11. Spreuken 1
om de ONVERSTANDIGEN schranderheid,
de jongeling kennis
en bedachtzaamheid te geven.
4
12. Spreuken 1
om de onverstandigen SCHRANDERHEID,
de jongeling kennis
en bedachtzaamheid te geven.
4
13. Spreuken 1
om de onverstandigen schranderheid,
de jongeling kennis
en BEDACHTZAAMHEID te geven.
4
14. Spreuken 1
De wijze hore
en vermeerdere INZICHT
en wie verstandig is,
verwerve overleg,
5
15. Spreuken 1
De wijze hore
en vermeerdere inzicht
en wie verstandig is,
verwerve OVERLEG,
5
16. Spreuken 1
om te verstaan
SPREUK en beeldspraak,
woorden en raadselen van wijzen.
6
17. Spreuken 1
om te verstaan
spreuk en BEELDSPRAAK,
woorden en raadselen van wijzen.
6
18. Spreuken 1
om te verstaan
spreuk en beeldspraak,
woorden en RAADSELEN van wijzen.
6
19. Spreuken 1
De VREZE des HEREN
is het begin der kennis;
de dwazen verachten wijsheid en tucht.
7
20. Spreuken 1
De vreze des HEREN
is het BEGIN DER KENNIS;
de dwazen verachten wijsheid en tucht.
7
21. Immers, hoewel zij God kenden,
hebben zij Hem niet ALS GOD
verheerlijkt of gedankt,
maar hun redeneringen
zijn op niets uitgelopen,
en het is duister geworden
in hun onverstandig hart.
21
-Romeinen 1:21-
21
22. De HERE heeft alles
gemaakt voor zijn doel,
ja, zelfs de goddeloze
voor de dag des kwaads.
4
-Spreuken 16-
22
23. Het hart des mensen overdenkt zijn weg,
maar de HERE bestiert zijn gang.
9
-Spreuken 16-
23
24. Spreuken 1
De vreze des HEREN
is het begin der kennis;
de dwazen verachten wijsheid en tucht.
7
25. Spreuken 1
Hoor, mijn zoon,
de tucht van uw vader
en verwerp de onderwijzing
van uw moeder niet;
8
26. Spreuken 1
Hoor, mijn zoon,
de tucht van uw vader
en verwerp de ONDERWIJZING
van uw moeder niet;
8
27. Spreuken 1
want zij zijn
een LIEFELIJKE krans voor uw hoofd,
een keten voor uw hals.
9