5. “En dangaan we nu naarbuiten. Nu zie je de helefontein. En die bloemetjes. Ikhou erg van luxe.”
6. “Nu kun je mijn auto zien, daarkomen we zonogwel even op terug.”
7. “Dit is mijnmoestuin. Zelfvindik het nietechtleukomtedoen, daaromhebikeentuinman. Het is net allemaalgeoogst.”
8. “En dan nu mijn auto. Ikbener super trots op! Zoujijnietzo’n auto willen?”
9. “Komdangaan we naar het terras. Alseriemandkomteten, daneten we meestalbuiten. Binnenhebikalleeneen bar. En voor de kinderen is ereenkleinespeeltuin. Altijdhandigalsiknogeensaankinderen begin.