2. eHealth in zorg rondom erfelijke kanker
g j
wordt steeds belangrijker Foto van Truus Gog
Prof. Dr. Nicoline Hoogerbrugge, internist
(UMC St Radboud, Nijmegen)
• Voorbeelden
• Voor zorgverleners:
− www.umcn.nl/verwijzers een online verwijsindicatie test
• Voor patienten:
p
− www.umcn.nl/erfelijkeborstkanker
− www.umcn.nl/erfelijkedarmkanker
− digitale informatie in tekst, film, vraag en antwoord
3. Familiair
F ili i ovariumcarcinoom, wat nu?
i i t ?
Dr. Joanne de Hullu, gynaecoloog (UMC St Radboud, Nijmegen)
• Familieanamnese: h ziet d stamboom er exact
F ili hoe i de b
uit? Dus ook, wat komt er NIET voor?
• Screening ovariumcarcinoom niet effectief
• Indien BRCA draagster: preventieve
adnexextirpatie rond de 40 met nadien HRT (indien
geen mammacarcinoom)
• Indien geen BRCA mutatie in familie:
− Indien 1 1e of 2e graads familielid met
ovariumcarcinoom: geen controle/operatie
− Indien ≥ 2 familieleden (1e of 2e graads) met
( g )
ovariumcarcinoom: preventieve adnexextirpatie
• Laagdrempelig overleg met klinische genetica of
gynaecoloog poli erfelijke tumoren
4. Unclassified variants (UV’s): wat doe je ermee?
(UV s):
Dr. Maran Olderode-Berends, klinisch geneticus (UMC Groningen)
Mogelijke uitslagen DNA onderzoek:
UNCLASSIFIED VARIANT (UV) GEEN PATHOGENE
EEN PATHOGENE = MUTATIE
MUTATIE VARIANT OF UNKNOWN
± 10% SIGNIFICANCE (VUS)
± 80%
5. Unclassified variants (UV’s)
(UV s)
Wat is een UV?
Een sequentievariant in het DNA waarvan de betekenis
onduidelijk is.
Normale base sequentie: JET EET MET PIM VAN DIT IJS
Afwijkend: JEE TEE TME TPI MVA STOPCODON
Extra base ingebouwd: het leesraam verschuift. Pathogene mutatie
g g
JET EET MET PIM VAN DI T IJS
JET EET MET PIM VAN DAT IJS
Iets ander aminozuur. KAN DIT KWAAD???
UV’s: wat doe je ermee?
• In de kliniek kunnen we er (nog) niet veel mee
• In het lab des te meer
Wordt vervolgd…
6. Het Cowden syndroom,
de cumulatieve borstkanker risico’s
Dr. Marleen Kets, klinisch geneticus (UMC St Radboud, Nijmegen)
PTEN veranderingen veroorzaken het Cowden syndroom, Bannayan Riley Ruvalcaba syndroom en
Proteus(like) syndroom. Het PTEN Hamartoma Tumor Syndrome gaat gepaard met een zeer variabel
phenotype, ook binnen eenzelfde familie.
De klinische diagnose Cowden syndroom kan
gesteld worden als er voldaan wordt aan:
• 1 van de pathognomische kenmerken,
• 2 major,
•1 major en 3 minor
• 4 minor criteria
Bij het PTEN Hamartoma Tumor Syndroom is het
risico op verschillende maligniteiten verhoogd. Uit
de literatuur zijn de volgende risico’s (Eng
genereview) bekend weergegeven in de tabel:
Orgaan Life time risk
Mamma 25-50 %
Schildklier 10 %
endometrium 5-10 %
Colon 15 %
7. Het Cowden syndroom
Controleadvies in NL
•Mammae: vanaf 25-60 jr jaarlijks MRI en klinisch borstonderzoek, vanaf 30-60 jaar mammografie, vanaf
60-75 jaar bevolkingsonderzoek
j g
•Schildklier: vanaf 18 jaar: jaarlijks bepaling TSH en T4 en echo-onderzoek
•Colon: vanaf 40 jaar: een maal per 6 jaar colonoscopie, of frequenter afhankelijk van de bevindingen
Internationale studie:
Vanuit de Stichting ter Opsporing Erfelijke Tumoren (StOET) is
een internationale studie gestart onder patiënten met een
errisk
PTEN mutatie waarbij de klinische gegevens verzameld zijn en
de cumulatieve risico’s op de verschillende verschijnselen
p j
breastcance
Cumulative
berekend zijn met de Kaplan Meier methode.
Uit deze studie (n=157, waarvan 89 vrouw) komt naar voren dat
het cumulatieve bortkanker risico op de leeftijd van 70 jaar
C
b
oploopt tot 70% .
Discussie/Conclusie
•De cumulatieve borstkanker risico’s zijn hoog bij patiënten met PTEN hamartoma Age (years)
tumor syndroom.
•Grotere follow up studies zijn nodig.
•Overweeg bij elke patiënt met mammacarcinoom het PTEN hamartoma tumor
syndroom. Geadviseerd wordt de schedelomtrek te meten en te letten op mucocutane
verschijnselen. Herkenning is belangrijk om de juiste controles te starten bij de patiënt
en zijn familieleden
8. Leefstijlfactoren bij erfelijke darmkanker
L f tijlf t f lijk d k k
Prof.dr. Ir. Ellen Kampman en Akke Botma
(Wageningen Universiteit, STOET,
UMC St R db d UMC G i
Radboud, Groningen)
)
Eerste resultaten GeoLynch: prospectieve studie Mismatch Repair
mutatie-dragers (L
i d (Lynch S d
h Syndroom, n=486), risico colorectale
486) i i l l
adenomen, ~20mnd:
• Roken: Huidige rokers vs nooit rokers: 6x hoger risico (HR: 6 1
6.1,
2.8-13.2); vroegere rokers vs nooit rokers: 3x (HR: 3.0; 1.6-7.0)
• Alcohol: T3 vs T1: licht verhoogd risico (HR: 1.6; 0.7-3.4)
• Overgewicht bij mannen, BMI ≥ 25 vs < 25: 9x verhoogd risico
(HR: 8.7; 2.1-37.0). Geen associatie bij vrouwen (Botma et al, J
Clin Oncol 2010)
Vervolg: langere follow-up, cohort uitbreiden, voeding, lichamelijke
activiteit,
activiteit medicatie (o a NSAIDs) lichaamsamenstelling
(o.a. NSAIDs), lichaamsamenstelling,
bloedmonsters
9. Tumorrisico bij Lynch syndroom veroorzaakt
j y y
door EPCAM deleties
Dr. Marjolijn Ligtenberg, klinisch moleculair geneticus (UMC St Radboud, Nijmegen)
Clinical implications of EPCAM deletions:
• Standard inclusion criteria for MSI analysis are suitable for
recognition of EPCAM deletion carriers
• Surveillance and preventive surgery for colorectal cancer as is
advised for DNA mismatch repair gene carriers
• Reconsider surveillance and preventive surgery for endometrial
cancer in carriers of smaller EPCAM deletions (all Dutch
deletions)
• Follow up study of cancer risk and spectrum to define the
deletions conferring a low endometrial cancer risk
10. MUTYH geassocieerde pol posis (MAP)
polyposis
Dr. Frederik Hes, klinisch geneticus (LUMC, Leiden)
• Autosomaal recessief
• Meestal >10 tot 100-den poliepen
• Later CRC (50-55 jaar) dan FAP (35-45 jaar)
(50 55 (35 45
• Risico op andere tumoren:
duodenum adenomen
20% d d d
• Dragerschapsfrequentie: ~2%
g p q
Dragers licht verhoogd risico op CRC (1-2x)
11. Dermato-oncogenetica: Erfelijke kanker en de huid
Drs. Maaike Vreeburg, klinisch geneticus (MUMC, Maastricht)
Maligniteiten van de huid
an h id
Basal Cell nevus syndrome (BCNS, Gorlin syndroom)
Familial Atypical Multiple Mole Melanoma
Xeroderma Pigmentosum
Goedaardige huidtumoren en tumoren elders
“bultjes
“b ltjes in het gelaat”: Birt Hogg Dube syndroom, Cowden s ndroom
gelaat” D be s ndroom Co den syndroom,
cylindromatose, Muir Torre syndroom, Tubereuze sclerose
Huidafwijkingen en tumoren van de organen
Fanconi anemie syndroom
Ataxia teleangiectasia
Peutz Jeghers
Peutz-Jeghers syndroom
MEN2A syndroom
Bloom syndroom etc. etc.
H. Tsao, J Am Acad Dermatol 2000;42:939
12. Maagkanker en Lynch syndroom
Dr.
Dr Nicole van Grieken patholoog (VUmc Amsterdam)
Grieken, (VUmc,
• Toegenomen lifetime risico op maagcarcinoom in Lynch syndroom
- MSH 2 MLH 1
MSH-2 > MLH-1
- Mannen > vrouwen
• Specifieke histologische kenmerken:
- Intestinaal t
I t ti l type 35% ; Diff
Diffuus / G
Gemengd t
d type 65%
- Mucineus carcinoom / Zegelringcelcarcinoom / Medullair carcinoom
• Naast MSI ook chromosomale veranderingen, m.n. gain van chr. 12
g , g
13. Controles
C t l bij vermoedelijk erfelijke nierkanker
d lijk f lijk i k k
Dr. Liesbeth Spruijt, klinisch geneticus (UMC St Radboud, Nijmegen)
• Geen consensus en geen evidence
G id
• Nierkanker heeft goede prognose bij vroegtijdige ontdekking
Controles:
MRI / CT uitgangssituatie
Met of zonder contrast?
Nier echo
Urinesediment
5 jaar jonger dan jongste in de familie
Toekomst:
Betere herkenning verhoogd risico nierkanker
g g
Uniforme en onderbouwde richtlijnen voor controles bij familiaire
en syndromale nierkanker
Betere classificatie tumor (somatische gen afwijkingen?)
Nieuwe therapie: thyrosine kinase inhibitoren, mTOR inhibitoren
14. Kanker
K k op d ki d l ftijd
de kinderleeftijd
Wanneer moet je denken aan een erfelijke vorm?
Drs. Marjolijn Jongmans, kli i h geneticus i (UMC St R db d Nij
D M j lij J klinisch ti i.o. Radboud, Nijmegen)
)
Kenmerken van erfelijke kinderkanker
j
1. Familiegeschiedenis
2. Multipele primaire tumoren
3
3. Presentatie van de tumor op ee u t o de j e leeftijd
ese tat e a tu o een uitzonderlijke ee t jd
4. Specifieke tumoren
5. Uiterlijke kenmerken van de patiënt
6. Uitzonderlijke reactie op de behandeling
j p g