14. Sinds oprichting Denkfiguren zomer 2011
• 4 dagen per week binnen school.
• 1 dag per week Denkfiguren.
• 24 workshops, lezingen, etc. (1 per maand).
• +- 26 geschreven stukken (1 per maand), vooral
via Scienceguide.nl en Onderwijsfilosofie.nl.
• Deelname aan denktanks, NL + EU.
• Film ‘Waar Nederland groot in moet worden’.
• Betrokken bij De Nederlandse School.
• Actief op twitter.
17. Eerder vroegen we aan directeuren
“Wat is de grootste vraag voor het
onderwijs van 2025?”
18. Dit is wat ze zich afvroegen:
1. Is de school van straks de plaats waar we leren
samenleven en welke samenleving willen we
dan?
2. Welke vaardigheden en levenshouding hebben
de leerlingen van nu nodig om in de
maatschappij van 2020 en verder succesvol te
zijn?
3. Moeten huidige instituten gehandhaafd blijven
om keuzemogelijkheden voor leerlingen te
optimaliseren?
19. 4. Hoe krijgen we de docenten van vandaag
naar de rol van coach en daarmee de leerling
te activeren?
5. Hoe boeien we de leerling van 2025 dat ze
zich blijvend ontwikkelen?
6. Wie en hoe voert de regie over een netwerk-
georienteerde leeromgeving?
7. Hoe kan de school rust brengen in de
complexe levens van leerlingen in 2025?
“Wat is de grootste vraag voor het onderwijs van 2025?” De antwoorden.
20. 8. Welke waarden en normen zijn leidend voor
het onderwijs van 2025?
9. Hoe krijgen wij creatievelingen werkend als
docent op school?
10. Zijn onze coaches in staat om via loslaten
toch een gerichtheid op ontwikkeling en
verbinding te organiseren?
“Wat is de grootste vraag voor het onderwijs van 2025?” De antwoorden.
25. De Denker van het moment – Gert Biesta
1. Subjectwording
2. Socialisatie
3. Kwalificatie
26. De Denker van het moment – Gert Biesta
1. Subjectwording?
2. Socialisatie?
3. Kwalificatie?
27. Wat is onderwijs?
“Mijns inziens gaat het er in het onderwijs niet
om dat kinderen en jongeren leren, maar gaat
het erom dat ze iets leren, dat ze dat
om bepaalde redenen en met een bepaald
oogmerk leren, en dat ze het van iemand leren.”
(Biesta, Het Alternatief, p. 68).
28. We praten over de verkeerde dingen!
“De normatieve vraag naar goed onderwijs
wordt op die manier vervangen door technische
en organisatorische vragen over de efficiëntie en
effectiviteit van processen. De vraag wat nu
eigenlijk het doel is van die processen blijft
onbeantwoord.”
(Biesta 2012: p. 15 – 16)
30. Waarom bestaat een school?
4. Persoonsgebonden
doelstelling
“Op school kan je jezelf
verder ontwikkelen en
je talenten ontdekken”
5. Disciplinerende
doelstelling
“Op school leer je op
tijd komen en je netjes
gedragen.”
6. Schiftende doelstelling
“De school is de plek
waar bepaald wordt
wat je niveau is en wat
je daarna mag gaan
doen.”
1. Sociale doelstelling
“Op school kom je in
contact met andere
mensen en dat is
belangrijk”
2. Kennis doelstelling
“De school is de plek
waar je naar toe gaat als
je iets te weten wil
komen”
3. Maatschappelijke
doelstelling
“Door school weet je je
later te redden in de
maatschappij”
31. Waarom bestaat een school?
4. Persoonsgebonden
doelstelling
“Op school kan je jezelf
verder ontwikkelen en
je talenten ontdekken”
5. Disciplinerende
doelstelling
“Op school leer je op
tijd komen en je netjes
gedragen.”
6. Schiftende doelstelling
“De school is de plek
waar bepaald wordt
wat je niveau is en wat
je daarna mag gaan
doen.”
1. Sociale doelstelling
“Op school kom je in
contact met andere
mensen en dat is
belangrijk”
2. Kennis doelstelling
“De school is de plek
waar je naar toe gaat als
je iets te weten wil
komen”
3. Maatschappelijke
doelstelling
“Door school weet je je
later te redden in de
maatschappij”
32. Waarom bestaat een school?
4. Persoonsgebonden
doelstelling
“Op school kan je jezelf
verder ontwikkelen en
je talenten ontdekken”
5. Disciplinerende
doelstelling
“Op school leer je op
tijd komen en je netjes
gedragen.”
6. Schiftende doelstelling
“De school is de plek
waar bepaald wordt
wat je niveau is en wat
je daarna mag gaan
doen.”
1. Sociale doelstelling
“Op school kom je in
contact met andere
mensen en dat is
belangrijk”
2. Kennis doelstelling
“De school is de plek
waar je naar toe gaat als
je iets te weten wil
komen”
3. Maatschappelijke
doelstelling
“Door school weet je je
later te redden in de
maatschappij”
33. Waarom bestaat een school?
4. Persoonsgebonden
doelstelling
“Op school kan je jezelf
verder ontwikkelen en
je talenten ontdekken”
5. Disciplinerende
doelstelling
“Op school leer je op
tijd komen en je netjes
gedragen.”
6. Schiftende doelstelling
“De school is de plek
waar bepaald wordt
wat je niveau is en wat
je daarna mag gaan
doen.”
1. Sociale doelstelling
“Op school kom je in
contact met andere
mensen en dat is
belangrijk”
2. Kennis doelstelling
“De school is de plek
waar je naar toe gaat als
je iets te weten wil
komen”
3. Maatschappelijke
doelstelling
“Door school weet je je
later te redden in de
maatschappij”
34. We gaan kijken naar 2 korte fragmenten
Schrijf een aantal uitspraken op die je opvallen.
43. Eigentijdse invulling docentschap
1. Een docent geeft les.
2. Een docent heeft diepgaande kennis van een vak waar hij
passievol over is en vanuit die passie verbinding maakt met
vakgenoten
3. Een docent is trots op zijn leraarschap, draagt proactief bij aan
veranderingen en is open over de complexiteit die het vak met
zich meebrengt.
4. Een docent laat zien dat hij leert en dat hij dit leuk vindt, vraagt
zelf om feedback, reflecteert via en samen met collega’s , zowel
richting leerlingen als aan anderen.
5. Een docent mobiliseert zijn sociaal kapitaal, zowel vanuit zijn
online relaties als offline, om deze in de school bij elkaar te
brengen.
6. Een docent staat niet aan de zijlijn te kijken hoe anderen voor
hem beslissen maar participeert actief in het publieke debat.