2. 5: Efeze is de 5e brief
5x: te midden van de hemelsen
5 aspecten wie waren we in het vlees
5 aspecten wie zijn we in de geest
3. wat wij waren in vlees:
(2:11,12)
1. zonder Christus
2. vervreemd van
het burgerschap
van Israël
3. gasten van de
verbonden van
de belofte
4. zonder verwachting
5. zonder God in de
wereld
4. wat wij werden in geest:
(2:19-22)
1. medeburgers van de heiligen
2. gezinsleden van God
3. gebouwd op één fundament
4. deel van een gebouw, een heilige tempel in de Heer
5. woonplaats van God, in geest
5. één nieuwe mensheid
opdat Hij de twee in
Zichzelf tot één nieuwe
mensheid schept, vrede
makend, Efeziërs 2:15
gelovigen uit Israël
gelovigen uit de natiën
wegbreken (losmaken)
buiten werking stellen
6. hoofd van de oude
mensheid is Adam,
vader van al het
menselijk leven,
maar ook het sterven:
derhalve, evenals door één mens de zonde in de wereld
─binnengekomen is, en door de zonde de dood, zo is ook tot in alle
mensen de dood ─doorgekomen, waarop allen ─zondigen Rom.5:12
7. Adams zonde/overtreding/krenking
bracht veroordeling voor de oude mensheid
Christus’ daad brengt rechtvaardiging voor
alle mensen
dus, zoals dan door
één krenking het voor
alle mensen tot
veroordeling kwam,
zo komt ook door één
rechtvaardige daad
het voor alle mensen
tot rechtvaardiging van
leven - Rom.5:18
8. want evenals door de ongehoorzaamheid van de éne mens de velen
worden ─ingezet als zondaar, zo zullen ook door de gehoorzaamheid
van de Éne, de velen worden ingezet als rechtvaardigen - Rom.5:19
Adams ongehoorzaamheid
leidde tot inzet als zondaar
Christus’ gehoorzaamheid
leidt tot inzet als rechtvaardige
9. oude mensheid kenmerkt zich door verdeeldheid in:
onbesneden of besneden zijn, natiën en religies, arm en
rijk, slaaf en heer, geeft spanning, vijandschap
10. Hoofd van de nieuwe
mensheid is Christus
Jezus, de Levengever,
door Zijn rechtvaardige
daad: alle mensen
gerechtvaardigd tot
leven
en aandoet de jonge die vernieuwd is tot erkenning, in overeenstemming
met het beeld van Hem die haar schept, waarin geen Griek of Jood,
besnijdenis of onbesnedenheid, barbaar, Scyth, slaaf, vrije is, maar alles en
in allen is Christus Kol.3:10,11
11. idoor Zijn bloed - vrede (Efe.2:13,15)
door Zijn bloed - vrede (Kol.1:20)
in de nieuwe mensheid
vrede :
7 keer in
Efeziërs
12. eenheid van de geest bewaren +
voeten onderbonden met de bereidheid
van het evangelie van de vrede 6:15
de band van de
vrede – Efeziërs 4:3
13. en de beiden in één lichaam met de God
door het kruis weder(zijds) verzoent,
de vijandschap erin dodend – Efeziërs 2:16
de beiden: besnedenen
en onbesnedenen
in één lichaam =
het lichaam van Hem (lett.)
14. en de beiden
in één lichaam
met de God
door het kruis
weder(zijds)
verzoent,
de vijandschap
erin dodend -
Efeziërs 2:16
de God = de Vader van
onze Heer Jezus Christus
de Plaatser, Beschikker,
Onderschikker.
15. door het kruis
woord van het kruis:
1Kor.1:18-25
1Kor.1:17,18; Gal.5:11, 6:12,14
(in eerdere brieven)
de dood van het - Fil.2:8
vijanden van het - Fil.3:18
bloed van het - Kol.1:20
genageld aan het - Kol.2:14
(kruis in volkomenheidsbrieven)
16. en de beiden in één lichaam
met de God door het kruis
weder(zijds) verzoent,
de vijandschap erin dodend -
Efeziërs 2:16
apo-kat-allasso
twee kanten:
God en schepselen (Kol.1:20)
God en nieuwe mensheid
en twee groepen onderling
verzoenen: (apo)katallasso
bedekken, begunstigen: hilaskomai
17. de vijanden werden ook medegekruisigd,
hier is het de vijandschap
de vijandschap
erin dodend
18. de oude mensheid is
verdorven in
overeenstemming met de
begeerten van de verleiding
(het eerdere gedrag) Ef.4:22
-> de nieuwe mensheid aandoen, die in
overeenstemming met God geschapen wordt
in rechtvaardigheid en goedgunstigheid van de
waarheid - Ef.4:24