Se ha denunciado esta presentación.
Se está descargando tu SlideShare. ×
Anuncio
Anuncio
Anuncio
Anuncio
Anuncio
Anuncio
Anuncio
Anuncio
Anuncio
Anuncio
Anuncio
Anuncio
Cargando en…3
×

Eche un vistazo a continuación

1 de 21 Anuncio

Más Contenido Relacionado

Más reciente (20)

Anuncio

Stofwisseling

  1. 1. Stofwisseling
  2. 2. Na deze presentatie Weet je: • Wat is stofwisseling • Het verschil tussen organische en anorganische stoffen • Welke twee verschillende organische stoffen er zijn • Wat enzymen zijn Kun je: • Voorbeelden noemen van organische en anorganische stoffen noemen
  3. 3. Wat zijn kringlopen? • Kringlopen = schematische weergave van hoe binnen een ecosysteem bepaalde stoffen worden doorgegeven. Echte situatie Schematische weergave Koolstofdioxide PlantenDieren
  4. 4. WAT IS OOK ALWEER HET VERSCHIL TUSSEN ANORGANISCH EN ORGANISCHE STOFFEN? Vraag
  5. 5. Organische stoffen • Organische stoffen kunnen weer worden onderverdeeld in twee typen – Dierlijke organische stoffen – Plantaardige organische stoffen
  6. 6. IS KOOLSTOFDIOXIDE ANORGANISCH OF ORGANISCH? Vraag
  7. 7. Koolstofdioxide • Deze stof is anorganisch. • Koolstofdioxide is een gas en komt dus voor in de lucht. (lucht is levenloos) • Alle andere stoffen met koolstof erin zijn vaak organisch. En dat maakt het verwarrend. • Glucose = organisch C6H12O6 • Vet = organisch CH3(CH2)nCOOH • Etc…
  8. 8. WAT IS ER NODIG OM VAN EEN ANORGANISCHE STOF EEN ORGANISCHE STOF TE MAKEN? Vraag
  9. 9. Stofwisseling • Stofwisseling is het proces in een plant of dier waarbij stoffen worden omgezet in een andere stof. (afgebroken of opgebouwd) • Voorbeeld: – Van koolstofdioxide kan glucose worden gemaakt in een plant. (Fotosynthese) – Als glucose wordt verbrand in de plant ontstaan water en koolstofdioxide. (Verbranding)
  10. 10. WAAR VINDT STOFWISSELING PLAATS? Vraag?
  11. 11. Stofwisseling • Stofwisseling vindt plaats in alle cellen van je lichaam. Of in die van een ander dier of plant. • Om de stoffen bij elkaar te krijgen en het proces sneller te laten verlopen bestaan er enzymen.
  12. 12. Enzymen • Zorgen voor een snelle (scheikundige) reactie • Zijn speciale eiwitten • Werken specifiek • Versnellen de reacties van stofwisselingsprocessen zonder daarbij zelf verbruikt te worden • Enzym als schaar of als lijm (opbouw en afbraak)
  13. 13. Enzymactiviteit • Enzymactiviteit snelheid waarmee enzym reactie versneld. Afhankelijk van temperatuur en zuurgraad • Optimumtemperatuur hier vindt de reactie het snelst plaats. Beneden min. temperatuur en boven max. temperatuur is het enzym onwerkzaam. • Zuurgraad wordt met pH aangegeven. 7 is neutraal. Daaronder wordt het zuurder, daarboven basisch
  14. 14. Optimumcurve
  15. 15. OEFENING EN SAMENVATTING Even kijken of je hebt opgelet
  16. 16. Wat je nu moet weten • Wat zijn kringlopen? - Schematische weergave van hoe stoffen in een ecosysteem worden doorgegeven. • Wat is het verschil tussen organische en anorganische stoffen? - Organische stoffen zijn van de levende natuur & anorganische stoffen zijn van de niet-levende natuur • Welke twee verschillende organische stoffen zijn er? - Dierlijke en plantaardige organische stoffen • Is koolstofdioxide anorganisch of organisch? - Anorganisch want gas is levenloos
  17. 17. Wat je nu moet weten • Wat is stofwisseling? - Stofwisseling is het proces in een plant of dier waarbij stoffen worden omgezet in een andere stof. (afgebroken of opgebouwd) • Wat zijn enzymen? - Organische stoffen zijn van de levende natuur & anorganische stoffen zijn van de niet-levende natuur • Op welke twee verschillende manieren kan een enzym werken? - Opbouw of afbraak (assimilatie of dissimilatie) • Gaat een enzym op? - Nee hij gaat net zolang door tot alles gedaan is en kan steeds opnieuw gebruikt worden • Kan een enzym meerdere processen? - Nee een enzym werkt altijd specifiek voor 1 proces • Wat is de enzymactiviteit? - Snelheid waarmee enzym reactie versneld. Afhankelijk van temperatuur en zuurgraad
  18. 18. Wat je moet kunnen • Het optimum, minimum en maximum bepalen aan de hand van een gegeven grafiek
  19. 19. Huiswerk • Werk aan de hand van de oefen vragen die je net zag een samenvatting uit. • Zie magister voor link naar de PowerPoint
  20. 20. NU • Werken aan weektaak 1 en 2
  21. 21. Tot Slot • Waarom hebben we nu gekeken naar kringlopen? Koolstofdioxide PlantenDieren Proces 1 Proces 2

×