Teksten en liederen die geprojecteerd werden tijdens de drieëntwintigste zondag door het jaar C (C23 2022) op Ten Bos – Sint Amanduskerk Erembodegem. Startviering van het nieuwe werkjaar onder het thema “Boek”. De teksten van onze vieringen zijn te vinden op de website: https://www.kerknet.be/parochie-aalst-hopparochie/inspiratie/vieringen-op-ten-bos
Roeping. Instapviering voor de Eerste Communicanten (Ten Bos 2024)
Startviering van het nieuwe werkjaar onder het thema "Boek" (Ten Bos 2022)
1.
2. Geen stomme afgodsbeelden, en geen gesloten boek
Jouw zinderzachte zinnen zijn wat ik steeds weer zoek.
Ze staan er zwart op wit, in een goddelijk contrast,
ze roepen onweerstaanbaar, vloeibaar en vuurvast.
De omslag mag je omslaan, da's enkel buitenkant
en toch verraadt die cover, het boek dat ik wil zijn.
De kleuren en de vormen,de sporen in de rand,
de stille ezelsoren, de vlekken van Jouw wijn.
Ik loop steeds weer verloren, en niemand die me vindt
‘k verdrink weer in Je woorden, totdat het feest begint,
totdat het water wijn wordt, de haan weer driemaal kraait,
de lamme weer kan lopen, de stormwind heftig waait.
3. Geen stomme afgodsbeelden, en geen gesloten boek
Jouw zinderzachte zinnen zijn wat ik steeds weer zoek.
Ze staan er zwart op wit, in een goddelijk contrast,
ze roepen onweerstaanbaar, vloeibaar en vuurvast.
De omslag mag je omslaan, da's enkel buitenkant
en toch verraadt die cover, het boek dat ik wil zijn.
De kleuren en de vormen,de sporen in de rand,
de stille ezelsoren, de vlekken van Jouw wijn.
Ik loop steeds weer verloren, en niemand die me vindt
‘k verdrink weer in Je woorden, totdat het feest begint,
totdat het water wijn wordt, de haan weer driemaal kraait,
de lamme weer kan lopen, de stormwind heftig waait.
4. Geen stomme afgodsbeelden, en geen gesloten boek
Jouw zinderzachte zinnen zijn wat ik steeds weer zoek.
Ze staan er zwart op wit, in een goddelijk contrast,
ze roepen onweerstaanbaar, vloeibaar en vuurvast.
De omslag mag je omslaan, da's enkel buitenkant
en toch verraadt die cover, het boek dat ik wil zijn.
De kleuren en de vormen,de sporen in de rand,
de stille ezelsoren, de vlekken van Jouw wijn.
Ik loop steeds weer verloren, en niemand die me vindt
‘k verdrink weer in Je woorden, totdat het feest begint,
totdat het water wijn wordt, de haan weer driemaal kraait,
de lamme weer kan lopen, de stormwind heftig waait.
5. Geen stomme afgodsbeelden, en geen gesloten boek
Jouw zinderzachte zinnen zijn wat ik steeds weer zoek.
Ze staan er zwart op wit, in een goddelijk contrast,
ze roepen onweerstaanbaar, vloeibaar en vuurvast.
De omslag mag je omslaan, da's enkel buitenkant
en toch verraadt die cover, het boek dat ik wil zijn.
De kleuren en de vormen,de sporen in de rand,
de stille ezelsoren, de vlekken van Jouw wijn.
Ik loop steeds weer verloren, en niemand die me vindt
‘k verdrink weer in Je woorden, totdat het feest begint,
totdat het water wijn wordt, de haan weer driemaal kraait,
de lamme weer kan lopen, de stormwind heftig waait.
6. Geen stomme afgodsbeelden, en geen gesloten boek
Jouw zinderzachte zinnen zijn wat ik steeds weer zoek.
Ze staan er zwart op wit, in een goddelijk contrast,
ze roepen onweerstaanbaar, vloeibaar en vuurvast.
De omslag mag je omslaan, da's enkel buitenkant
en toch verraadt die cover, het boek dat ik wil zijn.
De kleuren en de vormen,de sporen in de rand,
de stille ezelsoren, de vlekken van Jouw wijn.
Ik loop steeds weer verloren, en niemand die me vindt
‘k verdrink weer in Je woorden, totdat het feest begint,
totdat het water wijn wordt, de haan weer driemaal kraait,
de lamme weer kan lopen, de stormwind heftig waait.
7. Geen stomme afgodsbeelden, en geen gesloten boek
Jouw zinderzachte zinnen zijn wat ik steeds weer zoek.
Ze staan er zwart op wit, in een goddelijk contrast,
ze roepen onweerstaanbaar, vloeibaar en vuurvast.
De omslag mag je omslaan, da's enkel buitenkant
en toch verraadt die cover, het boek dat ik wil zijn.
De kleuren en de vormen,de sporen in de rand,
de stille ezelsoren, de vlekken van Jouw wijn.
Ik loop steeds weer verloren, en niemand die me vindt
‘k verdrink weer in Je woorden, totdat het feest begint,
totdat het water wijn wordt, de haan weer driemaal kraait,
de lamme weer kan lopen, de stormwind heftig waait.
8. Geen stomme afgodsbeelden, en geen gesloten boek
Jouw zinderzachte zinnen zijn wat ik steeds weer zoek.
Ze staan er zwart op wit, in een goddelijk contrast,
ze roepen onweerstaanbaar, vloeibaar en vuurvast.
De omslag mag je omslaan, da's enkel buitenkant
en toch verraadt die cover, het boek dat ik wil zijn.
De kleuren en de vormen,de sporen in de rand,
de stille ezelsoren, de vlekken van Jouw wijn.
Ik loop steeds weer verloren, en niemand die me vindt
‘k verdrink weer in Je woorden, totdat het feest begint,
totdat het water wijn wordt, de haan weer driemaal kraait,
de lamme weer kan lopen, de stormwind heftig waait.
9. Geen stomme afgodsbeelden, en geen gesloten boek
Jouw zinderzachte zinnen zijn wat ik steeds weer zoek.
Ze staan er zwart op wit, in een goddelijk contrast,
ze roepen onweerstaanbaar, vloeibaar en vuurvast.
De omslag mag je omslaan, da's enkel buitenkant
en toch verraadt die cover, het boek dat ik wil zijn.
De kleuren en de vormen,de sporen in de rand,
de stille ezelsoren, de vlekken van Jouw wijn.
Ik loop steeds weer verloren, en niemand die me vindt
‘k verdrink weer in Je woorden, totdat het feest begint,
totdat het water wijn wordt, de haan weer driemaal kraait,
de lamme weer kan lopen, de stormwind heftig waait.
10.
11.
12. M e t n i e t s v a n n i e t s z i j t G i j b e g o n n e n ,
h e b t s p r a k e l o o s h e t l i c h t g e z e g d ,
d e t i j d b e p a a l d , h e t l a n d g e w o n n e n ,
d e z e e ë n o p h u n p l a a t s g e l e g d .
13. D e b a n d e r d u i s t e m i s g e b r o k e n
e n h e t w e r d m o r g e n , d a g n a d a g ,
e e n w e r e l d i n h e t l i c h t g e s p r o k e n ,
e e n m e n s h e i d d i e b e g i n n e n m a g .
14. G e e n e i n d i n z i c h t . G e e n r u s t g e v o n d e n .
H e t l a n g s t e d e e l n o g n i e t g e g a a n .
G e e n e n g e l m e t o n s m e e g e z o n d e n
o m n a c h t e n o n t i j t e v e r s l a a n .
15. M e t l i c h t v a n l i c h t h e b t G i j g e s c h r e v e n
u w b o e k d a t o n s h e t l e v e n r e d t
d e w o o r d e n v a n u w t r o u w g e g e v e n .
E n v a n d i t l i e d d e t o o n g e z e t .
(Oosterhuis Huub / Oosterhuis Tjeerd)
16.
17. [voorganger]
Ik geloof in de mensen van deze gemeenschap
die bekommerd zijn om elkaar,
die samen op weg gaan en mekaar niet loslaten.
18. [allen]
Ik geloof dat God
hier in ons midden aanwezig is
als wij de anderen recht doen,
het positieve in elkaar zien,
als wij niemand uitsluiten,
maar iedereen aanvaarden
zoals hij of zij is.
19. [voorganger]
Ik geloof
dat we voor elkaar een stukje hemel kunnen zijn,
een stukje Rijk Gods.
[allen]
Ik geloof dat God van ons vraagt
dat we ons samen zouden inzetten
om anderen hoop en uitzicht te bieden.
20. [voorganger]
Ik geloof dat Hij ons vraagt
realistische, maar blije mensen te zijn,
die willen bouwen aan de toekomst.
[allen]
Ik geloof
dat wij als gemeenschap daaraan moeten werken
en dat God ons daarbij zal helpen.
Amen.
21.
22. Ubi caritas et amor
Ubi caritas, deus ibi est.
Daar waar vriendschap is en liefde,
daar is God
(Tizé)
23.
24. H i e r w o r d t e e n h u i s v o o r G o d g e b o u w d
w a a r m e n s e n s a m e n k o m e n
e n w a a r H i j z e l f a a n w e z i g i s
o m o n d e r o n s t e w o n e n .
25. Hier wordt een boek opengelegd
en klinken goede woorden
van God die van de mensen houdt
en die naar ons wil horen.
26. H i e r w o r d t e e n t a f e l a a n g e r i c h t
o m J e z u s t e g e d e n k e n
d i e v o o r o n s l e v e n e n g e l u k
z i c h w e g h e e f t w i l l e n s c h e n k e n .
27. H i e r d e l e n w i j h e t l e v e n s b r o o d
e n w o r d e n n i e u w e m e n s e n :
d e a a r d e w o r d t e e n v r e d e s h u i s ,
v e r v u l d v a n o u d e w e n s e n .
(Jongerius Henk / Jan Willem van de Velde)
28.
29. [Voorganger]
God onze Vader,
die ons Jouw Zoon Jezus heeft gezonden
om zo Jouw zorg en liefde
voor ons zichtbaar te maken.
Wij danken Jou.
Rond de tafel
30. [Allen]
Wij danken ook
om de boeken en de verhalen
waardoor wij mogen weten
waartoe Jij ons geroepen hebt:
om als een herder
te heersen over deze aarde,
om beeld van Jouw droom te worden
in deze schepping.
31. [Voorganger]
Wij danken Jou om wie Jouw zoon
voor de mensen is geweest en nog is;
om zijn woorden
en werken van liefde en goedheid.
Een mens bij uitstek,
Jezus van Nazareth,
Zijn leven was een open boek,
vol verhalen
over Gods liefde voor elke mens.
.
32. [Allen]
Op elke bladzijde
lezen we over Zijn zorg
voor misdeelden en onderdrukten,
voor weerlozen en zieken,
voor iedereen ...
Zo was en is Hij:
Gods Woord in ons leven.
33. [Voorganger]
Hoor dan, God, onze woorden van dank
om deze broer van ons,
die het als zijn roeping zag
om overal waar Hij ging te dienen
en niet gediend te worden,
die de eenvoud van een ezel verkoos
boven de macht over een land.
34. [Allen]
Door Hem
is voor ons de weg gebaand
en wij bidden
dat wij zijn weg mogen gaan:
een weg van eenvoud,
een weg van dienen,
een herderlijke weg
van zorg voor elkaar.
[RECHTSTAAN]
35. [Voorganger]
Om ons in die roeping bij te staan,
heeft Hij ons niet aan ons lot overgelaten,
maar heeft Hij op de avond van het afscheid
ons voorgoed een teken gegeven
van Zijn blijvende aanwezigheid
temidden onder ons.
… [consecratie] …
God, wij danken Jou
om dat teken van nabijheid.
36. [Allen]
Wij bidden,
dat wij de stem van Jezus
onder ons levend houden
en zo de moed vinden
om hoopvol verder te gaan
op de weg
naar vrede en rechtvaardigheid
in onze wereld.
37. Onze Vader, die in de hemel zijt,
Uw naam worde geheiligd,
Uw rijk kome,
Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren
en breng ons niet in beproeving
maar verlos ons van het kwade.
Want van U is het koninkrijk
en de kracht en de heerlijkheid
in eeuwigheid, amen.
42. Al lijkt de weg verloren, zie je
nergens sporen, lijk je
eind'loos lang van de baan.
Al ben je heel alleen, voelt alles
koud als steen, en gaat er
n iets meer zomaar spontaan.
REFR.
Toch roept Gods droom in mij
toch roept Gods droom in jou
om in je leven niet te blijven staan.
Toch roept Gods droom in mij
toch roept Gods droom in jou
om samen nog die extra weg te gaan.
Al heb ik duizend dingen,
moet ik mij soms dwingen om de
overvloed te weerstaan.
Al heb ik in mijn leven
al zoveel gekregen dat ik
nergens meer hoef te gaan.
Al ben ik zelfverzekerd in mijn
kleine wereld waar ik
iedereen kan verstaan.
Al heb ik heel veel kalmte voel ik
zoveel warmte als mijn
vrienden dicht bij mij staan.
Al lijkt Gods visioen al lang niet
meer niet te doen en ook al
lijkt zijn Woord uit de tijd.
Al noemt men ons naïef en ons ge-
loof fictief en blijft er
niks dan onzekerheid.