1. DE WERELD VAN DE ARCHITECT | ARCHITECTUUR.NL
ARCHITECTUURNL | 1/14
1/14
CHRISTINE MEINDERTSMA +
CYBERCENTER HAARLEM
+ CASTELLATOREN NIJMEGEN +
MERWE4HAVEN ROTTERDAM
+ RENAISSANCE MILITAIR
ERFGOED + MECANOO IN
TAIWAN + AMBACHTELIJKE
IMPERFECTIE VAN STUDIO
VALKENIER + ONTWERPEN
MET WATER + BOOOSTING
01_Cover_lossepagina.indd 5
21-01-14 10:04
2. De sector begint
te wennen aan
het idee dat ook
bouwbranche
vreemde
industrieën
partners
kunnen zijn.
Omdat de boel
nog steeds
volgordelijk
georganiseerd
is, blijft het
daarbij.
28-31_interviewbooosting.indd 28
Huidige voorzitter Joost
Heijnis en voorzitter van het
eerste uur Jan Brouwer
20-01-14 17:21
3. Interview
Booosting
wil terug
naar haar
oorsprong
Ruimhartig kennisdelen, daar gaat het om.
Omdat de industrialisatie van de bouw maar niet van de grond kwam en er tussen architect
en toeleveranciers en fabrikanten enorme schotten stonden werd 25 jaar geleden
Stichting Booosting opgericht. Fundamenteel nadenken over materiaalontwikkeling en
optimalisatie van productieprocessen om zo faalkosten tot nagenoeg nul te reduceren
was en is de voornaamste opdracht. Voorzitter van het eerste uur Jan Brouwer en huidige
voorzitter Joost Heijnis blikken terug en vooruit over zin, betekenis en bestaansrecht van
Booosting
29
28-31_interviewbooosting.indd 29
20-01-14 17:21
4. Volgens voorzitter van het eerste uur Jan Brouwer was de oprichting van
Booosting 25 jaar noodzakelijk omdat de industrialisatie van de bouw
veel te langzaam ging. Oprichters Mick Eekhout, Jan Westra, Marcel
Vroom, Jan Pesman, Michiel Cohen, Eric Vreedenburgh, Friso Kramer
en Jan Brouwer wezen vaak naar de auto-industrie waar zaken als justin-time-delivery, prefabricatie van onderdelen door fabrieken over de
hele wereld en kwaliteitscontrole van het productieproces gemeengoed
waren.
Jan Brouwer (JB): Als je dát met ons vergeleek, maakten we uitsluitend
gebouwen die je nooit meer uit elkaar kon halen. We geloofden heilig
in het ontwerp van gebouwen die je als een auto kon assembleren
en demonteren. Georganiseerd in een optimaal productieproces kon
je de faalkosten tot nagenoeg nul reduceren. Hierover fundamenteel
nadenken, was en is een van de belangrijkste opdrachten van Booosting.
Omdat we te weinig kennis hadden over een industriële manier van
bouwen en ontwerpen, hebben we onze plannen ook buiten de
beroepsgroep uitgedragen. Van meet af aan hebben we industrieel
ontwerpers en producenten bij onze activiteiten betrokken.
Jullie wilden transdisciplinair werken, zoals nu zo en
vogue is?
JB: Precies, maar dat was toen überhaupt nog niet aan de orde en
zeker niet onder industrieën die niet in traditionele bouwsystemen
deden. Natuurlijk had je de prefab betonindustrie en kwamen kozijnen
uit een fabriek, maar er werd nauwelijks gekeken naar de potentie van
bijvoorbeeld de kunststof- of de staalindustrie. Tussen de architect en de
niet gebruikelijke toeleveranciers stonden en staan enorme schotten.
Joost Heijnis (JH): Als je om je heenkijkt, zie je dat er op de bouwplaats
nog steeds flink gerommeld wordt. Er ontstaan enorme faalkosten omdat
bouwvakkers de materialen op de bouwplaats zelf pasklaar moeten
maken in plaats van dat men van te voren een systematiek uitdenkt die
naadloos in elkaar past. Voor mij is dat een dagelijkse bron van ergernis.
Ik ben ervan overtuigd dat je het gros van de bouwcomponenten beter in
een fabriek kunt maken om ze ter plekke te assembleren.
JB: Uiteraard kan je niet stellen dat fabrikanten in de sector niet
innoveren, maar ze redeneren te vaak vanuit eigen technologie en
machines. Productieprocessen afstemmen op andere partijen die actief
zijn in de bouw gebeurt nauwelijks. Zo bezien zijn leveranciers niet meer
dan een verzameling technieken zonder samenhang. Ook dat wilden en
willen we veranderen anders innoveer je met oogkleppen op.
De argumenten om Booosting op te richten gelden dus
nog steeds?
JB: De sector begint te wennen aan het idee dat ook branchevreemde
industrieën partners kunnen zijn. Omdat de boel nog steeds zo
volgordelijk georganiseerd is, blijft het daarbij helaas. Design & Buildprojecten vormen soms een uitzondering. Daar worden wel eens
bouwbranchevreemde bedrijven bij betrokken en zelfs Alfa-mensen om
het proces goed te laten verlopen. Maar het traditionele rijtje van een
opdrachtgever die iets opschrijft, een architect die een plan ontwerpt,
een aannemer die een prijs maakt en onderaannemers die gaan
bouwen, daar moeten we echt van af. Van maakindustrieën als Philips en
Volkswagen kunnen we echt nog wat leren.
JH: Neem het ziekenhuis waar cepezed momenteel aan werkt. Dat
gebouw telt duizenden meters glas. We hebben uitgerekend dat je
een extra investering van 7 ton in een wasinstallatie in zeven jaar
ArchitectuurNL
28-31_interviewbooosting.indd 30
terugverdient. Onze opdrachtgever moet echter maar zien of hij dat extra
geld loskrijgt bij de bank.
JB: Dat is één van de handicaps van de bouw. De initiële investeringen
zijn bijna altijd maatgevend. Naar exploitatiekosten wordt nauwelijks
gekeken. Een interessante ontwikkeling op dat vlak is de werkwijze van
Thomas Rau. Die bestelt geen armaturen maar licht. Daarmee dwingt
hij producenten de componenten van hun verlichtingssystemen op zijn
lichtwens af te stemmen.
JH: Dat zou ook voor een gevel moeten gelden. Een gevel is immers
niets anders dan een klimaatscheiding gekoppeld aan installaties. Die
koppeling tussen ontwerp en toeleverende industrie tot stand brengen,
is een van de items waar Booosting zich al vijfentwintig jaar mee bezig
houdt. Ook hier loopt de auto-industrie voor de muziek uit. Er zijn er
die zeggen dat ze geen auto’s maar mobiliteit verkopen. Uiteraard zijn
dat soort beweringen een beetje ‘verhipt’, maar intussen ontwikkelen
ze wel concepten die aansluiten bij de mobiliteitsvraagstukken van de
toekomst. De bouwsector zou naar analogie daarvan geen huizen, maar
op persoonlijke woonwensen toegesneden comfort moeten gaan maken.
Net zoals je een leaseauto op je mobiliteitswensen kunt toesnijden.
Booosting wil het proces van vernieuwing en
verbetering in de bouw versnellen. Klinkt nobel, maar
zijn jullie ooit echt katalysator geweest in dat proces?
JH: Dat is moeilijk meetbaar. Wat ik wel weet, is dat veel ideeën die
tijdens onze maandelijkse bijeenkomsten centraal stonden, in een
stroomversnelling raakten. Hoe vaak kan ik onmogelijk kwantificeren.
JB: Intussen zijn er wel vijf of zes mensen van Booosting hoogleraar
geworden en ben ik in 1989 een kwartier op tv geweest om over
Booosting te praten. Een kwartier. Dat vond ik onvoorstelbaar.
JH: Ooit waren we als club op zoek naar de ‘flexibele baksteen’. Al
plannenmakend ontstond zo het sandwichpaneel van dun aluminium met
piepschuim. Nu een standaardproduct, destijds een ommekeer die je
mede op het conto van Booosting kunt bijschrijven.
JB: In de begintijd heb ik er bij een sporthal nog eens problemen mee
gehad. De ballen werden zo hard ertegenaan geschopt dat het aluminium
loskwam van het schuim, maar in die tijd was er onvoldoende bekend van
de sterkte en stijfheid van de panelen. Die is uiteindelijk in de praktijk tot
stand gekomen.
Waarom bent u eigenlijk voorzitter?
JH: Dat is een beetje via een omweg gegaan. Het bestuur vroeg cepezed
of het de voorzitter wilden leveren en Jan Pesman (zijn directeur, red)
kwam naar me toe met de mededeling dat hij wat ‘leuks’ voor me had.
Dat bleek het voorzitterschap van Booosting te zijn. Waarom ik ja zei?
Het leek me een uitgelezen kans nog dichter op de ontwikkelingen te
zitten. Ik ken de club vanaf m’n studie, maar als voorzitter kan je toch het
verschil maken tussen deelnemen en initiëren. Bovendien heb ik nog
nooit als voorzitter geacteerd dus kan ik veel leren. Een behoorlijke steep
learning curve dat wel, maar razend interessant. Of zo’n gezelschap
zich laat voorzitten? Jazeker. Ik ben nogal streng opgevoed in de
vergadertechnieken dus wil ik een agenda, notulen, een verslag en een
effectief bestuur. Gelukkig wordt ik daarin zeer goed in ondersteund
door Jolanda Steenhouwer (al 18 jaar secretariaat van Booosting). Het
eerste jaar heb ik het voltallige bestuur (7 personen) slechts één keer
in zijn totaliteit in vergadering bijeen gezien. Een aantal bestuursleden
is al erg lang betrokken en die willen stoppen na zoveel jaar. Een prima
30
20-01-14 17:21
5. aanleiding dus voor een reset om het bestuur compacter en de stichting
slagvaardiger te maken, want het is maar de vraag of een stichting
van bescheiden omvang zoveel bestuurders nodig heeft. Net als alle
stichtingen in de bouw hebben ook wij last van een teruglopend ledental.
Booosting telt momenteel iets meer dan vijftig leden en dat is een te
smalle basis. Niet alleen financieel, maar ook wat kennis, intelligentie en
specialisme betreft heb je een bredere basis nodig. Ik weet niet of het
erg is als ruim de helft uit architecten en ontwerpers bestaat, maar er
moet wel een stevig aantal producenten en leveranciers tegenover staan
die actief meedoen. Mijn ambitie is Booosting te laten uitgroeien tot een
pluriforme club met een honderdtal leden. Dan heb je goed bezochte
bijeenkomsten en kunnen we mooie dingen tot stand brengen.
bijvoorbeeld Booosting-digitaal waarin we alles willen onderbrengen dat
te maken heeft met BIM, robotisering en 3D printen. En dan hoeft het niet
uitsluitend over een geprint grachtenpand te gaan. Ik ben bijvoorbeeld
erg benieuwd of je complexe staalverbindingen in die techniek kunt
produceren.
JB: Dat soort discussies moet weer de kern van de bijeenkomsten
worden. Creatieve seances waarin deelnemers elkaar ruimhartig laten
delen in hun kennis.
Is Booosting niet verworden tot een ietwat belegen
instituut?
JB: Dat gevaar ligt altijd op de loer. Op een gegeven ogenblik groeide
het aantal deelnemende bedrijven omdat het idee ontstond dat het om
netwerkbijeenkomsten ging waar je opdrachten in de wacht kon slepen.
Dat is funest geweest voor Booosting. De bijeenkomsten verwaterden
tot een samenzijn waar een borrel geschonken en visitekaartjes
werden uitgewisseld. Het ging steeds minder om techniek en
fundamenteel nadenken over productvernieuwing. Joost is als voorzitter
bezig Booosting weer terug te brengen naar zijn oorspronkelijke
uitgangspunten.
Waarom moet je überhaupt nog lid worden van
Booosting?
JH: Aan het begin van mijn voorzitterschap heb ik duidelijk gezegd
dat we geen Schoolreisje.nl zijn. We zijn er niet om excursies naar
fabrikanten te organiseren. De bijeenkomsten zijn bedoeld om kennis te
delen. Samen hardop nadenken over nieuwe mogelijkheden. Luisteren
naar wat er leeft onder architecten. Als fabrikant duidelijk krijgen of
je met je materialen, machinepark en productietechnieken aan de
ontwerpbehoeftes van architecten voldoen kunt. Ik wil Booosting een
nieuwe impuls geven door leden te werven die iets wezenlijks toevoegen
en door actuele thema’s aan te snijden. We spelen met de gedachte
om meer themagerichte subonderdelen van Booosting op te richten,
Jan Brouwer is architect en emeritus hoogleraar
Bouwtechnologie aan de TU Delft. Van 2004 tot
2008 was hij de eerste Rijksadviseur Infrastructuur.
Ook was hij onder meer voorzitter van de BNA,
lid van het Faculteitsbestuur van Bouwkunde in
Delft en (mede) oprichter van Booosting. Joost
Heijnis studeerde bouwkunde aan de TU Delft
en studeerde af als bouwtechnoloog. Met een
team van andere ontwerpers behaalde hij in
2001 een eervolle vermelding bij de Geveltech
Bouwinnovatieprijs. Zowel in 2005 als 2007
behaalde hij met zijn team een eervolle vermelding
bij de Jonge Architecten-prijsvraag van de BNA.
Heijnis is sinds 2002 in dienst bij cepezed. Sinds
2012 is hij voorzitter van Booosting.
31
28-31_interviewbooosting.indd 31
ArchitectuurNL
20-01-14 17:21