1. Tijdbewaker
Tijdens het groepswerk let jij op de tijd
Je houdt de tijd in het oog
Indien afgesproken let je erop dat iedereen ongeveer evenveel tijd aan het woord is
Als het langzaam gaat of jullie raken van het onderwerp af geef je een seintje
Je waarschuwt de groep als het bijna tijd is om te stoppen
Je doet gewoon mee aan het gesprek
2. Schrijver
Tijdens het groepswerk schrijf jij de hoofdzaken op
Je let op wat er gezegd wordt en schrijft in steekwoorden mee
Als de groep tot 1 antwoord of conclusie moet komen, schrijf je die op en checkt of
iedereen het daarmee eens is
Als de reactie naar de docent verstuurd moet worden dan regel jij dat
Je doet gewoon mee aan het gesprek
3. Gespreksleider
Jij zorgt dat het gesprek goed verloopt voor iedereen in de groep
Je zorgt dat je de opdracht heel goed begrijpt voordat jullie beginnen
Als iets onduidelijk is dan check je dit bij de docent of beslist zelf
Je zorgt dat de opdracht gedaan wordt
Je betrekt iedereen bij het gesprek, geeft beurten en vat regelmatig samen wat er
gezegd is
Vraag door als niet duidelijk is wat er wordt bedoeld
4. Observant
Jij kijkt en luistert naar de sprekers en geeft feedback
Je kijkt en luistert naar de deelnemers en het gesprek
Het gaat jou om het proces van het gesprek, niet om de inhoud
Schrijf in steekwoorden per deelnemer op wat jou opvalt, bijvoorbeeld:
‘is nieuwsgierig naar de ander’, ‘stelt goede vragen’, ‘gebruikt mooie woorden en
zinnen’, ‘gebruikt goede voorbeelden’ of ‘heeft steeds het hoogste woord’ ‘luistert
niet goed naar de ander’, ‘praat soms onduidelijk’
Jouw feedback is persoonlijk en niet voor de hele groep bedoeld!
5. Samenvatter
Jij kijkt en luistert en vat de inhoud samen
Je kijkt en luistert naar de deelnemers en het gesprek
Het gaat jou om het inhoud van het gesprek, niet om het proces
Schrijf in steekwoorden de meningen/inbreng van de deelnemers op
Jij kunt straks een samenvatting geven (mondeling of schriftelijk) van de inhoud van
het gesprek
Kijk of je in de samenvatting voors- en tegens of voor- en nadelen van jullie
antwoord tegen elkaar weg kunt zetten, of maak bijvoorbeeld een ‘top drie’ van
belangrijkste punten
6. Vragensteller
Jij luistert goed naar de ander en stelt steeds weer een goede vraag
Vergelijk jezelf met een goede interviewer van televisie
Blijf nieuwsgierig naar alles wat de ander zegt
Luister heel goed en bedenk steeds weer een nieuwe vraag
Stel ‘open’ vragen die beginnen met wie, hoe, waarom, wat, wanneer
Val niet in de valkuil zelf te gaan vertellen
Probeer zoveel mogelijk te weten te komen
Vat de antwoorden van de ander regelmatig samen (dus je zegt dat…)
Notas del editor
Tot slot: reflectie, je kunt forms ook inzetten als evakuatie, van een project of lesperiode
Tot slot: reflectie, je kunt forms ook inzetten als evakuatie, van een project of lesperiode
Tot slot: reflectie, je kunt forms ook inzetten als evakuatie, van een project of lesperiode
Tot slot: reflectie, je kunt forms ook inzetten als evakuatie, van een project of lesperiode
Tot slot: reflectie, je kunt forms ook inzetten als evakuatie, van een project of lesperiode
Tot slot: reflectie, je kunt forms ook inzetten als evakuatie, van een project of lesperiode