2.
Ontwerp:
Digitaal
CompetenJeprofiel
voor
het
sociaal
werk
(ruim:
opvoeders,
maatschappelijk
werker,
sociaal
cultureel
werker,
acJviteitenbegeleider,
…)
1.
posiJeve
houding
t.o.v.
internet
uitstralen
2.
mediawijs
zijn
op
het
internet
3.
begeleiden
van
het
internetgebruik
4.
internet
integreren
in
het
dagelijkse
werk
5.
vaardigheden
verbonden
aan
specifieke
vormen
van
online
hulpverlening
(chathulp,
emailhulp,
…)
Davy
Nijs
–
Kortrijk/Leuven
-‐
Open
3
Universiteit
-‐
16.5.2012
3.
1.
posiJeve
houding
t.o.v.
internet
uitstralen
a) ik
sta
open
voor
de
evoluJes
binnen
het
gebruik
van
het
internet
in
de
samenleving
b) ik
geloof
in
de
waarde
van
het
gebruik
van
internet
door
en
met
de
doelgroep
c) ik
kan
collega’s
enthousiasmeren
voor
internet
d) ik
kan
samen
met
collega’s
nadenken
over
een
visie
rond
de
inbedding
van
internet
in
de
organisaJe
Davy
Nijs
–
Kortrijk/Leuven
-‐
Open
4
Universiteit
-‐
16.5.2012
5. sies van het INCLUSOproject, dat een stappenplan voorstelt om hier concreet mee
om te gaan.52
Is je organisatie klaar om te starten met onlinehulpverlening? Welke doelen wens je
na te streven? Hoe wil je deze bereiken? Welke middelen wil je daarvoor inzetten?
Zijn je plannen realistisch?
Het INCLUSOspel werd ontworpen om op een speelse en interactieve manier
antwoorden te formuleren op deze vragen. Het is de ideale manier om de belang-
rijkste aspecten die aan bod komen bij de introductie van onlinehulpverlening te
bespreken met je collega’s en het beleid.
Het spel heeft vier belangrijke thema's: doelstellingen, activiteiten, hulpmiddelen
en duurzaamheid.
Het format van het spel zorgt ervoor dat deze vier thema’s en de daaraan gekoppelde
aspecten op een interactieve manier besproken worden. Alle belangrijke partners
nemen er aan deel. Discussiepunten en ideeën leiden tot een beter zicht op de
impact die sociale media en onlinehulpverlening hebben op de hele organisatie.
Idealiter wordt het spel gespeeld door
Kortrijk/Leuven
-‐
Open
ongeveer 8 personen, bij voor-
Davy
Nijs
– een groep van
6
Universiteit
-‐
16.5.2012
keur uit verschillende lagen van de organisatie.
6. 2.
mediawijs
zijn
op
het
internet
a) ik
beschik
over
instrumentele
vaardigheden
(knoppenkennis)
op
het
internet
b) ik
beschik
over
structurele
vaardigheden
(het
kunnen
zoeken
van
informaJe,
het
kunnen
selecteren
van
informaJe,
het
kunnen
beoordelen
van
informaJe
op
kwaliteit)
op
het
internet
c) ik
beschik
over
strategische
vaardigheden
(informaJe
kunnen
verzamelen
op
eigen
iniJaJef,
informaJe
integreren,
informaJe
vertalen
naar
acJe)
op
het
internet
d) Ik
hou
rekening
met
de
gebruikelijke
juridische
en
ethische
aspecten
van
hulpverlening,
maar
ook
met
enkele
typische
aspecten
die
samenhangen
met
online
hulpverlenen
Davy
Universiteit
-‐
16.5.2012
Open
Nijs
–
Kortrijk/Leuven
-‐
7
7. Institute (CEI) beschreef de netiquette in een tiental geboden:
1. Denk
aan
de
persoon
achter
de
computer,
is
alle
schaden.
1 Gij zult de computer niet gebruiken om anderen te communicaJe
eenduidig?
2 Gij zult andermans computerwerk niet verstoren.
2. Hanteer
online
dezelfde
regels
als
offline,
je
doet
niet
online
wat
je
3 niet
zult niet ou
doen
in andermans bestanden.
Gij offline
z rondneuzen
4 Gij zult de je
bent
o niet gebruiken er
te huisregels’
3. Weet
waar
computer nline,
wat
zijn
omde
‘stelen.
5 Gij zult de computer niet gebruiken om een aak
getuigenis af te leggen.
4. Respecteer
ieders
Jjd
en
bandbreedte,
mvalseinternetgebruik
zinvol
6 voor
iedereen
Gij zult de licentievoorwaarden van uw software respecteren.
5. Zorg
dat
je
er
online
goed
uitziet,
verzorg
je
online
voetafdruk
7 Gij zult andermans computercapaciteit niet gebruiken zonder toestemming.
6. Deel,
gedeelde
kennis
is
het
nieuwe
goud
8 Gij zult niet andermans geestesvruchten als uw eigen dragen.
7. Schelden
online
brengt
geen
zoden
aan
de
dijk
9 Gij zult nadenken privacy
8. Respecteer
ieders
over de sociale consequenties van de programma’s die
9. Als
emaakt.misbruik
je
je
kracht
niet,
iedereen
mag
gij xpert
10
FGij zult gebeuren
ook
online,
volgende
keer
beter
19
10. outen
de computer met overleg en respect gebruiken.
Shea,
1994
Davy
Nijs
–
Kortrijk/Leuven
-‐
Open
8
Universiteit
-‐
16.5.2012
9. 3.
begeleiden
van
het
internetgebruik
a) Ik
heb
voldoende
zicht
op
de
e-‐cultuur
van
mijn
doelgroep
b) ik
sta
open
om
nieuwe
toepassingen
op
het
internet
te
leren
kennen
c) ik
kan
de
gebruiker
op
een
mediawijze
manier
internet
laten
gebruiken
d) ik
kan
ouders
ondersteunen
in
de
internetopvoeding
van
hun
kinderen
Davy
Nijs
–
Kortrijk/Leuven
-‐
Open
10
Universiteit
-‐
16.5.2012
10.
4.
internet
integreren
in
het
dagelijkse
werk
a) ik
kan
internedoepassingen
beoordelen
op
hun
waarde
binnen
hulpverlenende
processen
b) ik
kan
inschaden
of
specifieke
hulpverlenende
toepassingen
(chathulp,
emailhulp,
…)
een
plaats
kunnen
hebben
binnen
de
dagelijkse
hulpverlening
c) ik
zet
deze
internedoepassingen
in
binnen
hulpverlenende
processen
d) ik
kan
collega’s
enthousiasmeren
tot
het
gebruik
van
internedoepassingen
binnen
hulpverlenende
processen
Davy
Nijs
–
Kortrijk/Leuven
-‐
Open
11
Universiteit
-‐
16.5.2012
13.
“het
begeleidingsmodel
blijf
ijs
–
Kortrijk/Leuven
-‐lleen
het
medium
verandert”
Davy
N
idenJek,
a
Open
14
Universiteit
-‐
16.5.2012
14. len
Vo orde
• acJe
Inter
• e
hulp
• Offlin mpel
e
ge
dr
• L a n iveau
• G elijk
b reker
• IJs
l heid
• Sne
Davy
Nijs
–
Kortrijk/Leuven
-‐
Open
15
Universiteit
-‐
16.5.2012
16. • Surveymonkey.com
• Google
Docs
Davy
Nijs
–
Kortrijk/Leuven
-‐
Open
17
Universiteit
-‐
16.5.2012
17. • InteracJef
spelletje
• Wie
zit
waar
en
waar
zit
jij?
• Gegevens
uitwisselen
wie
wat
waar
wanneer
waarom???
• Zeer
gegeerd
bij
jongeren.
• Zeer
openlijke
gesprekken
Davy
Nijs
–
Kortrijk/Leuven
-‐
Open
18
Universiteit
-‐
16.5.2012
24.
5.
vaardigheden
verbonden
aan
specifieke
vormen
van
online
hulpverlening
(chathulp,
emailhulp,
…)
a) Ik
kan
de
regie
bij
de
hulpvragers
laten
b) Ik
beschik
over
voldoende
chat
–
en
emailvaardigheden
c) Ik
kan
overweg
met
de
anonimiteit,
de
kanaalreducJe
en
de
informaJereducJe
d) Ik
zorg
voor
een
opJmale
beveiliging
van
de
hulpverlening
Davy
Nijs
–
Kortrijk/Leuven
-‐
Open
25
Universiteit
-‐
16.5.2012