Winter werkboek met werkbladen van schoolgoochelaar aarnoud agricola schoolvoorstellingen met goochelen en buikspreken

Gratis Winter werkboek met werkbladen, kleurplaten, puzzels en woordzoekers over de kerstman, winter, sneeuw en ijs

winter
werkboek

Schoolvoorstellingen schoolgoochelaar en buikspreker Aarnoud Agricola, http://www.magictime.webs.com


Beste lezer,

Sinterklaas heeft bij zijn vertrek uit Nederland en België op 6 december 2012 een groot
cadeau achtergelaten: een sneeuwdek. Dat zag er mooi uit, maar niet iedereen was er
gelukkig mee. Op wegen en in het verkeer leidt de sneeuw tot veel overlast.

Het winterse weer is een mooie aanleiding om op basisscholen aandacht te besteden aan
het thema winter. Dit Winter werkboek is een handreiking waar leerkrachten uit kunnen
putten bij het samenstellen van thema-activiteiten voor kinderen van 4 tot en met 12 jaar.

Op zaterdagavond 15 december 2012 komt de Kerstman aan in Nederland in Noordwijk,
de plaats die in december ook bekend staat als Kerstdorp aan Zee. Ik ben geboekt om de
kerstman dan te verwelkomen en enkele goocheltrus met hem te doen. ‘s Middags sta ik
op de kerstmarkt in Noordwijk (in Charles Dickens-stijl) om de bezoekers te trakteren op
goochelshows waarin de kerstman centraal staat.

Dit Winter werkboek bevat meerdere pagina’s over de Kerstman. Daarnaast vindt u in dit
werkboek onder andere:

• Gedichten over de maanden december en januari
• Optische illusies die verband houden met kerst en winter
• Liedjes
• Kleurplaten, doolhoven, woordzoekers en een rebus
• Kort Fries sprookje
• Diverse ‘kalenders’ om af te tellen tot kerst
• Winterdieren
• Vogels in de winter

Deze feestmaand heb ik nog mogelijkheden om de kinderen van uw school blij te maken
met een goochelshow, al dan niet in kerstsfeer. Daarover kunt u mij bellen of e-mailen.

Met vriendelijke groet,

Aarnoud Agricola
06 - 39 48 93 37
info@goochelaar.biz



KLIK HIER OM HET KERST WERKBOEK GRATIS TE DOWNLOADEN


Winter werkboek met werkbladen, kleurplaten, puzzels en woordzoekers over de kerstman, winter, sneeuw en ijs

Gouden griffel 2012 voor kinderboek ‘Winterdieren’ van Bibi Dumon Tak

Bibi Dumon Tak (1964) ontving op 2 oktober 2012 tijdens het kinderboekenbal in
Muziekgebouw aan het IJ in Amsterdam de gouden griffel voor haar boek ‘winterdieren’,
dat in 2011 is uitgegeven door Querido. Dat is de hoogste waardering voor een
Nederlandstalig kinderboek. De Griffeljury schreef: ‘Winterdieren is een parel binnen de
non-fictie, een boeiend, avontuurlijk en aanstekelijk boek, dat getuigt van schrijflust,
kijklust, originaliteit, passie en vakmanschap.’

Bibi Dumon Tak schrijft voornamelijk non-fictie voor kinderen. Met haar boeken heeft ze
enkele grote prijzen gewonnen. In haar jeugd had Bibi twee schildpadden, een poes, een
kom met vissen, paarden, een pony en een teckel. Op jonge leeftijd leek het haar wel wat
om dierenarts te worden omdat ze altijd met dieren bezig was. Ornitholoog trok haar ook
wel. Op elfjarige leeftijd had ze een eigen vogelboek geschreven.

Later kwam haar passie voor dieren tot uiting in haar boeken. Dumon Tak studeerde
Nederlandse taal- en letterkunde aan de universiteit van Utrecht. Zij debuteerde in 2001
met Het koeienboek. Voor dit meest informatieve kinderboek kreeg ze in 2002 een zilveren
griffel. De boeken die volgden gingen bijna allemaal over dieren.

De kinderboekenweek 2006 stond in het teken van dieren ondern het motto ‘De leeuw is
los’. In dat jaar mocht Bibi Dumon Tak het Kinderboekenweekgeschenk schrijven. Dat
kreeg de titel: Laika tussen de sterren. Dit verhaal gaat onder andere over het Russische
hondje Laika, het eerste levende wezen dat in 1957 in de ruimte is geweest. Laika reisde
met de Spoetnik II die op 3 november 1957 vanuit Baikonoer werd gelanceerd. Bibi
Dumon tak ontving de volgende bekroningen:

•De Zilveren Griffel 2002, voor Het koeien-
boek
•De Zilveren Griffel 2004, voor Camera
loopt... actie!
•De Zilveren Griffel 2007, voor Bibi’s
bijzondere beestenboek
•De Zilveren Griffel 2010, voor Fiet wil
rennen
•De Gouden Griffel 2012, voor Winterdieren

KLIK HIER VOOR HET BOEK
‘WINTER-DIEREN’

Schoolvoorstellingen van schoolgoochelaar en buikspreker Aarnoud Agricola, http://www.goochelaar.biz


20 Winterplaatjes die tezamen het hoofd van een sneeuwpop vormen. De plaatjes zijn
geschikt om de dagen tot kerstmis af te tellen, maar ook om bijvoorbeeld het bekende
geheugenspel memory te spelen. In dat laatste geval zijn er 2 x 20 = 40 plaatjes nodig.



Optische illusie: Het lijkt alsof alleen het linkerpoppetje je aankijkt.
De ogen van beide poppetjes zijn echter precies hetzelfde.

De ree in dit winterbos is duidelijk zichtbaar. Maar waar is het edelhert?



Wat klopt er niet in dit schilderij met een Vlaams winterlandschap van Jos de Meij ?



Dit is een onmogelijke kerstboom



Optische illusies

Hoeveel schoorstenen ziet de kerstman?

Waarom schrikt de familie zo van de kerstman?



Wanneer begint en eindigt de winter ?

De astronomische winter start in 2012 in Nederland op vrijdag 21 december om 12.11 uur.
De meteorologische winter start altijd op 1 december. Om de klimatologische bereke-
ningen eenvoudig en uniform te houden, beginnen de meteorologische seizoenen steeds
op de eerste van de maand in maart, juni, september en december.

Op het noordelijk halfrond begint de astronomisch bepaalde winter op 21 of 22 december.
De zon staat dan ‘s middags aan de Steenbokskeerkring loodrecht aan de hemel. Deze
dag van de winter-zonnewende valt daarom ook samen met de kortste dag op het
noordelijk halfrond. De astronomische winter eindigt meestal op 20 maart en soms op 21
maart. Dag en nacht zijn dan precies even lang.



Woordzoeker winter

chocolademelk, dooi, elfstedentocht, erwtensoep, ijspret, gladheid, koud, kunstschaatsen,
muts, noren, schaatsen, sneeuw, sneeuwpop, sneeuwschuiver, stamppot, strooien, vetbol
vogelhuisje, vogelvoer, vorst, wanten, winter, winterslaap, zout



Gedicht over de maand december uit een kinderboek uit 1875
December brengt naar oude wijs
Ons regen, sneeuw of vorst en ijs.
De lucht, somtijds als as zo grauw,
Is soms van ‘t allerzuiverst’ blauw,
Waarin bij nacht de lieve maan
En duizend gouden sterren staan.
Als men die helder tint’len ziet,
Dan dient men braaf te stoken,
Dan moet de schoorsteen roken;
Want warm is het dàn buiten niet.

December brengt, wat bovenal
U, vriendjes, wel bevallen zal,
December brengt de brave Sant,
Van ouds bekend door ‘t hele land;
Want Sint Nic’laas, goed-heilig man,
Trekt nu zijn beste tabberd an,

Rijdt hoog te paard door land en stad
En gooit door elke schoorsteen wat.
Hoe arm en klein een huisje ook zij,
Hij gaat het zeker niet voorbij,
Maar maakt de kindertjes er blij.
Kreeg een van u eens wat heel veel,
Gun dan ‘t arm buurkind ook een deel!

En is de kortste dag geweest
En ‘t lief en kost’lijk Kerstmisfeest,
Dan heeft het jaar zijn werk gedaan
En wil voor altijd rusten gaan.
Twaalf heeft de klok
En ‘t jaar is uit; De maand december wordt ook wel
Door groten wordt wintermaand, kerstmaand of
Tot goed besluit donkeremaand genoemd. Deze
Nog eens geschonken twaalfde maand van het jaar in de
En braaf geklonken; gregoriaanse kalender heeft altijd 31
Maar alle kind’ren liggen lang dagen. De naam komt van het
In zoete rust, Latijnse woord decem, dat tien (10)
En weten niet en voelen niet, betekent. December was de tiende
Dat nog zo laat maand van het jaar, omdat het
De moeder aan hun bedje staat Romeinse kalenderjaar tot 153 voor
En stil hen kust Christus begon op 1 maart.
Met in ‘t nieuwjaar háar eersten wens:
Kind, word een braaf en deugdzaam mens!



Rebus over de kleur van de winter (uitspraak van Terri Guillemets)

-------------------------------------------------------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------------------------------------------------------



Gedicht over de maand januari uit een kinderboek uit 1875
Op d’ eerste dag van ‘t nieuwe jaar
Zijn thuis de kind’ren vroeg al klaar
En huppelen de kamer binnen;
Daar wensen zij dan, blij te moe,
Aan de ouders heil en zegen toe
In ‘t nieuwe jaar, dat zij beginnen;
Ze springen bij Papa op schoot,
Ze zoenen Ma de wangen rood,
En door heel ‘t huis klinkt telkens weer:
Fe-li-ci-teer! ‘k Fe-li-ci-teer!

En ‘t is ook even druk op straat;
De brievenman weet zich geen raad
Met al de kaarten en de wensen,
Die hij moet brengen bij de mensen;
Oud, jong, rijk, arm is op de been,
Men kan door al ‘t gedrang niet heen;
Ja, ja, nieuwjaarsdag is een feest,
Als nog dit jaar niet is geweest,
Maar Pa en Ma zijn toch recht blij,
Is al die pret voor goed voorbij.

Bij helder weer een wandeling
Is deze maand een kost’lijk ding;
Dan, als het ijs kan houden,
Ziet men de mensen schaatsenrijden,
De jongens sneeuwmans bouwen,
De meisjes baantje-glijën,
En nog veel anders, dat men niet
In ‘t hartje van de zomer ziet.

Heel enk’le kind’ren gaan nu wel De maand januari is genoemd naar
Eens mee naar ‘t mooi komediespel; de Romeinse god Janus en wordt
Doch dit gebeurt maar voor een keer – ook wel louwmaand of looimaand
Eens, tweemaal ‘s winters – en niet meer. genoemd. Daarmee wordt uitgedrukt
dat in verband met de winter van
oudsher veel activiteiten, waaronder
het looien van huiden, binnenshuis
werden uitgevoerd. De benamingen
ijsmaand en hardmaand duiden op
koud weer met sneeuw en ijs.



Vlaamse en Hollandse winterlandschappen op schilderijen
Wie op internet op zoek gaat naar schilderijen met winterlandschappen en ijsgezichten
vindt vooral werken uit de zeventiende eeuw. Dat is niet zo vreemd, want in die periode
kwam de schilderkunst in de lage landen tot bloei en waren de winters buitengewoon koud
en de zomers relatief koel. Sneeuw en ijs drukten een grote stempel op het dagelijks
leven. Veel schilders werden niet alleen geïnspireerd door het licht, de lucht en de
atmosfeer in het winterse land, maar ook door de taferelen op het ijs en de ijspret.

In de barre winters van de 17e eeuw waren er niet zoveel vormen van vermaak als
tegenwoordig. Vele hadden goede herinneringen aan ijspret en wilden die vasthouden.
Vrolijke ijsgezichten waar het plezier van afspat vonden dan ook gretig aftrek. Daarom
specialiseerden veel Hollandse meesters zich in het winterlandschap. Dit subgenre
binnen de landschap schilderkunst ontwikkelde zich zelfs tot een van de belangrijkste
thema’s in de schilderkunst van de Gouden Eeuw.

Op de winterlandschappen worden vaak allerlei mensen afgebeeld: jongens die een
voorloper van ijshockey spelen, kinderen in duw- en priksleetjes, verliefde paartjes die
over het ijs zwieren, paarden die op het ijs arrensleden trekken met mensen van adel. Op
het ijs kwamen alle rangen en standen bijeen en leken de maatschappelijke verschillen te
verdwijnen.

Schilderijen met winterlandschappen met ijsvermaak vind zijn oorsprong in de Vlaamse
16de eeuwse traditie van de weergave van maanden en seizoenen in getijdenboeken en
op schilderijen. Beroemd zijn de winterlandschappen met ijsgezichten van Pieter Brueghel
de Oude (1525 – 1569) en zijn zoon Pieter Brueghel de Jonge (1564 – 1638). Na de val
van Antwerpen (1585) vestigden zich veel Vlaamse schilders in de Noordelijke
Nederlanden, zodat de Vlaamse schilderstraditie daar spoedig inburgerde.

Hendrick Avercamp (1585 – 1634) werd sterk beïnvloed door de Vlaamse schilders. In
verband met zijn slechthorendheid werd hij de Stomme van Kampen genoemd. Hendrick
Avercamp specialiseerde zich als eerste in de weergave van het winterlandschap met
ijsvermaak. De schilderijen van dit genre worden gekenmerkt door de planmatige opbouw
van de composities, de panoramische vergezichten, het hoge standpunt met de hoge
horizon, de kleurige weergave van details en anekdotische taferelen.

Na 1610 verdwijnt de Vlaamse invloed geleidelijk. De nauwkeurige observatie van het
eigen vlakke land wordt een nieuw uitgangspunt bij de winterlandschappen. In de
buitenlucht worden schetsen op papier gemaakt
waarbij lichtval, donkere onheilspellende
luchten en grimmige kou de aandacht opeisen.
Esaias van de Velde (1587-1630) behoort tot
de schilders die deze nieuwe ontwikkeling in
de Noordelijke Nederlanden in gang zetten. Na
hem volgden een keur van schilders waaronder
Jacob van Ruysdael (of Jacob van Ruisdael,
1628 – 1682), Isaac van Ostade (1621 – 1649)
en Salomo van Ruysdael (of Salomon van
Ruisdael, 1602 – 1670). Ook Rembrandt van
Rijn (1606 – 1669) schilderde winterland-
schappen.



Doolhof met letters. Wat zei Albert Camus over de winter ?

-------------------------------------------------------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------------------------------------------------------



Weekspreuken van Rudolf Steiner

1 – 7 december
5 – 11 januari
Kan ik het zijn zo kennen,
En daal ik af in geestesdiepten,
dat het zichzelve terugvindt
dan vult op de bodem van mijn ziel
in zielescheppingsdrang ?
uit liefdewereld van het hart
Ik voel, dat mij de macht geschonken is,
de lege waan van het eigen zijn
om het eigen zelf bij het wereld-zelf
zich met de vuurkracht van het wereldwoord.
als wezensdeel bescheiden in te lijven.
12 – 18 januari
8 – 14 december
Van uit het diepste van het hart
In diepten van mijn wezen spreekt,
streeft de scheppingsmacht der ziel
dringend om aan het licht te komen,
om in ‘t mensenleven goddelijke krachten
vol van geheim, het wereldwoord :
tot vruchtbare werkzaamheid te doen ontvlammen,
Vervul het doel van al je arbeid
en zelf gestalte aan te nemen
nu met mijn geesteslicht
in mensenliefde en in ‘t menselijk werk.
en offer je door mij.
19 – 25 januari
15 – 21 december
In deze donkere wintertijd
Het geesteslicht in wereldwinternacht te dragen,
is openbaring van de eigen kracht
is nu het gelukkig streven van mijn hart,
de sterke drijfveer voor de ziel
zodat de zielekiemen lichtend
om duisternissen te doordringen
in wereldgronden wortel schieten
en door de hartewarmte, vol verwachting,
en ‘t goddelijk woord in ‘t duistere rijk der zinnen
de zintuigopenbaring te voorvoelen.
hel-stralend door al het zijnde klinkt.
26 januari – 1 februari
22 – 28 december
In diepten van het wintertij
Ik voel als uit betovering verlost
neemt ‘t ware geestelijk zijn in warmte toe;
het geesteskind in mijn zieleschoot;
het schenkt aan wereldglans
in lichte klaarheid van het hart
door hartekrachten wezensmachten;
verwekte het heilig wereldwoord
het zielevuur in ‘t mensen-innerlijk
de hemelse vrucht van de hoop,
trotseert steeds sterker wordend de wereldkoude.
die jubelend groeit naar wereldverten
uit de godsgrond van mijn wezen.

29 december – 4 januari

In overgave aan de openbaring van de geest
verwerf ik licht van het wereldwezen.
De kracht van het denken groeit in mij
om dan steeds klaarder wordend mij mijzelf te schenken,
en wekkend maakt zich in mij los,
uit macht van ‘t denken, het zelfgevoel.



Symboliek van de kerstboom
De kerstboom (spar, geen dennenboom) staat symbool voor wedergeboorte, en dan met
name voor de wedergeboorte van het licht. Die symboliek van de kerstboom gaat ten
minste terug tot het oud-Romeinse feest Saturnalia, waarbij de dood van het afgelopen
jaar en de geboorte van het nieuwe jaar werd gevierd met decoraties van altijd groene
planten.

In Noord-Europa hadden Germanen en de Kelten riten rondom midwinter waarbij lichtjes
werden opgehangen in naaldbomen die met offers werden omringd. Bollen, sterren en
halve manen die zij in naaldbomen ophingen hadden aanvankelijk een kosmische
betekenis. De kerstboom is van oudsher, evenals bijvoorbeeld de roe, bezem of gesel, ook
een vruchtbaarheids-symbool.

De boom uit het Keltisch bomenorakel dat het meest op de kerstboom lijkt is de zilverspar.
Die naaldboom groeit op hoge toppen en steile hellingen en heeft van daaruit een goed
overzicht op de hem omringende natuur. Het sleutelwoord dat hoort bij de zilverspar is
vooruitziendheid. Zijn vruchten voelen de klimaatsveranderingen aan en geven dit ook
weer door zich te openen en te sluiten.

Rudolf Steiner, grondlegger van
de antroposofie, hield op 17
december 1906 in Berlijn een
voordracht over de tekens en
symbolen van het kerstfeest. Hij
verzorgde de voordacht naast een
kerstboom die volgens zijn aan-
wijzingen was gedecoreerd. Naast
de symbolen pentagram, ankh,
alfa, tarok, omega, driehoek en
vierkant die Steiner in zijn lezing
besprak, bevatte de kerstboom
ook verse rode rozen en 33
kaarsen van bijenwas.

In zijn lezing legde Rudolf Steiner
een verbinding tussen de boom uit
het paradijs en het hout van het
kruis. Het kruis kan onze kerst-
stemming verdiepen. We kunnen
voelen dat de Christus ideatie tot
ons stroomt in de vorm van nieuw
leven in de nacht van de geboorte
van Christus. Dat idee wordt
symbolisch weerge-geven door de
rozen in de kerst-boom. Zij maken
ook duidelijk dat de boom van de
heilige nacht nog niet het hout van
het kruis is geworden, maar wel
dat de kracht om dat te worden
zich wel begint te ontwikkelen.


Lied ‘O dennenboom’

O dennenboom, o dennenboom
Hoe lief zijn mij uw blaad’ren
Het groeit in barre wintertijd
Als sneeuw op d’aarde licht verspreidt
Hoe lief zijn mij uw blaad’ren

Ik hou u trouw in waarde
Gij hebt zo vaak in kerstmistijd
Door zoveel schoons mij ‘t hart verblijd
Ik houd u trouw in waarde

Wat wil uw kleed mij leren
Gij groeit en bloeit te allen tijd
En voorspelt ons standvastigheid
Wat wil uw kleed mij leren

KLIK HIER VOOR MUZIEK EN
ZANG



Teken het totaal aantal ballen in de boom in de rechter kolom



Schrijf het aantal kerstballen in de vierkantjes onder de bomen



Nederlandse versie van het bekende lied ‘Jingle Bells’
In opa’s oude schuur daar staat een arrenslee,
en als het ‘s winters sneeuwt gaan wij weer met hem mee.
We glijden door de sneeuw. Het paard loopt in galop.
Wij knusjes achterin de slee, en opa zit voorop.

Jingle bells, jingle bells in de arrenslee.
Je hoort de belletjes van ver, en wij zingen mee.
Jingle bells, jingle bells niets is er zo fijn
dan als het sneeuwt met opa in de arrenslee te zijn.

Het weer is koud en guur ‘t is glad, dus opgepast.
M’n sjaal hangt in de wind en ik hou me stevig vast.
Zo’n ritje met de slee dat is toch veel te kort.
Ik kijk er zo naar uit, als het winter wordt.

Jingle bells, jingle bells in de arrenslee.
Je hoort de belletjes van ver en wij zingen mee.
Jingle bells, jingle bells niets is er zo fijn
dan als het sneeuwt met opa in de arrenslee te zijn.

Dit stukje komt uit een andere variant

Heerlijk met z’n twee, in een open arrenslee,
mensen zien ons gaan, blijven even staan.
Stel je dat eens voor, de besneeuwde bossen door,
Langzaam, langzaam, niet te snel, op het ritme van de bel!

Jingle bells, jingle bells, hoor je overal
Jij en ik gaan samen in een slee langs berg en dal
Jingle bells, jingle bells, hoor je overal
Jij en ik gaan samen in een slee langs berg en dal

KLIK HIER VOOR VIDEO MET MUZIEK EN ZANG KLIK HIER VOOR DE BEL



Engelse versie van het bekende lied ‘Jingle Bells’



Limericks over kerst

Een Kerstman uit het koude Noorden
had wat gevoelens die stoorden.
Kerst was hij zat,
dus stuurde zijn kat,
en trok naar exotische oorden.

Er was eens een rendier op de Noordpool,
Dat zich steeds achter de schoorsteen verschool,
Hij wilde nooit mee,
Bleef liever bij zijn ree,
En zei: "Knusheid met kerst is het parool

Er was eens een stel in Ter Aar
dat vierde de kerst ieder jaar.
De eerste dag eten,
de tweede dag meten
en dan naar de woonboulevard.

KLIK HIER VOOR DE KERSTMAN EN SNEEUWPOP VAN PLAYMOBIL



De herkomst van de kerstman

De kerstman is wereldberoemd, veel beroemder dan sinterklaas. In het verleden zijn er in
tientallen landen allerlei versies geweest van de kerstman, maar tegenwoordig hebben de
meeste kerstmannen het uiterlijk en het karakter van de uit Amerika afkomstige ‘Santa
Claus’. Die kerstman is in de negentiende eeuw en populair geworden is door
reclamecampagnes van Coca Cola. Hoewel Santa Claus is ontleend aan Sint Nicolaas uit
het Nederlandse sinterklaasfeest, heeft deze Amerikaanse kerstman een ander uiterlijk en
een ander karakter dan Sinterklaas. Sinterklaas en Santa Claus hebben gemeen dat zij
bejaarde mannen zijn, een lange witte baard hebben, rood-witte kleding dragen en
cadeautjes geven. Sinterklaas is veel waardiger en niet zo joviaal als de kerstman.

Het verschijnsel ‘kerstman’ als personificatie van het midwinterfeest ontstond
waarschijnlijk in de zestiende eeuw in Europa als reactie op de herdenking van de
geboorte van Jezus, die destijds sober werd gevierd. De kerstman was gecreëerd om van
het kerstfeest weer een vrolijk en gezellig feest te maken. De oorspronkelijke Father
Christmas uit het Verenigd Koninkrijk was geen kindervriend en schonk geen cadeaus.
Dat geld ook voor Pere Noël uit Fankrijk en de Duitse Weihnachtsmann en kersmannen in
de Scandinavische landen. De kerstmannen uit de vele landen gingen pas pas cadeautjes
schenken nadat hij steeds meer werden vereenzelvigd met de in negentiende eeuw in
Amerika gecreëerde en razend populaire Santa Claus.

In de zeventiende eeuw werd de grote stad die nu bekend staat als New York gesticht
door Nederlandse emigranten. Zij brechten de Nederlandse gebruiken vna het
Sinterklaasfeest met zich mee. Toen New York later in Engelse handen kwam, veranderde
Sinterklaas langzaam in ‘Santa Claus’. Santa Claus kreeg pas echt goed vorm in 1823.
Dat was dankzij het gedicht A Visit From St. Nicholas (beter bekend onder de naam ‘The
Night Before Christmas’ en de ‘avond voor kerst’ dat professor Clement Clark Moore
schreef voor zijn kinderen, en dat anoniem werd gepubliceerd in de Sentinel.

Het gedicht ‘The night before Christmas’ gaat over een roodwangige in bont geklede ‘St.
Nick’. Deze rijdt rond in een arrenslee en wordt getrokken door acht rendieren. Het
beroemde rendier Rudolph was er toen nog niet bij. Die werd in 1939 door Robert May
gecreëerd. In dat jaar verscheen namelijk Rudolph. The red-nosed Reindeer. In dit boek
beschrijft May hoe de Kerstman op een mistige kerstavond, terwijl het zicht steeds slechter
wordt, de hulp inroept van Rudolph. Het arme rendier heeft namelijk een lichtgevende
rode neus en kan zo de weg verlichten.

De ‘Santa Claus’ kerstman is mede zo populair geworden door Coca Cola. De Coca-Cola
company verkocht zijn product vooral in de zomer. Om de verkoop ervan in de winter te
bevorderen gaf het bedrijf in 1930 de opdracht aan de tekenaar Haddon Sundblom een
serie advertenties te ontwerpen voor de aanstaande kerstperiode. De opdracht was een
menselijke, gezellige dikkerd met een mooie baard te ontwerpen in de bedrijfskleuren rood
en wit. Haddon Sundblom had een gepensioneerde buurman die zeer goed voldeed aan
de vereisten voldeed. Die man was een vrolijk type met een zeer aparte lach had die klonk
als Yo-ho-ho. Vanaf de eerste dag was deze Santa Claus een hit.

Nog steeds is het beeld dat door Sundblom is geschapen hét gezicht van de kerstman.
Hoewel dit beeld eigenlijk exclusief voor Coca-Cola bedoeld was, werd het door de jaren
heen zo'n gemeengoed dat The Coca-Cola Company besloot dat Santa Claus voor
iedereen in de wereld was en er vrij gebruik van mocht worden gemaakt.



Zoek de 12 verschillen en kleur de tekeningen



Aftellen tot kerst



Portret van de kerstman om uit te knippen of uit te zagen



Het rendier. Fragment uit het boek !Winterdieren" van Bibi Dumon Tak

Het rendier zwerft over de taiga!s en de toendra!s, waar de winters echte winters zijn.
Geen gekwakkel van natte sneeuw en half bevroren meren, maar kou waar je wangen van
bevriezen. Daarom zit het rendier technische gezien knap in elkaar. Zonder kiertjes en
gaatjes waar de ijzige lucht doorheen kan jagen. En met gereedschap waar een
timmerman jaloers op zou zijn.

Om te beginnen zijn de hoeven van het rendier in de winter messcherp geslepen, en
spreiden ze zich bij iedere stap wijdt uit in de sneeuw. Zo glijden ze niet uit en zakken ze
niet weg. Ze kunnen er bovendien goed mee schrapen, handig, want hun eten ligt meestal
verstopt onder een dikke laag sneeuw. Goede schoenen is het halve werk. En dan de rest.

Vlak boven de hoeven begint hun weldoordachte vacht. een vacht die geen plekje
onbedekt laat. Zelfs de lippen van het rendier zijn behaard. Die vacht is natuurlijk niet
zomaar een vacht. Aan een simpele deken heb je niks als er een sneeuwstorm over de
vlakte raast. Daarom heeft het rendier een dubbele laag aangetrokken. De onderlaag is
gemaakt van warme wol en daaroverheen draagt hij een overjas van holle haren. In die
holle haren zit lucht die ervoor zorgt dat de warmte het lichaam niet kan verlaten. Het
werkt als dubbel glas: de kou blijft buiten, de warmte blijft binnen.

Als je het goed bekijkt zou het rendier daarom eigenlijk moeten stoppen met ademhalen,
want wie lucht naar binnen zuigt haalt de kou in huis.. Dus? Dus heeft het rendier daar iets
op bedacht: verstelbare neusgaten. Allemachtig, dat is niet mogelijk, zou je zeggen. En
toch is het zo. Als het rendier inademt, kan het zijn neusgaten oprekken, zodat de koude
lucht in de neusholten alvast een beetje wordt voorverwarmd. Zo blijft hij ook van binnen
warm als hij zijn longen vol met frisse zuurstof zuigt.

Voordat het rendier daarna weer uitademt, houdt hij de warmte vast en blaast hij alleen de
koude licht naar buiten toe. Daarom zie je nooit wolkjes om zijn neus, zoals bij ons als we
praten op het ijs. We jagen die kostbare warme lucht gewoon weer naar buiten toe en
moeten dat weer goedmaken met hete chocolademelk.

Verder nog iets? Ja, zijn kop. Daar staat een gewei op waar je ghraag een blokje voor om
omloopt. En niet alleen de mannen hebben een gewei, maar ook hun vrouwen. Dat is
bijzonder, want dat komt in de hertenfamilie niet voor.

In de herfst gebruiken de mannetjes dat gewei om met elkaar te vechten. Wie het sterkst
is, krijgt de meeste vrouwtjes. En tegen de tijd dat alle vrouwtjes zwanger zijn, gooien de
mannen dat zware wapentuig van zich af. Weg ermee. Ze gaan zonder takkenbos de
winter in. De vrouwtjes niet: die houden gewoon hun gewei. De hele winter zijn zij dus de
baas. Ze moeten niet alleen zichzelf voeden, maar ook het kalfje in hun buik. Hun gewei
hebben ze nodig om de mannen, die ze eerst zo aardig vonden, mee weg te jagen zodat
er genoeg eten voor henzelf overblijft.

Er was eens ... een rendier dat Rudolf heette en samen met acht andere rendieren de
arrenslee van de Kerstman trok. Rudolf heeft een prachtig gewei. Maar een rendier met
een gewei in de winter? Rudolf is dus een meisje.

KLIK HIER VOOR HET BOEK "WINTERDIEREN!



rendier


Zoek de verschillen en kleur de plaatjes



Gedicht: De avond voor kerstmis
Het verhaal van de kerstman die met zijn slee met rendieren ervoor rondreist om
cadeautjes via de schoorsteen af te leveren is ontleend aan het kerstgedicht ‘A Visit From
St. Nicholas’, beter bekend onder de naam ‘The Night Before Christmas’ en ‘De avond
voor kerstmis’ (ook als de nacht voor Kerstmis). De Amerikaanse literatuur-professor
Clement Clark Moore schreef het gedicht in 1828 voor zijn kinderen.

Moore had voorouders uit Nederland en was op de hoogte van het sinterklaasverhaal. Hij
heeft het in zijn gedicht nog niet over de kerstman (of Santa Claus), maar over St. Nick
(Sint Nicolaas). Hieronder volgt de Nederlandse vertaling van Tjalling Bos. Deze is
vandaag de dag nog heel goed te gebruiken, als is het wel zo dat de meeste Nederlandse
kinderen cadeautjes krijgen met sinterklaas en niet met kerst.

Op de avond voor Kerstmis heerste er in huis
al vroeg diepe stilte, je hoorde geen muis.
Aan de schoorsteen hingen de kousen al klaar,
in de hoop op cadeautjes, zoals ieder jaar.

De kinderen lagen knus in hun bed
en droomden van kransjes en kerstbanket.
Ook mamma en ik met ons nachtgoed aan
wilden juist lekker vroeg naar bed toe gaan
toen buiten een luid kabaal uitbrak.
Ik sprong naar het raam en wierp met een smak
de luiken opzij, om te kijken wat
het lawaai in de tuin te betekenen had.

Door het licht van de maan op de sneeuw die er lag
leek het daar zo ‘s avonds wel heldere dag.
En wat zag ik toen volstrekt onverwacht?
Een slee met ervoor een rendier of acht.

En die vrolijke man in zijn rode jas -
meteen wist ik dat het de kerstman was.
Zijn rendieren renden snel langs het raam
en hij floot en zong en riep ze bij naam:

Hu, danser! Hu, Draver! Hu, Witje en Wonder,
toe, Komeet! Toe, Amor. Toe Bliksem en Donder!
Naar boven, het dak op, daar gaan we, omhoog!
De lucht in! De lucht in! Vooruit, met een boog!

Als een herfstblad dat op zijn vlucht voor de wind
bij een muur aan een klim naar de hemel begint,
zo vloog nu de slee vol met speelgoed omhoog,
alsof ook de kerstman geen grammetje woog.

Meteen hoorde ik op de nok van het dak
getrappel van hoeven en de bons van een zak.
Ik draaide me om en met een reuze vaart -
en daar kwam de kerstman al neer in de haard.



Hij droeg een rood-witte muts, een broek en een jas,
maar alles zat onder het roet en de as.
De zak op zijn rug leek heel erg zwaar,
Verbaasd en nieuwsgierig keek ik ernaar.

Met wangen als appel, een neus als een kers,
een baard wit als sneeuw, maar heel vers.
Zijn ogen zo twinkelend, zijn rimpels zo blij,
keek de kerstman vrolijk lachend naar mij.

Zijn pijp hield hij stevig vast in zijn mond,
rookslierten kringelden naar het plafond.
Bij het lachen schudde zijn buik elke keer
als een felrode drilpudding op en neer.

Mollig was hij, zo olijk en blij.
Hij draaide zich om, met een knipoog naar mij.
Ook ik moest lachten toen ik hem zag.
Hij ging aan het werk met een vrolijke lach.

Vliegensvlug stopte hij alle kousen vol
en draaide zich toen naar mij om als een tol.
Hij stak zijn vinger omhoog en verdween,
met een knikje naar mij, door de schoorsteen heen.



Woordzoeker 23 winterdieren

albatros, belgica, eland,
grondeekhoorn, inktvis, krill,
lemming, lynx, muskusos,
narwal, pinguin, poolhaas,
rendier, sneeuwuil, stern,
veelvraat, walrus, walvis, wolf,
ijsbeer, ijsvis, zeeluipaard,
zeeolifant

KLIK HIER VOOR HET BOEK
‘WINTERDIEREN’



-------------------------------------------------------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------------------------------------------------------


Lied van de pinguïns (door: Lisa Speelman)

Lange koude Zuidpoolnachten
zonder licht en zonder zon,
dat staat jou bij ons te wachten,
's Winters is het andersom.

Dagen blijven altijd dagen
en de zon verdwijnt nooit meer.
Maar het ijs in dikke lagen
smelt ook niet bij zomerweer.

Niemand op de hele aarde
bezit zoveel land als wij
en dat is van grote waarde
Op de zuidpool zijn wij vrij!

Lied over Rudolf het rendier

Rudolf dat leuke rendier met zijn rode neus voorop
Trekt in zijn slee de kerstman over elke heuveltop
Vroeger had hij geen vriendjes eenzaam was hij elke dag
Tot op een keer de Kerstman Rudolfs rode neusje zag
Nu gaat hij steeds met hem mee in de Kerstmistijd
Trekt de Kerstman in zijn slee als hij langs de wegen rijdt
Dan schijnt dat rode neusje als een lichtje in de nacht
Rudolf dat leuke rendier heeft de kerstman thuis gebracht

Liedje over ijsberen op de wijs
‘Op een grote paddestoel rood met witte stippen
…’

Op een ijsschots in de zee
liggen er … [tien] te slapen.
Langzaam dobberen zij zo mee
soms zie je hen gapen.
Bots … zegt de ijsschots plots.
En daar rolt een beer!
Plonst daar zomaar van de schots
… [negen] slapen (al) weer.



Kleur de vakjes met de juiste letters en schrijf de woorden op



Lees het woord en kleur het juiste plaatje



Kleur zoveel mogelijk woorden. De letters blijven in dezelfde volgorde.



Sporen in de sneeuw

Zoogdieren met hun verborgen leefwijze en aangeboren schuwheid zijn normaal lastig op
te sporen. Ze zijn vooral ‘s nachts of in de schemering actief. Hun goede oren en neus
ontdekken naderende mensen al van verre, en dus zorgen ze dat ze ongezien blijven. De
voetafdrukken in de sneeuw verraden hun nachtelijke activiteiten. Een unieke kans voor
mensen die willen weten welke zoogdieren er in een bepaald gebied leven en wat ze
gedaan hebben.

Zo is te zien waar een vos een muizennestje uitgegraven heeft en waar een das een
'sneeuwleger' gemaakt heeft (een plek in de open lucht waar hij buiten heeft gelegen om
frisse lucht te happen). Een voltreffer als je ziet dat een wezel een muizenhol is
binnengedrongen en een muis mee naar buiten gesleept heeft om hem daar op te
peuzelen. De sneeuw laat zien waar reeën en herten hun voedsel gezocht hebben
(krabplekjes) en waar konijnen honger lijden: ze beginnen dan schors af te knagen van
jonge bomen en afgebroken takken. Bron: www.natuurbericht.nl


Vogels in de tuin voeren in de winter
Vogels gebruiken het hele jaar veel energie. Je kunt ze dus het hele jaar bijvoeren. Ze
zullen zich niet volproppen als hun honger gestild is. Ook zullen ze niet verleren zelf
voedsel te vinden.

In de winter kunnen vogels weinig insecten, bessen en zaden vinden. Zeker als het vriest
of als er sneeuw ligt. Vogels komen daarom in de winter gemakkelijker in de buurt van
jullie huis. In ruil voor een beetje voer laten ze zich goed bekijken!

Het kost vogels veel energie om hun lichaamstemperatuur op 40 graden te houden. In een
koude nacht verliezen kleinere soorten wel tien procent van hun gewicht. Als u wat voer
strooit komen ze dus graag eten. Als extra energiebron kunt u vetbollen en pinda’s
ophangen.

Bij lichte vorst ku je vers water aanbieden. Er wordt van gedronken en in gebadderd. Dit is
geen probleem. Het water rolt direct van de ingevette veren, dus bevriest niet.

Bij strenge vorst kunt u beter geen open (warm) water aanbieden. Als er geen sneeuw ligt
om op te pikken, kunt u ijs vergruizen zodat ze de ijssplinters kunnen oppikken. Erg koud
in de buik, dus het kost wat energie, maar het voorziet wel in de vochtbehoefte.

Recept voor vetbollen voor vogels in de winter

Gebruik ongeveer één deel frituurvet op één deel zadenmengsel. Dit is geen precisiewerk,
de bol moet gewoon lekker gevuld zijn. Gebruik geen kippenvoer, deze zaden zijn te groot
en te hard. Het frituurvet moet ongebruikt en ongezouten zijn.

• Smelt frituurvet in een pan. Wacht tot het warm is, maar niet heet.
• Voeg daar al roerend het zadenmengsel aan toe en laat dit mengsel een beetje
afkoelen.
• Giet de warme brij in een vorm, bijvoorbeeld een blikje, een melkkarton, een
theeglas, of een halve kokosnoot.
• Leg daarin, voordat de brij stolt, een stevige katoenen draad die ruim uitsteekt.
• Zodra de massa hard is geworden, kunnen de bollen buiten aan de draad worden
opgehangen.

Soms is de vetbol moeilijk uit de vorm los te krijgen. Een melkkarton kan rondom worden
afgescheurd. Houdt een theeglas of blik even in heet water; de vetbol komt dan
gemakkelijk los. De kokosnoot hoeft u niet te verwijderen, hang hem zo op. U kunt het
afgekoelde vet (met zaden) ook in stukjes snijden en op een voederplank leggen. Op deze
manier kunnen ook de vogels die normaal gesproken niet op een vetbol zitten ervan eten.

Vogels hebben relatief meer behoefte aan verzadigd vet dan wij. Daarom is dit soort vet
voor vogels prima. Vloeibare olie (zoals olijfolie) is voor vogels niet geschikt. Als dit op hun
veren komt, wordt de conditie van het verenkleed aangetast. Daarnaast heeft het mogelijk
een laxerend effect. Dat doet meer kwaad dan goed in een strenge winter.

Bron: Vogelbescherming Nederland



Woordzoeker met vogels die je in de winter in de tuin kunt zien

Oleg Shuplyak



Het eiland en de gouden appel
Een kort Fries sprookje waarin een bijzondere aanpak wordt beloond

Er was eens een koning, die had drie zonen. Toen hij oud werd, riep hij ze bij zich en zei
dat diegene van hen zijn troon zou erven, die hem ook werkelijk verdiende. Heel ver weg
in een wild meer lag een eilandje, en daarop stonden bomen waaraan gouden appels
groeiden. De koning zei: "Wie van jullie drieën zoveel mans is, dat hij daar een gouden
appel vandaan haalt en mij die brengt, die wordt mijn troonopvolger."

De oudste wilde het dan eerst maar eens proberen. Hij voer met een boot op zijn doel af,
maar toen ze dicht bij het eiland kwamen, stak er een woeste wind op en de golven
werden huizenhoog. De boot werd teruggedreven en woei tegen de wal. De prins zei
tegen de schipper van wie hij die boot gehuurd had: "We zullen maar afwachten."

De volgende dag voeren ze er weer op uit, maar er stak weer net zo'n storm op en er
gebeurde hetzelfde als de vorige dag. De derde dag heeft hij het nog eens geprobeerd,
maar alweer tevergeefs. Hij kwam thuis en zei: "Nee, dit lukt me niet."

Hierop ging de tweede zoon dan maar eens in de aanval. Hij dacht: als ik nu rondom het
eiland vaar en die storm steekt weer op en waait uit dezelfde hoek als in het geval van
mijn broer, dan blaast hij mij juist naar het eiland toe. Maar toen hij op het meer verscheen,
was er in het geheel geen wind en ze dobberden maar wat rond. En hoe ze ook roeiden
en hoe dicht ze het eiland soms ook naderden, ze bereikten het niet. Ze deinden daar net
zo lang rond tot ze gebrek aan voedsel en drinken kregen en toen voeren ze maar weer
huiswaarts. Later probeerden ze het nog tweemaal, maar ook dat was tevergeefs.

Hierop bereidde de jongste prins zich voor om de reis te maken. Hij wachtte tot er strenge
vorst kwam, en toen alles stevig was dichtgevroren ging hij op de schaats op zijn doel af.
Hij kwam heel dicht bij het eiland, en toen stak weer die felle wind op.

De prins zette zijn hielen in het ijs, maar hij kon niet eens op dezelfde plek blijven staan.
Doch wat hij gehoopt en gewenst had gebeurde: door die sterke wind woeien er gouden
appels van de bomen af. Ze bleven in de sneeuw liggen, maar een ervan zag hij over het
ijs voorbij rollen, tot buiten het eiland; en hij schaatste erachteraan. Op schaatsen kon hij
sneller vooruitkomen dan de appel rolde. Zodoende kreeg hij één appel te pakken,
waarmee hij thuiskwam. En zo erfde de jongste prins de troon van zijn vader.



Liedje over meneer de sneeuwman

Dag meneer de sneeuwman
Waar kom je vandaan?
Dag meneer de sneeuwman,
Blijf maar staan!
Hier is een bezem, een stok en een hoed
Dag meneer de sneeuwman,
Het staat je goed!



Schrijf de nummers van de kleine sneeuwvlokken in de
overeenstemmende grote sneeuwvlokken en kleur de grote
sneeuwvlokken

Sneeuwvlokjes

Sneeuwvlokjes, sneeuwvlokjes dwarrel maar rond,
Kom met je vriendjes bij ons op de grond.
Sneeuwvlokjes, sneeuwvlokje kom nu maar gauw,
Misschien maak ik straks wel een sneeuwpop van jou!



De sneeuw van weleer
Vroeger viel de sneeuw anders dan vandaag.
Vandaag is sneeuw meestal iets hinderlijks.
Een sneeuwpak is een lastpak.
Nauwelijks ligt de sneeuwen deken of men gaat hem te lijf
met sneeuwruimers en dooimachines,
ploegt hem tot een nare, grauwe slinkende brij.
Vroeger viel de sneeuw in volle aandacht,
grote vlokken daalden als plukken uit de wollige pels van de poolbeer,
de witte vederen uit een zwanevleugel.
De eerste sneeuw die bleef liggen genoot een bijna religieuze aandacht.
Ze was drager en symbool van het kerstfeest, van het snel verouderende jaar,
van sproken, van hoge verwachtingen, maar ook van diepe angst en vrezen.
Ze was onmisbaar ingrediënt in ons hopen en geloven,
in onze dromen en verwachtingen.
Vandaag beklaagt men zich nog slechts over de sneeuw.

Bertus Aafjes



-------------------------------------------------------------------------------------------------------
-------------------------------------------------------------------------------------------------------
-------------------------------------------------------------------------------------------------------
-------------------------------------------------------------------------------------------------------
-------------------------------------------------------------------------------------------------------



Lied: Waar blijft die ouwerwetse winter

Als de zomer weer voorbij is en de zon steeds lager staat
Wacht ik op een echte winter, hopend dat ie nog bestaat
Een pop van sneeuw met zwarte ogen, en een bezem in z'n hand
Rijen van gebogen schaatsers, in een Hollands polderland

Waar blijft die ouwerwetse winter die zo vaak op foto's staat
Met een ijslaag in de sloten en een dik pak sneeuw op straat
'k Mis de warme chocolade uit het kraampje op de baan
Is het met zo'n ouwerwetse winter nu voorgoed gedaan

In de schuur daar staat vergeten, een verroeste arreslee
En mijn ouwe friese schaatsen haal ik nooit meer naar benee
In de kast ligt nog een ijsmuts, 1 uit grootvaders z'n tijd
Want de echte goede ijspret, zijn we nu al jaren kwijt


Na een sneeuwbui in december, kwam er weken lang vertier
En de kou in hartje winter, deed ons werkelijk geen sier
Wanneer gaan we weer eens schaatsen, wanneer vriest het dat het kraakt
Zijn die echte fijne winters ook al uit de tijd geraakt



Marc Winter

KLIK HIER VOOR EEN VIDEO MET MUZIEK EN ZANG



Reacties op de goochelshow Hallo wereld in 80 dagen
van goochelaar en buikspreker Aarnoud Agricola’

Voor zowel groot als klein een geweldig optreden, waarbij de kinderen zelf
betrokken werden.
Henk Baron, fotograaf en journalist

De kinderen hingen aan zijn lippen; niet wetende dat ze tussen alle trucjes
door ook nuttige levenskennis opdeden.
Redactie Witte Weekblad

Ik heb genoten van de de voorstelling. Ook de oudere kinderen waren
geboeid, want de show zit knap in elkaar.
Leerkracht van groep 8

Goochelaar Aarnoud Agricola verzorgde een spectaculair optreden op SBO
De Windroos. Dit was een grandioze afsluiting van de kinderboekenweek. De
goochelaar wist in twee shows, één voor de leerlingen van de onderbouw en
één voor de bovenbouw de leerlingen mee te nemen naar steden en
landendie de beroemde Phileas Fogg uit het boek: “De Reis om de wereld in
80 dagen” bezocht had. De leerlingen keken hun ogen uit en verbaasden zich
over dingen die verdwenen en net zo makkelijk weer te voorschijn kwamen.
Marina Lammers in de Veenendaalse krant

Alle groepen konden genieten van het optreden van goochelaar Aarnoud
Agricola die ons meenam op een reis om de wereld. Vanuit Engeland
vertrokken we naar Frankrijk. Daarna gingen we naar Italië, Egypte, India,
Singapore, China, Japan en de Verenigde Staten. In elk land had hij daarbij
passende kleren aan en hoedjes op, maar nog boeiender waren zijn
fantastische goocheltrucs! Zowel leerlingen als leerkrachten hebben genoten
van deze bijzondere voorstelling.
Werkgroep bibliotheek van basisschool Het Octaaf in Nijmegen

Ik hou eigenlijk niet van goochelen, maar deze voorstelling vond ik super: er
is een goed verhaal in verwerkt en de kinderen leren ook nog iets.
Moeder van twee kinderen na voorstelling in bibliotheek Noordwijk


Winter werkboek met werkbladen van schoolgoochelaar aarnoud agricola schoolvoorstellingen met goochelen en buikspreken

Recomendados

Recomendados

Más contenido relacionado

Más de André de Boer

Más de André de Boer (20)

Winter werkboek met werkbladen van schoolgoochelaar aarnoud agricola schoolvoorstellingen met goochelen en buikspreken