4. Hoe ga je om met problemen die jongeren je vertellen? Visie? Hoe kijk je naar jongeren en de relatie die je met hen hebt? Wat is het doel van jullie relatie?
5. Wat doe je als een jongere je in vertrouwen iets vertelt wat je niet mag doorvertellen? Waarom moet een jongeren het recht hebben om je in vertrouwen te nemen? Waarom beroepsgeheim en discretieplicht? Maar vooral: hoe ga je hier op een professionele en methodische goede manier mee om?
8. Visie: Straathoekwerk is emancipatorisch werk gericht op het verwerven of behouden van basisrechten Straathoekwerk werkt vanuit een relatie gebaseerd op respect voor de mensen waarmee je werkt en erkenning van de eigen verantwoordelijkheid en keuze van handelen Dit geldt ook voor minderjarigen en handelingsonbekwame mensen behalve als er indicatie zijn dat iemand hiertoe niet in staat is De werker handelt steeds in overeenstemming met en instemming van de gasten. Hij werkt ook op vraag van en op het ritme van de gasten behalve als er indicatie zijn dat iemand hiertoe niet in staat is
9. Waarom moeten de gasten ons kunnen vertrouwen? Individueel aspect Maatschappelijk aspect Beroepsklasse aspect
10. Dit vertaalt zich binnen de deontologie als: Om goed te functioneren moet de straathoekwerker kunnen rekenen op het vertrouwen van de doelgroep en de bredere samenleving. Dit is een basisvoorwaarde voor de individuele straathoekwerker maar ook voor het beroep op zich. De individuele werker vermijdt dan ook datgene waardoor het vertrouwen in het beroep wordt geschaad.
11.
12. Omdat het algemeen aanvaard is dat straathoekwerk niet mogelijk is zonder beroepsgeheim
13. Indien de straathoekwerker geconfronteerd wordt met derden die hem op één of andere manier onder druk zetten om de geheimhoudingsplicht op te geven, dan beroept hij zich op de geheimhoudingsplicht zoals geformuleerd in art. 458 van de strafwet voor de geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid, apothekers, vroedvrouwen en "alle andere personen die uit hoofde van hun staat of beroep kennis dragen van geheimen die hun zijn toevertrouwd".
15. Maar jongeren hebben het recht om erop te vertrouwen dat je als jeugdwerker discreet omgaat met datgene wat hij je toevertrouwt. Dus in ieder geval een morele discretieplicht
22. Artikel 458 van het strafwetboek “Geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid, apothekers, vroedvrouwen en alle andere personen die uit hoofde van hun staat of beroep kennis dragen van geheimen die hun zijn toevertrouwd en deze bekendmaken buiten het geval dat ze worden opgeroepen om in rechte of voor een parlementaire onderzoekscommissie getuigenis af te leggen en buiten het geval dat de wet hen verplicht die geheimen kenbaar te maken, worden gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en een geldboete van honderd tot vijfhonderd euro”.
28. Uitzonderingen BGart. 458 Sw.: getuigenis in rechte “…buiten het geval dat ze worden opgeroepen om in rechte of voor een getuigenis af te leggen…” - tav (onderzoeks)rechter; niett.a.v. politie of parket - spreekrechténzwijgrecht (strafbaarheid) - zwijgen of spreken: hulpverlenerbeslist (belang van de cliënt) toetsing door rechtbank (misbruik van zwijgrecht)
29.
30. Doorbreken van BG is noodtoestand indien:enige mogelijkheid tot vrijwaring van een hogere waarde die bedreigd wordt door actueel en ernstig gevaar =>Cassatie acht de bescherming van de fysieke of seksuele integriteit hoger dan bescherming BG