eigen territorium
zoeken
Voedsel en jacht
De bosuil is een echt nachtdier en jaagt het liefst 's nachts.
Zijn techniek bestaat uit het doodstil observeren van zijn omgeving vanuit een
uitkijkpost, om zich dan trefzeker op zijn prooi te storten.
Zijn vleugels maken daarbij geen geluid dankzij de zachte veren en de getande punten
6. aan de eerste slagpennen.
Het gehoor van een bosuil is zo goed, dat hij zijn buit zelfs in het pikkedonker weet te
lokaliseren.
Hij voedt zich met allerlei soorten kleine dieren, afhankelijk van het aanbod in zijn
leefgebied.
In de bossen zijn dat vooral kleine zoogdieren, vogels, wormen en kevers.
In bewoonde gebieden jagen bosuilen eerder op kleine vogels.
Leefomgeving
In Midden-Europa treft men de bosuil vooral in de loof- en gemengde bossen aan omdat
ze daar voldoende oude boomholten aantreffen om hun nest te bouwen.
Men ziet ze weleens in parken, kerkhoven en zelfs in de stad waar hij soms op het dak
van een huis zit.
In naaldbossen komt de bosuil hoogstens aan de rand voor. Middenin de donkere bossen
is er zowel te weinig aanbod van prooidieren, als van geschikte boomholten om een nest
te maken.
Het lijkt erop dat een bosuil het liefst heeft dat er open vlakten en water in zijn buurt
zijn.
Veldwaarnemingen
Soms laten bosuilen zich verleiden om in nestkasten in een bos met maar weinig oude
bomen te gaan nestelen.
Deze nestkasten moeten aan de voorkant een grote opening hebben, bovendien een
diepte van 75 cm, en een grondoppervlak van ongeveer 20 x 20 cm.
De nestkasten moeten hoog tegen eeen boomstam en niet in de felle zon gehangen
worden.
Als de jongen het nest verlaten, houden ze zich vaak nog op de takken in de buurt van
het nest verstopt tot ze goed genoeg kunnen vliegen.
In die periode vindt men ze ook weleens op de grond.
Het beste is dan ook om de jonge dieren op een boomtak in de buurt terug te zetten
waar ze veilig zijn voor katten, honden en andere
roofdieren.
Verspreiding
In Europa behalve Noord-Scandinavie, in delen van Noord-Afrika, in het Westen van
Rusland, in Afghanistan en China.
Soortbescherming
In het grootste deel van zijn verspreidingsgebied en ook bij ons komt de bosuil nog
regelmatig voor. Aangezien hij jacht maakt op kleinere uilen, vormt hij zelf juist een
bedreiging in de gebieden waar bijvoorbeeld de dwerguil voorkomt.
7. Roep
Hieronder het geluid van de bosuil
Informatie
Het zijn geheimzinnige vogels, die bosuilen. Hun leven speelt zich voornamelijk af in de
nachtelijke uren. Daaraan zijn ze dan ook optimaal aangepast. Zo kunnen ze prima zien bij
zelfs het kleinste spoortje maanlicht en vliegen ze in stealth-modus door een zeer fijn
gewimperde vleugelrand. Bosuilen lijken soms vrij forse vogels, maar onder de enorme
hoeveelheid veren bevindt zich eigenlijk een verrassend kleine vogel. Uilen kunnen hun ogen
niet verdraaien in hun kassen. Deze handicap compenseren ze door een flexibele hals die bijna
volledig rond kan draaien. Het bekendst is misschien nog wel de spookachtige roep - graag
gebruikt in griezelfilms - van de mannetjes, vaak beantwoord door de ijselijke kreet van de
vrouwtjes.
Algemeen
Overige namen
Tawny Owl , Strix aluco
Orde
Strigiformes
Familie
Uilen (Strigidae)
Status
Jaarvogel. Vrij schaarse tot vrij talrijke broedvogel; standvogel
Europese verspreiding
De bosuil komt voor in Europa en Azië, maar de populaties van beide continenten zijn
van elkaar gescheiden door een onbezet gebied.
Leefomgeving en voedsel
Voedsel- en broedbiotoop
Loofbossen vormen de belangrijkste biotoop, maar bosuilen zoeken ook regelmatig
het landelijk gebied op, mits er voldoende bosjes met enkele oude bomen aanwezig
zijn. Die bomen worden gebruikt als uitkijkpost om naar potentiële prooien te speuren,
en om in te broeden. Het plaatsen van nestkasten heeft ook bijgedragen aan een
verdere verspreiding van de bosuil.
Voedsel
Vooral muizen, kikkers, vogels en andere kleine dieren
Broeden
Broedperiode
Februari - juni
Koloniebroeder
Nee
Aantal legsels
1 legsel
Aantal eieren
8. 3 - 4 eieren
Herkenning
Opvallende kenmerken
Grote uil, met opvallende donkere ogen
Kleed
Donkerbruin verenkleed met lichtere gevlekte onderdelen
Formaat/ lengte
37 - 43 cm.
Snavel
De forse haaksnavel gaat voor het grootste deel schuil in de dikke laag kopveren
Poten
Stevige klauwen, grotendeels verstopt onder veren
Vogeltrek
Overwinteringsgebied
Bosuilen overwinteren in hun eigen territorium. Het gebeurt maar zeer zelden dat een
bosuil omzwervingen maakt; alleen jonge vogels doen dit, op zoek naar een nieuw
territorium of een plek waar één van de volwassen vogels is doodgegaan.