1. COMPETENTIES
IN
BEELD
HET INVOEREN VAN COMPETENTIEMANAGEMENT
BIJ DE GEMEENTE ACHTKARSPELEN
JUNI 2004
WERKGROEP COMPETENTIEMANAGEMENT:
Frederiek Dekens
Andries de Boer
Romkje Wijnja
Rene van der Kooy
Belinda Hoeksma
Sietze Kamstra
Competentiemanagement, 29 juni 2004
2. Inleiding
Er worden telkens andere eisen aan onze organisatie gesteld, onze organisatie moet daarop
kunnen inspelen. De tegenwoordige vraagstukken zijn complex van aard. Dit betekent onder
andere dat wij meer moeten samenwerken. Van ons ambtelijk apparaat en van onze
ambtenaren mogen wij verwachten dat zij inspelen op veranderingen.
Onze organisatie wil zich meer richten op het behalen van doelstellingen, daarvoor kiezen wij
het concept van integraal management. Dit vergt een grotere gerichtheid op het halen van
doelen en op het volledig daarover informeren. Het maken van afspraken brengt een nieuwe
zakelijkheid met zich. Daarnaast verplichten wij ons om integraal te denken en te werken.
Een veranderende organisatie van mensen vraagt ook andere competenties van onze
medewerkers. Vooral nieuwe of verborgen competenties van onze medewerkers maken
verandering mogelijk. Daarvoor willen wij het sturingsinstrument van
competentiemanagement ontwikkelen.
Wat zijn competenties en wat is competentiemanagement?
In het dagelijks spraakgebruik geldt, dat wie iets goed weet of goed kan, competent op dat
gebied is. Om goed te kunnen presteren in een bepaalde situatie is een specifieke
combinatie van kennis, vaardigheden en gedrag noodzakelijk. De verschillende combinaties
van kennis, vaardigheden en gedrag worden competenties genoemd.
Competentiemanagement is het effectief kunnen beheren en sturen van aanwezige kennis,
vaardigheden en gedrag en is gericht op het behalen van doelstellingen. Dit betekent het
creëren van de juiste match tussen aanwezige en gewenste competenties en het
ontwikkelen van competenties die nog niet (voldoende) aanwezig zijn.
Met het formuleren van competenties alleen is er nog geen sprake van
competentiemanagement. Om te kunnen sturen met competenties is het noodzakelijk dat er
een koppeling ontstaat met - aanwezige of nog te ontwikkelen - p&o-instrumenten. Hierbij
moet worden gedacht aan de koppeling met werving & selectie, loopbaanbeleid (Persoonlijke
Ontwikkelingsplannen), functionerings- en beoordelingsgesprekken en beloningsbeleid.
In onderstaand schema wordt duidelijk gemaakt waar de relatie ligt tussen competenties en de overige P&O instrumenten. Het
gesprek is een jaarlijks gesprek in de vorm van een POP-gesprek of een beoordelingsgesprek.
GEMEENTE ACHTKARSPELEN
Visie en en doelen
Vastgestelde competenties
Belonen
Arbeidsmarkt Werving & Inzet en Gesprek Arbeidsmarkt
Selectie prestatie
Coaching Ontwikkelen/
Opleiden
2
Competentiemanagement gemeente Achtkarspelen, 29 juni 2004
3. Doel van competentiemanagement
Wat willen we met competentiemanagement bereiken?
• Een bewustwordingsproces waarbij gewenste kennis, vaardigheden en gedrag van
medewerkers bespreekbaar worden;
• een continue persoonlijke ontwikkeling van medewerkers in relatie tot
organisatiedoelstellingen;
• een continue ontwikkeling naar betere prestaties door de organisatie, teams en
medewerkers.
Een gedegen en doordachte invoering van competentiemanagement leidt tot verhoging van
de kwaliteit van de organisatie. Capaciteiten van medewerkers worden effectief en efficiënt
ingezet op de doelstellingen van de organisatie. Er kan resultaatgericht worden ingespeeld
op de veranderende omgeving.
Uitgangspunten
Er zijn 7 uitgangspunten geformuleerd die leidend zijn voor het welslagen van
competentiemanagement binnen onze organisatie.
De directie en de managers committeren zich aan competentiemanagement en
dragen dat uit.
Er moet voldoende draagvlak voor competentiemanagement binnen de organisatie
worden gecreëerd.
De directie en managers worden geschoold in competentiemanagement.
5 organisatiecompetenties benoemen die aansluiten op de doelstellingen van de
organisatie. Deze competenties gelden voor alle medewerkers.
Voor de functiespecifieke competenties wordt een woordenboek ontwikkeld waarbij
het totaal aantal competenties hanteerbaar is (totaal 27 competenties).
Per functie worden maximaal 10 competenties benoemd. Dit betekent dat iedere
medewerker die in een bepaald soort functie (bijvoorbeeld beleidsmedewerker) is
benoemd, moet voldoen aan dezelfde competenties, ongeacht de vakinhoudelijke
aspecten. De functiespecifieke competenties worden door het management
vastgesteld.
Competentiemanagement wordt gefaseerd ingevoerd; eerst komen de
managementfuncties aan bod. Vervolgens de overige functies.
Competentiewoordenboek
Er is een woordenboek ontwikkeld waarin 27 competenties zijn gedefinieerd. Dit
woordenboek is een handboek voor het management. Zij gebruikt het boek om competenties
aan functies te koppelen. Met nadruk moet hierbij wel gesteld worden dat er een nauwe
relatie bestaat tussen competentiemanagement en het nieuwe functiewaarderingssysteem.
Dit systeem gaat uit van functiefamilies waarbinnen enkele functies worden aangewezen.
Aan de functiefamilies en de functies worden competenties toegewezen.
Het competentiewoordenboek begint met de definiering van de 5 organisatiebrede
competenties. Organisatiebreed betekent dat iedere medewerker die binnen onze
organisatie werkzaam is/komt, moet voldoen aan deze competenties.
• Verantwoordelijkheid
• Resultaatgerichtheid
• Klantgerichtheid
• Samenwerken
• Flexibiliteit
Tot slot
Competentiemanagement is een instrument dat vrijwel dagelijks door de manager wordt
gebruikt. Wellicht wordt bij dit intensieve gebruik na enige tijd geconstateerd dat er
competenties missen of dat de aan de functiefamilie toegekende competenties onjuist zijn.
Ook vereisten aan de organisatie of de functies kunnen veranderen. Gevolg is dat er
aanpassingen plaats moeten vinden. Het mag niet zo zijn dat hetgeen hier voor u ligt niet
voor verbetering vatbaar is en dus niet aangepast kan worden. Competentiemanagement
binnen een veranderende organisatie moet een dynamisch instrument zijn.
3
Competentiemanagement gemeente Achtkarspelen, 29 juni 2004
4. COMPETENTIE
WOORDENBOEK
2004 - 2005
WERKGROEP COMPETENTIEMANAGEMENT
29 JUNI 2004
4
Competentiemanagement gemeente Achtkarspelen, 29 juni 2004
6. 26. Presentatie
27. Pro-activiteit
6
Competentiemanagement gemeente Achtkarspelen, 29 juni 2004
7. UITWERKING VAN DE COMPETENTIES
Organisatiebrede competenties
1. Samenwerken
Definitie
Zoekt samenwerking met anderen en levert een actieve bijdrage in het formuleren en
behalen van gemeenschappelijke doelen.
2. Klantgerichtheid
Definitie
Laat zien vanuit het perspectief van de klant/gebruiker te denken en te handelen. Speelt in
op wensen en problemen van de klant gebruiker.
3. Resultaatgerichtheid
Definitie
Is gericht op het realiseren van doelstellingen en resultaten; is daarbij gemotiveerd, gedreven
en vasthoudend.
4. Verantwoordelijkheid
Definitie
Aanvaardt de risico's en neemt de consequenties van gemaakte afspraken. Geeft noch
anderen, noch de omstandigheden de schuld wanneer doelen niet worden bereikt.
5. Flexibiliteit
Definitie
Is in staat en bereid zich aan te passen aan veranderende eisen en omstandigheden. Staat
open voor nieuwe ideeën.
Overige competenties
6. Plannen en organiseren
Definitie
Kan op een effectieve wijze doelen en prioriteiten bepalen en benodigde acties, tijd en
middelen aangeven om bepaalde doelen te kunnen bereiken.
7. Delegeren
Definitie
Deelt de taken en bevoegdheden op een duidelijke manier toe aan de juiste medewerkers;
geeft mogelijkheden om de taken uit te voeren.
8. Coachen
Definitie
Is in staat anderen te helpen hun capaciteiten te vergroten, hun mogelijkheden optimaal te
benutten of alternatieven te herkennen
7
Competentiemanagement gemeente Achtkarspelen, 29 juni 2004
8. 9. Visie
Definitie
Is in staat zich een beeld te vormen van de richting waarin de organisatie en/of vakgebied zal
gaan ontwikkelen en de doelstellingen te formuleren die worden nagestreefd
10. Organisatiebewust
Definitie
Herkent en begrijpt hoe een organisatie functioneert. Is goed geïnformeerd over de
maatschappelijke en de politieke ontwikkelingen en weet deze kennis effectief te benutten
voor het eigen functioneren en de organisatie. Houdt bij acties rekening met de invloed op en
de gevolgen voor de eigen organisatie of die van externe relaties.
11. Communiceren
Definitie
Luistert, laat anderen uitspreken en drukt zich zowel mondeling als schriftelijk zodanig uit dat
de boodschap goed overgebracht wordt op de ander.
12. Zorgvuldig handelen
Definitie
Handelen gericht op het voorkomen van fouten. Het accuraat volgen van procedures en het
nakomen van afspraken.
13. Creatief handelen
Definitie
Met vernieuwend oplossingen komen voor problemen, nieuwe werkwijzen bedenken ter
vervanging van bestaande, improviseren en vernieuwend zijn
14. Besluiten nemen
Definitie
Beslissingen nemen, wat zich uit in het op het juiste moment ondernemen van acties of het
uitspreken van oordelen.
15. Initiatieven nemen
Definitie
Ziet ontwikkelingen en kansen op maatschappelijke en/of vakinhoudelijke gebied en
anticipeert erop.
16. Problemen oplossen
Definitie
Signaleren van problemen en deze zelfstandig of in samenwerking met anderen oplossen.
17. Analyseren
Definitie
Signaleren van problemen en vragen; herkennen van belangrijke informatie en structuren;
verbanden leggen tussen gegevens, opsporen van mogelijke oorzaken van problemen;
zoeken naar relevante gegevens en achtergronden.
8
Competentiemanagement gemeente Achtkarspelen, 29 juni 2004
9. 18. Onderhandelen
Definitie
Vanuit verschillende standpunten en/of belangen tot een gezamenlijk
onderhandelingsresultaat komen.
19. Overtuigen
Definitie
Presenteert ideeën en plannen zo aan anderen dat zij deze accepteren dan wel hun
standpunt wijzigen en hun activiteit daaraan aanpassen.
20. Omgaan met agressie
Definitie
Weet op een correcte wijze met agressieve mensen om te gaan met het doel om agressie
om te buigen in een zakelijk gesprek.
21. Stressbestendig
Definitie
Blijft goed presteren onder (tijds)druk en beheerst moeilijke situaties ook bij tegenslag,
teleurstelling en tegenspel.
22. Financieel bewustzijn
Definitie
Houdt bewust rekening met zowel de kosten als de baten van activiteiten en beslissingen.
23. Lerend vermogen
Definitie
Is in staat om continue zichzelf te ontwikkelen.
24. Netwerken
Definitie
Legt en onderhoud contacten met anderen die nu en in de toekomst nuttig kunnen zijn voor
het verkrijgen van informatie of het behalen van doelen en resultaten
25. Representativiteit
Definitie
Is in staat zich te presenteren en te gedragen op een wijze zoals de organisatie graag gezien
wil worden door de buitenwereld.
26. Presentatie
Definitie
Is in staat om diensten en/of producten op professionele wijze over te brengen aan (een
groep van) personen.
27. Pro-activiteit
Definitie
Is in zijn denken en doen in staat actief bij te dragen zonder dat vooraf gevraagd wordt.
9
Competentiemanagement gemeente Achtkarspelen, 29 juni 2004
11. 1 Samenwerken 2 Klantgerichtheid 3 Resultaatgerichtheid 4 Verantwoordelijk
1 Stuurt/ regisseert medewerker Bekendheid met de in- en Maakt afspraken over de levering van Neemt de aanvaarding van
tot samenwerken externe klant producten/diensten risico's van producten/diensten
voor zijn/haar rekening
2 Heeft actieve bijdrage Onderhoudt en bouwt uit de Bewaakt de voortgang van gemaakte Staat voor eventuele
teambuilding contacten afspraken consequenties van gemaakte
afspraken
3 Initieert en onderhoudt Weet voorwaarden te Houdt vast aan afgesproken doelstellingen Kent zijn/haar eigen
contacten met andere scheppen binnen de afdeling grenzen/bevoegdheden
afdelingen en gemeenten
4 Deelname aan overlegvormen Heeft bereidheid tot inleving Vertaalt doelen in haalbare en realistische Heeft een kritische houding ten
in de klant werkzaamheden opzichte van eigen
functioneren
5 Stemt werk af met collega's Is servicegericht Komt gemaakte afspraken na Heeft inzicht in gevolgen van
eigen handelen
6 Respecteert bijdrage van Vermijdt vakjargon indien
Onderneemt actie zodra doelen niet Handelt binnen eigen
anderen nodig gehaald dreigen te worden, of in gevaar bevoegdheden
komen.
7 Is bereid het werk van anderen Komt gemaakte afspraken Legt periodiek verantwoording af over Onderneemt tijdig actie bij
over te nemen met klanten na. gemaakte voortgang en resultaten signaleren van problemen e.d.
8 Is bereid het werk met anderen Heeft inzicht in processen en Toetst regelmatig werkzaamheden aan de Houdt rekening met belangen
te delen procedures en communiceert nieuwe voortschrijdende ontwikkelingen van anderen
die met klanten
9 Stelt het groepsresultaat boven Is zich bewust van het effect Spreekt anderen aan op (te behalen) Is integer in gedrag en houding
het eigen resultaat van zijn/haar eigen houding resultaten ten opzichte van uit te voeren
werkzaamheden
10 Heeft actieve houding ten Kan actief met de klant Schept voorwaarden om doelen te behalen Schuift niet zijn/haar werk af
opzichte van anderen meedenken naar anderen
11
Competentiemanagement gemeente Achtkarspelen, 29 juni 2004
12. 5 Plannen en 6 Delegeren 7Coachen 8 Visie
organiseren
1 Stelt duidelijke prioriteiten Kent de kwaliteiten van Geeft nuttige en constructieve feedback Neemt afstand van korte
medewerkers termijn-denken en richt zich op
de lange termijn
2 Houdt in de gaten of en hoe Geeft taken en bevoegdheden Stimuleert anderen, zodat zij zich(verder) Onderscheidt hoofdzaken van
zaken worden uitgevoerd op heldere wijze uit handen kunnen ontwikkelen. bijzaken
3 Zet juiste middelen in om op Durft los te laten Helpt de ander inzicht te krijgen in sterke Heeft inzicht in de koers van de
termijn resultaten te behalen en zwakke kanten, interesses en ambities organisatie
4 Zet juiste mensen in om op Spreekt medewerkers aan Heeft oog voor potentiële capaciteiten Heeft inzicht in invloed van
termijn resultaten te behalen indien resultaten achterwege van de ander externe factoren
blijven
5 Zet tijdpad uit Geeft medewerkers ruimte en Biedt ruimte voor leermogelijkheden Is in staat om toekomstige
mogelijkheden om taken uit te ontwikkelingen te vertalen in
voeren concrete doelstellingen
6 Is zich bewust van planningen Is laagdrempelig en benaderbaar Vertaalt
van anderen organisatie/afdelingsdoelstellin
gen in een koers voor de/het
eigen afdeling/team
7 Verzamelt de juiste informatie Motiveert de ander optimaal gebruik te Overziet bij het bepalen van de
om te kunnen plannen maken van zijn talenten koers de gevolgen voor de
andere organisatieonderdelen
8 Is in staat de planning bij te
stellen
9 Weet welke kwaliteiten van
mensen en middelen nodig en
beschikbaar zijn
10 Stemt continue mensen,
middelen, werkzaamheden en
resultaat op elkaar af
12
Competentiemanagement gemeente Achtkarspelen, 29 juni 2004
13. 9 Flexibiliteit 10 Organisatiebewust 11 Communiceren 12 Zorgvuldig
handelen
1 Is veranderingsbereid Kent de weg binnen de eigen Luistert Handelt zodanig om fouten te
organisatie voorkomen
2 Past zich gemakkelijk aan, aan Heeft inzicht in politieke en Laat anderen uitspreken Handelt volgens vastgelegde
veranderende omstandigheden maatschappelijke procedures
ontwikkelingen en de invloed
daarvan op de organisatie
3 Staat open voor verschillende Houdt bij acties rekening met Kan kernachtig samenvatten Komt afspraken na
methoden en wijzen van werken de invloed op andere
afdelingen
4 Hanteert verschillende stijlen van Houdt bij acties rekening met Weet duidelijk en helder te Bouwt controle momenten in
aanpak om doelen te kunnen invloed op externe relaties formuleren
bereiken
5 Weet te manoeuvreren in een Weet welke personen Gebruikt taal die aansluit bij de Onderneemt actie n.a.v.
complexe situatie belangrijk zijn voor het creëren doelgroep signalen over ineffectiviteit of
van draagvlak kwaliteitsverlies
6 Verandert manier van werken Weet onderscheid te maken Structureert informatie, Bewaakt voortgang
indien het gewenste resultaat niet tussen de formele en informele bijvoorbeeld door opbouw en vorm processen/procedures
wordt behaald organisatie
7 Heeft snel door dat een Legt en onderhoudt contacten Kan informatie op verschillende Geeft tijdig informatie aan de
voorgenomen aanpakstijl niet met andere afdelingen manieren uitleggen/beschrijven ander indien afspraken niet
effectief zal zijn nagekomen kunnen worden
8 Ondersteunt initiatieven tot Zorgt er voor dat de doelen van Gebruikt verhelderende Houdt rekening met
verandering de eigen afdeling in lijn zijn met voorbeelden of metaforen belangen/prioriteiten van de
de organisatiedoelen ander
9 Is in een bijeenkomst in staat van Is in staat het juiste moment te Plaatst het verhaal in een bredere Heeft oog voor detail
stijl of aanpak te wijzigen op het kiezen voor context; geeft samenhang aan
moment dat zich onverwacht organisatieveranderingen
kritiek, weerstand etc. voordoet
10 Staat open voor signalen van Overziet de belangen, Kan abstracte/vaktechnische Werkt accuraat
anderen prioriteiten en doelen van informatie vertalen in concrete
verschillende groepen informatie
13
Competentiemanagement gemeente Achtkarspelen, 29 juni 2004
14. 13 Creatief Handelen 14 Besluiten nemen 15 Initiatieven nemen 16 Problemen
oplossen
1 Komt met een andere zienswijze Ziet de consequenties en/of Is in korte tijd in staat kansen te Kunnen denken in concrete
belangen van een besluit voor zien en daarop te anticiperen oplossingsmogelijkheden en -
zichzelf en/of anderen scenario's
2 Kan losdenken van de vaste Durft knopen door te hakken, Weet zichzelf en anderen te In korte tijd een probleem
structuren en denkwijzen ook als er grote gevolgen en bewegen tot het ontplooien van doorzien en een oplossing
risico's aanzitten nieuwe activiteiten hebben
3 Komt met alternatieve Is bereid zijn besluit aan te Komt uit zichzelf met voorstellen Zijn werk dusdanig kunnen
mogelijkheden om een probleem passen, c.q. terug te draaien op ter verbetering van het eigen werk inrichten dat mogelijke
op te lossen basis van nieuwe informatie problemen makkelijk opgelost
kunnen worden
4 Benaderen van zaken vanuit een Weet de juiste informatie te Onderneemt actie op zaken in de Denkt zelfstandig en
nieuwe of onverwachte bemachtigen en is in staat op directe werkomgeving die anders oplossingsgericht
invalshoeken basis daarvan een besluit te en/of beter kunnen
nemen.
5 Ziet mogelijkheden die anderen Houdt ontwikkelingen en signalen Zichzelf en anderen kunnen
niet zien vanuit en buiten de werkomgeving bewegen een probleem op te
in de gaten en vindt hier kansen en lossen
mogelijkheden
6 Experimenteert met nieuwe
methoden
7 Integreert de eigen creativiteit
met die van anderen om tot
vernieuwde resultaten te komen
14
Competentiemanagement gemeente Achtkarspelen, 29 juni 2004
15. 17 Analyseren 18 Onderhandelen 19 Overtuigen 20 Omgaan met
agressie
1 Stelt vragen om de herkomst van Is in staat partijen tot elkaar te Kan anderen zover krijgen dat zij Signaleert afwijkend gedrag
een probleem te achterhalen brengen akkoord gaan met eigen bij anderen
ingebrachte voorstellen
2 Raadpleegt een of meerdere Weet als afgevaardigde van Kan argumenten helder uiteen
Neemt een neutrale houding
bronnen om de benodigde een partij de belangen goed te zetten aan ten opzichte van
informatie te verkrijgen waarborgen agressieve mensen
3 Onderscheidt hoofd- en bijzaken Kan anderen zover krijgen dat
Brengt standpunten in en weet Behoudt in alle gevallen en
zij akkoord gaan met zijn
daarmee anderen enthousiast te omstandigheden de
voorstel maken zelfcontrole
4 Weet uit allerlei bronnen en Is actief op zoek naarOnderbouwt zijn standpunt met Is in staat via communicatie
gegevens de essentiële zogenaamde "win-win situaties''
argumenten in begrijpelijke taal bij de ander een rustig gedrag
informatie te filteren te realiseren
5 Kan op kernachtige wijze de Kan zich inleven in de ander Weet twijfels en vragen bij anderen Negeert strijd, maakt contact
juiste informatie weergeven weg te nemen en kalmeert de ander
6 Weet de consequenties in beeld Is in staat vanuit verschillende Biedt ruimte voor tegenargumenten Laat de ander uitpraten
te brengen van zaken en belangen en benaderingen en kritische vragen en weet deze
mogelijke oplossingen goed te kunnen overleggen met te vertalen naar het eigen
partijen standpunt
7 Kan complexe zaken omzetten in Weet de juiste personen mee te Probeert constructief
een structurele uiteenzetting krijgen in zijn standpunt gezamenlijk een oplossing te
vinden
8 Is in staat zichzelf en anderen te Luistert en verplaatst zich in
bewegen een uiteenzetting te de beleving van de ander
maken van een probleem
15
Competentiemanagement gemeente Achtkarspelen, 29 juni 2004
16. 21 Stressbestendig 22 Financieel 23 Lerend vermogen 24 Netwerken
bewustzijn
1. Blijft efficiënt en foutloos werken bij een Houdt bij het maken van Is in staat en bereid vak- Maakt gebruik van bestaande
verhoogde werkdruk afspraken rekening met kosten gerichte opleidingen te contacten
volgen.
2. Blijft kalm en effectief Weet wat de kosten en baten zijn Heeft oog voor Aarzelt niet om personen te
van een voorstel of een idee ontwikkelingen op eigen benaderen voor het
vakgebied beantwoorden van een
specifieke vraag
3. Blijft flexibel Zoekt actief naar mogelijkheden Is in staat nieuwe informatie Onderhoudt actief bestaande
om kosten te besparen in zich op te nemen en deze relaties
effectief toe te passen.
4. Kan tijdig en goed doordachte besluiten Vergelijkt alternatieve Weet zich aan te passen Bezoekt beurzen, congressen
nemen leveranciers op basis van prijs- aan de bedrijfscultuur en symposia
kwaliteitverhouding
5. Behoudt overzicht van eigen werk Maakt strategische keuzes met Past kennis en ervaringen Is bereid anderen informatie
betrekking tot investeringen op de juiste wijze toe te geven
(tweerichtingsverkeer)
6. Komt tot stijgende prestaties bij Gaat in het werk zuinig om met Weet ingangen voor zichzelf
(constante) hoge werkdruk materialen en hulpmiddelen te creëren.
7. Heeft snel zicht op de maatregelen die Reorganiseert werkzaamheden Kent de verhoudingen binnen
genomen moeten worden om een crisis om kosten te besparen andere organisaties en maakt
af te wenden hier gebruik van
8. Blijft objectief bij persoonlijke aanvallen Weegt alternatieve oplossingen Gebruikt eigen netwerk om
of kritiek tegen elkaar af invloed uit te oefenen op
besluitvormingsprocedures
9. Is gericht op de inhoud en niet op de Heeft oog voor verbetering van Bouwt en onderhoudt
persoon efficiency relatienetwerken in
verschillende
maatschappelijke sferen
10. Is in staat prioriteiten te stellen Taxeert de kosten en Durft contacten te leggen met
opbrengsten alvorens uitgaven personen die hiërarchisch
te doen. hoger in de organisatie zitten
16
Competentiemanagement gemeente Achtkarspelen, 29 juni 2004
17. 25 Representativiteit 26 Presentatie 27 Pro-activiteit
1. Kan de organisatie op een correcte Ziet er netjes en verzorgd uit Toont initiatief
manier vertegenwoordigen
2. Kent de standpunten van een eigen Brengt een verhaal levendig en Zoekt meerdere
organisatie en weet deze uit te dragen enthousiast invalshoeken
3. Is zich bewust van het effect van Gebruikt een taal die aansluit bij Denkt mee met anderen en
zijn/haar eigen handelen de doelgroep ontwikkelingen
4. Kent zijn eigen grenzen en Kan zich zowel mondeling als Is oplossingsgericht
bevoegdheden schriftelijk goed uitdrukken
5. Is zich bewust van de situatie en Kan argumenten en signalen van Weet te anticiperen op
omgeving anderen in een context plaatsen voorkomende situaties
6. Handelt binnen eigen bevoegdheden Maakt een onderscheid van Handelt binnen eigen
hoofd- en bijzaken voor anderen bevoegdheden
7. Is integer in gedrag en houding Gebruikt verhelderende Kent eigen grenzen en
voorbeelden/metaforen bevoegdheden
8. Ziet er netjes en verzorgd uit Geeft aan wat vast ligt en wat Durft voor eigen mening uit
nog open staat voor discussie te komen
9. Kan abstracte informatie vertalen Kan tegen kritiek
in concrete informatie
10. Kan een verhaal op verschillende Weet zijn omgeving te
doelgroepen overbrengen. enthousiasmeren en heeft
realiteitszin.
17
Competentiemanagement gemeente Achtkarspelen, 29 juni 2004