Achtergronden en ontstaansgeschiedenis van UNCLOS Artikel 76
1. Achtergronden en onstaansgeschiedenis van UNLOS artikel 76 Dr. A.G. Oude Elferink Nederlands Instituut voor het Recht van de Zee Universiteit Utrecht
Bedank voor uitnodiging Zal met name praten over de buitengrenzen van het continentaal plat Met name van belang artikel 76 van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 1982. Eerst iets vertellen over de historische achtergrond en de betekenis van dit Verdrag. Daarna wat zijn de belangrijkste regels voor het vaststellen van de buitengrens van het continentaal plat. Ten twee, welke procedure is hierbij te volgen. Ten slotte zal ik kort ingaan op het specifieke probleem van de relatie tussen de afbakening van het continentaal plat tussen buurlanden en de vaststelling van buitengrenzen. Dit kan geïllustreerd worden aan de hand van een aantal voorbeelden van Staten die de eerste stappen hebben gezet om artikel 76 te implementeren
Eerste zeerecht conferentie nam vier verdragen aan. Regelen in belangrijke mate alle gebruiken van de zee. Aantal problemen: geen overeenstemming over de breedte van de territoriale zee. 3 zeemijl of meer visserijrechten voorbij de territoriale zee definitie van het continentaal plat: open. Op dat moment nog geen exploitatie voorbij 200 mater waterdiepte.
Jaren zestig: realisatie van belang mineralen op diepzeebodem. Mangaanknollen Ontwikkelingslanden wensten dat deze mineralen zouden vallen onder een internationaal regime dat ten goede zou komen aan alle staten. Hierdoor ontstond noodzaak tot duidelijkere afbakening van de buitengrens van het continentaal plat. Een van de zaken die op de agenda stond van de derde zeerechtconferentie. Andere onderwerpen Conferentie Breedte van de territoriale zee Visserijrechten en andere rechten van kuststaten voorbij de territoriale zee Doorvaartrechten door internationale zeestraten Regime voor winning van mineralen in het internationale zeebodemgebied Bescherming van het zeemilieu
In werking getreden op 16 November 1994. Duur met name verklaard door verwerpen van mijnbouwregime door geïndustrialiseerde landen. In 1994 aanvullend verdrag onderhandeld dat dit regime in belangrijke mate aanpast Meeste belangrijke maritieme staten zijn partij. Uitzondering VS. VS beschouwt meeste bepalingen van het verdrag als gewoonterecht. Dit geldt ook voor de bepalingen voor het vaststellen van de buitengrens van het continentaal plat Verdrag wordt in alle onderhandelingen en debatten over de oceanen erkend als juridisch kader voor het gebruik van de oceanen. Voorbeelden: verdrag inzake biodiversiteit, verdragen over scheepvaart
Schematische weergave Territoriale zee maximaal 12 zeemijl. Vrijwel volledig soevereiniteit van de kuststaat. Uitzondering met name doorvaartrechten van derde staten Exclusieve economische zone: 200 zeemijl. Economische rechten van kuststaat over waterkolom en zeebodem. Continentaal plat: in sommige gevallen voorbij 200 zeemijl. Alleen rechten kuststaat over de zeebodem Volle zee en internationaal zeebodemgebied: staan open voor alle staten in overeenstemming met de regels van het Verdrag. Geen rechtsmacht van kuststaten
Definitie geeft aan dat het continentaal plat zich altijd tot 200 zeemijl uitstrekt. Ook waar staten geen continentaal plat in geofysische zin hebben. Rest komt later. Hier alleen: alleen kuststaat bevoegd de buitengrens van zijn continentale plat vast te stellen. Voor continentaal plat voorbij 200 zeemijl wel vereist om gegevens in te dienen bij de Commissie inzake de grenzen van het continentale plat (CLCS) en grenzen vast te stellen op basis van de aanbevelingen van deze commissie
Deze figuur geeft bij benadering weer tot waar het continentale plat zich uit zou kunnen strekken voorbij 200 zeemijl. Geen enkele staat heeft dergelijk grenzen tot nu toe daadwerkelijk vastgesteld in overeenstemming met het Verdrag.
Geen plaatsjes; ongetwijfeld zullen we die nog zien Merk op dat 1%-regel mogelijkheid geeft om verder te gaan dan 60 zeemijl
Laatste punt: gevolgen voor de gegevensverzameling. Hoeft geen continue dekking te zijn.
Geef toelichting op figuur Leg uit waarom complexiteit. Op derde zeerechtconferentie ook voorstel om alle staten alleen een zone van 200 zeemijl toe te kennen. Staten met brede continentale rand claimden dat dit hun bestaande rechten onder het Verdrag inzake het continentaal plat aan zou tasten. Op dat laatste punt is wel het een en ander af te dingen. Ging echter om invloedrijke groep staten.
Zal niet nader ingaan op verzameling van gegevens, onderwerp dat door Rob van der Poll behandeld zal worden Inschattingen over aantal staten dat mogelijk een continentaal plat voorbij 200 zeemijl heeft lopen uiteen. Mogelijk 50 tot 60 Staten. Tot nu toe zijn er 8 submisssions aan de CLCS gedaan, waarbij in totaal 9 staten betrokken zijn
Voor veel staten lag de datum van 10 jaar na inwerkingtreding op 16 november 2004. Met name voor ontwikkelingslanden problematisch. Door besluit van bijeenkomst van partijen bij Verdrag uit 2001 is deze datum verschoven naar 13 mei 2009. Voor alle staten waarvoor de datum eerder viel. Blijft waarschijnlijk problematisch voor aantal staten om hieraan te voldoen. Tweede probleem: capaciteit van de Commissie. Bij handhaving huidige capaciteit voorzien dat commissie pas in 2035 de gegevens van alle kuststaten zou kunnen hebben verwerkt Maritieme of territoriale geschillen: regels en praktijk Commissie geven aan dat Commissie alleen naar gegevens kijkt als alle bij geschil betrokken staten hier geen bezwaar tegen hebben. Hier zal ik later op terug komen.
Leden: onder andere op basis van billijke geografische vertegenwoordiging Eerste verkiezing in 1997; afgelopen juni derde commissie gekozen. Veel leden een of twee keer herkozen. Goed voor continuïteit. Hele commissie wordt namelijk in een keer vervangen (ICJ bijvoorbeeld derde van leden elke 3 jaar) Geen juridische experts. Misschien verrassend gezien vele juridische vragen die ook spelen. Echter Commissie met name taak om naar technische en wetenschappelijke vragen te kijken. Voor juridische vragen andere mechanismen ( later )
Leg dia uit. Bestaat mogelijkheid dat er een verschil van mening blijft bestaan. Verdrag geeft dan niet aan hoe dit opgelost dient te worden
Meteen naar volgende dia
Betekent dat voor submarine ridges het niet mogelijk is de limiet van 100 zeemijl voorbij de dieptelijn van 2500 meter te hanteren. Deze bepaling is op een laat moment opgenomen in het verdrag. Onduidelijk wat het toepassingsbereik is. Sommige auteurs hebben zich op standpunt gesteld dat er geen bekende toepassing is. Andere visie: zou van toepassing zijn op bij voorbeeld eilanden die op Mid Atlantic Ridge liggen. Bijvoorbeeld: IJsland en Asunción (Brits gebied in Zuidelijke Atlantische Oceaan)
bijvoorbeeld of vaststelling van buitengrens “op basis van” de aanbevelingen van de Commissie is gebeurd. Commissie heeft geen bevoegdheid hierover een uitspraak te doen. Vraag die eventueel kan worden voorgelegd aan instantie voor bindende geschillenbeslechting: ICJ, ITLOS of arbitrage Andere mogelijkheid: verschil van mening over interpretatie van artikel 76 en toepassing door de kuststaat. Bijvoorbeeld over het al genoemde artikel 76(5). Ook in dit geval bindende geschillenbeslechting mogelijk
Leg uit: buitengrens definitief en bindend. Problematisch waar andere staat ook een continentaal plat heeft. CLCS heeft nadere regels opgesteld over hoe men om zal gaan met afbakeningsvraagstukken. Bijlage I bij Procedure regels van Commissie. Geeft staten aantal opties om om te gaan met afbakeningsvraagstukken en andere maritieme of territoriale geschillen O.a. indiening gegevens voor deel buitengrens. Deze mogelijkheid is gevolgd door Ierland, Noorwegen en Nieuw Zeeland Gezamenlijke indiening van gegevens: Frankrijk, Ierland, Spanje en VK ga naar volgende slide
Leg uit: - wijs op kusten, 200 M, 350 M en buitengrens - meest noordelijke punt meest zuidelijke punt van Ierse gedeeltelijke aanvraag Meeste gevolgde praktijk bij bestaan van noodzaak te komen tot afbakening: unilaterale indiening van gegevens door kuststaat, waarbij gewezen wordt op feit dat er mogelijk een afbakening nodig zal zijn. In meeste gevallen hebben betrokken staten daarna aangegeven dat ze akkoord gaan met de behandeling van de gegevens door de CLCS; Dat gebeurd op basis van de executive summary van de aanvraag van een staat die aan alle lidstaten van de VN wordt gecirculeerd illustratie: gedeeltelijke aanvraag van Frankrijk ten aanzien van Frans Guyana en Nieuw Caledonië – ga naar volgende dia
Leg uit; Suriname: laatste punt buitengrens ligt op een azimut van ongeveer 24 graden gemeten vanaf de landgrens. Grens die ten oosten of westen van dit punt ligt blijft mogelijk. Reactie van Suriname: gewezen op noodzaak van afbakening. Geen bezwaar tegen behandeling aangezien deze de afbakening onverlet laat Nieuw Caledonië: Nieuw Zeeland gelijksoortige reactie als Suriname; Vanuatu: bezwaar vanwege bestaan geschil met Frankrijk over Matthew en Hunter Islands. 200 M zone van deze eilanden grenst aan continentaal plat voorbij 200 M; Frankrijk heeft daarop de Commissie verzocht de gegevens ten aanzien van Nieuw Caledonië niet verder te behandelen. Betekenis: wel duidelijkheid over Franse visie op buitengrens maar geen mogelijkheid deze definitief en bindend vast te stellen.
Leg uit; Suriname: laatste punt buitengrens ligt op een azimut van ongeveer 24 graden gemeten vanaf de landgrens. Grens die ten oosten of westen van dit punt ligt blijft mogelijk. Reactie van Suriname: gewezen op noodzaak van afbakening. Geen bezwaar tegen behandeling aangezien deze de afbakening onverlet laat Nieuw Caledonië: Nieuw Zeeland gelijksoortige reactie als Suriname; Vanuatu: bezwaar vanwege bestaan geschil met Frankrijk over Matthew en Hunter Islands. 200 M zone van deze eilanden grenst aan continentaal plat voorbij 200 M; Frankrijk heeft daarop de Commissie verzocht de gegevens ten aanzien van Nieuw Caledonië niet verder te behandelen. Betekenis: wel duidelijkheid over Franse visie op buitengrens maar geen mogelijkheid deze definitief en bindend vast te stellen.
Dia toont kaart uit Russische executive summary van de submsission van Rusland aan de Commissie uit 2001 Leg lijnen uit; deels meridianen (tot Noordpool). Door Sovjetunie steeds als grens met andere landen geclaimd. In Ex. Sum. aangegeven dat dit voorlopige grenzen waren en dat afbakening met buurlanden nodig is. Met VS al verdrag dat meridiaan hanteert Andere staten gereageerd of Ex. Sum. … NO: geen bezwaar; Noorse visie op verloop van grens weergegeven… Dk, Can …; VS: Lomonosov Ridge CLCS – aanbeveling: nadere gegevens Rusland heeft ondertussen verder onderzoek gedaan. Half jaar geleden voltooid. Enige maanden daarna planten van vlag. Laatste heeft geen juridische gevolgen. Rusland heeft dit ook zelf aangegeven. Verwacht in 2010 een hernieuwde aanvraag in te dienen bij Commissie. Als er een continentaal plat is in dit gebied, zal dit waarschijnlijk overlappen met dat van Denemarken en Canada. Noodzaak van onderlinge afbakening. Eerst onderhandelingen: juridische onderbouwing Russische positie waarschijnlijk niet erg sterk. Waarschijnlijker dat de grens op basis van rechtsprincipes een middellijn zou zijn of een nog gunstiger lijn voor Canada/Denemarken. In dat geval ligt Noordpool niet op plat Rusland
Belang van eerste punt benadrukken Komende jaren aantal aanbevelingen van Commissie. Complexe aanvragen. Belangrijke test voor het proces. Is het mogelijk zowel technische als juridische vragen bevredigend te behandelen? Belang dat het proces aanvaarbaar is voor kuststaten, maar ook voor de internationale gemeenschap die een belang heeft in de omvang van het internationale zeebodemgebied Integriteit van het Verdrag: omvat veel meer dan artikel 76. Belangrijk onderdeel; problemen bij implementatie van artikel 76 zouden mogelijk gevolgen kunnen hebben voor bredere vraagstuk van definitie maritieme zones Flexibiliteit van de procedure: bijvoorbeeld mogelijkheid om gedeeltelijke aanvraag in te dienen; mogelijkheid Commissie te verzoeken aanvraag niet te behandelen ingeval van geschillen met andere Staten. Maakt het mogelijk om adequaat om te gaan met complexe feitelijke en juridische vragen. Eventueel: voorbeeld AAT Wel wenselijk dat buitengrens zoveel mogelijk wordt vastgesteld om zekerheid te creëren.