Roeping. Instapviering voor de Eerste Communicanten (Ten Bos 2024)
De Geest van Waarheid (6de zondag na Pasen C)
1.
2. Vervul dit huis met hart en geest,
met aandacht voor de kleinen.
Dat al wie hier naar binnengaat
hen noemen zal de zijnen
3. Wees hier opnieuw verbeeldingskracht
geef taal en toon aan dromen,
geef stem aan wat verborgen bleef,
laat hier jouw rijk maar komen.
4. Wees kracht en troost voor jong en oud
dat niemand hoeft te vrezen
als hij zich inzet voor jouw rijk,
want dood heet daar verrezen
(van Opbergen Jan / van de Velde Jan-Willem)
5.
6. Heer God, wij willen vragen,
leer ons je Woord te dragen,
leer ons het slechte laten.
Heer God vergeef het ons.
(onbekend)
7. Diep in ons hart weerklinkt er een stem
die zingt: 'Eer aan God de Vader. Gloria!'
Zoon van de mensen, door Uw groot lijden
zijn wij dichter bij U. Gloria!
Geest van hoop en liefde, Geest van licht
en leven,
Geest van echte vrede. Gloria!
(Wyllin José)
8.
9. God roept de mens in ied’re tijd
en spreekt tot hem van eeuwigheid;
Hij geeft niet om vrijblijvendheid,
maar vraagt zichzelf te geven.
Te horen naar wat Hij zegt
Zijn woord in ieders hart gelegd,
tezamen een taal die zegt
dat liefde staat voor delen.
10. Wie oren om te horen heeft
en handen om te geven heeft,
wie liefde voor het leven heeft
kan delen met elk ander.
Al werkend aan wat God wil
wordt ieder mens een beetje stil
en ziet door een nieuwe bril
het leven als geen ander.
'uitvuurenijzer'(Poolsevolksmelodie)
11.
12. [Voorganger]
Ik geloof in God,
mijn Schepper,
die man en vrouw gemaakt heeft
naar zijn beeld;
Geloofsbelevenis
13. [Allen]
die mij liefheeft als een vader
en voor mij zorgt als een moeder;
die mij troost en vergeeft
en die mij altijd de mogelijkheid geeft
opnieuw te beginnen.
14. [Vg]
Ik geloof in Jezus Christus,
die, door God gezonden,
mens is geworden,
15. [Al]
om ons nabij te zijn;
die, helend en genezend,
ons de liefde heeft voorgeleefd.
17. [Al] die de mensen hoop geeft,
die de bron is van mijn geloof.
Ik geloof dat mensen elkaar nodig hebben
om samen God te vinden,
om de schepping
voor iedereen leefbaar te maken
door samen te delen
en in eenvoud te leven,
en zo te werken
aan de komst van Gods rijk.
18.
19. Bewaar ons gebed,
wij vertrouwen Jou,
Jij toont ons de weg naar Leven
Bij Jou is vreugde,
hoop zonder einde.
(PeterBiesbrouck)
20.
21. Die tafel groeit waar uitzicht is
voor iedereen die lijdt,
waar liefde en bekommernis
verdriet niet langer mijdt.
Hier krijgt het leven nieuwe zin,
verliest de dood zijn macht.
Wij samen gaan de toekomst in
en dat is onze kracht.
24. [Al]
De hemel en het land,
de ruimte en de dagen,
en ook wij mensen
zijn er dank zij Jou,
die ons hebt liefgehad
van voor wij Jou konden noemen.
25. [Pr]
Wij danken Jou,
dat Je voor ons wilt zijn:
hoop en toekomst, heil en zegen,
onze vader en onze moeder;
dat Je een naam bent
die vertrouwen wekt
door Je Zoon Jezus Christus.
26. [Al] Hemel en aarde, stad en land,
mensen en machten,
levenden en doden:
zij wachten op Jouw dag,
waarop de hele wereld
één stad van vrede is,
een nieuw Jeruzalem,
waar alle leed geleden is,
en alle kwaad vergeten.
27. [Pr] Heilig en goed ben Je
en tegelijk zo diep met ons vertrouwd.
Onze namen zijn geschreven
in Jouw hand.
Geen mens zul Jij verloren laten gaan
dank zij Jezus Christus,
de Zoon van Jouw genade,
die Je hebt voortgebracht
en uitgezonden
28. [Al] om tranen te drogen
van mensen die gebroken zijn;
om brood te worden
voor deze wereld.
Wij danken Jou
dat Hij ons ruimte geeft
en vrijheid om leven,
dat Hij de weg geworden is
van alle leven ten einde toe. [rechtstaan]
29. [Pr] Zoals op die avond
voor zijn lijden en dood
…
Heer, onze God,
zo gedenken wij Hem,
die weet wat lijden is
en die de dood heeft gezien.
30. [Al] Maar daarom ook
heb Jij Hem opgewekt
en Hem een naam gegeven,
hoog boven alle namen uit.
Jouw zoon is Hij,
en tot Hij komen zal
verkondigen wij Hem
door deze beker
en dit levend brood.
31. [Pr]
Wij bidden Jou:
zend ons Jouw Geest,
Jouw pleitbezorger
die alles duidelijk maakt,
die over deze aarde gaat
en ons tot één volk maakt
dat recht doet en gerechtigheid.
32. [Al] Breek het geweld in ons,
en breng ons thuis.
Geef ons toch handen, God,
die woningen bouwen van vrede
en brood voor oud en jong,
uit kracht van Hem,
Jouw zoon en onze broeder,
hier in ons midden.
34. [Al]
door Hem en met Hem en in Hem,
in de gemeenschap van de Geest,
tot in eeuwigheid.
Amen.
35. Onze Vader verborgen,
uw Naam worde zichtbaar in ons,
uw koninkrijk kome op aarde
uw wil geschiede, een wereld
met bomen tot in de hemel,
waar water schoonheid en brood
gerechtigheid is en genade -
36. waar vrede niet hoeft bevochten,
waar troost en vergeving is
en mensen spreken als mensen
waar kinderen helder en jong zijn,
dieren niet worden gepijnigd
nooit één mens meer gemarteld,
niet één mens meer geknecht.
37. Doof de hel in ons hoofd
leg uw hand op ons hart
breek het ijzer met handen
breek de macht van het kwaad.
Van U is de toekomst
kome wat komt.
38.
39. Dona la pace Signore, a chi confida in te,
Dona, dona la pace Signore, dona la pace
Geef ons Uw vrede, geef vrede,
aan wie op U vertrouwt. Geef ons.
Geef ons Uw vrede, geef vrede.
Geef ons Uw vrede
40.
41. Zeg nooit: "onze wereld is gebroken
en de mens tot weinig goeds in staat."
Zeg nooit: "Niemand kan op vrede hopen,
alles gaat nu eenmaal als het gaat."
Want een land, een land om van te dromen
stuwt de mensen uit hun slavernij
tot ze juichen, met tranen in de ogen
"Lieve God, we zijn er eind'lijk vrij !"
42. Zeg nooit: "God is zijn verbond vergeten,
er is niemand hier die ons bevrijdt."
Zeg nooit: "van een droom kan ik niet eten."
Zeg nooit: "Wie niet werkt, verknoeit zijn tijd."
Want een land, een land om van te dromen
stuwt de mensen uit hun slavernij
tot ze juichen, met tranen in de ogen
"Lieve God, we zijn er eind'lijk vrij !" (van Opbergen Jan /
Joods-Poolse melodie)
43. Deze powerpoint kan je vinden via www.KerKembodegem.be : Ten Bos - vieringen
44. Zeg nooit: "God is zijn verbond vergeten,
er is niemand hier die ons bevrijdt."
Zeg nooit: "van een droom kan ik niet eten."
Zeg nooit: "Wie niet werkt, verknoeit zijn tijd."
Want een land, een land om van te dromen
stuwt de mensen uit hun slavernij
tot ze juichen, met tranen in de ogen
"Lieve God, we zijn er eind'lijk vrij !" (van Opbergen Jan /
Joods-Poolse melodie)
45.
46. Zeg nooit: "God is zijn verbond vergeten,
er is niemand hier die ons bevrijdt."
Zeg nooit: "van een droom kan ik niet eten."
Zeg nooit: "Wie niet werkt, verknoeit zijn tijd."
Want een land, een land om van te dromen
stuwt de mensen uit hun slavernij
tot ze juichen, met tranen in de ogen
"Lieve God, we zijn er eind'lijk vrij !" (van Opbergen Jan /
Joods-Poolse melodie)(van der Velden Mar/ Jan-Willem Vandevelde)