SlideShare una empresa de Scribd logo
1 de 102
“Verlos ons, Heer van de furie van de Noormannen!”
• Studeerde archeologie aan de 
K.U. Leuven 
• Docent en opleidingshoofd in 
de lerarenopleiding van 
MAD-faculty, hogeschool 
voor de kunsten, Limburg 
• Leerkracht cultuurvakken in 
het CVO Leuven 
• Amarantdocent sinds 2002 
• Auteur van jeugdthrillers 
www.erwinclaes.com
Dat kan! U hoeft enkel te surfen naar: 
slideshare.net 
 gebruik zoektermen: 
erwinclaes7, Vikingen, Amarant
Vikingen 
1. Inleiding 
2. Historische 
Situering 
3. Maatschappij 
4. Religie 
5. Materiële 
Cultuur
4.1 Voor-chrsitelijke 
Natuurgodsdienst 
4.1.1 Polytheïsme 
4.1.2 Midgard en Asgard 
4.1.3 De goden 
4.1.4 Omgang met de 
goden 
4.1.5 Erfenis van de oude 
goden 
4.1.6 Begraving 
4.2 Kerstening 
4.2.1 Houding van de 
heidense Vikingen t.o.v. 
Het chrsitendom 
4.2.2 Kerstening van de 
Vikingen 
4.2.3 Staafkerkjes
 amper schriftelijke bronnen 
over de religieuze opvattingen 
van de Vikingen 
 belangrijkste getuigenis  
Snorri Sturluson die als 
christelijke Ijslander ( 1e helft 
13e eeuw) een beschrijving 
maakte van het geloof van 
zijn voorvaderen. 
 De Ijslandse saga’s vertellen 
weinig over de organisatie en 
belangrijkste liturgische 
feesten van de Vikingen.
 Volgens de Noordse 
mythologie was de wereld 
geschapen uit het dijbeen van 
de reus Ymir 
 De wereld bestond in het 
midden uit een reusachtige, 
steeds groenblijvende boom 
 Yggdrasil 
 De wortels van deze 
levensboom reikten tot in hel 
 de takken liepen helemaal tot 
in de hemel.
 De boom verbond: 
 de wereld van de 
mensen (midgaard) 
 met de woonplaats van 
de reuzen (utgard) 
daaronder 
 de wereld van de goden 
(asgard) daarboven.
 Bij de centrale as van de 
wereld leefden 3 
schikgoden urd, skuld en 
verdandi die beschikten 
over het lot, waar 
iedereen (ook de goden!) 
ondergeschikt aan was.
 Volgens de opvattingen 
van de Vikingen bestond 
midgaard uit een platte 
schijf met daaromheen 
een gevaarlijke zee 
waarin de 
midgaardslangen 
leefden.
 De Asen waren de belangrijkste goden 
 Zij gaven ook hun naam aan asgard, waar zich het 
Walhalla bevond, de zetel en grote hal van Odin 
 Walhalla was de plek waar de Walküren de geesten van de 
gesneuvelde krijgers heen brachten 
 De gesneuvelde krijgers konder er feesten en vechten tot ze 
zouden worden opgeroepen voor de apocalyptische 
eindstrijd  ragnarok. 
 De 3 belangrijkste goden: Odin, Thor en Freyr
 Overzag vanop zijn troon 
in walhalla de schepping 
en de onderwereld 
 8-benig paard: Sleipnir 
 2 raven: 
 Hugin (de gedachte) 
 Munin (het geheugen) 
 Speer: Gungnir 
 Toverring: Draupnir
 Odin had slechts één oog 
 het andere had hij 
opgeofferd in zijn 
zoektocht naar wijsheid 
 Hij heeft zichzelf eens 9 
nachten opgehangen om 
de geheime runen te 
leren.
 Odin kende weinig 
medelijden met de mens 
 Zijn aanbidders vreesden 
hem erg 
 Toch was hij de 
beschermer van koningen, 
hoofdmannen, tovenaars 
en skalden (dichters) 
 god van de aristocratische 
bovenklasse maakte
 god van de donder die hij 
veroorzaakte als hij met 
zijn bokkenkar langs de 
hemel reed 
 belangrijkste attribuut: 
onafscheidelijke hamer 
met korte steel, Mjöllnir 
 Mjöllnir keerde steeds 
terug als hij hem wegwierp.
 beschermgod van de 
reuzen 
 Beschermgod van de 
akkerbouw 
 net als Herakles 
beschermde hij mensen 
en goden tegen 
bedreigingen als geesten, 
koude en honger.
 Thor was gewelddadig 
 maar had een goed hart 
 daarom herkenden zijn 
gelovigen zich in hem 
 meest geliefde god onder 
de mensen
 Freyr betekent Heer 
 is dus eigenlijk geen 
naam, maar een titel 
 Mogelijk ging het om een 
taboenaam voor een god 
waarvan de eigenlijke 
naam ons niet bekend is
 Freyr is de god van de 
mannelijke seksualiteit 
 wordt vooral door de 
dynastie van de 
Ynglingen vereerd (met 
als thuisbasis het 
Zweedse Uppsala)
 tweelingzus van Freyr 
 godin van de schoonheid 
en de bekoring.
 Voor Vikinggoden is 
moed net zo belangrijk 
als welbespraaktheid en 
intelligentie  cfr. 
mensen 
 meeste verhalen over de 
goden gaan over 
avontuur en dapperheid 
 voorbeeld voor 
mensen
 Wie moedig leefde en stierf in de strijd werd daarvoor beloond 
met het eeuwige feesten in walhalla 
 sneuvelen in de strijd ver van huis  geen angstaanjagend 
vooruitzicht 
 sowieso beter om te sneuvelen dan zich over te geven en verder te 
leven als zwakkeling 
 Verklaring voor de wreedheid van de plundertochten? Je moest je 
immers dapper en krachtig tonen 
 Toch namen Vikingen geen onnodige risico’s namen 
 Zeker de meer georganiseerde legers streden heel weloverwogen 
 maken evenzeer gebruik van efficiënte 
onderhandelingstechnieken om doel te bereiken.
 Vikinggoden waren niet 
almachtig 
 hadden zowel goede als 
slechte karaktertrekken 
 Mensen hadden plichten 
ten overstaan van de goden 
 Mensen hadden ook 
rechten  als een god je 
onvoldoende hulp gaf, 
mocht je je van hem 
afkeren.
 De goden konden hulp 
bieden in het dagelijks 
leven 
 daarom droegen veel 
Vikingen allerlei 
amuletten in de vorm 
van de hamer van Thor 
of een miniatuurwapen.
 De goden werden aangesproken in 
collectieve rituelen 
 rituelen steeds in openlucht 
 Vikingen zagen de goden vooral in 
bomen, waterbronnen, grote 
stenen, bergen, open waters, … 
 Hier werden offers gebracht van 
vruchten en/of dieren 
 soms ook mensenoffers  
hoogste offer 
 offers moesten de mensen 
verbinden met de goden.
 vaste rituelen die 
seizoensgebonden waren 
 Bvb: joelfeest, ook wel 
midwinterritueel 
genoemd (cfr. Kerstmis)
 om de 9 jaar  Blöt 
 groots feest met offers 
van mensen en dieren 
gehouden 
 deze bloedoffers werden 
Blöt genoemd 
 meestal gevolgd door 
feestmaal waar het offer 
ritueel werd gegeten.
 De namen van de goden 
vinden we nog steeds terug in 
de dagen van de week: 
 Dinsdag verwijst naar Thyr 
(oude hemelgod) 
 Woensdag verwijst naar 
Wodan/Odin 
 Donderdag verwijst naar 
Donar/Thor 
 Vrijdag verwijst naar Freya 
 Enorme rijke verhalenschat 
uit de Viking-mythologie
 meest spectaculaire 
grafvorm van de Vikingen 
 bootkamergraf van 
Oseberg opgegraven in 
1904 
 schip werd tussen 850 en 
900 uit het water werd 
getrokken en in een kuil 
werd gelegd 
 overdekt met enorme 
grafheuvel van stenen, klei 
en plaggen turf
 In het schip werd een grafkamer gebouwd waarin twee 
vrouwen werden gevonden: 
 jongere vrouw van 20 à 30 jaar 
 oudere vrouw van ongeveer 60 jaar 
 lagen beide op houten bedden in een tentvormige kamer 
 Zowel in de kamer als daarbuiten werden allerlei voorwerpen 
gevonden die stuk voor stuk opvallen door hun rijke 
houtsnijwerk 
 Houtsnijwerk  vooral dierfiguren en verhalende scènes uit 
de mythologie voorstellen 
 moeten zeer belangrijk en welstellende vrouwen zijn geweest
 In het graf is geen goud 
of zilver meer gevonden. 
 vermoedelijk gestolen 
door grafrovers die zich 
met een tunnel toegang 
hadden verschaft tot de 
centrale grafkamer
 Eentje bestond uit maar liefst 1061 fragmenten en werd 
weer helemaal in elkaar gepuzzeld 
 Het bestond uit een bakvormig bovenstel en kon 
voortgetrokken worden door paarden 
 Het was rijkelijk gedecoreerd met schitterend 
houtsnijwerk 
 Opvallend is de extra glijder die was aangebracht 
onder de met houtsnijwerk gedecoreerde glijder
 Dit soort wagens komt wel vaker voor in de graven van 
hooggeplaatste vrouwen 
 Opvallend is dat de constructie erg gelijkt op die van 
schepen, zodat het misschien door een scheepsbouwer 
is gebouwd geweest 
 De rijke versiering van de wagen duidt mogelijk op een 
eerder ceremoniële functie. Er zal niet echt mee 
gereisd zijn.
 gaat om grote stukken bewerkt hout 
 de houtblokken monden uit in opengesperde 
dierenkoppen 
 onderaan bevindt er zich een handvat 
 het is uitgewerkt met het allermooiste houtsnijwerk dat 
ooit is teruggevonden in Scandinavië 
 Over de functie van deze dierposten blijft het gissen: 
mogelijk werden ze in processie meegevoerd of ging het om 
tekenen van waardigheid.
 deze dienden als 
opbergmeubel 
 ze waren voorzien van 
ijzerbeslag en een slot
 waaronder een speciaal 
ondersteunend paar voor 
de oudere dame die aan 
reuma leed
 Houtenschalen om uit te 
eten 
 2 geslachte ossen 
 Brooddeeg in een trog 
 Schalen met appels 
 …
 Vermoedelijk gaat het hier om leden van de Noorse 
koninklijke Yngling-dynastie 
 Vele koningen zijn hiervan bekend 
 slechts één koningin en dat was koningin Asa 
 Mogelijk ligt zij hier begraven  Ose-berg zou 
afgeleid zijn van haar naam: Asa-berg
 Opgegraven in 1908 
 3 volwassen mannen 
 3 kostbare lange zwaarden 
 4 schilden 
 pijlkoker met pijlen en een 
boog 
 glazen bekers 
 houten emmer met 
ijzerbeslag 
 kostbaar paardentuig 
 skeletten van 3 paarden
 Bovenop de grafkamer was een zeewaardig 
oorlogsschip van 18 m lang begraven. 
 Het idee achter deze vorm van begraving zou de 
mogelijkheid zijn om per schip over te steken naar het 
Walhalla om dan per paard de laatste rit naar de 
feestzaal van Odin af te leggen. 
 Opvallend aan dit graf is vooral dat de koning in 
kwestie begraven werd met twee hoge functionarissen 
die hem vrijwillig (of niet) in de dood gevolgd zijn.
 in totaal 682 graven 
 200 in de vorm van een 
schip 
 begraafplaats voor krijgers 
en dames uit de hogere 
kringen 
 kregen een graf in de vorm 
van een boot, wat bewijst 
hoe het schip ook een hoog 
ingeschat symbool was.
 vroegmiddeleeuwse kronieken  
bijna fysieke afkeer voor gebrek aan 
respect voor kloosters en kerken. 
 Excessen Vikingen vaak toe-geschreven 
aan hun niet-christelijke 
geloof 
 meeste schrijvers waren religieuzen 
 voor de Vikingen waren de 
christelijke liturgische voorwerpen 
niet meer dan buit 
 Cfr. omgang met reliekhouders  
gooiden de beenderen er uit en 
namen de rijkelijk gedecoreerde 
houders mee.
 829 tot 831: Duitse bisschop Ansgar trekt als een van de 
eerste missionarissen naar Zweden 
 in opdracht van Lodewijk de Vrome 
 omdat informanten beweerden dat de lokale bevolking 
klaar was om zich te laten kerstenen 
 expeditie werd een mislukking 
 Ansgar werd met regelmaat overvallen en kon enkel 
ternauwernood aan de dood ontsnappen 
 op die manier gingen alle geschenken voor de Zweedse 
koning verloren.
 De tweede expeditie van Ansgar was meer succesvol 
 ditmaal wel voet aan grond 
 bij zijn dood in 865  kerstening van Zweden al flink 
gevorderd 
 bij een gebrek aan even daadkrachtige opvolgers van 
Ansgar valt kerstening echter stil 
 duurt nog minstens 3 eeuwen voor Zweden volledig 
gekerstend was 
 gedurende lange tijd bleef het oude heidense geloof 
bestaan naast de christelijke religie
 nieuwe geloofsartikelen 
aanvaarden: 
 het bestaan van slechts 
één god 
 het geloof in een 
onsterfelijke ziel, met 
een leven na de dood 
 het geloof in de heilige 
drievuldigheid (vader, 
zoon, heilige geest).
 Bovendien werd er van de nieuwe gelovigen heel wat geëist: 
 Geen slaven meer houden 
 Geen kinderen meer verstoten 
 Geen vlees meer eten op vastendagen 
 Geen paardenvlees meer eten 
 Begraven op een christelijke manier (geen bootgraven en ook 
geen bijgaven meer) 
 Naar de eucharistievieringen gaan 
 …
 Omdat bekeren erg 
ingrijpend was, kozen velen 
er voor om zich niet meteen 
te laten dopen 
 leggen een soort 
intentieverklaring af 
 Voordelen: 
 naar goeddunken 
deelnemen aan 
eucharistievieringen 
 omgaan met andere 
christenen (bijvoorbeeld om 
handel te drijven).
 9e en 10e eeuw: christenen en heidenen leven naast en door elkaar 
 Leverde weinig problemen op 
 In dezelfde woningen  zowel christelijke kruisbeelden als hamers 
van Thor 
 grootschalige bekeringen zouden pas volgen als ook de koningen 
zich lieten dopen 
 Deense koning Harald Blauwtand  dopen in 965 
 Was onder de indruk van macht Frankische keizers 
 Hoopte zo op een eigen sterk rijk met christendom als verbindende 
staatsgodsdienst
 geheel uit hout 
opgetrokken 
kerkgebouw 
 typische bouwstijl die 
voornamelijk in 
Scandinavië wordt 
aangetroffen 
 meeste Staafkerken 
opgericht in 11e en 12e 
eeuw.
 gebouwd op een stenen 
fundering waarop een 
frame of geraamte van 
houten balken werd 
geplaatst. 
 eenvoudigste staafkerken 
zijn kleine, rechthoekige 
gebouwen: een schip en 
een klein koor 
 Het dak rust op de muren.
 Grotere staafkerken kunnen 
een lange mast in het 
midden hebben: 
 draagt de torenspits draagt 
 ontlast de muren 
gedeeltelijk 
 De meest complexe 
staafkerken hebben een 
hoge ruimte in het midden: 
 wordt gedragen door 
vrijstaande masten 
 centrale ruimte is omgeven 
door lagere zijbeuken die de 
constructie verstevigen
 Een staafkerk heeft nooit 
klokken 
 Hiervoor zijn er 
losstaande klokkentoren 
gebouwd
 rijkelijk voorzien van 
houtsnijwerk 
 motieven en esthetiek gaan 
terug op de tradities van de 
Vikingtijd 
 Vikingtradities komen ook 
terug in de daken van de 
staafkerken: 
 dezelfde structuur als de 
Vikingschepen 
 mogelijk inbreng van 
scheepsbouwers in de 
constructie van de kerkjes
Vikingen 4: Religie
Vikingen 4: Religie

Más contenido relacionado

Destacado

Vikingen 5: materiële cultuur
Vikingen 5: materiële cultuurVikingen 5: materiële cultuur
Vikingen 5: materiële cultuurErwin Claes
 
Vikingen 2: Historische Situering
Vikingen 2: Historische SitueringVikingen 2: Historische Situering
Vikingen 2: Historische SitueringErwin Claes
 
Vikingen 3: maatschappij en economie
Vikingen 3: maatschappij en economieVikingen 3: maatschappij en economie
Vikingen 3: maatschappij en economieErwin Claes
 
Begraving en rituelen bij Kelten en Vikingen
Begraving en rituelen bij Kelten en Vikingen Begraving en rituelen bij Kelten en Vikingen
Begraving en rituelen bij Kelten en Vikingen Erwin Claes
 
Diapresentatie materiële cultuur van de kelten
Diapresentatie materiële cultuur van de keltenDiapresentatie materiële cultuur van de kelten
Diapresentatie materiële cultuur van de keltenErwin Claes
 
Diapresentatie geschiedenis van de keltische wereld
Diapresentatie geschiedenis van de keltische wereldDiapresentatie geschiedenis van de keltische wereld
Diapresentatie geschiedenis van de keltische wereldErwin Claes
 

Destacado (7)

Vikingen 5: materiële cultuur
Vikingen 5: materiële cultuurVikingen 5: materiële cultuur
Vikingen 5: materiële cultuur
 
Vikingen 2: Historische Situering
Vikingen 2: Historische SitueringVikingen 2: Historische Situering
Vikingen 2: Historische Situering
 
Vikingen 3: maatschappij en economie
Vikingen 3: maatschappij en economieVikingen 3: maatschappij en economie
Vikingen 3: maatschappij en economie
 
Begraving en rituelen bij Kelten en Vikingen
Begraving en rituelen bij Kelten en Vikingen Begraving en rituelen bij Kelten en Vikingen
Begraving en rituelen bij Kelten en Vikingen
 
De vikingen
De vikingenDe vikingen
De vikingen
 
Diapresentatie materiële cultuur van de kelten
Diapresentatie materiële cultuur van de keltenDiapresentatie materiële cultuur van de kelten
Diapresentatie materiële cultuur van de kelten
 
Diapresentatie geschiedenis van de keltische wereld
Diapresentatie geschiedenis van de keltische wereldDiapresentatie geschiedenis van de keltische wereld
Diapresentatie geschiedenis van de keltische wereld
 

Similar a Vikingen 4: Religie

De vikingen: Barbaren of verdedigers van een moderne beschaving? Een nieuw be...
De vikingen: Barbaren of verdedigers van een moderne beschaving? Een nieuw be...De vikingen: Barbaren of verdedigers van een moderne beschaving? Een nieuw be...
De vikingen: Barbaren of verdedigers van een moderne beschaving? Een nieuw be...Torgrim Titlestad
 
UIT DE ACHTERHOEK - verhalen in de bodem (door Linda Dielemans, Kelvin Wilson...
UIT DE ACHTERHOEK - verhalen in de bodem (door Linda Dielemans, Kelvin Wilson...UIT DE ACHTERHOEK - verhalen in de bodem (door Linda Dielemans, Kelvin Wilson...
UIT DE ACHTERHOEK - verhalen in de bodem (door Linda Dielemans, Kelvin Wilson...Marc Kocken
 
In het zog van erik de rode 1
In het zog van erik de rode 1In het zog van erik de rode 1
In het zog van erik de rode 1Erwin Claes
 
Lessenserie vikingen
Lessenserie vikingenLessenserie vikingen
Lessenserie vikingen1FHV
 
Vikingen2
Vikingen2Vikingen2
Vikingen2Yvar
 
Lessenserie vikingen
Lessenserie vikingenLessenserie vikingen
Lessenserie vikingen1FHV
 
Geschiedenis Hoofdstuk 1
Geschiedenis Hoofdstuk 1Geschiedenis Hoofdstuk 1
Geschiedenis Hoofdstuk 1ChristadeKoning
 
In het zog van erik de rode 3
In het zog van erik de rode 3In het zog van erik de rode 3
In het zog van erik de rode 3Erwin Claes
 
Diapresentatie keltische natuurgodsdienst
Diapresentatie keltische natuurgodsdienstDiapresentatie keltische natuurgodsdienst
Diapresentatie keltische natuurgodsdienstErwin Claes
 
Jason en de Argonauten
Jason en de ArgonautenJason en de Argonauten
Jason en de Argonautenlbrounen
 
In_Search_of_the_Sublime_01_Shamanic_Visions.pptx
In_Search_of_the_Sublime_01_Shamanic_Visions.pptxIn_Search_of_the_Sublime_01_Shamanic_Visions.pptx
In_Search_of_the_Sublime_01_Shamanic_Visions.pptxssuser2de7d8
 

Similar a Vikingen 4: Religie (16)

De vikingen: Barbaren of verdedigers van een moderne beschaving? Een nieuw be...
De vikingen: Barbaren of verdedigers van een moderne beschaving? Een nieuw be...De vikingen: Barbaren of verdedigers van een moderne beschaving? Een nieuw be...
De vikingen: Barbaren of verdedigers van een moderne beschaving? Een nieuw be...
 
UIT DE ACHTERHOEK - verhalen in de bodem (door Linda Dielemans, Kelvin Wilson...
UIT DE ACHTERHOEK - verhalen in de bodem (door Linda Dielemans, Kelvin Wilson...UIT DE ACHTERHOEK - verhalen in de bodem (door Linda Dielemans, Kelvin Wilson...
UIT DE ACHTERHOEK - verhalen in de bodem (door Linda Dielemans, Kelvin Wilson...
 
In het zog van erik de rode 1
In het zog van erik de rode 1In het zog van erik de rode 1
In het zog van erik de rode 1
 
Lessenserie vikingen
Lessenserie vikingenLessenserie vikingen
Lessenserie vikingen
 
Vikingen2
Vikingen2Vikingen2
Vikingen2
 
Lessenserie vikingen
Lessenserie vikingenLessenserie vikingen
Lessenserie vikingen
 
Geschiedenis Hoofdstuk 1
Geschiedenis Hoofdstuk 1Geschiedenis Hoofdstuk 1
Geschiedenis Hoofdstuk 1
 
In het zog van erik de rode 3
In het zog van erik de rode 3In het zog van erik de rode 3
In het zog van erik de rode 3
 
Mu m vikingen
Mu m vikingenMu m vikingen
Mu m vikingen
 
Werkbladen
WerkbladenWerkbladen
Werkbladen
 
Iconologische ontleding van het graf van Toetanchamon
Iconologische ontleding van het graf van ToetanchamonIconologische ontleding van het graf van Toetanchamon
Iconologische ontleding van het graf van Toetanchamon
 
Diapresentatie keltische natuurgodsdienst
Diapresentatie keltische natuurgodsdienstDiapresentatie keltische natuurgodsdienst
Diapresentatie keltische natuurgodsdienst
 
December
DecemberDecember
December
 
33a
33a33a
33a
 
Jason en de Argonauten
Jason en de ArgonautenJason en de Argonauten
Jason en de Argonauten
 
In_Search_of_the_Sublime_01_Shamanic_Visions.pptx
In_Search_of_the_Sublime_01_Shamanic_Visions.pptxIn_Search_of_the_Sublime_01_Shamanic_Visions.pptx
In_Search_of_the_Sublime_01_Shamanic_Visions.pptx
 

Más de Erwin Claes

In het zog van erik de rode 6
In het zog van erik de rode 6In het zog van erik de rode 6
In het zog van erik de rode 6Erwin Claes
 
In het zog van erik de rode 5
In het zog van erik de rode 5In het zog van erik de rode 5
In het zog van erik de rode 5Erwin Claes
 
In het zog van erik de rode 4
In het zog van erik de rode 4In het zog van erik de rode 4
In het zog van erik de rode 4Erwin Claes
 
In het zog van erik de rode 2
In het zog van erik de rode 2In het zog van erik de rode 2
In het zog van erik de rode 2Erwin Claes
 
Geschiedenis van Schotland
Geschiedenis van SchotlandGeschiedenis van Schotland
Geschiedenis van SchotlandErwin Claes
 
Geschiedenis Ierland
Geschiedenis IerlandGeschiedenis Ierland
Geschiedenis IerlandErwin Claes
 
Diapresentatie keltische kunst
Diapresentatie keltische kunstDiapresentatie keltische kunst
Diapresentatie keltische kunstErwin Claes
 
Diapresentatie over de keltische maatschappij
Diapresentatie over de keltische maatschappijDiapresentatie over de keltische maatschappij
Diapresentatie over de keltische maatschappijErwin Claes
 

Más de Erwin Claes (11)

In het zog van erik de rode 6
In het zog van erik de rode 6In het zog van erik de rode 6
In het zog van erik de rode 6
 
In het zog van erik de rode 5
In het zog van erik de rode 5In het zog van erik de rode 5
In het zog van erik de rode 5
 
In het zog van erik de rode 4
In het zog van erik de rode 4In het zog van erik de rode 4
In het zog van erik de rode 4
 
In het zog van erik de rode 2
In het zog van erik de rode 2In het zog van erik de rode 2
In het zog van erik de rode 2
 
Keltische kerk
Keltische kerkKeltische kerk
Keltische kerk
 
Geschiedenis van Schotland
Geschiedenis van SchotlandGeschiedenis van Schotland
Geschiedenis van Schotland
 
Geschiedenis Ierland
Geschiedenis IerlandGeschiedenis Ierland
Geschiedenis Ierland
 
De picten
De pictenDe picten
De picten
 
Malta
MaltaMalta
Malta
 
Diapresentatie keltische kunst
Diapresentatie keltische kunstDiapresentatie keltische kunst
Diapresentatie keltische kunst
 
Diapresentatie over de keltische maatschappij
Diapresentatie over de keltische maatschappijDiapresentatie over de keltische maatschappij
Diapresentatie over de keltische maatschappij
 

Vikingen 4: Religie

  • 1. “Verlos ons, Heer van de furie van de Noormannen!”
  • 2. • Studeerde archeologie aan de K.U. Leuven • Docent en opleidingshoofd in de lerarenopleiding van MAD-faculty, hogeschool voor de kunsten, Limburg • Leerkracht cultuurvakken in het CVO Leuven • Amarantdocent sinds 2002 • Auteur van jeugdthrillers www.erwinclaes.com
  • 3. Dat kan! U hoeft enkel te surfen naar: slideshare.net  gebruik zoektermen: erwinclaes7, Vikingen, Amarant
  • 4. Vikingen 1. Inleiding 2. Historische Situering 3. Maatschappij 4. Religie 5. Materiële Cultuur
  • 5. 4.1 Voor-chrsitelijke Natuurgodsdienst 4.1.1 Polytheïsme 4.1.2 Midgard en Asgard 4.1.3 De goden 4.1.4 Omgang met de goden 4.1.5 Erfenis van de oude goden 4.1.6 Begraving 4.2 Kerstening 4.2.1 Houding van de heidense Vikingen t.o.v. Het chrsitendom 4.2.2 Kerstening van de Vikingen 4.2.3 Staafkerkjes
  • 6.
  • 7.  amper schriftelijke bronnen over de religieuze opvattingen van de Vikingen  belangrijkste getuigenis  Snorri Sturluson die als christelijke Ijslander ( 1e helft 13e eeuw) een beschrijving maakte van het geloof van zijn voorvaderen.  De Ijslandse saga’s vertellen weinig over de organisatie en belangrijkste liturgische feesten van de Vikingen.
  • 8.  Volgens de Noordse mythologie was de wereld geschapen uit het dijbeen van de reus Ymir  De wereld bestond in het midden uit een reusachtige, steeds groenblijvende boom  Yggdrasil  De wortels van deze levensboom reikten tot in hel  de takken liepen helemaal tot in de hemel.
  • 9.  De boom verbond:  de wereld van de mensen (midgaard)  met de woonplaats van de reuzen (utgard) daaronder  de wereld van de goden (asgard) daarboven.
  • 10.  Bij de centrale as van de wereld leefden 3 schikgoden urd, skuld en verdandi die beschikten over het lot, waar iedereen (ook de goden!) ondergeschikt aan was.
  • 11.  Volgens de opvattingen van de Vikingen bestond midgaard uit een platte schijf met daaromheen een gevaarlijke zee waarin de midgaardslangen leefden.
  • 12.
  • 13.  De Asen waren de belangrijkste goden  Zij gaven ook hun naam aan asgard, waar zich het Walhalla bevond, de zetel en grote hal van Odin  Walhalla was de plek waar de Walküren de geesten van de gesneuvelde krijgers heen brachten  De gesneuvelde krijgers konder er feesten en vechten tot ze zouden worden opgeroepen voor de apocalyptische eindstrijd  ragnarok.  De 3 belangrijkste goden: Odin, Thor en Freyr
  • 14.
  • 15.
  • 16.  Overzag vanop zijn troon in walhalla de schepping en de onderwereld  8-benig paard: Sleipnir  2 raven:  Hugin (de gedachte)  Munin (het geheugen)  Speer: Gungnir  Toverring: Draupnir
  • 17.
  • 18.  Odin had slechts één oog  het andere had hij opgeofferd in zijn zoektocht naar wijsheid  Hij heeft zichzelf eens 9 nachten opgehangen om de geheime runen te leren.
  • 19.  Odin kende weinig medelijden met de mens  Zijn aanbidders vreesden hem erg  Toch was hij de beschermer van koningen, hoofdmannen, tovenaars en skalden (dichters)  god van de aristocratische bovenklasse maakte
  • 20.
  • 21.  god van de donder die hij veroorzaakte als hij met zijn bokkenkar langs de hemel reed  belangrijkste attribuut: onafscheidelijke hamer met korte steel, Mjöllnir  Mjöllnir keerde steeds terug als hij hem wegwierp.
  • 22.
  • 23.  beschermgod van de reuzen  Beschermgod van de akkerbouw  net als Herakles beschermde hij mensen en goden tegen bedreigingen als geesten, koude en honger.
  • 24.  Thor was gewelddadig  maar had een goed hart  daarom herkenden zijn gelovigen zich in hem  meest geliefde god onder de mensen
  • 25.  Freyr betekent Heer  is dus eigenlijk geen naam, maar een titel  Mogelijk ging het om een taboenaam voor een god waarvan de eigenlijke naam ons niet bekend is
  • 26.  Freyr is de god van de mannelijke seksualiteit  wordt vooral door de dynastie van de Ynglingen vereerd (met als thuisbasis het Zweedse Uppsala)
  • 27.  tweelingzus van Freyr  godin van de schoonheid en de bekoring.
  • 28.  Voor Vikinggoden is moed net zo belangrijk als welbespraaktheid en intelligentie  cfr. mensen  meeste verhalen over de goden gaan over avontuur en dapperheid  voorbeeld voor mensen
  • 29.  Wie moedig leefde en stierf in de strijd werd daarvoor beloond met het eeuwige feesten in walhalla  sneuvelen in de strijd ver van huis  geen angstaanjagend vooruitzicht  sowieso beter om te sneuvelen dan zich over te geven en verder te leven als zwakkeling  Verklaring voor de wreedheid van de plundertochten? Je moest je immers dapper en krachtig tonen  Toch namen Vikingen geen onnodige risico’s namen  Zeker de meer georganiseerde legers streden heel weloverwogen  maken evenzeer gebruik van efficiënte onderhandelingstechnieken om doel te bereiken.
  • 30.
  • 31.  Vikinggoden waren niet almachtig  hadden zowel goede als slechte karaktertrekken  Mensen hadden plichten ten overstaan van de goden  Mensen hadden ook rechten  als een god je onvoldoende hulp gaf, mocht je je van hem afkeren.
  • 32.  De goden konden hulp bieden in het dagelijks leven  daarom droegen veel Vikingen allerlei amuletten in de vorm van de hamer van Thor of een miniatuurwapen.
  • 33.  De goden werden aangesproken in collectieve rituelen  rituelen steeds in openlucht  Vikingen zagen de goden vooral in bomen, waterbronnen, grote stenen, bergen, open waters, …  Hier werden offers gebracht van vruchten en/of dieren  soms ook mensenoffers  hoogste offer  offers moesten de mensen verbinden met de goden.
  • 34.
  • 35.  vaste rituelen die seizoensgebonden waren  Bvb: joelfeest, ook wel midwinterritueel genoemd (cfr. Kerstmis)
  • 36.  om de 9 jaar  Blöt  groots feest met offers van mensen en dieren gehouden  deze bloedoffers werden Blöt genoemd  meestal gevolgd door feestmaal waar het offer ritueel werd gegeten.
  • 37.
  • 38.
  • 39.  De namen van de goden vinden we nog steeds terug in de dagen van de week:  Dinsdag verwijst naar Thyr (oude hemelgod)  Woensdag verwijst naar Wodan/Odin  Donderdag verwijst naar Donar/Thor  Vrijdag verwijst naar Freya  Enorme rijke verhalenschat uit de Viking-mythologie
  • 40.
  • 41.
  • 42.  meest spectaculaire grafvorm van de Vikingen  bootkamergraf van Oseberg opgegraven in 1904  schip werd tussen 850 en 900 uit het water werd getrokken en in een kuil werd gelegd  overdekt met enorme grafheuvel van stenen, klei en plaggen turf
  • 43.
  • 44.  In het schip werd een grafkamer gebouwd waarin twee vrouwen werden gevonden:  jongere vrouw van 20 à 30 jaar  oudere vrouw van ongeveer 60 jaar  lagen beide op houten bedden in een tentvormige kamer  Zowel in de kamer als daarbuiten werden allerlei voorwerpen gevonden die stuk voor stuk opvallen door hun rijke houtsnijwerk  Houtsnijwerk  vooral dierfiguren en verhalende scènes uit de mythologie voorstellen  moeten zeer belangrijk en welstellende vrouwen zijn geweest
  • 45.
  • 46.  In het graf is geen goud of zilver meer gevonden.  vermoedelijk gestolen door grafrovers die zich met een tunnel toegang hadden verschaft tot de centrale grafkamer
  • 47.  Eentje bestond uit maar liefst 1061 fragmenten en werd weer helemaal in elkaar gepuzzeld  Het bestond uit een bakvormig bovenstel en kon voortgetrokken worden door paarden  Het was rijkelijk gedecoreerd met schitterend houtsnijwerk  Opvallend is de extra glijder die was aangebracht onder de met houtsnijwerk gedecoreerde glijder
  • 48.
  • 49.
  • 50.
  • 51.
  • 52.  Dit soort wagens komt wel vaker voor in de graven van hooggeplaatste vrouwen  Opvallend is dat de constructie erg gelijkt op die van schepen, zodat het misschien door een scheepsbouwer is gebouwd geweest  De rijke versiering van de wagen duidt mogelijk op een eerder ceremoniële functie. Er zal niet echt mee gereisd zijn.
  • 53.
  • 54.
  • 55.
  • 56.
  • 57.  gaat om grote stukken bewerkt hout  de houtblokken monden uit in opengesperde dierenkoppen  onderaan bevindt er zich een handvat  het is uitgewerkt met het allermooiste houtsnijwerk dat ooit is teruggevonden in Scandinavië  Over de functie van deze dierposten blijft het gissen: mogelijk werden ze in processie meegevoerd of ging het om tekenen van waardigheid.
  • 58.
  • 59.
  • 60.
  • 61.  deze dienden als opbergmeubel  ze waren voorzien van ijzerbeslag en een slot
  • 62.
  • 63.
  • 64.
  • 65.
  • 66.  waaronder een speciaal ondersteunend paar voor de oudere dame die aan reuma leed
  • 67.
  • 68.
  • 69.
  • 70.
  • 71.  Houtenschalen om uit te eten  2 geslachte ossen  Brooddeeg in een trog  Schalen met appels  …
  • 72.
  • 73.
  • 74.
  • 75.
  • 76.  Vermoedelijk gaat het hier om leden van de Noorse koninklijke Yngling-dynastie  Vele koningen zijn hiervan bekend  slechts één koningin en dat was koningin Asa  Mogelijk ligt zij hier begraven  Ose-berg zou afgeleid zijn van haar naam: Asa-berg
  • 77.  Opgegraven in 1908  3 volwassen mannen  3 kostbare lange zwaarden  4 schilden  pijlkoker met pijlen en een boog  glazen bekers  houten emmer met ijzerbeslag  kostbaar paardentuig  skeletten van 3 paarden
  • 78.  Bovenop de grafkamer was een zeewaardig oorlogsschip van 18 m lang begraven.  Het idee achter deze vorm van begraving zou de mogelijkheid zijn om per schip over te steken naar het Walhalla om dan per paard de laatste rit naar de feestzaal van Odin af te leggen.  Opvallend aan dit graf is vooral dat de koning in kwestie begraven werd met twee hoge functionarissen die hem vrijwillig (of niet) in de dood gevolgd zijn.
  • 79.  in totaal 682 graven  200 in de vorm van een schip  begraafplaats voor krijgers en dames uit de hogere kringen  kregen een graf in de vorm van een boot, wat bewijst hoe het schip ook een hoog ingeschat symbool was.
  • 80.
  • 81.
  • 82.
  • 83.
  • 84.  vroegmiddeleeuwse kronieken  bijna fysieke afkeer voor gebrek aan respect voor kloosters en kerken.  Excessen Vikingen vaak toe-geschreven aan hun niet-christelijke geloof  meeste schrijvers waren religieuzen  voor de Vikingen waren de christelijke liturgische voorwerpen niet meer dan buit  Cfr. omgang met reliekhouders  gooiden de beenderen er uit en namen de rijkelijk gedecoreerde houders mee.
  • 85.  829 tot 831: Duitse bisschop Ansgar trekt als een van de eerste missionarissen naar Zweden  in opdracht van Lodewijk de Vrome  omdat informanten beweerden dat de lokale bevolking klaar was om zich te laten kerstenen  expeditie werd een mislukking  Ansgar werd met regelmaat overvallen en kon enkel ternauwernood aan de dood ontsnappen  op die manier gingen alle geschenken voor de Zweedse koning verloren.
  • 86.  De tweede expeditie van Ansgar was meer succesvol  ditmaal wel voet aan grond  bij zijn dood in 865  kerstening van Zweden al flink gevorderd  bij een gebrek aan even daadkrachtige opvolgers van Ansgar valt kerstening echter stil  duurt nog minstens 3 eeuwen voor Zweden volledig gekerstend was  gedurende lange tijd bleef het oude heidense geloof bestaan naast de christelijke religie
  • 87.  nieuwe geloofsartikelen aanvaarden:  het bestaan van slechts één god  het geloof in een onsterfelijke ziel, met een leven na de dood  het geloof in de heilige drievuldigheid (vader, zoon, heilige geest).
  • 88.  Bovendien werd er van de nieuwe gelovigen heel wat geëist:  Geen slaven meer houden  Geen kinderen meer verstoten  Geen vlees meer eten op vastendagen  Geen paardenvlees meer eten  Begraven op een christelijke manier (geen bootgraven en ook geen bijgaven meer)  Naar de eucharistievieringen gaan  …
  • 89.  Omdat bekeren erg ingrijpend was, kozen velen er voor om zich niet meteen te laten dopen  leggen een soort intentieverklaring af  Voordelen:  naar goeddunken deelnemen aan eucharistievieringen  omgaan met andere christenen (bijvoorbeeld om handel te drijven).
  • 90.  9e en 10e eeuw: christenen en heidenen leven naast en door elkaar  Leverde weinig problemen op  In dezelfde woningen  zowel christelijke kruisbeelden als hamers van Thor  grootschalige bekeringen zouden pas volgen als ook de koningen zich lieten dopen  Deense koning Harald Blauwtand  dopen in 965  Was onder de indruk van macht Frankische keizers  Hoopte zo op een eigen sterk rijk met christendom als verbindende staatsgodsdienst
  • 91.  geheel uit hout opgetrokken kerkgebouw  typische bouwstijl die voornamelijk in Scandinavië wordt aangetroffen  meeste Staafkerken opgericht in 11e en 12e eeuw.
  • 92.  gebouwd op een stenen fundering waarop een frame of geraamte van houten balken werd geplaatst.  eenvoudigste staafkerken zijn kleine, rechthoekige gebouwen: een schip en een klein koor  Het dak rust op de muren.
  • 93.
  • 94.
  • 95.  Grotere staafkerken kunnen een lange mast in het midden hebben:  draagt de torenspits draagt  ontlast de muren gedeeltelijk  De meest complexe staafkerken hebben een hoge ruimte in het midden:  wordt gedragen door vrijstaande masten  centrale ruimte is omgeven door lagere zijbeuken die de constructie verstevigen
  • 96.
  • 97.
  • 98.
  • 99.  Een staafkerk heeft nooit klokken  Hiervoor zijn er losstaande klokkentoren gebouwd
  • 100.  rijkelijk voorzien van houtsnijwerk  motieven en esthetiek gaan terug op de tradities van de Vikingtijd  Vikingtradities komen ook terug in de daken van de staafkerken:  dezelfde structuur als de Vikingschepen  mogelijk inbreng van scheepsbouwers in de constructie van de kerkjes

Notas del editor

  1. Walküren nemen de ziel van de gesneuvelde krijgers mee naar Walhalla.
  2. Reconstructie van een tempel te Uppakra (Zweden)
  3. Voorstelling van het BLOT-feest
  4. Voorstelling van de midwinter-Blot in Uppsala
  5. Afbeelding: doop van Harald Blauwtand in 965
  6. L: detail van staafkerkje van Gol