8. Verbond 2:
- met Noach, zijn zonen en
heel de mensheid Genesis 9:9-17
8
9. Voor de grote vloed: geen regen
(Genesis 2:5,6)
Bij en na de grote vloed: wel regen
(Genesis 7:4)
9
10. Ik maak Mijn verbond met u, dat niet meer
alle vlees door het water van een vloed zal
worden afgesneden, en dat er geen vloed
meer zal zijn om de aarde te gronde te richten.
Genesis 9:11
10
11. En Ieue Alueim zei tot Noach: Dit is het teken van het
verbond dat Ik geef tussen Mij en u, en alle levende zielen
die bij u zijn, voor generaties olam: Mijn boog heb Ik in de
wolken gegeven; die zal dienen als teken van het verbond
tussen Mij en de aarde. Genesis 9:11,1211
12. 3e eon: regenboog
4e eon: regenboog
5e eon: geen regenboog
Aarde vergaat
niet meer door
water, hemelen
en aarde wel
door vuur
12
18. God onthult zich als Al-Sjaddai,
AL, de Algenoegzame
Abram Abraham (de letter hee = 5)
Sarai Sarah (de jod (10) wordt hee (5))
Genesis 17:5,15
18
19. Het land en de zegen was voor de gelovige rest
van het volk die het geloof van Abram hebben
dat hij in onbesneden staat bezat.
Alle nageslacht in het vlees hoorde daar niet bij.
Teken: de besnijdenis
De be-teken-is van de besnijdenis
19
21. Het oude verbond: twee partijen die
elk hun kant van het verbond moeten
houden: Ieue en Israël huwen
21
22. Mozes kwam en riep de oudsten van het volk, en
hield hun al deze woorden voor, die Ieue hem
geboden had. Toen antwoordde heel het volk
gezamenlijk en zei: Alles wat de Ieue gesproken
heeft, zullen wij doen! En Mozes bracht de woorden
van het volk weer over aan Ieue Exodus 19:8; 24:3,7 22
23. En het gebeurde, toen
hij in de nabijheid van
het kamp kwam en het
kalf en de reidansen
zag, dat Mozes in
woede ontstak. Hij
wierp de tafelen uit zijn
handen en sloeg ze
onder aan de berg in
stukken. Exodus 32:19
23
24. Daarop maakte ik een kist van
acaciahout en hieuw twee stenen
tafelen uit, net als de eerste; en ik
klom de berg op met de twee
tafelen in mijn hand. Toen schreef
Hij op de tafelen, overeenkomstig
de eerste tekst, de Tien Woorden
die Ieue tot u gesproken had op de
berg, vanuit het midden van het
vuur, op de dag dat u bijeenkwam;
en Ieue gaf ze aan mij. En ik
keerde mij om, daalde de berg af
en legde de tafelen in de kist die ik
gemaakt had. Daar zijn ze, zoals
Ieue mij geboden had.
Deuteronomium 10:3-5
Kist = arun tweede Thora erin Deuteronomium 10:3-5
24
26. Thora: mislukt project?
Israël hield zich er niet aan
Bedoeling van God:
Daarom zal uit werken van de wet geen vlees voor
Hem gerechtvaardigd worden.
Want door wet is erkenning van zonde.
Romeinen 3:20
26
27. De wet echter kwam er bij in opdat de
krenking zou toenemen, waar echter de
zonde toeneemt, stroomt de genade over
Romeinen 5:20
27
28. Wat zullen wij dan zeggen? Is de wet zonde?
Volstrekt niet! Ja, ik zou de zonde niet hebben leren
kennen dan door de wet.
Ik zou immers ook niet geweten hebben van begeerte, als
de wet niet zei: U zult niet begeren. Romeinen 7:7
28
29. Verbond 6:
Zie, er komen dagen, spreekt Ieue, dat
Ik met het huis van Israël
en met het huis van Juda een nieuw
verbond zal sluiten, niet zoals
het verbond dat Ik met hun vaderen
gesloten heb op de dag dat Ik
hun hand vastgreep om hen uit het
land Egypte te leiden – Mijn
verbond, dat zij verbroken hebben,
hoewel Ík hun heer was, spreekt Ieue.
Jeremia 31:31,32
29
30. Voorzeker, dit is het verbond dat Ik na die dagen met het huis van
Israël snijden zal, spreekt Ieue: Ik zal Mijn Thora in hun binnenste
geven en zal die in hun hart schrijven. Ik ben hun tot een Alueim en
zíj zullen Mij tot een volk zijn. Dan zullen zij niet meer eenieder zijn
naaste en eenieder zijn broeder onderwijzen door te zeggen: Ken Ieue,
want zij zullen Mij allen kennen, vanaf hun kleinste tot hun grootste
toe, spreekt Ieue. Want Ik zal hun slechtheid vergeven en aan hun
zonde niet meer denken. Jeremia 31:33,34; Hebreeën 8:8-12 30
31. Het nieuwe verbond kan niet misgaan, want het
vraagt geen voorwaarden van de mens:
God doet alles.
Zijn geest werkt in de gelovige uit Israël (Ez.11:19)
en het nieuwe is gebaseerd op het ene Offer;
het oude vereiste veel offers die vooruit wezen.
Kan het bij het nieuwe
verbond mis gaan?
31
32. Oud (5) Nieuw (6)
• 2 partijen
• Ieue moet wat doen
• Israël moet wat doen
• in stenen gegrift
• vlees
• verdwijnende
heerlijkheid
• verdeeldheid
• Israël faalde
• 2 partijen
• Ieue doet alles
• Israël vervult geen
voorwaarden
• in harten geschreven
• geest
• blijvende heerlijkheid
• eenheid
• Israël doet de wil van
Ieue
32
33. 33
Verbond 7:
Het is openbaar geworden dat jullie een
brief van Christus zijn, door onze bediening
opgesteld, geschreven niet met inkt, maar
door de geest van de levende God, niet op
stenen tafelen, maar op tafelen van vlees,
van de harten. 2 Corinthiërs 2:3
34. 34
Zo'n vertrouwen nu hebben wij door Christus tot God.
……, maar onze bekwaamheid is uit God. Hij maakt ons
ook tot bekwame dienaars van een nieuw verbondzv,
niet van de letter, maar van de geest; want de letter
doodt, maar de geest maakt levend.
2 Corinthiërs 3:4-6
35. 35
Hij maakt ons ook tot bekwame dienaars
van een nieuw verbondzv,
niet van de letter, maar van de geest
* Door de stijlfiguur associatie of zinsverband hebben wij als heiligen
vandaag een ‘verbond’ dat in plaats komt van dat wat aan Israël
gegeven werd.
* Paulus vertrouwt volledig op God.
* Bij ons is er een nieuw ‘verbond’: niet slechts de wil, maar het hart.
* Paulus beveelt ons niet iets te doen, zoals Mozes bij Israël deed;
Paulus is zelf afhankelijk van God.
* Als uitdeler heeft Paulus geen bekwaamheid in zichzelf, omdat het
karakter nu heel anders is dan bij het oude.
36. 36
Nadat Mozes geëindigd had met hen te spreken, legde hij een
bedekking over zijn gezicht.……. En als de zonen van Israël aan
het gezicht van Mozes zagen dat de huid van het gezicht van
Mozes glansde, dan deed Mozes de bedekking weer over zijn
gezicht……. Exodus 34:33-35
Zonen van Israël
zagen een ver-
dwijnende
heerlijkheid
37. 37
Zonen van Israël zagen een
verdwijnende heerlijkheid
Onvermogen van Israël om de wet te houden:
Oppervlakkige, waarneembare verschijning die verdween.
De heerlijkheid van de Thora van Mozes reflecteerde
nooit in de gezichten van de ontvangers; eerder de
komende verduistering.
38. 38
Ons ‘verbond’ heeft een onwaarneembare,
geestelijke heerlijkheid.
Paulus hoefde de eerste heerlijkheid van zijn
eerdere brieven nooit te bedekken. In die brieven
ging het al van heerlijkheid tot heerlijkheid.
In de latere brieven is de heerlijkheid nóg groter!
40. 40
God alleen is in staat een verbond te houden
Menselijk onvermogen wordt zichtbaar tijdens
de eonen, God bereidt de mens voor op de
volkomen onderschikking bij en na de voleinding
van de eonen!