2. Samenvatting week 1
Fasen van het onderzoeksproces
1. Formuleer en verduidelijk het onderwerp c.q. probleemstelling
Waarom wil je iets: bijdrage aan kennis of als oplossing van een probleem
2. Kritisch overzicht van de literatuur
Inlezen om kennis op te doen van het onderwerp
3. Vraagstelling (onderzoeksvraag) formuleren
Wie, wat, waar en wanneer
3. 4. Gegevens verzamelen
Welke strategie, methode en techniek ga je gebruiken om aan je
informatie te komen.
5. Gegevens analyseren
Het verwerken van de verzamelde gegevens. Welke methode ga je
gebruiken om het te analyseren
6. Conclusies en aanbevelingen
Projectverslag schrijven (Scriptie)
4. Hoe formuleer je een onderzoeksvraag
Hoofd- en deelvragen
Vraag moet helder en scherp geformuleerd zijn en het moet (door jou)
onderzoekbaar en dus realistisch zijn.
De hoofdvraag
Er zijn verschillende soorten onderzoeksvragen:
•beschrijvende onderzoeksvragen
•verklarende onderzoeksvragen
•vergelijkende onderzoeksvragen
•evaluatieve of waarderende onderzoeksvragen
•Adviserende onderzoeksvragen
Deelvragen
Om een antwoord te kunnen geven op de hoofdvraag moet je het onderzoek bijna
altijd opspiltsen in deelvragen. Het antwoord op deze deelvragen maakt een
antwoord op de hoofdvraag mogelijk.
Bedenkt geen deelvragen die niet bijdragen aan het beantwoorden van de
hoofdvraag.
5. De vraag mag niet:
Normatief: voorbeeld wat is goed voor…wat voor de een goed is hoeft voor de ander niet
zo te zijn….
Speculatief: voorbeeld ITIL werkt niet voor bedrijf X, hoe weet je dit, is het onderzocht
(speculeren)
(te) algemeen: voorbeeld in hoeverre VOIP kostenbesparend
Probleemstelling:
Drie soorten onderzoeksvragen: 1. Beschrijven vragen (hoe, wat, wanneer, waar, hoeveel, hoe vaak is iets) 2. Explorerende vragen (waarom gebeurt iets, wat kan met een bepaald verschijnsel te maken hebben, is er een verband) 3. Toetsende vragen/hypothese (is het omdat … ? Leidt x tot y?)Probleemstelling (hypothese) - Vraagstelling. Indien je dit in de inleiding nog niet hebt gedaan, wordt onder een apart kopje aangegeven hoe je de probleemstelling (hypothesen) omgezet hebt in een onderzoekbare vraagstelling.Verschil probleemstelling - vraagstelling. In de praktijk worden deze twee termen vaak door elkaar heen gebruikt. Dit mede doordat het precieze verschil moeilijk aan te geven is. Algemeen geformuleerd kan gezegd worden dat de vraagstelling uit een probleemstelling voortvloeit en een concretisering van de probleemstelling is. Een probleemstelling is als het ware een stelling die waar of niet waar is, die je wel of niet kunt beamen, terwijl de vraagstelling te beschouwen is als een vraag die je stelt en nader gaat onderzoeken.Doelstelling. Het antwoord op de vraagstelling (of oplossing van de probleemstelling) is de eigenlijke doelstelling van het onderzoek en het artikel. Hoewel je de doelstelling niet concreet in het artikel hoeft te formuleren, is het wel goed om dit voor jezelf als richtsnoer voor het schrijven van je artikel te hanteren.Deelvragen. Een goed onderzoek begint aldus met een goede vraagstelling, welke de rode draad of de kapstok van je artikel vormt: alle gegevens dienen te leiden naar het antwoord op deze vraagstelling. Maak tevens duidelijk of beargumenteer waarom het probleem belangrijk is. Wanneer je eenmaal een goede probleemstelling hebt, kun je beginnen met het formuleren van deelvragen of deelproblemen. Belicht deze en maak duidelijk dat het deelprobleem afgeleid is van een groter probleem (c.q. meerdere factoren die van invloed zijn op een situatie), zoals:Uitleg en definities van de kern van je onderwerpOorzaken of aanleiding van een bepaalde situatie of omstandigheidFactoren (variabelen) die van invloed zijn op deze situatieWelke zaken of partijen hier bij betrokken zijnDe precieze deelvragen hangen uiteraard af van het onderwerp dat je hebt gekozen.